Regeling vervallen per 31-12-2010

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Geldend van 31-12-2009 t/m 30-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

De raad der gemeente Borne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 01 december 2009.

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit: vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Oude Almeloseweg

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    jonger dan 12 jaar; verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van doodgeborenen en personeneigen kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is

  • f.

    dan 12 jaar;algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van doodgeborenen en personen jonger

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooien van as: het doen verstrooien op een vertrooingsplaats.

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • k.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    eigen urnennis: een nis in het columbarium of in de urnenheuvel waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Voor het in hoofdstuk 2 van de tarieventabel genoemde recht voor begraven gelden de volgende vrijstellingen:

  • 1

    Geen recht wordt geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

  • 2

    Voor het begraven van twee of meer lijkjes van doodgeboren kinderen of van zuigelingen (twee-meerling) wordt mits zij tegelijk in dezelfde grafruimte worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven.

  • 3

    Indien tegelijkertijd meer dan één overledene wordt begraven in naast elkaar gelegen graven, waarvan rechthebbende of gebruiker dezelfde persoon is, wordt voor het begraven van het tweede lijk de helft van het recht geheven.

  • 4

    Geen recht wordt geheven voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldigde bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

Niet van toepassing

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening Lijkbezorgingsrechten 2004 van 18 december 2003, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 10 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt op de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Begraafrechten 2010'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2009.
De voorzitter,
De griffier,

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Verordening begraafrechten 2010

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

voor het verlenen van het uistluitend recht wordt geheven voor een periode van 20 jaar

1.1.1

Op een enkel graf

€ 900,00

1.1.2

op een dubbel graf

€1.800,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend racht wordt geheven voor een periode van 20 jaar

1.2.1

op een urnengraf

€ 800,00

1.2.2

op een kindergraf

€ 450,00

1.2.3

op een nis in het columbarium

€ 800,00

1.2.4

op een nis in een urnenheuvel

€ 870,00

1.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1 en 1.1.2 en in 1.2.1 tot en met 1.2.4 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

voor het begraven van een lijk van:

2.1.1

een persoon van 12 jaar of ouder wdt ro

geheven

€ 400,00

2.1.2

een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 200,00

2.1.3

een ind beneden 12 jaar wordt geheven k

€ 300,00

2.1.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het

recht bedoeld in 2.1.1 tot en met 2.1.3 verhoogd

met 25%

2.1.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren

zoals genoemd in artikel 10 lid 2 van de

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in het urnengraf of eigen graf wordt geheven

€178,00

3.2

voor het bijzetten van een asbus in een urnennis wordt geheven

€178,00

3.3

Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 3.1 en 3.2 verhoogd met 25%

3.4

Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren zoals genoemd in artikel 10 lid 2 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats.

Hoofdstuk 4 Grafkelder en Grafbedekking

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in de artikelen 15 en 18 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats, wordt geheven:

4.1

voor de aanleg van een grafkelder

€49,00

4.2

voor het plaatsen van een grafbedekking of voor

beplanten van een graf

€24,50

Hoofdstuk 5 Opgraven, ruimen, verstrooien

5.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van

een lijk wordt geheven:

5.1.1

van een persoon van 12 jaar en ouder

€685,00

5.1.2

van een persoon beneden 12 jaar

€305,00

5.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een

nieuw eigen graf wordt hetzelfde recht geheven als

onder hoofdstuk 2

5.3

Voor het ruimen van een graf en voor het herbegraven

van de stoffelijke resten op een daartoe aangewezen

gedeelte van de begraafplaats wrodt ter zake van elk lijk geheven

€360,00

5.4.1

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of

urn wordt geheven

€178,00

5.4.2

Bij het weer terugplaatsen van de asbus of urn wordt

geheven

€178,00

5.5

Voor het doen verstrooien van as wordt per asbus

geheven

€ 86,00