Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne houdende regels omtrent regeling kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie

Geldend van 16-11-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne houdende regels omtrent regeling kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie

1. Inleiding

De mogelijkheid tot vaststelling van een regeling kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie (SMI) is vastgelegd in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp). Het is bedoeld om gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag tegemoet te komen in de kosten van kinderopvang. Ouders met (tijdelijke) sociale, psychische of medische problemen kunnen aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming voor de opvang van hun kinderen. De regeling helpt kwetsbare ouders door ze tijd en ruimte te geven om bijvoorbeeld te revalideren. Tegelijkertijd werkt de regeling preventief doordat een potentieel kwetsbare groep kinderen in beeld gebracht wordt. De gemeente kan zelf haar regels over SMI vaststellen.

2. Doelgroep

Kinderopvang op basis van SMI is bedoeld voor mensen die op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen geen recht hebben op (mede)financiering van hun kinderopvang, maar toch kinderopvang nodig hebben om medische en/of sociale redenen.

Zowel ouder als kind kunnen in aanmerking komen voor een SMI, hoewel het probleem meestal gelegen is bij de ouder. Het kan echter ook zijn dat het kind een sociaal/medisch probleem heeft waardoor kinderopvang noodzakelijk is in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind.

3. Criteria

Ouders(s) kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van SMI wanneer:

  • a)

    ouder(s) geen vergoeding voor kinderopvang kunnen krijgen op basis van de Wkkp en geen aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening;

  • b)

    er sprake is van medische en/of sociale problematiek bij ouder en/of kind.

  • c)

    het gezin in de gemeente Borne woont en het kind staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP);

4. Indicatie

Een indicatie kan op basis van sociale en/of medische problematiek toegekend worden door de jeugdconsulent van de gemeente Borne.

4.1 Sociale indicaties

Bij kinderopvang op sociale indicatie valt te denken aan, maar is niet gelimiteerd tot, de volgende problemen:

  • Verslavingsproblematiek

  • Borderline

  • Laag opleidingsniveau

  • Wajong-uitkering

  • Gezinnen met een jeugdbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling, gezinsvoogd)

  • Verstandelijke beperking van de ouder(s) (begeleiding, begeleid wonen)

  • Psychische problemen

  • Opvoedingsproblemen die bij het kind gelegen zijn

4.2 Medische indicaties:

Kinderopvang op medische indicatie wordt enkel toegekend na overlegging van een medische verklaring van een onafhankelijke specialist/hulpverlener.

5. Aanvraag en indicatiestelling

Aanvragen van inwoners van de gemeente Borne kunnen binnenkomen bij zowel de gemeente Borne als bij de gemeente Hengelo via de inwoners zelf, hulpverleners, het Sociaal Team Borne of kinderopvanginstellingen. Indien een melding binnenkomt bij het Meldpunt Kinderopvang van de gemeente Hengelo wordt deze doorgezet naar de jeugdconsulenten van de gemeente Borne ter beoordeling. Gedegen onderzoek vindt plaats om nut, noodzaak en intensiteit helder te krijgen.

Ouders zijn verplicht een aanvraagformulier in te vullen, waardoor zij zich meer bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid en van mogelijke alternatieven. Tevens moet de onafhankelijke hulpverlener een hulpverlenersformulier invullen en een (medische) verklaring opstellen. Uit deze stukken moet in ieder geval blijken:

  • a)

    wat de redenen voor de noodzaak van kinderopvang zijn;

  • b)

    wat de maximale geldigheidsduur van de indicatie zou moeten zijn;

  • c)

    wat de omvang, duur en type van de kinderopvang is die noodzakelijk wordt geacht;

  • d)

    of er een voorliggende voorziening aanwezig is, op medisch gebied c.q. wat betreft kinderopvang in zijn algemeenheid (reguliere peuteropvang);

  • e)

    of er informatie voorhanden is van eventuele betrokken instanties en/of instellingen.

Verder moet in de verklaring staan wat er aan de huidige situatie/het probleem wordt gedaan om deze zo snel mogelijk te verbeteren. Tenslotte moet er bij een sociaal medische indicatie voor het kind een toestemmingsverklaring getekend worden waarmee de jeugdconsulent gegevens over het kind mag opvragen bij het consultatiebureau van de GGD.

Op basis van de verstrekte stukken beoordeelt de jeugdconsulent van de gemeente Borne of er mogelijk sprake is van een SMI aan de hand van de volgende maatstaven:

  • 1)

    beide ouders zijn niet of slechts gedeeltelijk in staat om de kinderopvang te verzorgen;

  • 2)

    uit de verstrekte gegevens blijkt dat er sprake is van sociaal-medische problematiek, bij (een van de) ouder(s) of bij het (de) kind(eren).

Tijdig voor aflopen van de indicatie neemt de jeugdconsulent van de gemeente Borne contact op met de klant. Na heronderzoek kan de indicatie eventueel verlengd worden als daar aanleiding toe is.

6. Toekenningsmogelijkheden

Alvorens kinderopvang op SMI-basis toe te kennen wordt eerst gekeken of er een andere voorziening voorhanden is die een adequate oplossing kan bieden, zoals informele opvang in bijvoorbeeld de familiekring. Verder kan gekeken worden naar alternatieve opvangmogelijkheden. Zodra dit in de nieuwe regeling betreffende peuterplaatsen is vastgelegd, is de mogelijkheid van het gebruik maken van reguliere peuteropvang bij de groep van 2,5 tot 4 jaar een voorliggende voorziening op kinderopvang op basis van SMI.

Er wordt ingestoken op het gezinssysteem en het belang voor de ontwikkeling van het kind (waaronder ook opvoedingsondersteuning). Het belang van het kind staat echter voorop en een goede startsituatie op de basisschool is belangrijk bij de beoordeling of een sociale/medische indicatie wordt afgegeven.

7. Maximaal aantal dagdelen per leeftijdsfase

De gemeente Borne hanteert de volgende SMI-regeling:

  • a)

    Kinderen van 0 tot 2,5 jaar

    Een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang voor maximaal 4 dagdelen.

    Het maximaal aantal dagdelen is een gemiddelde gebaseerd op basis van ervaringen uit het verleden. Dit blijkt voldoende en toereikend te zijn.

  • b)

    Kinderen van 2,5 tot 4 jaar

    Kinderen van 2,5 tot 4 jaar kunnen 2 dagdelen per week naar de reguliere peuteropvang (voorliggend).

    In sommige SMI-situaties is deze opvang echter onvoldoende, bijvoorbeeld als ouders verstandelijk beperkt zijn of een intensieve therapie moeten volgen. De gemeente Borne biedt deze ouders de mogelijkheid om voor hun kinderen van 2,5 tot 4 jaar 2 extra dagdelen peuteropvang aan te vragen als daar behoefte aan is. Voor deze kosten worden SMI-middelen ingezet.

  • c)

    Kinderen van 4 tot 12 jaar

    Een tegemoetkoming in de kosten van buitenschoolse opvang is er in principe niet.

    Er wordt van uit gegaan dat de schooluren van de kinderen vanaf 4 jaar, inclusief overblijfmogelijkheden, voldoende ruimte bieden om rust te creëren en om therapie vanwege psychische/fysieke klachten te volgen.

8. Financiële tegemoetkoming en eigen bijdrage ouder(s)

Bij de toekenning van een vergoeding in de kosten van kinderopvang op basis van een sociaal/medische indicatie wordt er gekeken of en in hoeverre de ouder(s) een bijdrage kunnen leveren in de kosten. Voor de bepaling van de hoogte van deze bijdrage wordt de bijzondere bijstand berekening gehanteerd.

9. Hardheidsclausule

Ouders kunnen onder meer een beroep doen op toepassing van de hardheidsclausule als er sprake is van crisisachtige situaties zoals een plotselinge opname van een ouder in het (psychiatrisch) ziekenhuis, het overlijden van een ouder of bij huiselijk geweld, waarbij tijdens de onderzoeksperiode het kind tijdelijk in een veilige omgeving geplaatst moet worden.

Ook kan er afgeweken worden van het maximale aantal dagdelen, indien dit in een bepaalde situatie niet voldoende of niet toereikend blijkt te zijn.

Ondertekening

Borne, 17 oktober 2017

het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

G.J. Rozendom

de burgemeester,

mr. drs. R.G. Welten