Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 (inclusief 1e wijziging tarieventabel)

Geldend van 08-06-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 (Legesverordening Boxmeer 2016, inclusief 1e wijziging tarieventabel)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    'maand': het tijdvak dat loopt van nº dag in een kalendermaand tot en met de (nº-1) dag in de volgende kalendermaand;

  • 4.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de nº dag in een kalenderjaar tot en met de (nº-1) dag in het volgende kalenderjaar;

  • 5.

    ‘kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • 1.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • 2.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of dehandelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijkeintrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van eenomgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 3.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in uitoefening van hun functie;

  • 4.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • 5.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de onderdelen 1.15.5.1c, 1.15.5.7, 1.15.5.11, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 3.1.3, 3.2.1, 3.2.2 en 3.4, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of sociaal belang behartigende instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bijdeze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van eenprojectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwetbedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordeningverschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover hetprojectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeldin artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabelgenoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekendeschriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel,nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel doortoezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldigebekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten deleges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gesteldetermijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bijdeze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleendovereenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomenbepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordtde teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als eenvermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedtbinnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervanin het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of laterewijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekkingtot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Legesverordening Boxmeer 2015' van 11 december 2014, laatstelijk gewijzigdbij B&W-besluit van 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de inartikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dienverstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor diedatum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in heteerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periodeplaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die vanbekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Boxmeer 2016'.

Ondertekening

(Vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 2015)

Legesverordening Boxmeer 2016.pdf

Tarieventabel leges 2016, 1e wijziging