Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels Nadeelcompensatie bij het verleggen van kabels en leidingen gemeente Boxmeer

Geldend van 05-09-2019 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregels Nadeelcompensatie bij het verleggen van kabels en leidingen gemeente Boxmeer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer,

gelet op Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna ‘Awb’), jo artikel 15 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Boxmeer ( hierna ‘AVOI’) en gelet op de artikelen 3:4 en 4:81 van de Awb;

overwegende:

  • dat de gemeente openbare ruimte beschikbaar stelt voor de aanleg van kabels en leidingen,

  • dat in sommige situaties ten behoeve van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente kabels en leidingen verlegd moeten worden of andere maatregelen genomen moeten worden,

  • dat de beheerder van de kabels en leidingen (hierna ‘netbeheerder’) onder voorwaarden recht heeft op schadevergoeding,

  • dat Titel 4.5 Awb (artikelen 4:126 tot en met 4:131; bij vaststelling van deze Beleidsregels nog in werking te treden) kaders geeft voor schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen;

  • dat het wettelijk kader via interpreterende beleidsregels geconcretiseerd kan worden met de lokale invulling van hetgeen verstaan wordt onder de schade die uitgaat boven het normale maatschappelijk risico en welke vergoedingsnormen gehanteerd worden;

  • dat de gemeente het aldus wenselijk acht langs publiekrechtelijke weg ter nadere uitwerking van de wetgeving dergelijke beleidsregels vast te stellen voor de wijze van uitvoering van het aanvragen en toekennen van nadeelcompensatie in deze situaties;

  • waarbij beoogd wordt een zo uniform mogelijke basis te verkrijgen voor de netbeheerders;

besluit vast te stellen: Beleidsregels Nadeelcompensatie bij het verleggen van kabels en leidingen gemeente Boxmeer.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1.

    De begripsbepalingen van Artikel 1 van de AVOI zijn op deze Beleidsregels van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Onder ‘schade’ wordt in deze Beleidsregels verstaan: het nadeel dat een netbeheerder lijdt als gevolg van te nemen maatregelen voor kabels of leidingen, waaronder het verplaatsen, op verzoek van het college, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang.

Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op aanvragen van netbeheerders om een vergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor schade van de netbeheerder door het verleggen van kabels of leidingen, of het anderszins nemen van maatregelen, op verzoek van het college in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van (infrastructurele) werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang en het daartoe wijzigen of intrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 4 AVOI, voor de betreffende kabels of leidingen.

  • 2.

    Deze regeling is op kabels of leidingen in de ruimte op of in openbare gronden als bedoeld in artikel 1, onderdeel r, van de AVOI slechts van toepassing voor zover deze kabels of leidingen niet het eigendom zijn van de gemeente.

  • 3.

    Deze regeling is niet van toepassing op

    • a.

      kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet,

    • b.

      kabels en leidingen voor zover deze onderdeel zijn van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer,

    • c.

      het verleggen van een kabel of leiding die niet in de openbare ruimte ligt en onder de werking van artikel 40 van de Onteigeningswet valt.

Hoofdstuk ll Nadeelcompensatie

Artikel 3 Nadeelcompensatie en schade algemeen

  • 1.

    Indien een netbeheerder schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn aanvraag een vergoeding toe.

  • 2.

    Voor de vaststelling van de schade wordt uitgegaan van de daadwerkelijk geleden schade. Deze wordt bepaald op basis van werkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk II van deze beleidsregels en de bijbehorende Bijlagen. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit en in bedrijf stellen, ontwerp en begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken. Deze kostensoorten worden gespecificeerd in Bijlage 1.

  • 4.

    Overige kosten dan die uit Bijlage 1 of artikel 4:129 Awb zullen slechts bij te motiveren uitzondering in ogenschouw worden genomen.

Artikel 4 Normaal maatschappelijk risico en hoogte nadeelcompensatie

  • 1.

    Indien een netbeheerder binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van een vergunning als bedoeld in artikel 4 van de AVOI, maatregelen moet nemen op aanwijzing van de gemeente, waaronder het verleggen van een kabel of leiding in openbare grond, vanwege de intrekking of de wijziging van de vergunning, bedraagt de nadeelcompensatie in beginsel 100% van het schadebedrag.

  • 2.

    Indien een netbeheerder een aanwijzing krijgt tot het verleggen, of het anderszins nemen van maatregelen, van een kabel of leiding, welke ligt in openbare grond met een gemeentelijke vergunning, in de periode gelegen vanaf het zesde jaar tot en met het vijftiende jaar, gerekend vanaf de inwerkingtreding van de vergunning, bedraagt de nadeelcompensatie 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0 % vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs), volgens het schema in Bijlage 3.

  • 3.

    De nadeelcompensatie bedraagt, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid, 100% van het schadebedrag, indien en voor zover de kabel of leiding van de netbeheerder ligt met vergunning van een andere partij dan de gemeente en niet in de openbare ruimte en

  • a. de kabel of leiding van de netbeheerder is gelegen in, op of boven de grond die hem in eigendom toebehoort, of

  • b. de kabel of leiding ligt op basis van een zakelijk recht of

  • c. op de kabel of leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.

  • 4.

    Rusten op de niet in de openbare ruimte gelegen kabel of leiding van de netbeheerder geen van de rechten als bedoeld in het derde lid, dan is het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de in Bijlage 1 bedoelde kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De in Bijlage 1 bedoelde materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden in dat geval niet vergoed.

  • 5.

    Indien een netbeheerder een aanwijzing krijgt tot het verleggen, of anderszins nemen van maatregelen, van een leiding na vijftien jaar, gerekend vanaf de inwerkingtreding van de vergunning, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

  • 6.

    De nadeelcompensatie, bedoeld in de leden 1 tot en met 4, wordt slechts vergoed, voor zover het college tot vergoeding daarvan op grond van artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht gehouden is.

  • 7.

    Indien de netbeheerder gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing en er binnen vijf jaar na verzending van de aanwijzing geen begin is gemaakt met de werkzaamheden waarvoor de aanwijzing is gegeven, heeft de netbeheerder recht op volledige vergoeding van alle door hem in redelijkheid gemaakte kosten.

Artikel 5 Algemene bepalingen bij de vaststelling van de vergoeding

  • 1.

    Indien vanwege het gemeentelijk werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen of verleggingen van dezelfde leiding, dan is op de eerste en de tweede verlegging deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente. Van meerdere (tijdelijke) maatregelen of verleggingen is sprake bij meerdere verleggingen op dezelfde locatie van dezelfde kabel of leiding binnen een periode van 5 jaar.

  • 2.

    Geen nadeelcompensatie wordt toegekend bij risicoaanvaarding door de netbeheerder, waarvan in ieder geval sprake is als in de vergunning vermeld is, dat binnen een benoemde periode na inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van de vergunning, met als gevolg te nemen maatregelen of verlegging, is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte, en zulks daadwerkelijk plaatsvindt.

  • 3.

    In het geval van een verzoek van het college tot het nemen van maatregelen door de netbeheerder, waaronder het verplaatsen van kabels of leidingen, verstrekt de netbeheerder tevens een raming van de kosten in de vorm van een offerte, welke geldt als voorcalculatie.

  • 4.

    De hoogte van de nadeelcompensatie wordt vastgesteld op basis van een door het college nader te bepalen vaste prijs indien het verzochte bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan €2.000,--. In alle andere gevallen wordt de hoogte van de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie.

  • 5.

    Als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen kabel of leiding niet conform de vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen compensatie toe te kennen.

Hoofdstuk lll Bepalingen over schadeveroorzakende voornemens

Artikel 6 Aanvraag voor vaststelling nadeelcompensatie

  • 1.

    De netbeheerder dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van drie jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen, èn de werkzaamheden ten gevolge van het nemen van maatregelen afgerond zijn, bij het college schriftelijk een bevoegd ondertekende aanvraag in om vaststelling van nadeelcompensatie.

  • 2.

    Bij de aanvraag wordt voor de kostenspecificatie gebruik gemaakt worden van het formulier, opgenomen in Bijlage 2.

  • 3.

    De netbeheerder dient bij de aanvraag aan te tonen op welke datum vergunning is verleend voor het aanleggen van de leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd. Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uit gegaan dat de betreffende kabel of leiding langer dan vijftien jaar aanwezig is.

  • 4.

    De aanvraag bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 en artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht, tenminste:

    • a.

      een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag conform het model als weergegeven in Bijlage 2;

    • b.

      de hoogte van de nadeelcompensatie waarop de netbeheerder aanspraak maakt;

    • c.

      facturen van de kosten van uitvoering;

    • d.

      het rekeningnummer van de netbeheerder ten behoeve van de betaling.

  • 5.

    Bij indiening van een aanvraag kan de netbeheerder het college verzoeken om een voorschot te verstrekken op de vast te stellen nadeelcompensatie, met als richtlijn een voorschot van maximaal 80% van het geraamde bedrag aan nadeelcompensatie, en waarbij het college de hoogte van het voorschot bepaalt.

  • 6.

    Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de netbeheerder inzicht in de verdeling van de gezamenlijke kosten.

Artikel 7 Algemene bepalingen bij de vaststelling van de nadeelcompensatie

  • 1.

    Het college neemt binnen een redelijke termijn na indiening van de aanvraag, welke termijn normaliter geacht wordt te zijn verstreken na acht weken, een besluit.

  • 2.

    Indien een besluit niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit schriftelijk aan de netbeheerder mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 8 Betaling nadeelcompensatie

  • 1.

    Indien de nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs, bedoeld in artikel 5, derde lid, dient de netbeheerder na het gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie. Uitbetaling vindt plaats binnen 45 dagen nadat de factuur is ontvangen door het college.

  • 2.

    Indien de nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient de netbeheerder na vaststelling van de hoogte van de nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie. Uitbetaling vindt plaats binnen 45 dagen nadat de factuur is ontvangen door het college.

  • 3.

    Indien de belanghebbende een verzoek om een voorschot heeft ingediend als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, en het college kent dit toe, wordt dit voorschot uitbetaald op de tussen partijen overeen te komen datum.

  • 4.

    Eventueel verstrekte voorschotten worden verrekend met de toegekende nadeelcompensatie.

  • 5.

    Indien de aanvraag voor nadeelcompensatie wordt afgewezen worden eventueel verstrekte voorschotten door het college teruggevorderd.

  • 6.

    Het aanpassen van de leiding wordt geacht gereed te zijn op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond.

Hoofdstuk IV Slot- en overige bepalingen

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels Nadeelcompensatie bij het verleggen van kabels en leidingen gemeente Boxmeer.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer in hun vergadering van 25 juni 2019.

De loco-secretaris

A.J.M. Reintjes

De burgemeester

K.W.T. van Soest

Bijlagen

Bijlage 1: Kostensoorten, als bedoeld in artikel 3

Bij het vaststellen van de omvang van de schade als gevolg van het nemen van maatregelen waaronder het verleggen van een kabel of leiding worden de volgende uitgangspunten en berekeningsmethoden gehanteerd.

Verleggingen worden gerealiseerd op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

Schade betreft de kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt om de verlegging uit te voeren. De hoogte van de kosten van een verlegging wordt gecorrigeerd indien zich door de verlegging een kwantificeerbare voordeeltoerekening voordoet.

Uitgangspunt bij de bepaling van de omvang van de schade bij een verlegging zijn de werkelijke verleggingkosten. Deze omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken om de kabel of leiding te verleggen. Concreet gaat het om de volgende kostencomponenten:

  • a.

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • b.

    kosten van het uit en in bedrijf stellen;

  • c.

    uitvoeringskosten;

  • d.

    materiaalkosten.

Bij de berekening tot vaststelling van de hoogte van de kosten voor het verleggen van een leiding worden de componenten vermogensschade en inkomensschade niet als uitgangspunt genomen.

Ad a. kosten van ontwerp en begeleiding

Onder de kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • a.

    overleg en correspondentie;

  • b.

    directievoering en toezicht houden;

  • c.

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • d.

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • e.

    juridisch vrij maken van tracé;

  • f.

    kosten ten behoeve van het aanbesteden van het werk.

Voor de kosten van ontwerp en begeleiding hanteert het college redelijkerwijs een vast percentage van de totale kosten voor uitvoering, materiaal en in- en buiten bedrijf stellen:

  • tot en met € 20.000,-- 20%

  • boven € 20.000,-- 15%

Ad b. kosten van uit en in bedrijfstellen

Onder de kosten van het uit en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • a.

    kosten van het spannings— of productloos maken van de leiding;

  • b.

    kosten van het weer in bedrijf stellen van de leiding;

  • c.

    kosten samenhangend met tijdelijke maatregelen of voorzieningen van operationele aard, rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijf stellen.

Ad c. uitvoeringskosten

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • a.

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • b.

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten leidingen;

  • c.

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • d.

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;

  • e.

    kosten van benodigde vergunningen en leges.

Ad d. materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Bijlage 2:Kostenspecificatie (als bedoeld in artike l 6)

afbeelding binnen de regeling

Opmerkingen bij deze tabel:

  • Indien werkzaamheden voor meerdere leidingen van netbeheerders worden verricht, moet worden aangegeven welke verdeelsleutel voor de verdeling van kosten naar kostensoorten per leiding wordt gehanteerd.

  • Ingeval sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient de belanghebbende (netbeheerder) zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen leidingbeheerders en het totaal geraamde bedrag dient te worden bijgevoegd bij de kostenraming).

  • Indien de gemeente op verzoek van belanghebbende werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing, waarvan de kosten voor rekening van belanghebbende zijn (bijv. mechanisch grondonderzoek), dan dienen deze kosten zichtbaar te zijn verwerkt in deze raming / begroting.

Bijlage 3: Schadevergoedingsregime (als bedoeld in artikel 4)

afbeelding binnen de regeling