Regeling vervallen per 15-01-2016

Beleidsregel stadionomgevingsverboden Breda 2010

Geldend van 15-01-2016 t/m 14-01-2016

Intitulé

Beleidsregel stadionomgevingsverboden Breda 2010

De burgemeester van Breda,

Gelet op artikel 2.2b.6 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004.

BESLUIT:

Vast te stellen de navolgende ‘Beleidsregel stadionomgevingsverboden Breda 2010’;

1. Juridisch kader

De convenantspartners NAC Breda, de gemeente Breda, de politie Midden en West Brabant, het Openbaar Ministerie en de dienst Geneeskundige Hulpverlening bij ongevallen en Rampen Midden en West-Brabant hebben zich verbonden aan een niet vrijblijvende samenwerking bij de organisatie van betaald voetbalwedstrijden. Deze samenwerking is vastgelegd in het convenant Veilig Voetbal Breda. Hierin is de ketenbenadering uitgangspunt, waarbij alle betrokkenen vanuit hun eigen verantwoordelijkheden en taken een bijdrage leveren aan het behalen van de doelstelling. Het doel van het convenant is te komen tot een zodanig afgestemde aanpak van wedstrijdregelingen dat de betaald voetbalwedstrijden zowel voor bezoekers als voor de omgeving plezierig en veilig verlopen.

De burgemeester is op grond van artikel 172 en 174 van de Gemeentewet eindverantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de gemeente Breda. Op voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders is door de gemeenteraad in de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 in het belang van de handhaving van de openbare orde een afdeling 2b opgenomen. In deze afdeling 2b zijn specifieke regels opgenomen inzake de organisatie van betaald voetbalwedstrijden.

In artikel 2.2b.6 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 (afdeling 2b Voetbal) is de burgemeester de bevoegdheid gegeven om in het belang van de openbare orde een stadionomgevingsverbod op te leggen. Dit verbod dient schriftelijk te worden opgelegd. Artikel 2.2b.6 (stadionomgevingsverbod) luidt als volgt:

De burgemeester kan aan een persoon in het belang van de openbare orde schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de omgeving van het stadion vanaf 4 uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot 4 uur na afloop van de voetvalwedstrijd van de organisator. Het verbod geldt voor een bepaalde periode welke niet langer is dan 2 jaar.

De wijze waarop de burgemeester gebruik maakt van deze bevoegdheid is beschreven in deze beleidsregel.

Een stadionomgevingsverbod (SOV) is een besluit als bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht waartegen voor een belanghebbende bezwaar en beroep open staat.

2. Openbare orde belang

Voetbalwedstrijden worden door veel mensen bezocht. Velen genieten daarbij van een leuk sportevenement. Helaas blijkt steeds weer dat enkele bezoekers wedstrijden aangrijpen om de orde te verstoren door de confrontatie te zoeken met supporters van de bezoekende club en/of de aanwezige politie. Deze personen verpesten het voor de andere bezoekers, plegen geweldsdelicten en brengen grote schade aan in en rondom het stadion. Zowel in en rondom het stadion van NAC Breda als in en rondom de voetbalstadions in andere gemeenten. Ordeverstoringen bij wedstrijden in andere gemeenten leiden tot tegenreacties op de wedstrijddagen in Breda.

De ervaring leert dat de confrontaties tussen supportersgroepen voornamelijk worden aangegaan voorafgaand en na afloop van wedstrijden. Dit mede omdat in het stadion veelal zodanig fysieke maatregelen zijn genomen dat het moeilijk is in het stadion de confrontatie aan te gaan met bezoekende supporters. Daarom zoeken kwaadwillende supporters vooral buiten het stadion voor en na de wedstrijd de confrontatie. Sommigen al dan niet onder invloed van drank en andere (verdovende) middelen. Deze personen blijven rondhangen in de omgeving van het stadion en de route waarlangs de bezoekende supporters aankomen c.q. het stadion verlaten.

Het gedrag van personen die de orde verstoren in en/of rondom een stadion leidt al snel tot spanning rondom de wedstrijd en angst bij het gewone publiek. In deze zeer gespannen sfeer leiden zelfs kleine ordeverstoringen tot tegenreacties van en kopieergedrag door anderen met als gevolg grote(re) ordeverstoringen. Het gaat daarbij om onder andere intimiderend gedrag, bedreigingen, vernielingen (mede om aan materiaal te komen om mee te gooien) en openlijke geweldpleging. Ook worden orderstoringen vaak gepleegd in groepsverband om in anonimiteit te kunnen opereren en zijn er personen die met belediging, provocaties en intimiderend gedrag juist anderen tot ordeverstorend gedrag proberen aan te zetten.

Het kunnen weren van supporters die zich schuldig maken aan openbare ordeverstorend gedrag bij een wedstrijd - om daarmee herhaling van de ordeverstoring bij volgende voetbalwedstrijden te voorkomen - is een nuttig en effectief instrument ter handhaving van de openbare orde. Dit mede in het belang van het veilig laten verlopen van wedstrijden voor de andere bezoekers. Daarbij moet de burgemeester niet afhankelijk zijn van de vraag of de organisator of de strafrechter een stadionverbod oplegt. De burgemeester heeft - in het kader van zijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid - een eigen verantwoordelijkheid. Vanuit deze verantwoordelijkheid kan de burgemeester personen die de orde verstoren rondom voetbalwedstrijden ter voorkoming van herhaling van de ordeverstoringen voor een bepaalde periode weren uit de omgeving van het stadion.

De burgemeester gaat over tot het opleggen van een SOV nadat is vast komen te staan dat de persoon de openbare orde in het stadion of in de omgeving van het stadion heeft verstoord op de dag dat een wedstrijd door de organisator wordt gespeeld. De burgemeester zal in twee situaties overgaan tot het opleggen van een SOV:

  • 1.

    Nadat vast is komen te staan dat de persoon de openbare orde in het stadion of in de omgeving van het stadion heeft verstoord op de dag dat een wedstrijd van de organisator is gespeeld;

  • 2.

    Als aan een persoon een strafrechtelijk en/of privaatrechtelijk stadionverbod is opgelegd voor een gedraging waarbij de openbare orde in of rondom het stadion is verstoord. Het stadionverbod gaat over een verbod om in het stadion te zijn. Een SOV gaat over een verbod om in een beperkt gebiedbuiten het stadion te zijn.

Een SOV kan door de burgemeester dus worden opgelegd wegens een verstoring van de openbare orde, zonder dat dit heeft geleid tot het opleggen van een (privaatrechtelijk dan wel strafrechtelijk) stadionverbod. Maar ook als er al een (privaatrechtelijk of strafrechtelijk) stadionverbod is opgelegd, kan de burgemeester dus in het belang van de openbare orde ook een SOV opleggen. Supporters aan wie een civiel of strafrechtelijk stadionverbod is opgelegd kunnen zich toch rondom het stadion ophouden en deelnemen aan dan wel aanzetten tot ordeverstoringen in de directe omgeving.

In de regel zal het hier gaan om ordeverstorend gedrag door een persoon of personen in of rondom het Rat Verleghstadion aan de Stadionstraat 23 te Breda.

Maar ook ordeverstoringen op wedstrijddagen in of rondom andere voetbalstadions van betaald voetbalorganisaties geven reden om aan de ordeverstoorder een SOV op te leggen voor de omgeving van het Rat Verleghstadion in Breda. Dit zal de burgemeester in ieder geval doen als het een ordeverstorende gedraging betrof waarop een SOV staat voor de duur van 24 maanden.

Een dergelijk verbod beperkt een persoon in diens bewegingsvrijheid. Bij het opleggen van een SOV moet daarom steeds maatwerk worden geleverd.

3. Omgeving waar het verbod van toepassing is

In artikel 2.2b.1 wordt onder omgeving van het stadion in ieder geval verstaan het gebied dat wordt omsloten door:

de parallelweg Lunetstraat (vanaf hoek Spinveld) en de Valveeken voor zover deze parallel loopt met de lunetstraat, de spoorlijn Breda – Breda Prinsenbeek en de Westerparklaan met de daarbij behorende bermen.

In de regel geldt een SOV voor dit gebied.

Een SOV kan door de burgemeester echter ook worden opgelegd voor het gebied dat wordt omsloten door:

de parallelweg Lunetstraat (vanaf hoek Spinveld) en de Valveeken voor zover deze parallel loopt met de Lunetstraat, de spoorlijn Breda – Breda Prinsenbeek, de Gageldonkseweg, het Walpad en de Westerparklaan met de daarbij behorende bermen.

Reden voor het kunnen opleggen van een SOV voor dit grotere gebied is gelegen in het feit dat de aan- en afvoer van bezoekende supporters over bedrijventerrein Steenakker verloopt en supporters die de confrontatie willen aangaan met bezoekende supporters soms deze confrontatie zoeken langs deze (bus)route. Daar waar sprake is van een kans dat een supporter, aan wie een SOV wordt opgelegd, de orde zal gaan verstoren door langs deze (bus)route de confrontatie te zoeken, kan de burgemeester een SOV opleggen voor dit uitgebreidere gebied. Indien de burgemeester een SOV voor dit gebied oplegt, wordt dit gemotiveerd.

Een persoon aan wie door de burgemeester een SOV is opgelegd mag zich, gedurende de termijn waarvoor het verbod is opgelegd, op wedstrijddagen gedurende de tijden waarop het verbod geldt niet binnen het in het opgelegde SOV aangegeven gebied begeven en bevinden.

Indien de persoon aan wie een SOV wordt opgelegd in het gebied waarvoor dit verbod geldt woont of werkt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon aan aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie.

4. Dagen en tijden gedurende welke het verbod geldt

Omdat veel van de ordeverstoringen voor en na thuiswedstrijden plaatsvinden is in artikel 2.2b.6 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 aangegeven op welke dagen en gedurende welke tijden een opgelegd SOV van toepassing is. In dit artikel is aangegeven dat een opgelegd SOV geldt op die dagen dat in het Rat Verleghstadion aan de Stadionstraat 23 (stadion NAC Breda) een wedstrijd van de organisator wordt gespeeld.

Onder organisator wordt in afdeling 2b van de Algemeen Plaatselijke Verordening 2004 verstaan (zie artikel 2.2b.1):

  • 1.

    De betaald voetbalorganisatie NAC Breda, indien het betreft een voetbalwedstrijd waarbij het eerste elftal van de betaald voetbalorganisatie NAC Breda als thuisspelende ploeg betrokken is;

  • 2.

    De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, indien het betreft een voetbalwedstrijd tussen voetbalorganisaties afkomstig van buiten de gemeente Breda, waarbij tenminste één betaald voetbalorganisatie is betrokken, dan wel in geval van wedstrijden tussen vertegenwoordigende elftallen;

  • 3.

    Degene die buiten de gevallen genoemd onder 1 en 2 een voetbalwedstrijd organiseert, waarbij tenminste één betaald voetbal organisatie is betrokken.

Een SOV geldt op alle dagen dat in Breda een wedstrijd wordt gespeeld als hiervoor aangegeven onder a, b en c.

In artikel 2.2b.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening is ook aangegeven dat een SOV geldt van vier uur voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd tot vier uur na het einde van de wedstrijd.

5. Duur van het stadionomgevingsverbod

De duur van een SOV wordt gerelateerd aan de ernst van de gedraging. Ingevolge artikel 2.2b.6 van de Algemeen Plaatselijke Verordening mag een SOV niet langer duren dan twee jaar. In onderstaande feitentabel is per ordeverstorende gedraging de duur van het SOV aangegeven. Hierbij wordt aangetekend dat de duur van een SOV correspondeert met de duur van het stadionverbod zoals neergelegd in de “Richtlijn termijn stadionverbod KNVB 2009-2010’ dan wel – daar waar dit van elkaar afwijkt – de duur van het civiel stadionverbod van NAC. Voor de duidelijkheid is daarom ter vergelijking in de feitentabel - daar waar van toepassing – ook aangegeven hoe lang de duur is van een civiel stadionverbod.

Gedraging

Duur stadionomgevingsverbod (SOV)

Duur civiel stadionverbod conform richtlijn van KNVB

Wet ID in en rond het stadion

-

3 maanden voorwaardelijk

Opgeven van een valse naam

-

3 maanden

Overtreding Algemene Plaatselijke Verordening (openbare orde)

9 maanden

9 maanden

Poging tot brandstichting met geringe gevaarzetting

9 maanden

9 maanden

Niet voldoen aan een bevel of vordering van personen belast handhaven van de orde (politie en stewards)

9 maanden

9 maanden

Valsheid in geschrifte

-

9 maanden

Beledigen en/of kwetsen van personen (official of politie ambtenaar)

-

9 maanden

Diefstal of verduistering

-

9 maanden

Baldadigheid / provocatie

9 maanden

9 maanden

Openbare dronkenschap in of rond het stadion

9 maanden

9 maanden

Overtreding van de Opiumwet

9 maanden

9 maanden

(Geringe) vernieling of beschadiging

9 maanden

9 maanden

Overtreding van de KNVB standaardvoorwaarden niet nader en / of afzonderlijk vermeld in deze richtlijn

-

9 tot 24 maanden

Niet voldoen aan een verplichte combiregeling

-

12 maanden

Poging tot binnendringen van het stadion

-

12 maanden

Schaden van het aanzien en/of het belang van het voetbal

-

12 maanden

Gooien van voorwerpen en / of vloeistoffen

12 maanden

12 tot 24 maanden / (gooien dingen op het veld bij NAC 24 maanden)

Aanbieden / verkopen van toegangskaarten

-

18 maanden

Bezit of verkoop van illegale kaarten

-

18 maanden

Opruiing

18 maanden

18 maanden

Huisvredebreuk / lokaalvredebreuk buiten stadion (stadionterrein en omgeving)

18 maanden

18 maanden

Brandstichting met geringe gevaarzetting

18 maanden

18 maanden

Wederspannigheid

18 maanden

18 maanden

Eenvoudige mishandeling of vechten

18 maanden

18 maanden

Overtreding Wet Wapen en Munitie

18 maanden

18 maanden

Openlijke geweldpleging

18 maanden

18 tot 36 maanden

Bezit en/of voorhanden vuurwerk

-

18 maanden

Afsteken vuurwerk

24 maanden

18 maanden (afsteken vuurwerk bij NAC 24 maanden)

Voorbereidingshandeling (alleen voor feiten waarop volgens richtlijn KNVB 36 maanden staat)

-

Afhankelijk van de omschrijving en/of de gevolgen 18 tot 36 maanden

Belediging groep c.q. verspreiding discriminatoire uitlatingen

24 maanden

24 maanden

(Ernstige) vernieling of beschadiging

24 maanden

24 maanden

Poging tot brandstichting met ernstige gevaarzetting

24 maanden

36 maanden

Poging tot zware mishandeling

24 maanden

36 maanden

Bedreiging (official of politie ambtenaar)

24 maanden

36 maanden

Huisvredebreuk / lokaalvredebreuk in het stadion

-

36 maanden

Binnendringen stadion met geweld

24 maanden

48 maanden

Betreden speelveld (erfvredebreuk)

-

60 maanden (10 maanden bij NAC)

Vernieling met ernstige gevolgen

24 maanden

60 maanden

Bezit en/of voorhanden hebben en/of afsteken van vuurwerkbom

24 maanden

60 maanden

Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge c.q. zware mishandeling

24 maanden

60 maanden

Brandstichting met ernstige gevaarzetting

24 maanden

60 maanden

Poging doodslag

24 maanden

60 maanden

Deelneming aan aanval of een vechtpartij

24 maanden

60 maanden

Mishandeling met de dood ten gevolge

24 maanden

240 maanden / 20 jaar

Doodslag

24 maanden

240 maanden / 20 jaar

Deelneming aan aanval of vechtpartij met de dood ten gevolge

24 maanden

240 maanden / 20 jaar

Bijzondere omstandigheden

Bijzondere omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding geven af te wijken van de in de tabel genoemde duur van het SOV. Indien de burgemeester echter besluit hiervan af te wijken dient dit te worden gemotiveerd in het besluit. Indien de burgemeester dergelijke bijzondere omstandigheden niet aanwezig acht, wordt wat betreft de duur van het SOV, de regeling aangehouden zoals aangegeven in bovenstaande tabel.

6. Werkwijze

A. Rapportage politie

In het geval dat een persoon zich schuldig maakt aan een feit zoals opgenomen in de feitentabel (zie hoofdstuk 5) en aldus op grond van deze beleidsregel in aanmerking komt voor een SOV, dan rapporteert de politie dit zo spoedig mogelijk aan de burgemeester. Daarbij wordt gevoegd het proces-verbaal van de geconstateerde overtreding. In de regel zal dit proces-verbaal al op de wedstrijddag zelf worden opgesteld. Soms – vooral bij groepsgewijze ordeverstoringen - kost het echter enige tijd alvorens de identiteit van een dader kan worden achterhaald aan de hand van bijvoorbeeld camerabeelden.

In het geval dat de bvo NAC aan een persoon een civiel stadionverbod heeft opgelegd voor een ordeverstoring in of rondom het stadion waarbij een SOV kan worden opgelegd geeft de bvo NAC, tegelijkertijd met het opleggen van het stadionverbod, een kennisgeving daarvan aan de politie (aan de Algemeen Commandant Voetbal, Politieteam Breda Noord). Een afschrift van het opgelegde (civiel) stadionverbod wordt daarbij gevoegd. De politie bekijkt of de feiten die ten grondslag liggen aan een opgelegd (civiel) stadionverbod voldoende aannemelijk zijn en aanleiding geven om op grond van deze beleidsregel een SOV op te leggen. Indien dit het geval is rapporteert de politie binnen één week na ontvangst van de kennisgeving van NAC aan de burgemeester. Daarbij wordt gevoegd een afschrift van het opgelegde (civiel of strafrechtelijk) stadionverbod.

B. Uitreiken voornemen

Op basis van de door de politie verstrekte informatie besluit de burgemeester of betrokkene in aanmerking komt voor een SOV. Als de burgemeester voornemens is tot het opleggen van een SOV zal hij dit in de regel binnen één week na ontvangst van het rapport van de politie (met daarbij gevoegd het proces-verbaal of het stadionverbod) aan betrokkene schriftelijk bekend maken.

In het voornemen worden vermeld:

  • De juridische grondslag van de bevoegdheid van de burgemeester en een verwijzing naar deze beleidsregel.

  • Het delict / verstoring openbare orde die aanleiding heeft gegeven tot het voornemen.

  • De voorgenomen duur van het SOV.

  • De tijdstippen gedurende welke en de omgeving waarvoor het verbod geldt.

  • De mogelijkheid binnen vijf werkdagen na dagtekening van het voornemen een zienswijze bekend te maken.

De burgemeester kan zijn adviseurs Openbare Orde en Veiligheid (concernafdeling Kabinet) mandateren om namens hem dit voornemen tot het opleggen van een stadionomgevingsverbod te tekenen (ondertekeningmandaat) nadat met hem (telefonisch) overleg heeft plaatsgevonden. Dit maakt het mogelijk op de dag van de wedstrijd waarop de ordeverstoring zich voordoet het voornemen direct al uit te reiken.

De politie overhandigt dit voornemen tot het opleggen van een SOV van de burgemeester aan betrokkene en laat betrokkene tekenen voor ontvangst.

C.Zienswijze

Betrokkene kan binnen vijf werkdagen na dagtekening van het voornemen zijn zienswijze aan de burgemeester kenbaar maken. Dit kan schriftelijk of mondeling.

Indien betrokkene zijn zienswijze mondeling kenbaar wenst te maken vindt dit gesprek in de regel plaats binnen de gegeven termijn van vijf werkdagen. Bij het zienswijzegesprek zijn in ieder geval aanwezig een medewerker van het Kabinet van de burgemeester en een politiebeambte die tijdens de wedstrijd in functie was. Van het zienswijzegesprek wordt door de gemeente een verslag gemaakt. Indien voorhanden worden videobeelden of foto’s van de ordeverstoring tijdens het gesprek getoond.

D.Opleggen stadionomgevingsverbod

Binnen twee weken na het kenbaar maken van diens zienswijze door betrokkene dan wel het verstrijken van de termijn waarbinnen de zienswijze kenbaar kon worden gemaakt ,beslist de burgemeester of hij een SOV oplegt. Indien een SOV wordt opgelegd gebeurt dit schriftelijk. Hierbij wordt betrokkene gewezen op de mogelijk om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen het besluit. Een afschrift van het besluit van de burgemeester wordt gezonden aan de algemeen commandant voetbal van politie en de officier van justitie.

7.Toezicht en handhaving

De politie houdt toezicht op de naleving van het SOV door personen aan wie dit verbod door de burgemeester is opgelegd. Overtreding van het verbod is strafbaar ingevolge artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (niet voldoen aan een bevel of vordering). Om handhaving van een opgelegd SOV mogelijk te maken zal de politie (indien mogelijk) bij aanhouding van de betrokken persoon een foto maken.

Indien een persoon, aan wie de burgemeester, op basis van artikel 2.2b.6 APV Breda 2004, een SOV heeft opgelegd, dit SOV overtreedt, dan heeft de burgemeester, nu de persoon zich niet aan het verbod wenst te houden, de mogelijkheid gebruik te maken van de nieuwe bevoegdheden in de Wet MBVEO. Deze wet MBVEO biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de burgemeester tot het opleggen van een meldplicht. De wijze waarop de burgemeester gebruik maakt van deze bevoegdheden wordt in aparte beleidsregels vastgelegd.

8.Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel stadionomgevingsverboden Breda 2010’.

9.Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze beleidsregel wordt bekendgemaakt in het Stadsblad en treedt in werking één dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld, Breda 11 november 2010
P.A.C.M. van der Velden,
Burgemeester van Breda