Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels Schulphulpverlening gemeente Borsele

Geldend van 01-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Borsele 2013

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Borsele;

Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

“Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Borsele”

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • b.

    inwoner: de ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • d.

    verzoeker: de persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

  • e.

    c risissituatie : er is sprake van een crisissituatie als ten gevolge van schulden een huisuitzetting en/of afsluiting van gas en elektra en/of afsluiting van water en/of beëindiging van de (basis)zorgverzekering dreigt te ontstaan.

  • f.

    De kredietbank: de Kredietbank West-Brabant.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Borsele van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      psycho-sociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening

 

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

a.  het nakomen van afspraken;

b.  geen nieuwe schulden aangaan;

c.  het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

 

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

 

Artikel 6. Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • c.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • d.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die  voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • e.

    de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • f.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de  schuldenaar, niet (langer) passend is;

  • g.

    indien de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht.

 

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

1. Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

2. Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend -

◦ een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is

beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

◦ ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd;

◦ schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d of e -

kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2013 en wordt aangehaald als “Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Borsele 2013”.

Vastgesteld in de vergadering van 5 november 2013,

burgemeester en wethouders van Borsele,

de secretaris, de burgemeester,

Algemene toelichting

Aan uw raad wordt het beleidsplan Schuldhulpverlening Borsele ter vaststelling aangeboden. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening.

Onderhavige regeling is gebaseerd het beleidsplan te weten: het opstellen van regels met betrekking tot toelating en recidive en het stellen van voorwaarden.

Achterliggende gedachte is dat Borsele behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. Het is dus van belang om beleidsregels vast te leggen met betrekking tot toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp.

 

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Borsele van 18 jaar en ouder. Hieronder vallen ook zelfstandig ondernemers zonder personeel.

Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd door de gemeente

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is bepaald dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.

Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Lid 2:

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

a. zwaarte en/of omvang van de schulden;

b. psycho-sociale situatie;

c. houding en gedrag van de aanvrager (motivatie);

d. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

 

Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

 

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 6. Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast.

Van de 7 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan Schuldhulpverlening Borsele. Daar waar Borsele wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels.

Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de beschikking.

 

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.

Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden.

◦ Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de Gemeente Borsele die kent.

◦ Een traject schuldregeling is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wsnp.

 

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten op dat gebied vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig op grond van artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft echter het bepaalde in artikel 7.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding + citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.