Verordening interne klachtenbehandeling gemeente Bronckhorst

1 De adviseur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders.

2 Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het eerste lid een plaatsvervangend adviseur benoemen

3 De adviseur kan geen deel uitmaken of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester.

4 De adviseur kan op ieder moment ontslag nemen.

5 De aftredende adviseur blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.  

1 Op het ingediende klaagschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2 Het klaagschrift wordt direct in handen van de adviseur gesteld. Aan degene op wiens gedragingen de klacht betrekking heeft, wordt een afschrift van het klaagschrift en de daarbij meegezonden stukken toegezonden.

3 3.De adviseur stelt het bestuursorgaan in de gelegenheid de klacht te behandelen. Het bestuursorgaan stelt de adviseur uiterlijk vier weken na indiening van de klacht schriftelijke in kennis over de wijze van de voorgenomen afhandeling van de klacht.

4 De adviseur kan na kennisneming van de voorgenomen afhandeling van de klacht en na overleg met de klager tot behandeling van en advisering over de klacht besluiten.  

1 Indien niet is voldaan aan de vereisten overeenkomstig het bepaalde in artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het in behandeling nemen van een klacht, kan deze door het bestuursorgaan niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de klager de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen twee weken te herstellen.

2 Van de niet-ontvankelijk verklaring van de klacht worden de klager en de adviseur zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift, schriftelijk in kennis gesteld.

3 Artikel 4, vierde lid is van toepassing.

1 De adviseur kan over een bij hem in onderzoek zijnde klacht aan een bestuursorgaan of aan medewerkers in dienst bij de gemeente verzoeken inlichtingen te verstrekken. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken, verstrekt.

2 De adviseur kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zonodig uitnodigen aan de hoorzitting deel te nemen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf toestemming van burgemeester en wethouders vereist.  

1 De adviseur deelt betrokkenen ten minste twee weken voor een zitting mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld in elkaars aanwezigheid hun standpunt nader toe te lichten.

2 Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling, kan onder opgaaf van redenen bij de adviseur om wijziging van de datum worden verzocht.

3 de beslissing van de adviseur over de datum wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk een week voor de datum van de zitting, aan betrokkenen meegedeeld.

4 De adviseur is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

5 De adviseur kan op verzoek of indien hij dat nodig oordeelt, beslissen om betrokkenen afzonderlijk te horen, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend worden gemaakt waarvan geheimhouding om belangrijke redenen nodig is.

6 Wanneer betrokkenen afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn of haar aanwezigheid.

1 De zitting van de adviseur wordt in het openbaar gehouden.

2 de adviseur kan besluiten de zitting geheel of gedeeltelijk besloten te houden.

3 van een geheel of gedeeltelijk besloten hoorzitting wordt een verslag gemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de adviseur anders beslist.