Verordening alleenrecht uitvoering jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar

Geldend van 14-05-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening alleenrecht uitvoering jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar

De raad van de gemeente Breda;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    De Verordening alleenrecht uitvoering jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bao: Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten, Stb. 2005, 408, laatstelijk gewijzigd bij besluit d.d. 10 februari 2010, Stb. 2010, 67;

  • b.

    cliënten: ingezetenen van Breda in de leeftijdscategorie 0-4 jaar en hun ouders/verzorgers;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Breda;

  • d.

    gemeente: de gemeente Breda;

  • e.

    jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar: dienstverlening aan cliënten, bestaande uit het uitvoeren van het op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) en het Besluit Publieke Gezondheid vastgestelde Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg

  • f.

    WHO: World Health Organisation

  • g.

    Risicovolle situaties: situatie waarbij de ouders (zonder ondersteuning) onvoldoende de zorg voor hun kinderen kunnen waarmaken en/of waarvan verwacht mag worden dat ze deze zorg in de nabije toekomst niet waar zullen kunnen maken, bijvoorbeeld wegens psychosociale problematiek (zoals verslaving, verstandelijke beperking, psychiatrische stoornis, huiselijk geweld, criminaliteit).

Artikel 2 Aanwijzing

1.Het college kan een partij aanwijzen die belast is met de uitvoering van

jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar binnen de gemeente.

2.De in het vorige lid bedoelde partij dient een instelling te zijn die is gekwalificeerd als een

aanbestedende dienst in de zin van artikel 1, aanhef en onder r, van het Bao.

Artikel 3 Werkzaamheden jeugdgezondheidszorg

  • 1. De in artikel 1 onder e bedoelde jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar omvat in ieder geval:

    • a.

      het op systematische en wetenschappelijk gefundeerde wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de (gezondheids)toestand van jeugdigen in de leeftijd van 0-4 jaar, waarbij vanuit de WHO- definitie van Gezondheid (geestelijk, lichamelijk en sociaal welbevinden) integraal wordt gekeken naar de ontwikkeling van de jeugdige in relatie tot zijn omgeving;

    • b.

      het ramen van de behoeften aan zorg, waarbij wordt onderzocht of het kind opgroeit in een risicovolle situatie en in welke mate de ouders/verzorgers en het kind worden belast.

    • c.

      de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van het perinatale onderzoek op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroïdie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS);

    • d.

      het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma;

    • e.

      het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding, met hierbij extra aandacht en zorg voor kinderen die opgroeien in risicovolle situaties;

    • f.

      het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Hierbij worden omgevingsfactoren die de gezondheid van een kind kunnen bedreigen onderzocht.

    • g.

      bij de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg dient gebruik te worden gemaakt van digitale gegevensopslag;

    • h.

      het anticiperen op nieuwe wetgeving.

  • 2. Het college kan bij de aanwijzing op grond van artikel 2 overige onder jeugdgezondheidszorg vallende werkzaamheden vaststellen.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan de krachtens deze verordening verleende aanwijzing wordt een geldigheidsduur van maximaal zeven jaar verbonden.

  • 2. Aan een krachtens deze verordening verleende aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar.

  • 3. De houder van een verleende aanwijzing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Karakter van de aanwijzing

De verleende aanwijzing is niet overdraagbaar, tenzij bij of krachtens die aanwijzing anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de aanwijzing

De verleende aanwijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    de houder niet meer voldoet aan de eis ingevolge artikel 2 lid 2;

  • b.

    op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten dan wel een wetswijziging, opgetreden na het verlenen van de aanwijzing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de uit te voeren diensten in het kader van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar;

  • c.

    aan de aanwijzing verbonden voorschriften sn/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    van de aanwijzing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • e.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een partij en in het belang van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8 Niet-voorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet en welke tevens betrekking hebben op de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar, beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt 3 dagen na bekendmaking in werking.

Artikel 10 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als:" Verordening uitvoering alleenrecht jgz 0-4 jaar".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 16 december 2010.
, de voorzitter
, de griffier