Regeling vervallen per 01-01-2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Geldend van 18-06-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel.

  • 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2. Persoonsgebonden budget

Paragraaf 1. Controle en verantwoording PGB

Artikel 2.1 Verantwoording en controle

  • 1. Iedere cliënt legt verantwoording af over (de besteding van) het persoonsgebonden budget.

  • 2. De cliënt hoeft van het persoonsgebonden budget 1,5% per jaar niet te verantwoorden, met een minimum van € 250,- en een maximum van € 1250,- per jaar.

  • 3. Het niet te verantwoorden budget is bedoeld voor (kleine) administratieve kosten en ook de kosten voor arbeidsbemiddeling van een bemiddelingspartij (met een Per Saldo Keurmerk) vallen hieronder.

  • 4. De controle van de verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college kan steekproefgewijs plaatsvinden na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

Paragraaf 2. Voeren van een gestructureerd huishouden

Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1. Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op basis van een indicatie voor ‘Hulp bij het huishouden’.

  • 2. De omvang van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld in uren per week.

  • 3. Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor ‘Hulp bij het huishouden’ bedraagt maximaal:

    • a.

      100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT);

    • b.

      85% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt;

    • c.

      50% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt, met een maximum van €7,90 per uur.

Paragraaf 3. Het hebben van structuur in het persoonlijke leven en voeren van regie daarover, het hebben van dagstructuur en het ontlasten van mantelzorgers

Artikel 2.3 Persoonsgebonden budget begeleiding individueel

Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal:

  • a.

    100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT);

  • b.

    85% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt;

  • c.

    50% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt, met een maximum van € 20,- per uur.

Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget begeleiding groep

Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep bedraagt maximaal:

  • a.

    100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT);

  • b.

    85% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt;

  • c.

    50% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt, met een maximum van € 22,50 per dagdeel.

Artikel 2.5 Persoonlijke verzorging

Het persoonsgebonden budget voor persoonlijke verzorging bedraagt maximaal:

  • a.

    100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT);

  • b.

    85% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt;

  • c.

    50% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt, met een maximum van € 15,00 per uur.

Artikel 2.6 Persoonsgebonden budget kortdurend verblijf

Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal:

  • a.

    100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT);

  • b.

    85% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt;

  • c.

    50% van het onder a genoemde tarief indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt, met een maximum van € 30,- per etmaal voor kortdurend verblijf.

Paragraaf 4. Wonen in een geschikt huis

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget woonvoorzieningen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 3.203.

  • 3. Het persoonsgebonden budget voor het bezoekbaar maken van een woonruimte bedraagt maximaal € 2.840,--.

Paragraaf 5. Verplaatsen in en om de woning

Artikel 2.8 Persoonsgebonden budget rolstoelen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor een aanpassing van een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

Paragraaf 6. Lokaal verplaatsen per vervoersmiddel

Artikel 2.9 Persoonsgebonden budget vervoersvoorziening

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor de vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. In afwijking van lid 1 bedraagt het persoonsgebonden budget bedraagt:

    • a.

      voor gebruik van een taxi maximaal € 1.021 per jaar;

    • b.

      voor gebruik van een rolstoeltaxi maximaal € 1.533 per jaar.

Paragraaf 7. Onderhouden van sociale contacten

Artikel 2.10 Sportvoorziening

Een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.800,- welk bedrag bedoeld is als vergoeding in aanschaf, onderhoud en reparatie van de sportvoorziening voor een periode van drie jaar.

Paragraaf 8. Beschermd wonen

Artikel 2.11 Beschermd wonen

Het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen bedraagt maximaal 100% van het in bijlage 1 genoemde pgb-tarief.

Hoofdstuk 3. Bijdrage in de kosten

Artikel 3.1 Kostprijs

  • 1. De kostprijs bij verstrekking in natura is:

    • a.

      € 14,00 per uur voor begeleiding individueel;

    • b.

      € 14,00 per dagdeel voor begeleiding groep;

    • c.

      € 14,00 per uur voor persoonlijke verzorging;

    • d.

      € 14,00 per etmaal voor kortdurend verblijf.

  • 2. De kostprijs voor de niet in lid 1 genoemde voorzieningen is gelijk aan de prijs waarvoor de gemeente de voorziening in natura betrekt van een leverancier/aanbieder, inclusief eventuele reparatie- en onderhoudskosten.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 4.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015”.

Bijlage 1. Bruto PGB tarieven Wmo diensten in 2015

Onderstaande tabel vermeldt de maximale bruto PGB uurtarieven die de gemeente in 2015 verstrekt voor de in de tabel genoemde diensten.

Het budget wordt vastgesteld door de uurtarieven te vermenigvuldigen met het aantal geïndiceerde uren per week en omgerekend naar een jaarbudget.

A. Begeleiding Individueel

bij inschakeling zorgorganisatie

bij inschakeling andere zorg instantie of zzp'er

bij inschakeling sociaal netwerk

Per uur

100% uurtarief PGB

85% uurtarief PGB

50% uurtarief PGB

1

€ 40

€ 34

€ 20

B. Begeleiding Groep

bij inschakeling zorgorganisatie

bij inschakeling andere zorg instantie of zzp'er

bij inschakeling sociaal netwerk

Per Dagdeel

100% tarief dagdeel PGB

85% tarief dagdeel PGB

50% tarief dagdeel PGB

1

€ 45

€ 38,25

€ 22,50

C. Persoonlijke Verzorging

bij inschakeling zorgorganisatie

bij inschakeling andere zorg

instantie of zzp'er

bij inschakeling sociaal netwerk

Per uur

100% uurtarief PGB

85% uurtarief PGB

50% uurtarief PGB

1

€ 30

€ 25,50

€ 15

D. Huishoudelijke Hulp

bij inschakeling zorgorganisatie

bij inschakeling andere zorg instantie of zzp'er

bij inschakeling sociaal netwerk

Per uur

100% tarief dagdeel PGB

85% tarief dagdeel PGB

50% tarief dagdeel PGB

1

€ 15,80

€ 13,43

€ 7,90

E. Kortdurend Verblijf

Maximum PGB per etmaal bij inschakeling zorgorganisatie (maximaal 3 etmalen per week)

Maximum pgb-per etmaal bij inschakeling andere zorgorganisatie of zzp’er (inschrijving KvK vereist) (maximaal 3 etmalen per week)

Pgb per etmaal bij inschakeling sociaal netwerk (inclusief zorgverlener zonder inschrijving KvK), met maximum € 30,- per etmaal (maximaal 3 etmalen per week)

€ 101,-

€ 85,85

€ 30,00

F. Beschermd wonen/specialistisch verblijf

Indien van toepassing, een specialistisch maatwerktarief op basis van maximaal AWBZ PGB tarieven ZZP 2014.