Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting prinsenbeek

Geldend van 31-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting prinsenbeek

De raad van de gemeente Breda;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder;

  • 1.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • 2.

    Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken;

  • 3.

    WOZ-waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ toegekende waarde;

  • 4.

    Vestiging: de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 Wet WOZ die, of een deel daarvan dat door één organisatie, instelling of bedrijf anders dan voor woondoeleinden wordt gebruikt;

  • 5.

    Jaar: kalenderjaar;

  • 6.

    Maand; kalendermaand.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting Prinsenbeek’ (hierna: de reclamebelasting) wordt, binnen het door het college aangewezen gebied in Prinsenbeek, zoals vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart en adressenlijst (bijlagen 1 en 2), een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is van de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van gebruikers van de vestiging van wie dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    openbare aankondigingen die korter dan 13 weken aanwezig zijn;

  • b.

    openbare aankondigingen aangebracht door publiekrechtelijke rechtspersonen in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • c.

    openbare aankondigingen die uitsluitend dienen ten behoeve van algemene bewegwijzering en / of ten behoeve de regulering van het verkeer over openbare land- of waterwegen;

  • d.

    openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon worden gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende of onroerende zaken;

  • e.

    openbare aankondigingen die zijn aangebracht door tussenkomst van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken;

  • f.

    openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden dan wel een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • g.

    openbare aankondigingen aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • h.

    openbare aankondigingen die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven per vestiging waar een openbare aankondiging is geplaatst of waar een openbare aankondiging is aangebracht.

  • 2. Indien de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, bedraagt de heffingsmaatstaf een vast bedrag, vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de WOZ-waarde die geldt voor het belastingtijdvak.

  • 3. In afwijking van het tweede lid, bedraagt de heffingsmaatstaf, indien de vestiging deel uitmaakt van één onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 Wet WOZ, een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van het deel van de vastgestelde WOZ-waarde die geldt voor het belastingtijdvak en dat aan de vestiging is toegerekend.

  • 4. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van de delen van de vestiging die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 5. Indien met betrekking tot een vestiging geen WOZ-waarde is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt € 300,- per vestiging.

  • 2. Voor zover de WOZ-waarde van de vestiging meer bedraagt dan € 231.000, wordt de in het vorige lid genoemde bedrag vermeerderd met €1,30 per €1.000,- WOZ-waarde.

  • 3. De reclamebelasting bedraagt maximaal € 750.- per vestiging.

  • 4. Indien de WOZ-waarde naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag. 

Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van dat jaar als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van dat jaar als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.

  • 2. Het bedrag betreffende een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting. 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Ve rordening reclamebelasting Prinsenbeek 201 4

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2013.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1 Adressenlijst reclamebelasting Prinsenbeek

Het gebied waarop deze verordening van toepassing is omvat de volgende vestigingen:

  • 1.

    Groenstraat met de oplopende huisnummers: 2, 4, 5, 6,7 a, 8a, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 16a, 16b, 16c, 16d, 17, 21, 23, 25, 27, 31, 31b en 41;

  • 2.

    Beeksestraat met de oplopende huisnummers: 3, 5, 7a, 16, 18, 22, 24, 24a, 29, 30, 32, 42a en 42b;

  • 3.

    Markt met de oplopende huisnummers: 1, 2, 3, 4, 6, 9, 10, 12-14, 13, 14a, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 29, 33, 36, 37, 38, 40, 40, 42 en 44;

  • 4.

    Loopstraat met huisnummer 2;

  • 5.

    Valdijk met de oplopende huisnummers: 2, 3, 22 en 25;

  • 6.

    Kapelstraat met de oplopende huisnummers 1, 2, 8, 9, 10a, 10b, 11, 12, 13, 14a, 15, 21, 22, 33 en 36;

  • 7.

    Schoolstraat met de oplopende huisnummers 9, 11, 13, 15 en 15a;

  • 8.

    Haverdijk met de oplopende huisnummers 39, 41 en 41a.

Bijlage 2 Kaart gebied reclamebelasting Prinsenbeek

bijlage verordening reclamebelasting Prinsenbeek (kaart)  

http://www.breda.nl/system/files/bijlagen_verordening_reclamebelasting_prinsenbeek.docx

Behorende bij raadsbesluit d.d. 19 december 2013,

Voor eensluidend afschrift,

de griffier.