Regeling vervallen per 17-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent jeugdhulp Verordening Jeugdhulp gemeente Borne 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 16-01-2019

Intitulé

Verordening Jeugdhulp Gemeente Borne 2018

de raad van de gemeente Borne;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

gelet op de doelstellingen zoals verwoord in het Beleidsplan Jeugdhulp Borne 2015;

besluit vast te stellen:

de Verordening Jeugdhulp Gemeente Borne 2018

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    andere voorziening: voorziening niet vallend onder de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

  • b.

    Besluit Jeugdhulp: een door het college vast te stellen besluit waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot een aantal in deze verordening aangegeven onderwerpen;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van Gemeente Borne;

  • d.

    familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

  • e.

    gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 7;

  • f.

    hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroeien opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

  • g.

    individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als genoemd in artikel 1.2.2., tweede lid, van de wet;

  • h.

    lokale toegangspunt: uitvoeringsorganisatie die door de gemeente belast is met de uitvoering van ondersteuning aan inwoners die (tijdelijk) problemen ondervinden met hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie;

  • i.

    melding: kenbaar maken van de hulpvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid;

  • j.

    overige voorziening: overige voorziening als genoemd in artikel 2, eerste lid;

  • k.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget, dat de jeugdige of zijn ouders in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken en dat namens de gemeente door de Sociale verzekeringsbank aan deze derden wordt uitgekeerd;

  • l.

    verslag: een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek, waaronder een verslag van het gesprek met jeugdig en/of ouders en een plan van aanpak met daarin in ieder geval de te bereiken doelen en daarvoor benodigde ondersteuning, waaronder ook wordt verstaan het hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • m.

    wet: Jeugdwet.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

  • 1. De volgende overige voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      informatie en opvoedadvies (Loes);

    • b.

      preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning individueel;

    • c.

      preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning groepsgewijs;

    • d.

      lokale toegangsondersteuning:

      • -

        kortdurende ondersteuning;

      • -

        casemanagement.

  • 2. De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      ambulante jeugdhulp;

    • b.

      intramurale jeugdhulp.

  • 3. Het college kan in het Besluit Jeugdhulp vaststellen welke overige voorzieningen en individuele voorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

Artikel 3. Toegang jeugdhulp via huisarts, jeugdarts of medisch specialist

  • 1. Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, jeugdarts of medisch specialist naar een jeugdhulpaanbieder, indien en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat jeugdhulp nodig is.

  • 2. Indien de jeugdige of zijn ouders hierom verzoeken, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 11.

Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente, indiening hulpvraag

  • 1. Jeugdigen en ouders met een hulpvraag kunnen het college verzoeken om toekenning van een door het college bij besluit te verlenen individuele voorziening.

  • 2. Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel en de uitvoering van jeugdreclassering.

  • 3. In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening, of vraagt het college een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.

  • 4. Jeugdigen en ouders die menen een beroep te kunnen doen op een overige voorziening, kunnen zich rechtstreeks hiertoe wenden.

HOOFDSTUK 2 Melding, onderzoek en aanvraag

Artikel 5. Melding

  • 1. Een hulpvraag kan door of namens de jeugdige of zijn ouders vormvrij bij het college worden gemeld.

  • 2. Het college bevestigt de ontvangst van een melding.

Artikel 5a. Familiegroepsplan

  • 1. Het college informeert de jeugdige of zijn ouders over de mogelijkheid tot het indienen van een familiegroepsplan en stelt hen gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het familiegroepsplan te overhandigen.

  • 2. Het college betrekt het familiegroepsplan bij het onderzoek als bedoeld in artikel 6.

Artikel 6. Onderzoek

  • 1. Het college verzamelt alle voor het onderzoek en gesprek, bedoeld in artikel 7, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt uiterlijk binnen twee weken na de melding met de jeugdige en/of zijn ouders een afspraak voor een gesprek.

  • 2. De jeugdige of zijn ouders verschaffen, zo mogelijk voor het eerste gesprek, aan het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen.

  • 3. Het college stelt tijdens het onderzoek de identiteit van de jeugdige of zijn ouders vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 4. Indien de gegevens van de jeugdige en zijn situatie reeds voldoende bekend zijn, kan verzameling van gegevens achterwege blijven.

  • 5. Indien de gespreksvoorbereiding een afgerond beeld oplevert over de hulpvraag, kan het college in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een gesprek. Er kan dan worden volstaan met een verslag van het onderzoek dat aan de jeugdige of zijn ouders wordt voorgelegd overeenkomstig artikel 8.

Artikel 7. Gesprek

  • 1. Het college onderzoekt in een gesprek of, waar nodig, meerdere gesprekken met de jeugdige of zijn ouders en indien gewenst met familie en deskundigen zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;

    • b.

      het gewenste resultaat van het verzoek tot jeugdhulp;

    • c.

      het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden;

    • d.

      de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;

    • e.

      de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening;

    • f.

      de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken;

    • g.

      de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;

    • h.

      hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders;

    • i.

      de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget, waarbij de jeugdige of zijn ouders conform artikel 8.2.1 van de wet, in voor hen begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze.

  • 2. Het college informeert de jeugdige of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure.

Artikel 8. Het gespreksverslag

  • 1. Het college zorgt voor een schriftelijke verslaglegging van het onderzoek als bedoeld in artikel 6 en het gesprek als bedoeld in artikel 7. Het verslag dient uiterlijk zes weken na de dag na ontvangst van melding te zijn opgesteld en aan de jeugdige of zijn ouders te zijn overhandigd, tenzij zij hebben medegedeeld dit niet te wensen.

  • 2. Indien het door de jeugdige of zijn ouders ingediende familiegroepsplan voldoet aan de bevindingen van het onderzoek, dan kan dit plan worden aangemerkt als een verslag van het onderzoek.

  • 3. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het verslag of toegevoegd.

Artikel 9. Aanvraag

  • 1. Jeugdigen en ouders kunnen een aanvraag om een individuele voorziening schriftelijk indienen bij het college.

  • 2. Het college geeft de beschikking binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier.

  • 4. Een voor akkoord ondertekend verslag van het gesprek, en in voorkomend geval een ondertekend ondersteuningsplan dan wel persoonlijk plan, wordt door het college als aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd.

  • 5. Heeft de aanvraag betrekking op een jeugdige:

    • a.

      die jonger is dan 12 jaren, of

    • b.

      die ouder is dan 12 jaren en niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake,

    dan dient de wettelijke vertegenwoordiger het aanvraagformulier te ondertekenen.

  • 6. Heeft de aanvraag betrekking op een jeugdige die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaren heeft bereikt, dan dient zowel de jeugdige als diens wettelijke vertegenwoordiger het aanvraagformulier te ondertekenen, mits de minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Weigert de wettelijk vertegenwoordiger in te stemmen met de aanvraag, dan zal het college de aanvraag toch in behandeling nemen als de jeugdhulp voor de minderjarige kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen, alsmede indien de minderjarige ook na de weigering van de toestemming de jeugdhulp weloverwogen blijft wensen.

  • 7. Heeft de aanvraag betrekking op een jeugdige die de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt, dan is instemming van de wettelijke vertegenwoordigers niet vereist.

HOOFDSTUK 3: Individuele voorziening

Artikel 10. Criteria voor individuele voorziening

  • 1. Het college kent een individuele voorziening toe voor zover in het verslag bedoeld in artikel 8 wordt vastgesteld dat de jeugdige:

    • a.

      op eigen kracht of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn hulpvraag kan vinden;

    • b.

      geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een overige voorziening, of

    • c.

      geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening.

  • 2. Het college kan in het Besluit Jeugdhulp nadere regels stellen ter verdere uitwerking van de algemene criteria genoemd in het eerste lid, of ter bepaling van specifieke criteria voor bepaalde individuele voorzieningen.

Artikel 11. Beschikking

  • 1. In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt en wordt tevens aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.

  • 2. Bij het verstrekken van een individuele voorziening worden in de beschikking tevens vastgelegd:

    • a.

      de met de jeugdige of zijn ouders gemaakte afspraken inclusief het beoogde resultaat;

    • b.

      wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

  • 3. Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval tevens vastgelegd:

    • a.

      dat de bekwaamheid van de aanvrager is getoetst en dat het pgb passend wordt geacht;

    • b.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • c.

      wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend;

    • d.

      hoe de feitelijke betaling ten laste van het te verstrekken pgb plaatsvindt;

    • e.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

Artikel 12. Regels voor pgb

  • 1. Conform artikel 8.1.1 van de wet verstrekt het college alleen een individuele voorziening in de vorm van een pgb:

    • a.

      indien de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college in staat zijn de aan een budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;

    • b.

      de jeugdige en zijn ouder zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening niet wensen geleverd te krijgen, door een door het college voorgestelde aanbieder;

    • c.

      naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot een individuele voorziening behoort en die de jeugdige en zijn ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is;

    • d.

      indien de jeugdige of zijn ouders de kosten van het pgb, die uitstijgen boven de kostprijs van de naar het oordeel van het college adequate individuele voorziening in natura, zelf willen bekostigen.

  • 2. Het tarief voor een pgb:

    • a.

      is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen;

    • c.

      bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate individuele voorziening in natura.

  • 3. De hoogte van het tarief is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 4. Voor een professionele hulpverlener wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 90% van het zorg in natura tarief van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate voorziening in natura.

  • 5. Het college stelt in het Besluit Jeugdhulp nadere regels over de voorwaarden waaraan een zorgverlener dient te voldoen om te worden aangemerkt als een professionele hulpverlener.

  • 6. Het uurtarief voor geboden zorg vanuit het sociaal netwerk bedraagt

    • a.

      € 20,24 per uur voor zorg op het terrein van zelfstandig leven;

    • b.

      € 20,24 per dagdeel voor zorg op het gebied van maatschappelijke deelname;

    • c.

      € 30,36 per etmaal voor kortdurend verblijf.

  • 7. Het college stelt in het besluit Jeugdhulp onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

Hoofstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 13. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorziening en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet

  • 1. Het college informeert de jeugdige en/of ouders in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2. Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.

  • 3. Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken, indien het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 4. Indien het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 5. Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken indien blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 13a. Onderzoek naar recht- en doelmatigheid van individuele voorzieningen en pgb’s

  • 1. Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van een individuele voorziening en pgb’s met het oog op de beoordeling van de recht- en doelmatigheid daarvan.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot deze controle.

Artikel 14. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;

  • c.

    een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • d.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof ziekte, scholing en werkoverleg, en

  • e.

    kosten voor bijscholing van het personeel.

Artikel 15. Vertrouwenspersoon

Het college wijst de jeugdige en zijn ouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan dooreen onafhankelijk vertrouwenspersoon.

Artikel 16. Klachtregeling

Het college behandelt klachten van jeugdigen of ouders, die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van hulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig de bepalingen van de Regeling interne klachtenprocedure gemeente Borne.

Artikel 17. Inspraak en medezeggenschap

  • 1.

    Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de Inspraakverordening gemeente Borne 2005.

  • 2.

    Het college stelt de Adviesraad Sociaal Domein vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij de Adviesraad Sociaal Domein van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 19. Nadere regels

Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening kan het college in het Besluit Jeugdhulp nadere regels stellen.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2. De Verordening Jeugdhulp gemeente Borne 2015 wordt met ingang van 1 januari 2018 ingetrokken.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Borne 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2017.
De voorzitter,
De griffier,

Toelichting verordening Jeugdhulp Borne 2015

Toelichting