organisatiebesluit brandweerzorg en rampenbestrijding Boxmeer 2006

Geldend van 01-09-2006 t/m heden

Intitulé

organisatiebesluit brandweerzorg en rampenbestrijding Boxmeer 2006

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer, verder te noemen: het college, gelet op artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985 artikel 2 van de Wet rampen en zware ongevallen en de Gemeentewet,

overwegende dat:

• alle inwoners in de gemeente recht hebben op een gelijkwaardig en verantwoord zorgniveau voor wat betreft brandweer en rampenbestrijding;• het college de zorg heeft voor:a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

• het college belast is met de voorbereiding van de rampenbestrijding in de gemeente, voor zover niet bij of krachtens de wet anders is bepaald;

• de uitvoering van werkzaamheden voor wat betreft het bestrijden van zware ongevallen en rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

• het college andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kan aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

• de Brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

• de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

• de Wet milieubeheer onder meer door de brandveiligheid te bevorderen beoogt het milieu te beschermen

• het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid, hulpverlening en rampenbestrijding voor de gehele veiligheidsketen in onderlinge samenhang te treffen;

besluit vast te stellen het volgende :

Organisatiebesluit brandweerzorg en rampenbestrijding Boxmeer 2006. 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Basiszorgniveau: het zorgniveau dat uitgangspunt vormt voor de gemeentelijke taakuitvoering op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing;

Basiszorgtaken: de minimum repressieve taken van de brandweer gericht op de eerste inzet bij brand, het verlenen van technische hulp en het uitvoeren van reddingen c.q. verkenningen bij ongevallen met gevaarlijke stoffen die in overeenstemming zijn met de plaatselijk aanwezige risico’s, het dekkingsplan, de normen uit de Handleiding Brandweerzorg en het Regionaal organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding;

Specialistische taken: de repressieve taken, die in aanvulling op de basiszorgtaken, in overeenstemming met de lokale mogelijkheden, op basis van geografische spreiding en de normen van de Handleiding brandweerzorg ter uitvoering aan het brandweerkorps van de gemeente zijn toegewezen;

Coördinerende en facilitaireregionale taken: de in overeenstemming met de normen van de Handleiding Brandweerzorg begrepen regionale taken ter ondersteuning van de gemeentelijke brandweerkorpsen;

Gemeentelijke brandweer: het gemeentelijk organisatieonderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Brandweerwet 1985 dat belast is met de uitvoering van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding en voorts met de crisisbeheersing;

Regionale Brandweer: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 eerste lid Wet gemeenschappelijke regelingen juncto artikel 3, tweede lid van de Brandweerwet 1985 dat met de in de gemeenschappelijke regeling vastgelegde taken op het gebied van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding is belast;

Regionaal beheersplan: het door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord tenminste één maal per vier jaren in overeenstemming met het regionaal college vast te stellen beheersplan als bedoeld in artikel 5 van de Wet rampen en zware ongevallen;

Regionaal organisatieplan: het vierjaarlijks door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord vast te stellen organisatieplan als bedoeld in Rampenbestrijding artikel 4a van de Brandweerwet 1985;

Regionaal college: het regionale college van de Politie Brabant-Noord;

Veiligheidsregio: een gebied waarin wordt samengewerkt door verschillende besturen en diensten op het terrein de brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en de handhaving van openbare orde en veiligheid.

Regionaal multidisciplinairactiviteitenprogrammarampenbestrijding: het jaarlijks door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord in overeenstemming met het regionaal college vast te stellen activiteitenprogramma waarin concrete activiteiten ter uitvoering van het regionaal beheersplan rampenbestrijding worden geprogrammeerd;

Regionaal meerjarenoefenbeleidsplan het vierjaarlijks door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord in overeenstemming met het regionaal college oefenbeleidsplan ter uitvoering van multidisciplinaire oefeninspanningen in het kader van de rampenbestrijding van gemeenten, brandweer, geneeskundige hulpverlening en politie in Brabant-Noord vast te stellen oefenbeleidsplan;

Bestuurlijke rapportagerampenbestrijding de jaarlijkse door het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord na overleg met het regionaal college met betrekking tot de uitvoering van het regionaal beheersplan rampenbestrijding uit te brengen rapportage als bedoeld in artikel 10d van de Wet rampen en zware ongevallen;

Veiligheidsketen: het samenhangend geheel van de schakels pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg voor wat betreft brandweerzorg en rampenbestrijding;

Bijstand: aanvullend potentieel van buiten de eigen brandweer als bedoeld in paragraaf 2 van de Brandweerwet 1985, aangevraagd door het bevoegd gezag, bestaande uit basiszorg- , specialistische en andere eenheden van brandweerkorpsen van andere gemeenten en andere regionale brandweren;

Operationele leiding: de bevoegdheid tot het geven van bindende aanwijzingen aan commandanten van de bij de bestrijding van branden, zware ongevallen en rampen samenwerkende diensten, zonder daarbij te treden in de bevoegdheden van de commandanten van die diensten aangaande de wijze van uitvoering van de aan hen opgedragen taken;

Dekkingsplan: het in overeenstemming met de plaatselijk aanwezige risico’s, de geografische omstandigheden en de normen van de Handleiding Brandweerzorg door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord in samenwerking met de gemeentebesturen vierjaarlijks vast te stellen plan met betrekking tot de verdeling van de verzorgingsgebieden over de brandweerkorpsen van de in de Veiligheidsregio Brabant-Noord deelnemende gemeenten en de spreiding van de repressieve brandweereenheden;

Rampenbestrijding: het bestrijden van rampen en zware ongevallen als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Het college beschikt over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken van de gemeentelijke brandweer

  • 1 De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 4 aan de regionale brandweer overgedragen taken uit:a. de feitelijke uitvoering van basiszorgtaken verbonden aan de schakels van de veiligheidsketen pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg;b. de door het algemeen bestuur van de regionale brandweer toegewezen specialistische taken en de uitvoering van door het algemeen bestuur van de regionale brandweer toegewezen coördinerende en facilitaire regionale taken;c. andere dan de onder a genoemde taken en werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mensen, dieren en het milieu, te weten:1º het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;2º het verrichten van wacht- en bewakingsdiensten bij evenementen;3º het geven van voorlichting aan burgers en instellingen.

  • 2 Onder pro-actie wordt verstaan, de schakel van de veiligheidsketen gericht op het wegnemen van structurele oorzaken van fysieke onveiligheid en het voorkomen van het ontstaan daarvan.

  • 3 Onder preventie wordt verstaan, de schakel van de veiligheidsketen gericht op het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het voorkomen en beperken van rampen en zware ongevallen, het voorkomen en beperken van ongevallen bij rampen en zware ongevallen, de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, de uitvoering van de Brandbeveiligingsverordening.

  • 4 Onder preparatie wordt verstaan, de schakel van de veiligheidsketen gericht op het voorzien in voorbereidende maatregelen opdat de bestrijding van branden, ongevallen en rampen veilig, doelmatig en effectief kan plaatsvinden.

  • 5 Onder repressie wordt verstaan, de schakel van de veiligheidsketen gericht op het daadwerkelijk beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand waaronder het beperken en bestrijden van schade aan het milieu, de uitvoering van werkzaamheden voor wat betreft het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.

  • 6 Onder nazorg wordt verstaan, de schakel van de veiligheidsketen gericht op het bemiddelen bij en waar mogelijk bijdragen aan schadebeperking en bereddering van slachtoffers van branden en ongevallen waarbij de brandweer een taak heeft, het verlenen van psychotraumatische opvang aan brandweermedewerkers en de evaluatie van operationele inzetten van de brandweer, het bijdragen aan de hervatting van het maatschappelijk leven, het coördineren van de psychotraumatische opvang van de slachtoffers en de gezamenlijk ingezette hulpverleners en de beleidsmatige en operationele evaluatie van de bestrijding van zware ongevallen en rampen.

Artikel 4 Aan de regionale brandweer en andere gemeentelijke brandweren opgedragen taken

  • 1 1. Naast de in artikel 3, tweede lid van de Brandweerwet 1985 genoemde taken zijn aan de regionale brandweer de volgende taken van de gemeentelijke brandweer opgedragen:1º de alarmering, het verzorgen van het verbindingsverkeer en de ondersteuning met operationele informatie tijdens operationele inzetten van de gemeentelijke brandweer;2º de door het college, gehoord de gemeenteraad, op basis van een daartoe met de regionale brandweer te sluiten dienstverleningsovereenkomst aan dit openbaar lichaam op te dragen taken.

Artikel 5 Gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding

  • 1 De raad stelt vierjaarlijks op voorstel van college het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vast waarin voor de gemeente met inachtneming van het regionaal organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding voor de komende vier jaren het nagestreefde basiszorgniveau wordt beschreven en voorts de wijze waarop de gemeente haar taken op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding zelf, in samenwerking met andere gemeenten of in regionaal verband uitvoert en de organisatie daarvan.

  • 2 Het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding omvat in ieder geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die voor de uitvoering van deze taken naar het oordeel van college benodigd zijn en voorts de organieke omvang, samenstelling en spreiding over het gemeentelijk grondgebied van het personeel, het materieel en de uitrusting van de gemeentelijke brandweer.

  • 3 Alvorens het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding ter vaststelling aan de raad voor te leggen, wint het college advies in bij het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 4 Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio toetst het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding op de afspraken die in het regionaal organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding zijn vastgelegd en voorts op relevante wetgeving en hierop gebaseerde uitvoeringsregelingen.

  • 5 Het college stelt jaarlijks voor 1 maart een rapportage vast over de uitvoering van het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding, over andere door het dagelijks bestuur van de regionale brandweer aangegeven onderwerpen en over de feitelijke omvang, samenstelling en spreiding over de verschillende uitrukposten van het personeel, het materieel en de uitrusting van de gemeentelijke brandweer en leggen deze ter kennisname voor aan de raad.

  • 6 Het college zendt de rapportage als bedoeld in het vorige lid aan het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio.

Artikel 6 Gemeentelijk activiteitenschema en jaarrapportage rampenbestrijding

  • 1 Het college stelt jaarlijks ter uitvoering van het regionaal beheersplan rampenbestrijding en in afstemming met het regionaal multidisciplinair activiteitenprogramma rampenbestrijding en het regionaal meerjaren multidisciplinair oefenbeleidsplan jaarlijks het gemeentelijke activiteitenschema rampenbestrijding vast waarin binnen de door de raad vastgestelde kaders de toewijzing van menskracht en middelen en de rampenbestrijdingsopleidingen en oefeningen op bestuurlijk en op uitvoerend niveau zijn geregeld.

  • 2 Het college stelt jaarlijks voor 1 maart van het volgende jaar de jaarrapportage rampenbestrijding vast waarin zij verantwoording afleggen over de uitvoering van het gemeentelijk activiteitenschema rampenbestrijding en de feitelijke sterkte van de gemeentelijke onderdelen van de rampenbestrijdingsorganisatie per 31 december van het jaar waarop de rapportage betrekking heeft.

  • 3 Het college legt de jaarrapportage rampenbestrijding ter kennisname voor aan de raad en als gemeentelijke bijdrage aan de regionale bestuurlijke rapportage rampenbestrijding voorts aan het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio.

Artikel 7 Personeel gemeentelijke brandweer en rampenbestrijdingsorganisatie

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de omvang en samenstelling van het personeel van de gemeentelijke brandweer toereikend is om de aan de gemeentelijke brandweer opgedragen taken en werkzaamheden op de in het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vastgestelde niveau te kunnen uitvoeren.

  • 2 Het college draagt er zorg voor dat de omvang, samenstelling, competenties en beschikbaarheid van het gemeentelijk personeel dat met de uitvoering van gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingstaken is belast toereikend zijn om de opgedragen taken en werkzaamheden in het kader van de rampenbestrijding op de in het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vastgestelde niveau te kunnen uitvoeren.

Artikel 8 Opleiding en oefening

  • 1 Het college draagt met inachtneming van het regionaal meerjaren multidisci¬plinair oefenbeleidsplan zorg voor de opleiding en oefening van het gemeentelijk brandweer¬personeel, die voor de uitoefening van de taken als bedoeld in artikel 3 en in overeenstemming met het in het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vastgestelde basiszorgniveau noodzakelijk zijn.

  • 2 Het college draagt met inachtneming van het regionaal meerjaren multidisciplinair oefenbeleidsplan zorg voor de opleiding en oefening van gemeentelijk personeel dat met de uitvoering van gemeentelijke rampenbestrijdingstaken is belast.

Artikel 9 Commandant brandweer

  • 1 De werkzaamheden ter uitvoering van de taakstelling, bedoeld in artikel 3, worden opgedragen aan de commandant van de gemeentebrandweer, die hiervoor verantwoording verschuldigd is aan het college.

  • 2 De commandant van de gemeentelijke brandweer is met de dagelijkse leiding over de gemeentelijke brandweer belast.

  • 3 De commandant van de gemeentelijke brandweer is adviseur van het college en de burgemeester met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het beleid betreffende de zorg voor brandweer en rampenbestrijding.

  • 4 De commandant van de gemeentelijke brandweer legt verantwoording af aan de burgemeester en het college van over de beleidsvoorbereiding en uitvoering van de aan de gemeentelijke brandweer opgedragen taken en werkzaamheden.

Artikel 10 Materieel en uitrusting

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de omvang en samenstelling van het materieel en de huisvesting van de gemeentelijke brandweer toereikend is om de aan de gemeentelijke brandweer opgedragen taken en werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3, op het in het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vastgestelde niveau te kunnen uitvoeren.

  • 2 Het college bepaalt, in overeenstemming met het dekkingsplan en ter uitvoering van het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding, de plaats(en) en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de gemeentelijke brandweer zijn ondergebracht en het gemeentelijk brandweerpersoneel gehuisvest is.

Artikel 11 Bluswatervoorziening

Het college draagt er zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen, de controle, het onderhoud en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding gewaarborgd is.

Artikel 12 Citeertitel en in werking treden

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als:“Organisatiebesluit brandweerzorg en rampenbestrijding Boxmeer 2006.”

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2006.

  • 3 Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de “Verordening Brandweerveiligheid en hulpverlening Gemeente Boxmeer 2001”, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 juni 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 25 juli 2006.