Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrechten 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrechten 2020

De raad van de gemeente Boxtel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2019;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrechten 2020

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "rioolaansluitrechten" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd.

Artikel 3 Tarieven

3.1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in de openbare weg tot stand brengen en aansluiten van een afvoerleiding voor water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering bedraagt:

3.1.1.

indien het een aansluiting op een gescheiden rioolstelsel (afzonderlijke regenwaterafvoer en afzonderlijke vuilwatertafvoer) betreft

€ 1.384,00

3.1.2.

indien het een aansluiting op een gecombineerd rioolstelsel betreft

€ 973,00

3.2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in de openbare weg tot stand brengen en aansluiten van een afvoerleiding voor water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering is, indien het een aansluiting op drukriolering betreft, verschuldigd het bedrag dat voorafgaand¬ aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld aan de hand van een begroting die ter zake van gemeentewege is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Het bedrag als bedoeld in de eerste volzin is minimaal

€ 5.623,00

3.3.

Indien de wegverharding bij een rioolaansluiting als bedoeld onder 3.1. bestaat uit een asfalt constructie en het asfalt moet worden gebroken voor het maken van de aansluiting, worden de onder 3.1. genoemde tarieven verhoogd met

€ 370,00

3.4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag het in de openbare weg tot stand brengen en tijdelijk aansluiten van een afvoerleiding voor water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering wordt overeenkomstig het gestelde onder 3.1., 3,2., en 3.3. bepaald, waarbij recht bestaat op restitutie van 50% van het in rekening gebrachte tarief indien na controle is gebleken dat de tijdelijke aansluiting op een correcte wijze is verwijderd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als tijdelijke aansluiting aangemerkt een aansluiting voor de duur van één jaar, welke termijn, op verzoek, door het college van burgemeester en wethouders telkens met één jaar verlengd kan worden.

3.5.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het maken van een bijzondere aansluiting op het gemeenteriool is verschuldigd het bedrag dat voorafgaand¬ aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld aan de hand van een begroting die ter zake van gemeentewege is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.6.

Of een aansluiting een bijzondere aansluiting is, afwijkend van een normale, wordt naar omstandigheden door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld.

3.7.

Indien voor het maken van een aansluiting bronbemaling moet worden toegepast, wordt het overeenkomstig 3.1. t/m 3.5. berekende bedrag verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld aan de hand van een begroting die ter zake van gemeentewege is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.8.

Indien de gevraagde aansluiting niet wordt gerealiseerd dan wel indien de gevraagde aansluiting niet door de gemeente wordt gerealiseerd, wordt het overeenkomstig 3.1. t/m 3.7. berekende bedrag verminderd tot

€ 260,00

Artikel 4 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, aanslag of andere schriftuur.

Artikel 5 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 wordt toegezonden, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening rioolaansluitrechten 2019’ van 11 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolaansluitrechten 2020’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 10 december 2019.

De gemeenteraad van Boxtel,

de griffier,

mw. I.H.M. Smits

de voorzitter,

R.S. van Meygaarden

Toelichting wijzigingen

Toelichting wijzigingen, behorende bij de Verordening rioolaansluitrechten 2020.

De verordening is aangepast conform de wijzigingen die onlangs in de modelverordening van de VNG zijn aangebracht. De (belangrijkste) wijzigingen worden hierna toegelicht.

Het artikel is geschrapt waarin is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolaansluitrechten. Dit is conform de huidige modelverordening waarin de betreffende bepaling ook is geschrapt. De aanduiding 'nadere regels' heeft een andere kwalificatie (delegatie) dan met de bepaling beoogd werd. Bij invoering van de Derde tranche Algemene wet bestuursrecht is een aantal regelgevende bevoegdheden van de raad overgegaan op het college. De VNG heeft toen de bepaling over het geven van nadere regels door het college in de modelverordeningen gemeentelijke belastingen opgenomen. Dit is gebeurd om duidelijk te maken dat er naast de belastingverordening nog andere regels over de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen (kunnen) gelden. Het ging daarbij niet om de gedelegeerde bevoegdheid om nadere regels te stellen, maar om bevoegdheden die het college ook zonder deze bepaling heeft. Gelet op de kwalificatie van 'nadere regels' en het gegeven dat er ook nog uitvoerings- en beleidsregels over de heffing en de invordering bestaan, is de bepaling over het geven van nadere regels door het college, opgenomen in artikel 7, geschrapt. In verband hiermee is artikel 8 vernummerd in 7.

Behoort bij raadsbesluit van 10 december 2019.

Mij bekend,

de griffier,

mw. I.H.M. Smits