Regeling vervallen per 01-08-2015

Verordening op de vertrouwenscommissie 2014

Geldend van 23-12-2014 t/m 31-07-2015

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie 2014

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Borne;

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters van 24-11-2014;

gelezen het voorstel van de Commissaris van de koning van 3 november 2014; kenmerk 2014/0309278, registratienummer 14ink08530;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken,en Koninkrijksrelaties;

besluit:

Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie 2014.

Verordening op de vertrouwenscommissie 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel;

c. de burgemeester: de burgemeester van Borne, mr. drs. R.G. Welten;

d. de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 2 Taak en bevoegdheden van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad inzake de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

  • 2. De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester.

  • 3. De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan de raad. Dit verslag wordt voorzien van een concept-aanbeveling.

  • 4. Bij de vervulling van haar taak neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister van 20 augustus 2012, in acht.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de volgende raadsleden (fractievoorzitters)

    • ·

      B.J.B. Oude Lansink

    • ·

      N.E. Verschoor

    • ·

      H.B. van den Berg

    • ·

      A. Jacobs-Van Leeuwen

    • ·

      E.H.W. Zomer-Scholten

    • ·

      T.H.G.M. Verreussel

    • ·

      A. Donkers

  • 2. De plaatsvervangend voorzitter van de raad is technisch voorzitter van de commissie. Hij neemt geen deel aan discussies en aan stemmingen.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4. Wethouder M.J. Velten als vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders, wordt als adviseur aan de commissie toegevoegd aan de commissie. De wethouder is geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 3. De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie. Hij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

  • 4. De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3. De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 3.

  • 4. Noch de commissie, noch de gemeenteraad heft de geheimhouding, waartoe het eerste lid verplicht, op.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de adviseur, technisch voorzitter en de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.

Artikel 7 Bijzondere bepalingen

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koningin.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag van de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 8 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie,

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

  • 2. Het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling wordt toegevoegd als bijlage.

  • 3. Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 4. Leden van de commissie kunnen in het verslag van een minderheidsstandpunt blijk geven.

  • 5. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de gemeenteraad en de commissaris gebracht.

Artikel 9 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 10 Archivering van stukken

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging van een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 dub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel benoemde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 11 Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

  • 4. Het gebruik van e-mail is niet toegestaan, tenzij het louter procedurele aangelegenheden betreft.

Artikel 12 Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 20 augustus 2012 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16-12-2014.
De voorzitter R.G. Welten,
De griffier S. Morsink,