Watertakenplan Olburgen 2018-2022

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Watertakenplan Olburgen 2018-2022

Over dit plan

Dit watertakenplan (WTPO) is mede opgesteld om te voldoen aan wettelijke planverplichtingen. Het is vastgesteld beleid en mede bepalend voor het water-, riolerings- en zuiveringsbeheer in de komende jaren. Indirect heeft het plan gevolgen voor de inwoners en bedrijven in Bronckhorst, Doesburg en Rheden

Gezamenlijk plan

Reikwijdte

Status

Functies

Projectorganisatie

Gezamenlijk plan

De rioleringen van Bronckhorst, Doesburg en Rheden brengen het afvalwater naar de afvalwaterzuivering Olburgen van Waterschap Rijn en IJssel. De rioolstelsels en rwzi vormen samen één afvalwatersysteem. De drie gemeenten en het waterschap werken samen om hun inspanningen op elkaar af te stemmen, van elkaar te leren en gezamenlijke projecten te ondernemen. Zodoende kunnen zij effectiever en efficiënter werken.

Gemeenten en waterschap hebben een gezamenlijke visie opgesteld en uitgewerkt in dit plan voor de riolering en zuivering: het Watertakenplan Olburgen. Dit plan, afgekort als WTPO, beschrijft het beleid en de planning voor de periode 2018 t/m 2022.

Hiermee hebben Bronckhorst, Doesburg, Rheden en Waterschap Rijn en IJssel samen één beleidsplan voor het afvalwatersysteem. Op onderdelen is het beleid specifiek voor een van de gemeenten of het waterschap. Dit is met een kleur zichtbaar gemaakt. De onderlijnde teksten zijn specifiek voor Bronckhorst en grijs betekent dat de tekst niet in alle vier versies van dit WTPO is opgenomen.

Cursief/onderlijnde teksten zijn toelichtingen op de hoofdtekst.

Reikwijdte

Inhoudelijk

Het WTPO gaat over de drie gemeentelijke watertaken (afvalwater, hemelwater en grondwater), de zuiveringstaak van het waterschap (rwzi) en de raakvlakken met het oppervlaktewater en de ruimtelijke omgeving.

Geografisch

Het plangebied is het grondgebied van de gemeenten Bronckhorst, Doesburg en Rheden, plus de delen van het afvalwatertransportstelsel van Olburgen die net buiten dit grondgebied liggen.

Onder dit laatste valt bijvoorbeeld rioolgemaal Angerlo, dat via Doesburg afvoert naar rwzi Olburgen. Een deel van gemeente Rheden en een klein deel van Bronckhorst voeren water af naar andere rwzi’s en vallen daarmee buiten het afvalwatersysteem Olburgen. Toch zijn ook die gebieden onderdeel van dit WTPO, omdat het plan de gehele rioleringszorg van de gemeenten omvat.

Geldigheid

Het plan geldt voor de periode 2018 tot en met 2022. Dit wordt de planperiode genoemd. Daarnaast geeft het WTPO een doorkijk op lange termijn. De gemeentelijke kostendekkingsplannen geven een doorkijk tot 2100, zodat van keuzes ook de financiële gevolgen op lange termijn meegewogen worden.

Status

De status van het WTPO is vastgesteld beleid van Gemeente Bronckhorst, Gemeente Doesburg, Gemeente Rheden en Waterschap Rijn en IJssel. Daarnaast heeft het voor de gemeenten een wettelijke status, omdat met het WTPO wordt voldaan aan de verplichting om een rioleringsplan vast te stellen (Wm art. 4.22). Naar verwachting verdwijnt of wijzigt deze planverplichting met de komst van de Omgevingswet. Het WTPO bevat bouwstenen voor de nieuwe planvormen, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan met rioleringsprogramma. Voor het waterschap is het WTPO een aanvulling op en lokale uitwerking van het Waterbeheerplan 2016-2021 integraal beheerplan.

Functies

Dit WTPO dient als:

  • document waarmee wordt voldaan aan de wettelijke planverplichting (Wm art. 4.22);

  • document voor besluitvorming over het water-, riolerings- en zuiveringsbeleid en lokale ambities;

  • programma voor de periode 2018 t/m 2022;

  • basis voor de financiële planning vanaf 2019;

  • kader voor de uitvoering van het riolerings- en waterbeheer in de planperiode;

  • informatiebron voor inwoners en bedrijven, waarin is vastgelegd wat de gemeente doet en waarvoor inwoners en bedrijven zelf moeten zorgen;

  • informatiebron voor projectontwikkelaars over lokale eisen zoals hemelwaterberging;

  • bouwsteen voor het toekomstige omgevingsplan.

Projectorganisatie

Water en riolering zijn onderdeel van onze werk- en leefomgeving. Dit plan is dan ook afgestemd op de andere beleidsterreinen voor de werk-/leefomgeving en het beheer van de openbare ruimte. Vele medewerkers van gemeenten en waterschap hebben een bijdrage aan het plan geleverd. Om dit in goede banen te leiden is in groepen gewerkt:

  • een werkgroep van water- en rioleringsmedewerkers zorgde voor de vakinhoudelijke ervaring en afstemming tussen de organisaties en afdelingen;

  • een adviesgroep met beleidsmedewerkers van financiën, RO, wegen en groen zorgde voor inbreng vanuit hun vakdisciplines en een bredere afweging van keuzes;

  • een stuurgroep met de verantwoordelijke portefeuillehouders gaf richting en zorgde voor bestuurlijke afstemming binnen hun organisatie.

De deelnemers van deze groepen zijn vermeld in het colofon. In diverse werkbijeenkomsten en overleggen hebben zij gezamenlijk dit WTPO tot stand gebracht. Broks-Messelaar Consultancy verleende procesmatige en inhoudelijke ondersteuning.

Overlegpartners

Het WTPO is in concept voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners die niet aan de projectorganisatie deelnamen. Dit zijn Waterschap Vallei en Veluwe, Rijkswaterstaat en Provincie Gelderland.

Zuiveringskring Olburgen

Bronckhorst, Doesburg en Rheden beslaan een gebied van 38.374 hectare met 50 kernen, de IJssel, vele beken, grachten, sloten, vijvers en meer dan 1000 km riolering waardoor het water naar de rioolwaterzuivering Olburgen stroomt. De gemeenten en het waterschap zorgen samen voor de riolering, de zuivering en het watersysteem.

Plangebied

Afvalwatersysteem

Riolering

Plangebied

Het beleid en de maatregelen die in dit WTPO staan hebben betrekking op het plangebied. Dit is het gehele grondgebied van de gemeenten Bronckhorst, Doesburg en Rheden, plus het rioolgemaal en de persleiding van Angerlo die afvalwater afvoeren via de riolering van Doesburg.

Het plangebied ligt in het beheersgebied van WRIJ en voor een klein deel (Laag Soeren) in het beheersgebied van Waterschap Vallei en Veluwe.

In het plangebied liggen 50 kernen en buurtschappen. Dieren, Velp en Doesburg zijn de grootste kernen met samen circa 47.000 inwoners. Totaal wonen er ruim 90.000 mensen in het plangebied. Het grootste deel heeft een agrarisch karakter. In het westen ligt de IJssel met uiterwaarden en de hellingen van de Veluwezoom. Het plangebied omvat drie grondwaterbeschermingsgebieden: Ellecom (gemeente Rheden), Dennenwater en ’t Klooster (gemeente Bronckhorst).

Afvalwatersysteem

Riolering en zuivering worden door verschillende organisaties beheerd, maar vormen samen één afvalwatersysteem. Het bestaat uit allerlei rioolstelsels, rioolgemalen, transportleidingen en de zuivering Olburgen.

Afvalwatersysteem versus plangebied

Een deel van kern Velp voert af naar rwzi Nieuwgraaf en valt daarmee buiten het afvalwatersysteem. Toch valt geheel Velp binnen het plangebied en de reikwijdte van dit WTPO, omdat het onderdeel is van de rioleringszorg van Gemeente Rheden. Hetzelfde geldt voor enkele kernen en gebieden in Gemeente Bronckhorst. Halle en het buitengebied van Zelhem noord-oost lozen op rwzi Varsseveld, buitengebied Eldrik loost op rwzi Wehl, buitengebied Vierakker loost op rwzi Zutphen, Varssel, Veldhoek en buitengebied Hengelo Oost lozen op rwzi Ruurlo. Deze kernen en gebieden liggen daarmee buiten het afvalwatersysteem Olburgen, maar vallen wel onder de rioleringszorg van Gemeente Bronckhorst en dit WTPO.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 1 Transportsysteem Olburgen

Totaal telt de zuiveringskring Olburgen 66 bemalingsgebieden en tientallen drukrioleringsgebieden. Hiermee wordt elke dag ongeveer 12.500 m3 afvalwater naar de rwzi afgevoerd. Dat is bij droog weer. Als het regent neemt de afvoer sterk toe, doordat ongeveer 90% van de afvoer afkomstig is van gemengd gerioleerde gebieden. Het rapportdeel voorzieningen bevat beknopte informatie over de rwzi Olburgen.

Riolering

Riolering is vrijwel onzichtbaar, maar is omvangrijk en vertegenwoordigt een groot kapitaal. De vervangingswaarde van de riolen is circa € 300 miljoen. Dat is nog exclusief pompen, gemalen, bassin, meetinstrumenten, elektronische apparatuur en infiltratievoorzieningen. Het spreekt voor zich dat dit kapitaal goed beheerd moet worden.

Overzicht voorzieningen

Zoals voorgeschreven in de Wet milieubeheer bevat dit plan een overzicht van de aanwezige voorzieningen (infrastructuur). De verwachte vervangingsjaren zijn aangegeven in de digitale kostendekkingsplannen en de achterliggende vervangingsplannen, die deels met asset management-methoden zijn opgesteld.

Het merendeel van het bebouwde gebied heeft gemengde riolering. De nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zijn meestal voorzien van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. Kenmerkend voor Olburgen is de omvang van de drukriolering in het buitengebied van Bronckhorst. Deze gemeente heeft meer dan 2000 pompunits, 88 gemalen, IBA’s en 577 km druk-/persleidingen.

Ontwikkelingen

Het stedelijk waterbeheer is volop in ontwikkeling. De klimaatverandering en de roep om doelmatigheid vragen om nieuwe werkwijzen. Alleen normgericht werken volstaat niet meer. Gemeenten en waterschappen werken norm-, effect- en kansgericht, aan een toekomstbestendig (afval)watersysteem, gebruikmakend van nieuwe inzichten en technieken en afgestemd op de stedelijke omgeving.

Doelmatigheid

Klimaatverandering

Integraal omgevingsbeleid

Nieuwe stoffen

Buitengebied

Grondwaterbeschermingsgebieden

Doelmatigheid

In Nederland stijgen de kosten van het rioleringsbeheer, onder andere omdat de komende decennia veel geïnvesteerd moet worden in rioolvervanging en klimaatmaatregelen. Met het bestuursakkoord Water van 2011 is er een opgave om deze kostenstijging te beperken. Het water- en rioleringsbeheer moet doelmatiger, ofwel effectief en efficiënt. De focus ligt niet op het voldoen aan normen, maar op het efficiënt aanpakken van bestaande of dreigende problemen.

Klimaatverandering

De gemiddelde temperatuur in Nederland is sinds 1951 met 1,4 graden gestegen en zal deze eeuw verder toenemen. Het klimaat heeft grote invloed op het water- en rioleringsbeheer. In de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie hebben alle overheden samen de ambitie vastgelegd om Nederland voor 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. In de Nationale klimaatadaptatiestrategie “Aanpassen met ambitie” zijn de gevolgen van de verwachte klimaatverandering in beeld gebracht, en is aangegeven hoe Nederland zich kan aanpassen aan klimaatverandering. En onlangs, op prinsjesdag 2017, is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie 2018 verschenen. Hierin staat onder andere dat uiterlijk in 2019 de kwetsbaarheden geanalyseerd moeten worden in stresstesten.

Het regeerakkoord van oktober 2017 sluit aan bij het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten volgens het deltaplan.

Dat het klimaat verandert staat vast, maar het is nog onzeker hoeveel en hoe groot de effecten op het waterbeheer zullen zijn. Modern waterbeheer betekent omgaan met onzekerheid. In dit WTPO wordt uitgegaan van de KNMI’14 klimaatscenario’s voor Nederland. Bij keuzes over investeringen in riolen gaat het WTPO uit van het extreme scenario 2085 WHupper (zie strategie voor Wateroverlast en klimaat).

Integraal omgevingsbeleid

Water en riolering zijn nodig om de (stedelijke) omgeving goed te laten functioneren. Andersom geldt dat aanpassingen in de stedelijke omgeving nodig zijn om de riolering en het watersysteem goed te laten functioneren. Het klimaatbestendig maken van de riolering kan niet met alleen ondergrondse maatregelen. Kortom water en riolering zijn verweven met de (stedelijke) omgeving. Het is dan ook slimmer om keuzes en ontwerpen af te stemmen op (functies van) de omgeving als geheel. Met de invoering van de Omgevingswet wordt de regelgeving hierop aangepast. Vooruitlopend daarop gaat dit WTPO uit van de integrale benadering van de stedelijke omgeving.

Nieuwe stoffen

Een goed functionerende riolering en zuivering zorgen ervoor dat er niet teveel verontreinigingen in het oppervlaktewater of de grond terecht komen. Tot circa 2010 werd vooral gelet op nutriënten (zuurstofverbruik), metalen en bestrijdingsmiddelen, die de waterkwaliteit bedreigen. Pas recent is er aandacht voor stoffen die in zeer kleine hoeveelheden voorkomen, maar toch schadelijk zijn, zoals medicijnresten. In de afvalwaterketen moet rekening worden gehouden met deze nieuwe stoffen.

Buitengebied

Voor en rond de eeuwwisseling is veel drukriolering aangelegd om de percelen in het buitengebied op de riolering aan te sluiten. Naast de aanleg blijkt ook het beheer en onderhoud relatief duur, waardoor drukriolering in sommige situaties en gebieden niet de meest doelmatige oplossing is. Er is behoefte aan effectiever beheer en/of alternatieve oplossingen. Dit is een leerproces. Het onderzoek drukriolering geeft hiervoor aanknopingspunten en in het WTPO is rekening gehouden met verkennende acties.

De nieuwe inzichten worden ook toegepast bij ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied, zoals nieuwbouw op voorheen agrarische percelen. De nieuwbouw zal niet altijd op de (druk)riolering worden aangesloten. Per situatie wordt bezien wat de meest doelmatige oplossing is.

Grondwaterbeschermingsgebieden

Artikel 3.3.3.8 van de provinciale omgevingsverordening stelt eisen aan afvalwaterriolen in grondwaterbeschermingsgebieden. Dit heeft gevolgen voor het rioleringsbeheer in de drie gebieden Ellecom, Dennenwater en ’t Klooster, waaronder frequente inspecties (≤ 1x/10jr) en snelle actie in geval van lekkage. Gemeente Rheden en Bronckhorst nemen de extra eisen op in hun rioleringsbeheer in deze gebieden. In Doesburg liggen geen grondwaterbeschermingsgebieden.

Visie

Gemeenten en waterschap hebben een gezamenlijke visie op de afvalwaterketen Olburgen. Het is de basis van dit WTPO. Er is gekozen voor duurzame oplossingen om het afvalwatersysteem toekomstbestendig te maken

Speerpunten

Duurzaam én doelmatig

Uitwerking

Speerpunten

De visie op de afvalwaterketen geeft drie (maatschappelijke) opgaven voor de komende decennia. Dit zijn:

  • Klimaatadaptatie;

  • Duurzaamheid en innovatie;

  • Aanvaardbare lokale lasten.

Door de klimaatverandering zijn er meer extreme regenbuien, (te) droge of juist (te) natte periodes en hittestress in stedelijk gebied. De schadelijke gevolgen gaan we beperken. Uitgangspunt hierbij is het zoveel mogelijk scheiden van waterstromen, ofwel het regenwater van de riolering afkoppelen. We willen de afvalwaterketen ook op andere manier verduurzamen, zoals het energieverbruik verminderen en grondstoffen terugwinnen. Mede door de klimaatverandering zullen de kosten van het water- en rioleringsbeheer (in heel Nederland) stijgen. We willen die kostenstijging beperken, ofwel ‘minder meerkosten’. De tarieven van de rioolheffing en zuiveringsheffing moeten aanvaardbaar blijven, hetgeen we mede door samenwerking willen bereiken.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 2 “Trends en ontwikkelingen” uit Visiedocument

Duurzaam én doelmatig

Met de visie op de afvalwaterketen is gekozen voor duurzame oplossingen, zoals het scheiden van vuil en schoonwater en het sluiten van kringlopen (terugwinnen en hergebruiken van water, energie en grondstoffen). De keuze voor duurzaamheid komt terug in de strategie en maatregelen van dit WTPO. Tegelijkertijd ligt er een opgave om dit doelmatig te doen. Daarom wordt altijd gelet op het effect en de kosten van maatregelen.

Uitwerking

De visie is in dit WTPO uitgewerkt tot een concreet plan voor de komende 5 jaar. Dit is te kort om alle voornemens uit de visie te realiseren, maar eind 2022 moeten we een flink eind op weg zijn. De strategie beschrijft hoe we dit willen doen en de ambities geven aan wat eind 2022 gerealiseerd moet zijn. Hierbij is een programma (planning) gemaakt en een berekening van de financiële gevolgen.

afbeelding binnen de regeling

Doelen

In dit rapportdeel staan de algemene doelen voor de afvalwaterketen. Deze doelen zijn niet gebonden aan een planperiode, maar gelden voor de lange termijn. De strategie, ambities en het uitvoeringsprogramma die verderop in het plan staan, zijn allemaal gericht op het realiseren of zekerstellen van de lange termijn doelen.

Werk- en leefomgeving

Volksgezondheid

Dienstverlening

Randvoorwaarden

Werk- en leefomgeving

Water en riolering zijn verweven met onze omgeving. We hebben de openbare ruimte nodig voor een goed, toekomstbestendig stedelijk waterbeheer.

Anderzijds zijn water en riolering nodig om de omgeving goed te laten functioneren. Daar doen we het voor. De afvalwaterketen moet bijdragen aan een goede, schone en prettige werk- en leefomgeving.

Volksgezondheid

Het belangrijkste doel van de afvalwaterzorg is de volksgezondheid. Met de komst van de riolering is de levensverwachting van Nederlanders sterk verhoogd. Dit moet gewaarborgd blijven.

Dienstverlening

Uiteindelijk zijn het de bewoners en bedrijven die baat hebben bij een goede afvalwaterketen. Zij zijn de ‘klanten’ die bediend worden. We leveren een schone en prettige werk-/leefomgeving, afvoer en verwerking van afvalwater, veiligheid en een ‘loket’ voor vragen, meldingen en vergunningen. Andersom gaat de gemeente ook om medewerking en inzet van bewoners vragen, bijvoorbeeld bij het afkoppelen van regenwater.

In het waterbeheerplan van het waterschap zijn de doelen voor de afvalwaterketen in 2016-2021:

  • Een effectieve en efficiënte behandeling van afvalwater voor een bijdrage aan een goede volksgezondheid en een schoon watersysteem.

  • Een effectieve en efficiënte (afval)waterketen door partnerschappen met gemeenten en andere partijen.

  • Het leveren van een bijdrage aan een meer circulaire economie door samen met bedrijven en andere partners te werken aan het terugwinnen van energie en grondstoffen uit afvalwater.

Randvoorwaarden

Het bereiken van bovenstaande doelen mag niet ten kosten van alles gaan. Randvoorwaarden zijn doelmatigheid, beperken van nadelige gevolgen voor het milieu (lokaal en regionaal) en het sluiten van kringlopen van grondstoffen en energie (wereldwijd).

Doelmatigheid

De zorg voor de afvalwaterketen is doelmatig als de doelen worden gerealiseerd tegen minimale kosten. In het stedelijk waterbeheer moet dit worden beschouwd over lange termijn, vanwege de lange levensduur van investeringen. Het doel is:

  • zo laag mogelijke kosten over lange termijn

  • en aanvaardbare lokale lasten op korte termijn.

Beperken nadelige gevolgen voor het milieu (lokaal en regionaal)

De afvalwaterketen mag niet te veel nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Dit betreft met name de bodem, het grondwater en de oppervlaktewateren. Een voorbeeld is verontreiniging van open water door overstortingen vanuit gemengde rioolstelsels. Tot de doelen van de afvalwaterketen behoren:

  • niet overmatig verontreinigen van bodem en oppervlaktewater

  • voorkomen van verdroging.

Sluiten van kringlopen (wereldwijd)

Het waterschap en alle drie gemeenten voeren een duurzaamheidsbeleid met betrekking tot klimaat en grondstoffen. De afvalwaterketen vergt grondstoffen en veroorzaakt CO2-uitstoot, maar biedt ook kansen voor (terug)winning van grondstoffen en energie. Op termijn kunnen we evenveel (terug)winnen als we gebruiken en misschien zelfs meer. Dit behoort tot de lange termijn doelen van de afvalwaterketen:

  • geen netto grondstofverbruik, door hergebruik en terugwinning (circulaire economie)

  • geen netto uitstoot van broeikasgassen (klimaatmitigatie)

Het opwekken van energie en verminderen van het verbruik is geen doel op zich, maar wel een middel om het grondstofverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 3 Lineaire versus circulaire economie

Taakopvatting

Gemeenten en waterschappen hebben wettelijke zorgtaken voor water en riolering. Daarbij is er enige keuzevrijheid en ruimte voor afstemming op de lokale situatie. In dit rapportdeel staat waarvoor de gemeente en het waterschap zorgen en waarvoor bewoners en bedrijven zelf verantwoordelijk zijn.

Stedelijk afvalwater

Bedrijfsafvalwater

Hemelwater

Grondwater

Aanspreekpunt

Stedelijk afvalwater

Binnen de bebouwde kom zorgt de gemeente voor het inzamelen en afvoeren van stedelijk afvalwater vanaf de perceelgrens. In het buitengebied doet de gemeente dit voor zover het doelmatig is. Het waterschap zorgt voor zuivering van het stedelijk afvalwater dat via de gemeentelijke riolering wordt aangevoerd.

Uitzonderingen vanwege doelmatigheid

  • In delen van het buitengebied waar geen riolering ligt, is het niet altijd doelmatig dat de gemeente voor het afvalwater zorgt. In die gevallen is de gemeente ontheven van de zorgplicht en hebben de bewoners of eigenaren een eigen afvalwatervoorziening, zoals een IBA. De IBA’s van bewoners kunnen gehandhaafd blijven. Dit kan veranderen als de gemeente daar riolering of andere afvalwatervoorzieningen aanlegt, maar daar zijn geen plannen voor. Een aantal IBA’s in het buitengebied zijn eigendom van Gemeente Bronckhorst en worden beheerd door het Waterschap Rijn en IJssel.

  • In de toekomst ontstaan wellicht meer (wettelijke) mogelijkheden voor particuliere afvalwatervoorzieningen, bijvoorbeeld op plaatsen waar drukriolering niet (meer) doelmatig is. In dat geval kunnen de gemeente en eigenaren afspraken maken over particuliere afvalwatervoorzieningen, voor zover dit volgens (toekomstige) wetgeving is toegestaan.

Bedrijfsafvalwater

Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor verwerking van het bedrijfsafvalwater. Het waterschap zorgt voor zuivering van het bedrijfsafvalwater dat via de riolering wordt aangevoerd, waarbij er een zuiveringsheffing wordt opgelegd aan de bedrijven die afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het geloosde bedrijfsafvalwater.

Hemelwater

De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van hemelwater, voor zover het niet redelijk is dat bewoners en bedrijven dit zelf doen. Globaal betekent dit dat de gemeente in stedelijk gebied zorgt voor de afvoer van hemelwater van bestaande verhardingen en bouwwerken, vanaf de perceelgrens.

Bij nieuwbouw moeten bewoners of eigenaren zorgen voor een regenwaterberging (en infiltratie) op eigen terrein. Deze berging moet voldoende groot zijn. Bij nieuwbouw zorgt de gemeente alleen voor het teveel aan water dat bij grote buien niet in de berging past (piekafvoer). De overloop van de berging mag niet op de riolering aansluiten maar moet via het maaiveld.

In het buitengebied wordt geen hemelwater ingezameld. Hier moeten bewoners of eigenaren zelf het hemelwater verwerken.

Uit voorgaande alinea blijkt dat de gemeente lang niet in alle gevallen voor het hemelwater zorgt. Wat bewoners en bedrijven zelf moeten doen is afhankelijk van het gebied, bouwjaar, soort perceel en het type rioolstelsel. De details staan bij de informatie voor bewoners en informatie voor bedrijven. Hier is ook aangegeven hoe bewoners het hemelwater moeten aanbieden op de perceelgrens.

Het waterschap zorgt voor zuivering van hemelwater dat, gemengd met vuil water, via de gemeentelijke riolering wordt aangevoerd. Dit gebeurt zolang het voor de gemeente nog niet mogelijk of doelmatig is om het schone hemelwater gescheiden in te zamelen.

Wateroverlast

Bij het afvoeren en verwerken van hemelwater zorgt de gemeente er ook voor dat de kans op wateroverlast klein blijft. Bij streefwaarden wateroverlast staat hoever de gemeente de risico’s wil verminderen.

Grondwater

De gemeente neemt maatregelen tegen grondwateroverlast, als

  • er structurele overlast is door de grondwaterstand,

  • die met maatregelen in openbaar gebied verholpen of verminderd worden

  • en deze maatregelen doelmatig zijn.

De grondwatertaak betekent niet dat de gemeente voor een bepaalde grondwaterstand zorgt. Het gaat om maatregelen tegen overlast door grondwater. En soms kan de overlast niet met doelmatige maatregelen in het openbare gebied mogelijk worden opgelost. Wat precies wordt verstaan onder structureel en doelmatig is beschreven bij de informatie voor bewoners.

Aanspreekpunt

Inwoners en bedrijven kunnen met al hun vragen, aanvragen en meldingen bij de gemeente terecht, uitgezonderd vragen over de diensten van het drinkwaterbedrijf. Gemeenten en waterschap werken samen bij de behandeling van de (aan)vragen. Voor vragen over waterkwaliteit, zuivering, peilbeheer en waterkeringen kunnen bewoners en bedrijven ook direct contact opnemen met het waterschap.

Strategie

De strategie geeft aan hoe de taken en doelen gerealiseerd worden. Gemeenten en waterschap kiezen voor een duurzame aanpak, waarbij de werkwijzen betaalbaar, uitvoerbaar en effectief zijn. Samenwerking is vereist, zowel tussen overheden als met bewoners en bedrijven.

Algemeen

Wateroverlast en klimaat

Afkoppelen

Samenwerken

Communiceren

Kringlopen sluiten

Beheer van de infrastructuur

Stedelijk oppervlaktewater

Algemeen

Zoals vermeld in de visie gaan we de opgaven te lijf met een “integrale en gebiedsgerichte aanpak geborgd in de gemeentelijke omgevingsvisies, actief burgerschap en organisatieontwikkeling”. Dit moet leiden tot een duurzame, klimaatbestendige waterketen en zoveel mogelijk gesloten kringlopen op het gebied van water, energie en grondstoffen.

Om dit te realiseren worden bij het water- en rioleringsbeheer de volgende gidsprincipes gehanteerd:

  • We werken norm-, effect- en kansgericht. Waar nodig voldoen we aan minimum eisen. Bij investeringskeuzes wegen we het effect en de kosten (zie ook Beheer van de infrastructuur). Daarnaast maken we gebruik van kansen om dingen te realiseren die anders (voor lange tijd) niet gerealiseerd kunnen worden.

  • Niet afwentelen

    Indien mogelijk en doelmatig lossen we problemen direct op, zo dicht mogelijk bij de bron. We willen (water)problemen niet afwentelen op benedenstroomse gebied of toekomstige generaties.

  • Voorkomen, scheiden, zuiveren

    We proberen te voorkomen dat vuil water ontstaat en als dat niet haalbaar is houden we het vuil en schoon water gescheiden. Pas in laatste instantie kiezen we voor het zuiveren van gemengd water.

  • Gebruiken, vasthouden, bergen, afvoeren

    Regenwater wordt zoveel mogelijk lokaal (her)gebruikt of in de bodem geïnfiltreerd. Voor zover dat niet haalbaar is wordt het lokaal geborgen en pas in laatste instantie (vertraagd) afgevoerd.

Bij projecten wordt een duurzaamheidsscan gedaan om na te gaan hoe het project op een doelmatige manier kan bijdragen aan de duurzaamheid van het afvalwatersysteem en de (stedelijke) omgeving.

Berging

Conform de principes “ niet afwentelen” en de trits “vasthouden-bergen-afvoeren” moet bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voor waterberging worden gezorgd. Om het watersysteem klimaatbestendig te maken is veel berging nodig. Dit hoeft echter niet helemaal op de woon- en bedrijfspercelen. Ook de riolering, het stedelijk water en retentiegebieden dragen bij aan de berging van water. In de planperiode gaan gemeenten en waterschap samen onderzoeken wat doelmatig is en hoe de berging het best verdeeld kan worden. Dit wordt ook afgestemd op de resultaten van de stresstest van het Deltaplan ruimtelijke adaptatie.

Strategie van het AWT

U kunt meer lezen over de strategie van het afvalwaterteam in de notitie Klimaatstrategie en de notitie Duurzaamheid en innovatie. Hier onderbouwt het AWT de stap van visie naar strategie en aanpak.

Wateroverlast en klimaat

Met de verdergaande klimaatverandering nemen de risico’s op wateroverlast toe. De strategie voor het inperken van de risico’s op middellange termijn bestaat uit de volgende punten:

  • Onderscheid tussen hinder, overlast en schade en duidelijke communicatie hierover met bewoners en bedrijven;

  • Werken aan acceptatie van hinder, beperken van overlast en voorkomen van schade;

  • Risico’s verminderen, onder andere door het afkoppelen van verharde oppervlakken;

  • Gevolgen van ‘water-op-straat’ verminderen door het water bovengronds naar onschadelijke locaties te leiden.

Voor de lange termijn is meer nodig en klimaatverandering heeft meer gevolgen dan alleen wateroverlast. Het is onzeker hoe ver de klimaatverandering doorzet en hoe groot de gevolgen zullen zijn. Om deze onzekerheden te kunnen managen, hanteren we een flexibele en robuuste aanpak. We nemen maatregelen die juist nu uitgevoerd moeten of kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan ingrepen die alleen mogelijk zijn bij de aanleg van een wijk. Maatregelen die ook later mogelijk zijn, nemen we (pas) op het moment dat het nodig is.

Gemeenten en waterschap werken deze aanpak samen uit in een klimaatstrategie. Dit gebeurt mede op basis van dit WTPO en het klimaatbeleid van Rheden en het waterschap (klimaataanpak 2016- 2020).

Deltaplan – versnelling klimaatbeleid

Op Prinsjesdag 2017 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie gelanceerd. Van gemeenten wordt verwacht dat zij hun kwetsbaarheid bij extreem weer in beeld brengen. Uiterlijk in 2020 moeten zij een klimaatbeleid hebben, opdat Nederland in 2050 klimaatbestendig is.

Het is nog onzeker hoe snel de klimaatverandering zal verlopen en groot de gevolgen voor het water- en rioleringsbeheer zullen zijn. In dit WTPO kiezen we ervoor om uit te gaan van het klimaatscenario 2085 WHupper. Deze keuze kan bijgesteld worden als in de toekomst de kennis over de klimaateffecten toeneemt. Ook is het mogelijk dat uitgangspunten worden bijgesteld naar aanleiding van de nationale ‘standaard gebeurtenissen’ die voor de stresstesten worden ontwikkeld.

Scenario 2085 WHupper

Het KNMI heeft klimaatscenario’s opgesteld voor 2050 en 2085. Riolen hebben een lange levensduur en bij aanleg moet rekening worden gehouden met de omstandigheden over 60 à 80 jaar. Daarom wordt gekeken naar de scenario’s per 2085. En omdat de waargenomen klimaatverandering tot op heden aan de bovenkant van de voorspellingen ligt, is gekozen voor het scenario W Hupper. De afkorting W H staat voor warm (+3,5 °C) met hoge waarde voor verandering van het luchtstromingspatroon. “ Upper ” is de bovenkant van de voorspelling voor neerslaghoeveelheden in ‘korte’ buien. De H moet niet worden verward met de regio H van de regimes L, G, H en H+. Olburgen ligt in de regio G (gemiddeld).

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 4 Bandbreedte klimaatscenario’s

Afkoppelen

Afkoppelen draagt bij aan meerdere doelen. Het helpt tegen wateroverlast en verdroging, is energiebesparend, bespaart zuiveringskosten en het schept mogelijkheden voor het lokaal benutten van regenwater. Maar afkoppelen in bestaand gebied vergt substantiële investeringen. De strategie is om afkoppelen te combineren met andere werken. Alle kansen die zich voordoen gebruiken we om regenwater af te koppelen van gemengde riolering, mits dit doelmatig kan. Bij afkoppelprojecten in 2018 t/m 2022 wordt de voorzijde van woningen meegenomen, op kosten van de gemeente. In het hoofdstuk ambities staat een toelichting op de stand van zaken van het afkoppelen.

Samenwerken

We gaan samenwerken omdat dit nodig en voordelig is. Niet alleen onderling, maar ook met andere organisaties, bewoners en bedrijven.

Samenwerken in het waterteam

De zuivering en de riolering van de drie gemeenten vormen samen één afvalwatersysteem, dat we beter kunnen beheren als we samenwerken. Binnen de zuiveringskring Olburgen zullen gemeenten en waterschap hun samenwerking voortzetten en op onderdelen intensiveren. Het afvalwatersysteem raakt het oppervlaktewater (watersysteem) en onze hele fysieke leefomgeving. Het wordt steeds duidelijker dat we integraal moeten denken en van elkaar en met elkaar moeten leren. Voor de klimaatopgaven (wateroverlast, droogte en hitte) hebben we meer integrale oplossingen nodig. We gaan deze uitdagingen samen aan en betrekken daarbij de disciplines die onze fysieke leefomgeving bepalen, zoals water, ruimtelijke ordening, wegen en groen.

Samenwerking tussen organisaties

De gemeenten en het waterschap werken ook samen in regioverband, om kennis op te doen (gezamenlijke onderzoeken) en om effectiever en efficiënter te werken, zoals bij het regionaal meetsysteem. Ook onderzoeksinstellingen, onderwijs en ondernemers komen in aanmerking voor samenwerking, vooral als dat tot innovatie leidt. Samen met de overheid worden deze organisaties de 4 O’s genoemd.

Samen met bewoners en bedrijven

Een speerpunt van dit plan is om intensiever samen te werken met bewoners en bedrijven. Bij projecten die veel invloed hebben op de openbare ruimte, laten we bewoners en/of bedrijven participeren in het ontwerp en informeren we hen over de uitvoering. Zij krijgen ook informatie over de werking en het goed gebruiken van de water- en rioleringsvoorzieningen. Naast dit alles willen we dat bewoners en bedrijven actief bijdragen aan het verduurzamen van het water- en rioleringssysteem. De medewerking en inzet van bewoners is essentieel, omdat een groot deel van het verhard oppervlak op particuliere percelen ligt. Bewoners kunnen helpen door verhardingen van de riolering af te koppelen en hun tuin te vergroenen. Bij afkoppelprojecten in de planperiode 2018-2022 neemt de gemeente ook particuliere verhardingen mee aan de voorzijde van woningen, voor zover dit doelmatig kan. Tot en met 2022 gebeurt dit op kosten van de gemeente.

In de toekomst liggen er mogelijk kansen om bewoners of bedrijven te betrekken bij het verwerken van afvalwater in het buitengebied. In sommige gevallen zijn alternatieven voor drukriolering doelmatiger. Voor zover wetgeving dit toelaat, wil de gemeente experimenteren met particuliere voorzieningen, als dat doelmatiger is dan de gemeentelijke drukriolering.

Bewonersinitiatief

Ook bewoners kunnen initiatief nemen om de regenwateropvang te verbeteren of voorzieningen te beheren. Bronckhorst hanteert het motto “ Uit de kracht van de samenleving. Als het enigszins mogelijk is, werken gemeente mee (“Ja, tenzij”) en soms kan ondersteuning worden geboden.

Voorbeelden van bewonersinitiatieven zijn het adopteren van wadi’s en het afkoppelen van een schooldak.

Communiceren

Meer communicatie is nodig om de samenwerking met bewoners en bedrijven van de grond te krijgen. De strategie hierbij is specifieke communicatie. Dit wil zeggen communicatie bij gebeurtenissen en in projecten, op wijk- of straatniveau. De gemeente gaat bewoners benaderen op het moment dat dat voor hen relevant is. Bijvoorbeeld:

  • Voor een afkoppelproject bewoners vragen om mee te doen;

  • Bij afronding bewoners voorlichten over goed gebruik van regenwatervoorzieningen;

  • Bij hevige neerslag bewoners informeren over de risico’s en het wateroverlastbeleid.

We willen ook dat bewoners de gemeente en het waterschap informeren. Het helpt als bewoners problemen melden of bijvoorbeeld foto’s en filmpjes sturen van wateroverlast in hun straat.

afbeelding binnen de regeling

Participatie

De hiervoor beschreven samenwerking en communicatie is gericht op water en afkoppelen. Daarnaast hebben de gemeenten een participatiebeleid voor projecten met impact op de openbare ruimte. Dit is breder dan alleen water. Bewoners kunnen actief participeren in het ontwerp en bij de uitvoering. Afhankelijk van het project varieert dit van ‘informeren’ (bijvoorbeeld bij herstelwerkzaamheden) tot en met ‘coproduceren’ (bijvoorbeeld bij herinrichtingen). In het laatste geval bepalen bewoners samen met de gemeente wat er gaat gebeuren en hoe het wordt uitgevoerd.

Kringlopen sluiten

We kunnen de afvalwaterketen verduurzamen door water, grondstoffen en energie terug te winnen en te (her)gebruiken. Ofwel het sluiten van kringlopen. De strategie is om kansen op te zoeken en te benutten voor (her)gebruik van effluent en regenwater en voor winning van energie uit afvalwater, zon en wind.

Hiermee werken we aan onze doelen “geen netto grondstofverbruik” (circulaire economie) en “geen netto uitstoot van broeikasgassen” (klimaatmitigatie). We gaan verder met de (terug)winning van grondstoffen en energie op de rwzi en onderzoeken welke mogelijkheden er zijn in/om de rioolstelsels.

Beheer van de infrastructuur

Vervangingsinvesteringen vormen de grootste kostenpost van de watertaken. We kunnen kosten besparen en de kwaliteit verbeteren met een slimme, mede op risico’s gebaseerde, vervangingsstrategie op basis van goede informatie over de technische staat van riolen, transportleidingen en andere voorzieningen. Ofwel, met rationeel beheer zoeken we naar het optimum van prestaties en kosten.

Deze principes passen we toe bij de renovatie van gemalen en pompunits. Voor de riolen worden in de planperiode asset-management-methoden uitgewerkt. In het rioolvernieuwingsplan is al een vorm van risicogestuurd beheer toegepast (Rasmariant).

Stedelijk oppervlaktewater

De waterkwaliteit van (stedelijke) oppervlaktewateren is van veel factoren afhankelijk, die voor een groot deel buiten de afvalwaterketen liggen. Maar er liggen wel relaties. Regenwater dat afstroomt van verhardingen en lozingen van riooloverstorten en regenwaterriolen kunnen waterkwaliteit beïnvloeden.

Het waterschap gaat samen met de gemeenten de gewenste ‘basiskwaliteit’ van de stadswateren bepalen. Om de kwaliteit (waar nodig) te verbeteren volgt het waterschap twee sporen:

  • het huidige waterkwaliteitsspoor gaat integraal onderdeel uit maken van het stedelijk waterbeheer.

  • een doorlopende werklijst van projecten, gericht op de verbetering van de stedelijk waterkwaliteit, met daarin de prioritaire en urgente knelpunten, met ruimte voor innovatieve oplossingen.

Onderhoud stedelijk water

Het waterschap stemt het onderhoud af op de functie en de betekenis van het water voor de omgeving.

Samen met de gemeenten worden streefbeelden opgesteld of geactualiseerd, met onderscheid in basiswater, natuurwater, kijkwater en gebruikswater (waaronder viswater).

Ambities

De doelen in dit WTPO zijn algemeen en gelden voor de lange termijn. De ambities geven aan wat de gemeenten en het waterschap in de komende planperiode willen bereiken. Hoe ver zijn we eind 2022. Dit zijn concrete voornemens die achteraf getoetst kunnen worden.

Varianten

Voor dit WTPO zijn meerdere varianten bekeken, die verschillen in ambitieniveau. Dit rapport beschrijft de voorkeursvariant. Alternatieven zijn vermeld in de raadsvoorstellen behorende bij dit WTPO.

Wateroverlast

Afkoppelen

Communicatie

Kringlopen sluiten

Beheer van de infrastructuur

Kosten

Wateroverlast

Eind 2022 ...

  • weten bewoners en bedrijven dat hinder door water-op-straat kan voorkomen en dat de gemeente zich richt op het beperken van overlast en schade.

  • is bekend welke locaties een verhoogd risico op waterlast hebben.

  • is in beeld waar ruimte en kansen zijn (of komen) voor opvang van water (waterkansenkaart).

  • zijn er maatregelen genomen om de wateroverlastrisico’s op de meest kwetsbare locaties te beperken.

  • is de afkoppelambitie voor 2022 gerealiseerd.

  • zijn de streefwaarden in dit WTPO voor waterhinder, -overlast en schade afgestemd op de stresstesten en zonodig bijgesteld.

Streefwaarden wateroverlast

Het streven is om, ook op lange termijn, de risico’s op wateroverlast beperkt te houden. We leggen de ambitie vast in streefwaarden, die aangeven tot hoever we de risico’s willen verminderen. Daarbij maken we onderscheid in hinder, overlast en schade.

De strategie is “hinder accepteren, overlast beperken en schade voorkomen”. We accepteren dat het (regen)water af en toe hinder veroorzaakt. Door de klimaatverandering kan dit in de toekomst vaker voorkomen. Bij intense regenbuien kan overlast ontstaan. We willen de ernst en frequentie van overlast beperken tot een acceptabel risico. Als het nog harder regent (extreme buien) dan kan het water schade veroorzaken. Schade willen we voorkomen, maar we kunnen het niet uitsluiten.

Wat is hinder, overlast en schade?

Bij hinder moet u denken aan hier en daar grote en diepe plassen, die binnen 1 uur na een regenbui verdwijnen. Het verkeer ondervindt hinder, maar de wegen blijven begaanbaar. We spreken van overlast als het water in delen van de straat tot de bovenkant van trottoirbanden blijft staan (±15 cm) en dit 1 tot 1½ uur blijft staan. Wegen zijn nog berijdbaar, maar moeilijker en alleen langzaam, mede vanwege risico op losgekomen putdeksels. Als het water nog langer blijft staan of tuinen, bijgebouwen of zelfs woningen instroomt, dan is er schade. Wegen zijn dan niet meer veilig te gebruiken.

Dit WTPO bevat een voorlopige streefwaardentabel. Deze tabel geeft aan tot hoe ver we de risico’s willen verminderen. De risico’s zijn uitgedrukt in de kans dat een bewoner in een willekeurig jaar te maken krijgt met hinder, overlast of schade. De essentie is dat we aan de streefwaarden blijven voldoen, ook als in de toekomst de buien heviger worden door de klimaatverandering. Bij de stresstesten in 2018-2019 bekijken we of bijstellingen nodig zijn, uit oogpunt van haalbaarheid en afstemming op de nationale richtlijnen die voor de stresstesten ontwikkeld worden.

Als een locatie niet voldoet aan de streefwaarden, dan worden niet meteen maatregelen genomen. De afweging of en welke maatregelen wenselijk zijn, is afhankelijk van allerlei factoren, zoals de ernst, risico’s, kosten, combinatiemogelijkheden, geplande projecten, toestand van de riolen en de weg.

Afkoppelen

Het karakter van het bebouwd gebied is verschillend in de drie gemeenten en daarmee ook de mogelijkheden voor afkoppelen. Alle drie gemeenten werken aan afkoppelen tegen wateroverlast en uit oogpunt van duurzaamheid, maar ieder heeft een eigen ambitie en aanpak.

Stand van zaken

Een deel van de riolering is gescheiden aangelegd en de gemeenten zijn al ruim een decennia bezig met afkoppelen. Grofweg driekwart van het oppervlak is nog op gemengde riolering aangesloten. De stand van zaken per 2017 is als volgt:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 5 Stand van zaken afkoppelen

In het klimaatscenario 2085 W Hupper nemen neerslaghoeveelheden bij extreme buien toe met 30 à 40%. Om dit geheel met afkoppelen te compenseren zou 23 à 29% van het huidig aangesloten oppervlak afgekoppeld moeten worden. Daarbij komt het compenseren van toenemende (tuin)verhardingen in bebouwd gebied. Ofwel, om de klimaatverandering geheel met afkoppelen op te vangen, moet tussen nu en 2085 circa 30% worden afgekoppeld. Dit komt overeen met 4,4% per jaar.

Bronkhorst

De insteek is om 30% af te koppelen van het oppervlak dat in 2017 nog op gemengde riolering is aangesloten. In openbaar gebied wordt het tempo afgestemd op de rioolvervanging. Als op particulier terrein eenzelfde tempo wordt aangehouden kan de ambitie omstreeks 2050 gerealiseerd worden (1,88 ha per jaar).

In 2018 t/m 2022 is

  • 9 hectare afgekoppeld, waarvan 4 ha in de openbare ruimte en 5 ha op particuliere percelen.

Voor de besluitvorming over het WTPO zijn voor deze ambitie meerdere varianten uitgewerkt.

Rioolvreemd water

Naast het afval- en regenwater wordt de riolering en zuivering belast met drainage- en bronneringswater en grondwater dat lekke riolen instroomt. Hiervoor wordt de verzamelterm ‘rioolveemd water’ gebruikt, omdat dit water niet in de riolering thuis hoort. In het afvalwatersysteem Olburgen is dit slechts 4%.

Waterschap en gemeenten willen dit laag houden.

Communicatie

In 2018 t/m 2022 ...

  • hebben omwonenden kunnen participeren in (het ontwerp van) projecten met een grote impact op de openbare ruimte;

  • hebben gemeenten en waterschap gecommuniceerd met bewoners en bedrijven over water en riolering, met gelijkluidende kernboodschap en eenduidig taal- en beeldgebruik en daarbij is ook het onderscheid tussen waterhinder, -overlast en -schade onder de aandacht gebracht;

  • zijn bij de afkoppelprojecten bewoners geïnformeerd over goed gebruik van de hemelwatervoorzieningen en zijn bewoners gevraagd naar hun opmerkingen, verbeterpunten en ideeën.

  • zijn mede door goed communiceren bij de afkoppelprojecten:

    • tenminste 50% van de aanliggende percelen aan de voorzijde afgekoppeld;

    • bij tenminste 25% van die projecten ook oppervlakken afgekoppeld door bewoners zelf.

Kringlopen sluiten

Eind 2022 ...

  • hebben gemeenten hun afkoppelambitie voor 2022 gerealiseerd.

  • zijn de mogelijkheden onderzocht en/of project uitgevoerd voor hergebruik van het effluent van rwzi Olburgen.

  • is onderzocht of en waar er in de riolerings- gebieden kansen liggen voor (terug)winning en/of besparing van water, energie en grondstoffen.

  • is de (terug)winning van energie en grondstoffen op rwzi Olburgen voortgezet.

afbeelding binnen de regeling

Eind 2025 ...

  • heeft het waterschap haar ambitie ‘energieneutraal’ gerealiseerd. Dit betekent dat het waterschap, over het hele beheersgebied gezien, evenveel of meer energie produceert dan verbruikt.

Energie- en grondstoffenfabriek

Rwzi Olburgen heeft de eerste Nederlandse energie fabriek, waarmee energie uit het afvalwater wordt gewonnen. Tevens heeft de rwzi een grondstoffenfabriek waar struviet wordt gemaakt (een grondstof voor kunstmest of de fosfaatverwerkende industrie). In de komende jaren wordt de energieopwekking uitgebreid met zonnepanelen. In het plaatje hiernaast zijn in blauw mogelijke oppervlakken voor zonnepanelen aangegeven (bron: concept Quickscan Kansen zonne-energie projecten).

Beheer van de infrastructuur

Eind 2022 ...

  • zijn alle urgente reparaties uitgevoerd of in uitvoering;

  • zijn de benodigde rioolvervangingen t/m 2022 uitgevoerd;

  • wordt samengewerkt bij beheertaken, waar dat doelmatigheidsvoordelen oplevert (bijvoorbeeld beheer drukriolering en beheer persleidingen achter gemalen);

  • is een gezamenlijke innovatieagenda uitgewerkt;

  • zijn er recente inspectiegegevens beschikbaar van alle oude riolen en leidingen (inspectie < 10 jaar, voor riolen > 40 jaar);

  • is de Rasmariant-methode die is toegepast in het vernieuwingsplan verder uitgewerkt tot een werkwijze voor het identificeren en analyseren van risico’s en mede op basis daarvan bepalen van de ( vervangings )maatregelen (risicogestuurd beheer / asset manegement).

Kosten

In 2023 ...

  • is de kostenontwikkeling geëvalueerd;

  • is de kwetsbaarheid in de uitvoering van beheertaken onderzocht;

  • is de boekwaarde van nog af te schrijven beperkt overeenkomstig de kostendekkingsplannen van dit WTPO.

  • zijn de tarieven van de rioolheffing maatschappelijk acceptabel. Uitgezonderd eventuele afwijkende keuzes tijdens de planperiode, zijn de tarieven maximaal gelijk aan de geplande ontwikkeling in de kostendekkingsplannen plus de inflatiecorrectie van 2017 naar 2023.

Programma

Werkplanning voor het beheer en de investeringen in de planperiode

Gezamenlijke projecten

Beleid, beheer en onderhoud

Investeringsprogramma

Personele capaciteit

Gezamenlijke projecten

Op basis van de visie en dit WTPO zijn gezamenlijk uit te voeren projecten en acties bepaald. Door samenwerking kunnen deze projecten efficiënter, met betere kennisuitwisseling of kunnen beleid en werkwijzen binnen de drie gemeenten worden afgestemd

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Beleid, beheer en onderhoud

In de uitvoering van de watertaken worden de volgende activiteiten toegevoegd (t.o.v. voorgaande planperiode):

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Rijn en IJssel

afbeelding binnen de regeling

Investeringsprogramma

In de planperiode 2018-2022 wordt geïnvesteerd in vernieuwing van de infrastructuur (vervanging en renovaties), het aanpakken van wateroverlastrisico’s, verbeteren van functioneren en het duurzaam en klimaatbestendig maken van de afvalwaterketen.

afbeelding binnen de regeling

Personele capaciteit

Dagelijks werken er ruim 20 mensen aan het beleid, beheer, onderhoud en de verbetering van het afvalwatersysteem Olburgen. De meesten hiervan werken bij de gemeenten. De medewerkers van het waterschap werken veelal voor meerdere afvalwatersystemen en besteden een deel van hun tijd aan Olburgen.

De benodigde capaciteit is afhankelijk van de mate van uitbesteding en de lokale omstandigheden. Stichting Rioned heeft een methode ontwikkeld om globaal de benodigde personele capaciteit te berekenen. De uitkomsten staan in onderstaande tabel. NB: dit is louter informatief en moet gezien worden als een zeer globale indicatie. De getallen zijn niet geschikt om personele planningen op te baseren.

Tabel 1 Personele capaciteit volgens Rioned-berekening

berekend

aanwezig

Plannen, onderzoek en facilitair

2,3

2,3

Onderhoud

2,9

2,5

Maatregelen

1,7

1,7

Totaal

6,9

6,5

De personeelskosten zijn inbegrepen in de beheerkosten en de investeringen in het volgende hoofdstuk.

Financiën

Bij dit WTPO behoren digitale kosten- dekkingsplannen, waarmee de financiële gevolgen van de plannen zijn berekend. Dit rapportdeel beschrijft de werkwijze en resultaten op hoofdlijnen, waaronder de benodigde heffingstarieven.

Alle bedragen zijn in prijspeil 2017, exclusief prijscorrectie.

Kostenstructuur

Beheerkosten

Investeringen

Financieringswijze

Totale kosten

Kostendekking

Kostenstructuur

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 6 Kostenstructuur gemeentelijke watertaken

Het schema hierboven toont de kostenstructuur van de gemeentelijke watertaken. Er zijn verschillende soorten kosten, als volgt:

  • Beheerkosten zijn de kosten van continue en jaarlijks terugkerende activiteiten, zoals onderhoud. Deze kosten bestaan voornamelijk uit loonkosten van medewerkers en diensten die worden uitbesteed.

  • Investeringen die worden afgeschreven over de gebruiksperiode leiden tot afschrijvingskosten en rente. Deze twee samen worden kapitaallasten genoemd. Dit zijn de kosten van investeringen in het verleden.

  • Het is toegestaan om (een deel van) de vervangingsinvesteringen ‘ineens’ te betalen uit een vervangingsvoorziening. Het saldo van zo’n voorziening is opgebouwd door dotaties (stortingen). Het gebruiken van een vervangingsvoorziening is optioneel.

  • Als laatste zijn er bijkomende kosten, zoals btw en kosten van activiteiten die deels aan de riolering worden toegerekend. De kosten van straatvegen zijn een bekend voorbeeld.

De kosten worden gedekt door de opbrengsten van de rioolheffing. De geraamde opbrengsten mogen maximaal gelijk zijn aan de geraamde kosten.

Echter, na afloop van een jaar kan blijken dat er een tekort of overschot is gerealiseerd. Afhankelijk van de oorzaak moeten overschotten toegevoegd worden aan de rioleringsvoorziening (specifieke middelen).

Deze voorziening wordt gebruikt om een deel van de kosten in volgende jaren te dekken.

Beheerkosten

Door het nieuw beleid (zie Beleid, beheer en onderhoud) stijgen de beheerkosten vanaf 2018. De grootste nieuwe kostenpost is de afkoppelsubsidie voor bewoners. In de voorkeursvariant is deze begroot op € 35.000,- in 2018, € 70.000,- in 2019 en vervolgens € 104.000,- per jaar van 2020 tot 2050 (totaal € 3,4 miljoen, € 10,- per m2).

Vanaf 2020 blijven de beheerkosten ongeveer constant op circa € 1,8 miljoen per jaar.

Investeringen

Gemiddeld wordt € 1,8 miljoen per jaar geïnvesteerd. In de planperiode 2018-2022 is dit € 1,54 miljoen.

Het overgrote deel zijn rioolvervangingen en objectrenovaties (gemalen en drukriolering). Het grote aandeel van objectrenovaties komt door de uitgebreide drukriolering en is kenmerkend voor Bronckhorst. Derde in omvang zijn de investeringen in het afkoppelen van openbaar gebied. In de planperiode is dit gemiddeld € 0,35 miljoen per jaar.

afbeelding binnen de regeling

Lagere kosten door vernieuwingsplan

De lange termijn planning is gebaseerd op het recent gemaakte rioolvernieuwingsplan. Dit geeft lagere investeringen dan het rioolvervangingsplan van het vorige GRP. Er zijn twee oorzaken:

  • er wordt vanuit gegaan dat de riolen langer meegaan, waardoor vervangingsinvesteringen opschuiven in de tijd.

  • het vernieuwingsplan gaat ervan uit dat riolen niet altijd vervangen hoeven worden, maar dat soms renovatie (relinen) of reparaties volstaan. De investeringen zijn dan kleiner. Daar tegenover staat dat de levensduur van renovaties en reparaties kleiner is dan van geheel nieuwe riolen.

Financieringswijze

Tot 2018 werden alle investeringen geactiveerd en afgeschreven. Jaarlijks wordt, afhankelijk van de gerealiseerde kosten, een deel van de activa ineens afgeboekt. Hierdoor dalen de kapitaallasten in volgende jaren.

Vanaf 2018 wordt deze werkwijze planmatiger. Er worden dotaties aan een vervangingsvoorziening begroot. De jaarlijkse dotaties worden geleidelijk verhoogd totdat deze (omstreeks 2036) voldoende zijn om alle investeringen te dekken. Vanaf dat moment ontstaan er geen nieuwe kapitaallasten en worden de kosten ongevoelig voor rentewijzigingen.

afbeelding binnen de regeling

De grafiek toont het verwachte verloop van de vervangingsvoorziening. De gele vierkantjes zijn investeringen die niet uit de voorziening betaald kunnen worden. Naar verwachting kunnen vanaf ±2036 alle investeringen volledig via de voorziening worden betaald.

Totale kosten

De volgende grafiek toont de totale kosten op lange termijn. Het meest opvallend is dat de kapitaallasten geleidelijk worden vervangen door dotaties. Ook zijn hogere beheerkosten zichtbaar in de eerste decennia. De oorzaak is de afkoppelsubsidie voor bewoners.

afbeelding binnen de regeling

De verwachte kostenontwikkeling is gelijkmatig. Er is geen grote piek in investeringskosten en er zijn geen grote kostenstijgingen op lange termijn. Oorzaken hiervan zijn:

  • In het nieuwe rioolvernieuwingsplan wordt uitgegaan van lagere kosten dan in het oude rioolvervangingsplan;

  • Het aandeel objectrenovaties is groot en deze hebben, door de kortere levensduur, een relatief gelijkmatig verloop;

  • Door de dotaties is er geen sprake meer van opstapelende kapitaallasten.

Met deze verwachte kostenontwikkeling blijven de kosten ook op lange termijn betaalbaar.

Kostendekking

De kosten van de gemeentelijke watertaken worden gedekt door de opbrengsten van de rioolheffing. Voor de zuiveringskosten is dat de zuiveringsheffing.

Berekende tarieven

Met de kostendekkingsplannen is berekend welke opbrengst nodig is om de kosten te dekken. Dit is omgerekend naar het (gemiddeld) heffingstarief per woning. In Bronckhorst geldt dit tarief voor alle aanslagen. In Doesburg en Rheden betalen grootverbruikers en/of bedrijven een hoger tarief.

Het tarief in 2018 is vastgesteld op € 267,60 (prijspeil 2018). Ten opzicht van 2017 is dit een stijging van 0,2% plus 1,4% inflatie.

In de weergegeven variant kan het tarief in de planperiode nagenoeg gelijk blijven, uitgezonderd prijscorrectie. In de periode daarna kan worden volstaan met stijgingen tussen 0% en 1%, plus prijscorrectie. Vervolgens zijn stijgingen nodig van circa 1,8% per jaar tot omstreeks 2032, waarna het tarief (volgens huidige inzichten) ongeveer gelijk kan blijven rond € 300,- en na 2060 weer dalen.

afbeelding binnen de regeling

In de grafiek is het berekende tarief weergegeven met de zwarte lijn. De grijze lijn geeft de berekening van het voorgaande GRP weer, omgerekend naar prijspeil 2017. De huidige verwachtingen zijn gunstiger. Dit komt met name doordat in het nieuwe rioolvernieuwingsplan wordt uitgegaan van lagere kosten dan in het oude rioolvervangingsplan.

Met bovenstaand kostendekkingsscenario slaagt Gemeente Bronckhorst erin om de tariefstijgingen beperkt te houden met gunstige vooruitzichten op lange termijn. Tegelijkertijd wordt op een duurzame manier invulling gegeven aan de watertaken en het klimaatbestendig maken van het afvalwatersysteem.

Lees verder

In de voorgaande delen van het rapport staan de hoofdlijnen van het beleid. In de delen hierna vindt u toelichtingen op een aantal specifieke onderwerpen.

Informatie voor bewoners, bedrijvenen ontwikkelaars

Overzichten van gegevens

Strategie en aanpak

Financiën

Verklarende lijsten

Informatie voor bewoners, bedrijven en ontwikkelaars

  • Informatie voor bewoners

  • Informatie voor bedrijven

  • Informatie voor ontwikkelaars

Overzichten van gegevens

  • Overzicht infrastructuur

Strategie en aanpak

  • Streefwaarden wateroverlast

  • Klimaatstrategie

  • Duurzaamheid en innovatie

  • Aanpak afkoppelen

  • Aanpak onderhoud, reiniging en inspectie

  • Aanpak rioolvernieuwing

  • Aanpak gegevensbeheer

  • Aanpak hydraulische maatregelen

  • Aanpak gezamenlijke acties

Financiën

  • Kostendekkingsplan

Verklarende lijsten

  • Afkortingen

  • Begrippen

  • Literatuur

  • Colofon

Informatie voor bewoners

Uw gemeente zorgt voor het afvalwater, hemelwater en grondwater in het openbaar gebied. Als bewoner of perceeleigenaar moet u zorgen voor riolering en water op uw eigen terrein.

Deze bijlage geeft u informatie over afvalwater, regenwater en grondwater en over de taakverdeling tussen de gemeente en u.

Gemengde of gescheiden riolering

Huisaansluitingen

Afvalwater

Regenwater (hemelwater)

Grondwater

Wateroverlast door regen

Uw tuin vergroenen

Help mee afkoppelen

Meer informatie

Gemengde of gescheiden riolering

Van oudsher is in Nederland veel gemengde riolering aangelegd. Hierbij komt het schone regenwater in dezelfde buis terecht als het vuile afvalwater.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 7 gemengde riolering (bron: Paul Maas, Tilburg / stichting RIONED)

Gemengde riolering heeft enkele belangrijke nadelen. Als het hard regent raakt de riolering overbelast. Het gemengde water komt dan ongezuiverd in sloten en vijvers, of het water komt door de overvolle riolen op straat terecht. Daarnaast is het niet slim om het schone regenwater eerst met vuil water te mengen en daarna weer te zuiveren.

Nieuwere woonwijken en bedrijventerreinen hebben vaak gescheiden riolering. Hierbij komt het schone regenwater in een aparte buis terecht, waarmee het naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 8 gescheiden riolering (bron: Paul Maas, Tilburg / stichting RIONED)

Nog een stap verder is om het regenwater helemaal niet af te voeren, maar te gebruiken in uw tuin, of te infiltreren in de bodem. Hierbij zijn er geen regenwaterriolen nodig en het benadert de natuurlijke situatie.

Afkoppelen

De riolering functioneert beter als het regenwater van de gemengde riolering wordt gehaald. Dit noemen we afkoppelen. Het regenwater moet dan op een andere manier worden verwerkt, bijvoorbeeld door het te infiltreren in de bodem.

Huisaansluitingen

De riolering is vanaf de perceelgrens in eigendom en beheer van de gemeente. Tot aan de erfgrens is de rioolaansluiting in eigendom en beheer van de perceeleigenaar. Op circa 0,5 meter van de erfgrens (aan de zijde van de woning, dus op het perceel) moet een ontstoppingsstuk zijn aangebracht. Het exacte aanbiedpunt wordt via de aansluitvergunning geregeld.

afbeelding binnen de regeling

Is uw riolering verstopt? Controleer eerst het ontstoppingsstuk. Als er water in het verstoppingsstuk blijft staan, dan kan de gemeente helpen om de verstopping te verhelpen. Als het ontstoppingsstuk niet vol water zit, dan ligt het probleem op het perceel of in de binnenhuisriolering.

Regenpijpen zijn eigendom van de perceeleigenaar, ook als het gebouw op de erfgrens staat. Ook het flexibele overgangsstuk tussen de riolering binnen het pand en de riolering buiten (als bouwkundig onderdeel) zijn eigendom van de perceeleigenaar. Werkzaamheden als gevolg van verzakkingen en verstopping in deze bouwkundige onderdelen komen voor rekening van de eigenaar van het pand.

Woningen en de riolering op de percelen moet voldoen aan algemene regels, zoals de gemeentelijke bouwverordening en het bouwbesluit.

Drainageleidingen en dompelpompjes lozen hun drainagewater op het regenwaterriool of op oppervlaktewater. Het aansluiten hiervan op het gemengde riool mag alleen indien er geen andere doelmatige manier van lozen mogelijk is.

Particulieren en bedrijven dienen dit aan te tonen en vooraf toestemming te verkrijgen van de gemeente.

Afvalwater

In bijna alle gevallen zorgt de gemeente voor het inzamelen en afvoer van het afvalwater, vanaf de perceelgrens. U moet zelf zorgen voor de riolering in uw woning en op uw perceel, waarmee u het afvalwater ‘aanbiedt’ op de perceelgrens. U moet het afvalwater gescheiden aanbieden, ofwel apart van het regenwater. De enige uitzondering zijn bestaande situaties met gemengde riolering. In die situaties mag u het afvalwater gemengd aanbieden, totdat in uw straat gescheiden riolering wordt aangelegd of u uw woning gaat her-/verbouwen.

Buitengebied

In het buitengebied wordt het afvalwater meestal ingezameld door drukriolering of IBA’s. In sommige gebieden (waar aanleg van riolering te duur is) heeft de gemeente een ontheffing van de rioleringszorg. In die gevallen moeten bewoners of eigenaren zelf voor het afvalwater zorgen. Meestal gebeurt dat met een IBA. Het komt ook voor dat percelen in het buitengebied een IBA hebben die door de gemeente wordt beheerd.

Regenwater (hemelwater)

Waar het redelijkerwijs kan, moeten bewoners en bedrijven zelf voor het hemelwater (gaan) zorgen. Dit is (nog) niet overal mogelijk. Of de gemeente voor afvoer van het hemelwater zorgt, is afhankelijk van waar u woont, het bouwjaar van de verhardingen en bouwwerken en van het soort riolering. Er zijn 3 situaties:

  • 1.

    De gemeente zorgt voor het regenwater, vanaf de perceelgrens;

  • 2.

    U (bewoner / eigenaar) moet zelf al het hemelwater van uw perceel verwerken.

  • 3.

    U (bewoner / eigenaar) moet zelf kleine buien verwerken en het eerste deel van grote buien. De piek van grote buien mag overlopen naar de openbare weg , mits de berging op eigen terrein groot genoeg is en goed werkt.

In de toelichting op de volgende pagina staat wanneer deze situaties van toepassing zijn.

In alle gevallen bent u zelf verantwoordelijk voor de voorzieningen op uw perceel en de riolering tot de erfgrens. Als de gemeente regenwater inzamelt, dan moet u dit gescheiden (apart van afvalwater) aanbieden op de perceelgrens. Net als bij afvalwater geldt er een uitzondering voor bestaande situaties met gemengde riolering. In die situaties mag u het regenwater gemengd aanbieden, totdat in uw straat gescheiden riolering wordt aangelegd of u uw woning gaat her-/verbouwen.

Toelichting op de 3 situaties

De gemeente heeft de plicht om vanaf de perceelgrens voor het hemelwater te zorgen, als het niet redelijk is dat u (bewoner of eigenaar) zelf het hemelwater in de bodem of naar het oppervlaktewater brengt.

situatie 1 (bebouwd gebied)

Bij woningen in bebouwd gebied zorgt de gemeente voor hemelwater vanaf de perceelgrens.

Uitzondering:

  • Nieuwe woningen en verhardingen waarbij bij aanleg hemelwatervoorzieningen op het perceel zijn voorgeschreven vallen onder situatie 3. Dit zijn doorgaans in- en uitbreidingswijken die speciaal zijn ontworpen voor regenwaterverwerking op de percelen en waar de riolering of regenwatervoorzieningen in het openbaar gebied niet zijn berekend op (al) het regenwater van de woonpercelen.

    Op dit moment (2017) zijn er nog geen woningen die in deze categorie vallen.

situatie 2 (buitengebied)

In het buitengebied, waar geen riolering voor regenwater ligt, moeten bewoners/eigenaren zelf het hemelwater verwerken.

Regenwater mag niet op de drukriolering worden aangesloten, omdat de drukriolering dan overbelast wordt en pompstoringen optreden.

situatie 3 (nieuwe bouwwerken met berging op eigen terrein)

Bij nieuwbouw moeten bewoners/eigenaren zelf hun regenwater verwerken, behalve de piekafvoer van grote regenbuien. In de praktijk betekent dit dat bewoners/eigenaren eigen regenwatervoorzieningen hebben met een nooduitlaat naar de straat of oppervlaktewater.

Deze situatie geldt bij nieuwbouw waarbij berging van water verplicht is (zie ook uitzonderingen van situatie 1). Bij in- en uitbreidingswijken moet de ontwikkelaar voor berging zorgen. Als die berging in openbaar gebied ligt (en mede bedoeld is voor regenwater van de percelen), dan kunnen bewoners hun regenwater daarop lozen en zorgt de gemeente voor verwerken van dit regenwater. Als die berging (deels) op eigen terrein ligt, dan zijn bewoners daar verantwoordelijk voor.

De regenwaterberging moet voldoende groot zijn om een regenbui te verwerken van:

  • 20 mm ineens (statisch), voor verhardingen en bouwwerken die zijn aangelegd (of herbouwd) na 1 januari 2011 in bestaand stedelijk gebied;

  • circa 85 mm totale berging in plangebied, voor verhardingen en bouwwerken in nieuwe (woon)wijken vanaf 2011.

    Meestal ligt deze berging niet (of niet geheel) binnen de percelen, maar in de openbare ruimte. Voor details zie notitie duurzaam en veilig water in de stad.

Vanuit de berging infiltreert het regenwater in de bodem of wordt vertraagd naar oppervlaktewater afgevoerd.

Alleen bij zeer hevige regenval raakt de berging vol en mogen piekafvoeren naar de riolering of openbare weg worden afgevoerd. In heel Bronckhorst en in delen van Doesburg en Rheden moet dit bovengronds gebeuren. Als de openbare regenwatervoorzieningen bovengronds zijn (zoals goten), dan moet ook de overloop bovengronds zijn (afvoer over maaiveld).

Aanbieden van regenwater op de perceelgrens

Bij het aanbieden van regenwater moeten bewoners zorgen voor:

  • afvoer op het eigen perceel, tot aan de perceelgrens;

  • apart houden van hemelwater en afvalwater (uitgezonderd bestaande situaties); Het hemelwater mag niet gemengd worden met afvalwater. In geval van ondergrondse leidingen moeten hemelwater en afvalwater door aparte buizen worden aangevoerd. Er geldt een uitzondering voor bestaande gemengde afvoeren in gebieden met een gemengd rioolstelsel. Daar mag de gemengde aanvoer gehandhaafd blijven totdat (ooit in de toekomst) gescheiden riolering wordt aangelegd of verhardingen en daken afgekoppeld (moeten) worden (zie Aanpak afkoppelen).

  • het schoon houden van het hemelwater; Het hemelwater mag niet verontreinigd raken. Dit betekent onder andere dat de verhardingen waarop het regenwater valt niet verontreinigd mag zijn met bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, olie, of onkruidbestrijdingsmiddelen.

Grondwater

De gemeente neemt maatregelen tegen grondwateroverlast, als

  • er structurele overlast is door de grondwaterstand,

  • en die met maatregelen in openbaar gebied verholpen of verminderd worden

  • en deze maatregelen doelmatig zijn.

Natte kelders vallen hier buiten, omdat die een gevolg zijn van een ondeugdelijke constructie.

De gemeente vindt overlast structureel als

  • de overlast vrijwel elk jaar voorkomt,

  • en gedurende langere tijd, d.w.z. meer dan 3 weken per jaar,

  • en niet tijdelijk is, d.w.z. langer dan 4 jaar zal aanhouden,

  • en stabiel of toenemend is.

De gemeente vindt maatregelen doelmatig als deze:

  • effectief zijn, d.w.z. dat de problemen aanzienlijk beperkt worden door de maatregelen,

  • en efficiënt zijn, d.w.z. dat er geen goedkopere of effectievere alternatieven zijn,

  • en de omvang van de problemen significant is, d.w.z. tenminste 3 percelen of meer dan 0,5 hectare,

  • en de kosten van de maatregelen in verhouding staan met de nadelige gevolgen.

Afvoer van grondwater

Het nemen van maatregelen kan betekenen dat de gemeente het grondwater gaat afvoeren. In dat geval gelden dezelfde soort voorwaarden als bij regenwater:

  • bewoners/eigenaren moeten zelf voor de (drainage)voorzieningen op eigen terrein zorgen;

  • in geval van afvoer moet het overtollige grondwater op de erfgrens worden aangeboden, gescheiden van afvalwater.

  • het overtollige grondwater mag niet verontreinigd zijn.

Heeft u last van grondwater?

Vraag dan eerst in de buurt of bij meer woningen dezelfde problemen zijn. Als u de enige bent, controleer dan of uw riolering of waterleiding lek is.

Als u grondwateroverlast heeft op uw eigen terrein, dan kunt u de volgende maatregelen nemen:

  • goede ventilatie van uw woning is altijd nodig, zowel voor een gezonde leefomgeving als voor het voorkomen van vochtproblemen;

  • waterhuishoudkundige maatregelen, bijvoorbeeld aanleg van drainage;

  • bouwkundige maatregelen om bouwtechnische gebreken te verhelpen, bijvoorbeeld kelders die niet waterdicht zijn, lekke convectorputten of te diepe kruipruimtes;

  • maatregelen als grondverbetering als er sprake is van een slechte structuur of doorlatendheid van de bodem.

U kunt bij de gemeente terecht met uw vragen over het grondwater. Is er sprake van langdurige en structurele grondwateroverlast over een groter gebied? Dan zal de gemeente op zoek gaan naar de oorzaken en samen met de eigenaren en het waterschap overleggen wat de mogelijkheden zijn.

Wateroverlast door regen

Riolering heeft, net als andere infrastructuur zoals wegen, een maximum capaciteit. Bij extreme buien staat het water op sommige plaatsen op straat te wachten tot het kan worden afgevoerd. Het staat als het ware ‘in de file’. Hoe groot de afvoercapaciteit van riolen ook is, het kan altijd harder regenen dan waarmee rekening is gehouden. Door de klimaatverandering zal het vaker hard regenen en worden de risico’s op wateroverlast groter. De gemeente werkt aan oplossingen om de risico’s klein te houden. Maar er blijft altijd een risico en door de klimaatverandering krijgt u vaker te maken met ‘water op straat’.

In dit watertakenplan wordt onderscheid gemaakt in:

  • hinder

    Dit is ongemak door ondiep water op straat. Dit zal in de toekomst vaker voorkomen.

  • overlast

    Dit is het tijdelijk onbereikbaar zijn van plaatsen door ‘diep’ water op straat, tuinen en openbaar groen. De gemeente wil het risico op overlast beperken, zodat het niet te vaak voorkomt.

  • schade

    Als water woningen of gebouwen instroomt is er schade. Ook het lang onbereikbaar zijn van winkels en bedrijven kan tot schade leiden. De gemeente wil het risico op schade zo klein mogelijk maken.

Het vergroten van de riolering helpt onvoldoende om de risico’s op wateroverlast te verminderen. Het is niet de beste oplossing, ook niet als daar heel veel meer geld voor beschikbaar zou zijn. Het regenwater moet op andere wijzen worden opgevangen.

Gemeenten en waterschap willen het regenwater apart houden van afvalwater. Nog beter is het om het helemaal buiten de riolering te houden en meteen te verwerken op de plek waar het regenwater valt. Dat kan door het water in de bodem te infiltreren of naar oppervlaktewater te leiden.

Uw tuin vergroenen

Door zo min mogelijk oppervlakte van de tuin te bestraten en gebruik te maken van waterdoorlatende stenen of tegels blijft meer water op de plek waar het valt. Minder regenwater wordt afgevoerd met minder risico op wateroverlast in uw straat, wijk of stad.

Minder verhard oppervlakte betekent meer plaats voor planten, maar ook een beter bodemleven. Een goed bodemleven zorgt voor een vruchtbare grond, betere bescherming tegen ziekten en plagen, maar ook voor een betere waterberging.

Op de volgende websites vindt u meer informatie en kunt u ideeën opdoen:

  • Biodiversiteit - rond het huis en in de tuin

  • Tips voor een regenbestendige ruin

  • Regenwater opvangen in je tuin

  • en op vele andere sites.

Help mee afkoppelen

Het is niet duurzaam om schoon hemelwater op de gemengde riolering aan te sluiten. Het schone regenwater raakt dan vermengd met vuil water en moet daarna weer worden gezuiverd op de rwzi. En als het hard regent raakt het riool overbelast door al het regenwater. Gemeenten en waterschap willen de afvoer van schone daken en verhardingen van de riolering afkoppelen. U kunt helpen door oppervlakken op uw eigen perceel af te koppelen.

Heeft u vragen over zelf afkoppelen, neem dan contact op met uw gemeente. Kijk ook op de website voor informatie over subsidie voor afkoppelen.

Meer informatie

U kunt met alle vragen over water bij de gemeente terecht. De gemeente zal altijd uw vraag in ontvangst nemen. Afhankelijk van het onderwerp beantwoordt de gemeente uw vraag, of stuurt zij deze door naar het waterschap of de provincie.

Meer informatie is te vinden op de websites van Bronckhorst, Doesburg, Rheden en Waterschap Rijn en IJssel. Aanvragen van watervergunningen kan online via het Omgevingsloket.

Informatie voor bedrijven

Deze bijlage geeft informatie over de rol van bedrijven bij het verwerken van hun afvalwater, hemelwater en grondwater. In de meeste gevallen zijn bedrijven hier zelf verantwoordelijk voor.

Afvalwater

Hemelwater

Grondwater

Afkoppelen

Meer informatie

Afvalwater

Niet al het afvalwater van bedrijven is bedrijfsafvalwater. Als het water qua aard en omvang overeenkomt met huishoudelijk afvalwater, dan wordt het ook als zodanig gezien. Ofwel, als een bedrijf (alleen) afvalwater van een toilet en keuken afvoert, dan is dat huishoudelijk afvalwater.

Bedrijfsafvalwater is water dat vrijkomt door bedrijfsmatige activiteiten, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig was.

  • De gemeente zorgt in bijna alle gevallen voor het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afvalwater, vanaf de perceelgrens. Zie hiervoor “Afvalwater” bij de informatie voor bewoners.

  • Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor verwerking van het bedrijfsafvalwater en voor alle riolering en (afval)watervoorzieningen op eigen terrein.

  • Voor de meeste bedrijven gelden de regels in het Activiteitenbesluit.

Hoewel bedrijven zelf verantwoordelijk zijn, wordt in sommige gevallen (ook) bedrijfsafvalwater op de riolering geloosd en zorgt de gemeente voor afvoer van dat water. Hierover worden doorgaans specifieke afspraken gemaakt.

Het waterschap zorgt voor zuivering van het bedrijfsafvalwater dat via de riolering wordt aangevoerd naar de rwzi, waarvoor een zuiveringsheffing wordt opgelegd aan de bedrijven. De heffing is afhankelijk van de hoeveelheid en samenstelling van het geloosde bedrijfsafvalwater.

Mogelijk is een vergunning nodig voor het lozen of aansluiten van bedrijfsafvalwater. Dit is afhankelijk van het type bedrijf en samenstelling van het bedrijfsafvalwater.

  • Als geen vergunning nodig is, dan moet worden voldaan aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

  • Als wel een vergunning nodig is, dan kan deze worden aangevraagd bij de gemeente (bij lozing op riolering of bodem) of het waterschap (bij lozing op oppervlaktewater). In geval van Rijkswateren is dat Rijkswaterstaat.

Hemelwater

Of de gemeente voor afvoer van het hemelwater zorgt is afhankelijk van het gebied, het bouwjaar de verhardingen en bouwwerken, de grootte van het bedrijfsperceel en of de plaatselijke riolering berekend is op de afvoer van het regenwater.

In sommige gevallen is de hemelwaterzorg door de gemeente voor bedrijven gelijk aan die voor woningen. Zie hiervoor “Regenwater (hemelwater)” bij de informatie voor bewoners. Samengevat komt dit erop neer dat bedrijven in het buitengebied zelf voor het hemelwater moeten zorgen en bij nieuw-/herbouw moeten zorgen voor waterberging op eigen terrein.Voor de meeste bedrijven gelden de regels in het Activiteitenbesluit. Hieruit volgt onder andere dat regenwater niet op gemengde riolering mag worden aangesloten als het redelijkerwijs mogelijk is om het regenwater te infiltreren in de bodem, of te lozen op het oppervlaktewater of een regenwaterstelsel.

Grondwater

De gemeente neemt maatregelen tegen grondwateroverlast, als

  • er structurele overlast is door de grondwaterstand,

  • en die met maatregelen in openbaar gebied verholpen of verminderd worden

  • en deze maatregelen doelmatig zijn.

Wat hier precies onder wordt verstaan is terug te vinden onder “Grondwater” bij de informatie voor bewoners.

Afkoppelen

Het is nadelig om het schone regenwater van daken en verhardingen aan te sluiten op gemengde riolering. Gemeenten en waterschap streven ernaar om deze oppervlakken van de riolering af te koppelen. Dit is duurzaam en kan het risico op wateroverlast verminderen. Bedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren door bestaande oppervlakken af te koppelen. De gemeente wil u hier graag bij helpen.

Meer informatie

U kunt met alle vragen over water bij de gemeente terecht. De gemeente zal altijd uw vraag in ontvangst nemen. Afhankelijk van het onderwerp beantwoordt de gemeente uw vraag, of stuurt zij deze door naar het waterschap of de provincie.

Meer informatie is te vinden op de websites van Bronckhorst, Doesburg, Rheden en Waterschap Rijn en IJssel. Aanvragen van watervergunningen kan online via het Omgevingsloket.

Informatie voor ontwikkelaars

Nieuw stedelijk gebied moet waterneutraal ontworpen worden en klimaatbestendig. Deze bijlage geeft enkele startpunten voor ontwikkelaars.

Snel contact

Waterberging

Weinig verharding, veel groen

Nieuwe sanitatie

Richtlijnen

Snel contact

Ruimtelijke ontwikkelingen hebben vrijwel altijd gevolgen voor de waterhuishouding. Het is belangrijk om plannen in een vroeg stadium af te stemmen met de waterbeheerders. Een van de instrumenten hiervoor is de (verplichte) watertoets. Daarnaast raden we ontwikkelaars aan om in een vroeg stadium contact op te nemen met de gemeente en het waterschap. U kunt hiervoor terecht bij:

  • Gemeente Bronckhorst, cluster Omgeving, Postbus 200, 7255 ZJ Hengelo, 0575 750 250

  • Waterschap Rijn en IJssel, Unit waterbeheer, plantoetser

Waterberging

Gemeente en waterschap willen nieuw stedelijk gebied waterneutraal ontwerpen. Dat betekent dat er niet meer water wordt afgevoerd dan in de natuurlijke situatie (voor de ontwikkeling). Om dit te bereiken is waterberging nodig binnen het plangebied. Het teveel aan regenwater moet in de berging worden opgevangen. Van daar kan het in de bodem infiltreren of langzaam (vertraagd) worden afgevoerd.

De benodigde omvang van de berging wordt vooral bepaald door de grootte van het verharde oppervlak (daken en verhardingen) die op de berging afwateren. Daarnaast is de omvang afhankelijk van het soort berging, de bodemgesteldheid en lokale omstandigheden. Het waterschap kan aangeven welke ‘regenbuien’ verwerkt moeten kunnen worden. Op basis daarvan kunnen specialisten uitrekenen hoeveel berging er nodig is. De waterberging kan veel ruimte in beslag nemen, maar is ook een kans om het gebied aantrekkelijker te maken.

Weinig verharding, veel groen

Hoe minder verhard oppervlak, hoe minder waterberging nodig is. Dit kan bijvoorbeeld door het toepassen van veel groen, waterdoorlatende verharding en groene daken. Deze technieken hebben ook nevenvoordelen, zoals het verminderen van hittestress en fijnstof. Groene daken verhogen de opbrengst van zonnepanelen en verminderen de behoefte aan koeling van gebouwen in de zomer (zie bijvoorbeeld ‘groene daken nader beschouwd’).

Nieuwe sanitatie

De ontwikkeling van nieuw stedelijk gebied biedt ook kansen voor het toepassen van moderne technieken op het gebied van afvalwater. Daarbij wordt afvalwater geconcentreerd en (her)gebruikt als bron van grondstoffen. Meer informatie hierover is te vinden op de gezamenlijke website van Stowa en Rioned: nieuwesanitatie.stowa.nl.

Richtlijnen

Aanvullend op het bovenstaande zijn de onderstaande documenten met richtlijnen van toepassing:

Bij ontwikkelingen in de gemeente Bronckhorst:

  • Duurzaam en veilig water in de stad

Bij ontwikkeling in de gemeente Rheden:

  • Verordening afvoer hemelwater en grondwater Rheden 2015

Overzicht infrastructuur

Zoals voorgeschreven in de Wet milieubeheer bevat dit plan een overzicht van de aanwezige voorzieningen (infrastructuur). De verwachte vervangingsjaren zijn terug te vinden in de digitale kostendekkingsplannen en de achterliggende vervangingsplannen.

Omvang en aantallen

Riooloverstorten

Rwzi

Omvang en aantallen

Voorzieningen

Bronckh.

Doesburg

Rheden

WRIJ

Totaal

gemengde riolering

[km]

140,8

35,8

221,0

397,7

vuilwaterriolering

[km]

20,2

23,7

3,8

47,7

hemelwaterriolering

[km]

24,9

26,6

18,0

69,5

IT-riolering

[km]

8,0

-

19,3

27,3

Totaal vrijvervalriolen

[km]

194,0

86,1

262,1

1,4

543,6

persleiding

[km]

577,0

13,8

3,8

68,9

695,5

drukriolering

[km]

32,0

drainage

[km]

4,1

0,0

4,1

8,2

duikers

[m]

105

441

1.054

1.600

randvoorzieningen

[st]

14

2

8

24

retentievoorzieningen

[st]

5

-

4

9

infiltratievoorzieningen

[st]

-

6

± 2.195

± 2.201

- wadi's

[st]

± 90

- ondergronds / kratten

[st]

± 70

- infiltratieputten

[st]

2.032

- diepteinfiltratie

[st]

3

rioolgemalen

[st]

50

11

2

21

84

pompputtten drukriolering

[st]

2.200

43

88

2.331

IBA's (beheer gemeente)

[st]

67

1

26

94

overstorten gemengd

[st]

35

5

23

63

overstorten vgs

[st]

20

4

6

30

hemelwateruitlaten

[st]

-

14

77

91

Riooloverstorten

Bronckhorst

Gemeente

Kern

Naam

Code

Meetsys.

X

Y

mNAP

Loost op

Bronckhorst

Bronckhorst

Overstort t Wapen van Bronkhorst

6070.05

EOV00002

209.240

454.482

7,82

Grote Beek

Bronckhorst

Baak

Dolfingweg - 0 0 8,20 VGS 2.0

3110-55

-

0

0

8,20

Bakerwaardse Laak

Bronckhorst

Hengelo

Nijverheidsweg / Winkelskamp VGS

29H

-

0

0

13,00

Oosterwijksevloed

Bronckhorst

Keijenborg

BBB Kerkstraat

KE320

BBV00001

217.182

449.691

11,68

WRIJ-sloot langs Kerkstraat

Bronckhorst

Kranenburg

Overstort Ganzensteeg

2027

EOV00002

221.511

457.612

11,83

Windenbergse Laak

Bronckhorst

Laag-Keppel

Overstort Gouden Leeuw Rijksweg

LK008

EOV00003

212.547

445.628

10,71

Oude IJssel

Bronckhorst

Laag-Keppel

Dorpsstraat

LK007

-

0

0

10,70

Oude IJssel

Bronckhorst

Laag-Keppel

Olmiuslaan VGS

LK112

-

0

0

10,45

Oude IJssel

Bronckhorst

Olburgen

Overstort Olburgseweg

5030

EOV00002

205.500

450.883

8,34

Olburgselaak

Bronckhorst

Rha

Overstort Rhabergseweg

4020-25

EOV00002

207.004

452.107

8,15

Afw. van Rha

Bronckhorst

Steenderen

Overstort Oltmansstraat

270-11

EOV00006

209.715

453.010

8,37

Bermsloot Oltmanstraat

Bronckhorst

Steenderen

BBB Timpweg/Kon.Julianaln

1170-07A

BBV00005

0

0

7,77

Heeckerenslaak

Bronckhorst

Steenderen

Overstort Nijverheidsweg VGS 2.0

1260.65

-

0

0

7,50

Heeckerenslaak

Bronckhorst

Steenderen

Overstort Meidoornstraat VGS

1237.1

-

0

0

7,32

infiltratievijver (gem)

Bronckhorst

Toldijk

Overstort Weth. Campermanstraat

7120.07

EOV00001

212.068

452.342

8,28

Afw. van Roodheuvel

Bronckhorst

Voor-Drempt

Overstort Binnenweg

VDA123

EOV00004

208.845

447.003

9,71

Dremptse Wetering

Bronckhorst

Voor-Drempt

Overstort Kerkstraat / Veldweg

VDB001

EOV00003

52

6

9,47

Dremptse Wetering

Bronckhorst

Vorden

Overstort Raadhuisstraat

OV001

EOV00005

218.335

457.488

11,38

Vordense Beek

Bronckhorst

Vorden

Overstort Almenseweg thv 36

OV007

EOV00006

218.408

458.507

10,85

Bermsloot Almenseweg

Bronckhorst

Vorden

Overstort Het Hoge

OV004

EOV00007

52

6

10,19

Vordense Beek

Bronckhorst

Vorden

Overstort Deldenseweg

OV002

EOV00008

218.038

457.115

10,47

Wehmerlaak

Bronckhorst

Vorden

Overstort Het Hoge 61

OV004

EOV00009

52

6

10,18

Vordense Beek

Bronckhorst

Vorden

Overstort Ambachtsweg VGS

OV011

-

0

0

11,28

Vierakkerselaak

Bronckhorst

Vorden

Overstort Kerkhoflaan VGS

OH579

-

0

0

11,74

Vierakkerselaak

Bronckhorst

Vorden

Overstort Bedrijvenweg VGS

OV012

-

0

0

11,70

Bronckhorst

Velswijk

Overstort Velswijkweg

9514

EOV00001

217.720

447.249

12,04

Sloot langs Velswijkweg

Bronckhorst

Wichmond

Dorpsstraat 6a

OV030A

EOV00003

0

0

7,50

Baakse Beek

Bronckhorst

Wichmond

Dorpsstraat 6

3051

EOV00002

0

0

7,70

Baakse Beek

Bronckhorst

Zelhem

Overstort Halseweg VGS

H1026

EOV00013

221.303

446.852

16,37

sloot bij BBB Halseweg

Bronckhorst

Zelhem

Overstort Doetinchemseweg

4030

EOV00014

220.764

446.090

15,68

sloot Haitinkweg-Doetinchemseweg

Bronckhorst

Zelhem

Overstort Zandvoortweg

7021

EOV00015

221.751

447.519

15,99

sloot langs Venderinkweg

Bronckhorst

Zelhem

Overstort Nijmansedijk VGS 2.0

13110

Bronckhorst

Achter-Drempt

BBL Achter-Drempt

AD011f

BBV00001

209.838

448.776

8,67

Bermsloot Zomerweg

Bronckhorst

Baak

BBL Molenweg Baak

3110-55

BBV00001

212.315

454.735

7,80

Bakerwaardse Laak

Bronckhorst

Halle

BBB Westerhofskamp Halle

9040E

BBV00001

226.455

444.908

18,22

WRIJ sloot langsPluimersdijk Halle

Bronckhorst

Hengelo

BBL Beukenlaan

HE2018

BBV00002

218.700

452.015

12,35

Afw. van Langeler

Bronckhorst

Hengelo

BBL de Dreef (Hengelo)

510

BBV00003

218.636

451.162

12,30

Oosterwijksevloed

Bronckhorst

Hengelo

BBB Banninkstraat

HE71

BBV00001

217.765

451.684

11,81

Averencklaak

Bronckhorst

Hengelo

Overstort Zelhemseweg VGS 2.0

HEH31

Bronckhorst

Hoog-Keppel

BBL Burg. Vrijlandweg Hoog-Keppel

HK052C

BBV00001

210.549

446.528

10,64

Bermsloot Vrijlandweg

Bronckhorst

Hummelo

BBB Hennendalseweg

HU116

BBV00001

213.207

446.214

9,62

De Weppel

Bronckhorst

Hummelo

Gouden Karper

HU.019O

Bronckhorst

Steenderen

BBL Bronkhorsterweg

1300.33

BBV00003

209.517

453.650

8,01

Heeckerenslaak

Bronckhorst

Vorden

BBB Zutphenseweg 273 BBV00004 0

273

BBV00004

0

0

10,20

Bronckhorst

Zelhem

BBB Halseweg 5990

5990

BBV00004

221.766

446.870

15,95

sloot bij BBB Halseweg

Doesburg

Kern

Naam

Code

Meetsys.

X

Y

mNAP

Loost op

Doesburg

Overstort R1 Ijssel

9

OVS00001

206.084

447.937

8,65

Bleekersgracht

Doesburg

Overstort Brandweer

193

OVS00002

206.462

447.233

10,09

Looiersgracht zuid

Doesburg

Stadswerf (overstort 401, de ooij)

401

OVS00003

206.545

446.792

8,65

Kwelsloot De Ooi

Doesburg

Forsytiastraat (de ooij)

426

OVS00004

206.969

446.793

8,65

Vijver De Ooi

Doesburg

Koppelweg (451)

451

OVS00005

207.116

446.513

8,59

Kwelsloot De Ooi

Doesburg

BBB Panoven

292

BBV00001

206.830

448.104

8,36

De Fles

Doesburg

BBB Koepoortwal

BBV00002

206.018

447.644

10,52

Bleekersgracht

Rheden

Gemeente

Kern

Naam

Code

Meetsys.

X

Y

mNAP

Loost op

Rheden

Velp

Overstort Waterstraat

22.OP1198

zie BRP

195.386

444.469

10,00

Singel Waterstraat/Broekstraat

Rheden

Velp

Overstort Talingsingel

22.OP55

zie BRP

196.161

444.281

9,50

Talingsingel

Rheden

Velp

Overstort Biljoen

22.2095

zie BRP

196.675

444.881

9,73

De Hank/IJssel/singel Lath.Veerweg

Rheden

Velp

BBB Larensteinselaan

22.OP61BBB

zie BRP

194.454

444.600

10,30

Watergang langs A12

Rheden

Velp

BBB Kennedylaan

22.OP60BBB

zie BRP

195.617

444.864

10,46

Vijvers Kennedylaan

Rheden

Velp

Overstort De Beemd VGS

22.OP25

zie BRP

196.374

444.163

9,45

Sloot Gildestraat

Rheden

Velp

Overstort De Beemd VGS

22.OP27

zie BRP

196.116

443.981

9,45

Sloot Gildestraat

Rheden

Velp

Overstort De Beemd VGS

22.OP29

zie BRP

196.193

443.894

9,45

Sloot Markweg

Rheden

Velp

Broekstraat

22.1193

zie BRP

195.386

444.320

9,50

Singel Broekstraat

Rheden

Velp

Aalscholversingel/Talingsingel

22.2461

zie BRP

195.914

444.128

9,50

Talingsingel

Rheden

Velp

Talingsingel

22.OP56

zie BRP

196.359

444.476

9,50

Talingsingel

Rheden

Velp

Rietganssingel

22.1741

zie BRP

196.447

444.659

9,50

Rietganssingel

Rheden

Rheden

BBB Laakweg

10.OP965

zie BRP

199.996

446.693

10,00

IJssel

Rheden

Rheden

BBB Haverweg

10.OP06

zie BRP

198.549

445.971

10,88

IJsselsingel/Kanovijver

Rheden

Rheden

Overstort IJsselsingel

10.EOP943

zie BRP

199.526

446.037

11,30

IJsselsingel/Kanovijver

Rheden

Rheden

Overstort Brinkweg

10.OP5

zie BRP

197.712

446.370

12,87

Spoorsloot

Rheden

Rheden

Overstort Stationsweg

13.PP03

zie BRP

200.681

447.822

16,25

Nooduitlaat Ijssel

Rheden

De Steeg

Overstort Oversteeg

13.OP31

zie BRP

201.321

447.871

12,30

IJssel

Rheden

De Steeg

Overstort Oversteeg

13.OP19

zie BRP

201.204

447.914

12,30

IJssel

Rheden

De Steeg

Overstort Oversteeg

13.38

zie BRP

201.633

447.994

11,50

Nooduitlaat op watergang

Rheden

Ellecom

BBL Hofstetterlaan

04.167

zie BRP

203.667

449.570

8,96

IJssel

Rheden

Dieren

Overstort Lagestraat

00.OP11

zie BRP

204.574

450.756

10,00

IJssel

Rheden

Dieren

Overstort Imboslaan

01.OP973

zie BRP

204.127

452.671

14,00

Apeldoorns Kanaal

Rheden

Dieren

Overstort Kanaalweg

01.OP17

zie BRP

204.495

451.984

13,71

Apeldoorns Kanaal

Rheden

Dieren

BBB Iepenhof

01.OP06

zie BRP

203.680

453.168

12,53

Vijver Dieren noord-oost

Rheden

Dieren

Rinaldostraat VGS

01.OP16

zie BRP

203.897

452.908

14,39

Bermsloot Brg. de Bruinstraat

Rheden

Spankeren

BBL Overweg

03.OP31

zie BRP

204.971

452.227

11,65

Spoorsloot

Rheden

Spankeren

Overstort Dorpsweg VGS

03.OP1764

zie BRP

205.152

452.486

10,15

Spoorsloot

Rheden

Spankeren

De Timp VGS

08.OPH2128

zie BRP

203.831

453.301

12,19

Sloot Kappersweg

Rheden

Laag Soeren

BBL Boerhavelan

05.OP02

zie BRP

202.559

454.764

13,08

Soerense Beek (beh.bied WVV)

Rijn en IJssel

Kern

Naam

Code

Meetsys.

X

Y

mNAP

Loost op

Olburgen

Effluentlozing Olburgen

-

-

207.200

450.800

IJssel

-

Nooduitlaten

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Geen nooduitlaten in tr.systeem

Rwzi

Rwzi Olburgen ligt oostelijk van Dieren en ten noorden van Doesburg, aan een zijtak van de IJssel:

“Het zwarte Schaar”. Het is een biologische zuivering met 2 voorbezinktanks en 5 nabezinktanks. De zuivering heeft een capaciteit van 1.550 m3/uur (dwa) tot 5.100 m3/uur (rwa).

afbeelding binnen de regeling

Bij de rwzi stroomt het afvalwater stroomt via twee stappenroosters en een zandvanger naar twee voorbezinktanks. Hierna is er een inprik van industrieel afvalwater en gaat het afvalwater naar de beluchtingstank. Hier komt ook het afvalwater terecht van de awzi Waterstromen. Dit is een industriële zuivering die het afvalwater van aardappelverwerkende producent Aviko verwerkt. Na de beluchtingstank stroomt het gezuiverde water naar een vijftal nabezinktanks, waarna het als effluent op de IJssel wordt geloosd.

De huidige belasting van de rwzi is groter dan de ontwerpbelasting. Maar de watertemperatuur in de beluchtingstanks is ook hoger dan de ontwerptemperatuur. Hierdoor heeft de rwzi een (fors) hogere biologische capaciteit en voldoet de rwzi aan de lozingseisen, ondanks de grote belasting.

Streefwaarden wateroverlast

Bij de ambities over wateroverlast maken we onderscheid in verschillende risico’s, zoals hinder, overlast en schade. Dit rapportdeel bevat de voorlopige streef- waarden en de toelichting daarop.

Bij de stresstesten in 2018-2019 bekijken we of bijstellingen nodig zijn, uit oogpunt van haalbaarheid en afstemming op de nationale richtlijnen die voor de stresstesten ontwikkeld worden.

Gemeente Rheden gebruikt niet de kansen uit de streefwaardentabel, maar weegt de risico’s af in het beheerproces gebaseerd op asset management.

Gebieden

Buien en kansen

Streefwaardentabel

Gebieden

Streefwaarden kunnen verschillen per gebied, bijvoorbeeld vanwege de schadegevoeligheid van bepaalde wijken of gebouwen. Vooralsnog zijn streefwaarden gegeven voor woongebieden, bedrijfsterreinen, winkelgebieden en extra- schadegevoelige locaties.

Buien en kansen

Een kleine regenbui komt vaak voor, een wolkbreuk gelukkig maar zelden. Hoe zwaarder de bui, hoe kleiner de kans daarop. De streefwaarden zijn uitgedrukt in buien en dus ook kansen. Bijvoorbeeld: als overlast alleen mag voorkomen bij een grote intense bui, dan is dat hetzelfde als: de kans op overlast mag maximaal 18% zijn (per jaar).

In de tabel hiernaast staan de buien en kansen die we hebben gebruikt bij de streefwaarden.

Streefwaardentabel

Op het volgende blad staat de tabel met streefwaarden. Voor vijf situaties is aangegeven vanaf welke bui die situatie mag voorkomen.

Tabel 2 Regenbuien en kans op voorkomen

afbeelding binnen de regeling

Tabel 3 Streefwaarden wateroverlast (voorlopig)

afbeelding binnen de regeling

Hoe moet u de tabel lezen?

We kunnen niet voorkomen dat hinder, overlast en soms zelfs schade optreedt. Maar we kunnen wel de risico’s verminderen. In de tabel staat hoeveel. Bijvoorbeeld: Hinder definiëren we als “hier en daar grote en diepe plassen die tot max. 1 uur na de regenbui blijven staan”. Elk jaar is er een kans dat dit in uw straat (woongebied) een of meer keer voorkomt. We willen dat die kans 39% of minder is.

Op dezelfde manier zijn de kansen op overlast en schade aangegeven. In woongebieden willen we de kans dat in een jaar overlast in uw straat voorkomt, verminderen tot 18%. Voor schade is dat 5% en voor ernstige schade 1%.

Die 39%, 18%, 5% en 1% lijken willekeurige getallen, maar niet voor waterbeheerders. 39% komt overeen met een bui die gemiddeld eens per twee jaar voorkomt (T=2). Zo’n bui mag tot hinder leiden, maar niet tot overlast. 18% komt overeen met T=5, 5% met T=20 en 1% met T=100, ofwel een bui die gemiddeld eens per 100 jaar voorkomt.

Hoe groot zijn die buien?

De omvang van een bui geven we aan in millimeters. Bij een hevige bui valt er in korte tijd veel millimeters. Tabel 4 toont als voorbeeld de neerslaghoeveelheden voor buien met een duur van 2 uur. Door de klimaatverandering wijzigen die hoeveelheden. Bijvoorbeeld: bij de bui met kans 39% (T=2) valt er in 2 uur 23,6 mm neerslag. Maar door de klimaatverandering wordt dit 30,8 mm in 2085. De kans in 2085 op een bui van 30,8 mm is even groot als de kans op een bui van 23,6 mm in ons huidige klimaat.

Tabel 4 Neerslag in mm bij buien van 2 uur, volgens klimaatscenario WHupper voor regio G

afbeelding binnen de regeling

De ambitie is om aan de streefwaardentabel te blijven voldoen, ook als in de toekomst de buien heviger worden.

Waarom zijn deze risico’s gekozen?

In de streefwaardentabel zijn de kansen op hinder (39%) en overlast (18%) gelijkgesteld aan de ‘normen’ die sinds de jaren negentig veel zijn gebruikt bij hydraulische berekeningen (standaardbuien 8 en 9). Er werd meestal niet getoetst op zwaardere buien. Het is belangrijk om dit wel te doen. De capaciteit van de riolering is nooit toereikend voor hele zware buien. Wateroverlast is dan niet te voorkomen. Maar, met name door bovengrondse maatregelen, kan de schade beperkt worden. Daarom geeft de tabel ook streefwaarden voor de kans op schade. Gesteld is dat de kans daarop maximaal 5% mag zijn (gemiddeld eens per 20 jaar). Zelfs dan moet geprobeerd worden om de schade beperkt te houden. Daarom is ook een streefwaarde voor ernstige schade gegeven. We proberen dan om water via straten en wegen af te voeren naar plaatsen waar het minder kwaad kan. Bij zeer extreme buien zal zelfs dat niet helemaal lukken. We willen de kans daarop beperken tot 1% per jaar.

In winkelgebieden zijn vaak geen trottoirbanden en veel entrees hebben geen drempel. Water-op-straat betekent hier al snel schade. Water geeft geen hinder of overlast, maar direct materiële en/of economische schade. Daarom zijn de streefwaarden voor hinder en overlast in winkelgebied strenger dan in woongebieden.

De laatste kolom in de streefwaardentabel is voor schadegevoelige locaties. Dit zijn plaatsen waar water in gebouwen heel schadelijk is. Voorbeelden zijn ziekenhuizen, gebouwen met extreem dure apparatuur of musea met waardevolle, onvervangbare objecten. Op dergelijke locaties willen we de kans op (ernstige) schade extra klein maken (1% en 0,2%).

Klimaatstrategie

Klimaat

Verbreden samenwerking

Rol watertakenplan

Waterberging

Klimaat

Klimaatontwikkeling komt ontegenzeggelijk op ons af en daar moeten we wat mee. Nu is klimaatverande- ring het best zichtbaar in de vorm van wateroverlast als gevolg van piekbuien maar het betekent meer dan dat. We krijgen waarschijnlijk ook te maken met lange(re) droge perioden. Hiernaast zal door de gemiddeld hogere temperatuur vaker hittestress optreden. Wateroverlast, langere perioden van droogte en hittestress hebben allen hun effecten in de fysieke leefomgeving en daarmee in het sociaal domein. Bij deze effecten kun je denken aan de gezondheidsrisico’s van afvalwater (overstorten en water op straat situaties), droogvallende watergangen, toegenomen sterfte onder ouderen als gevolg van hitte, afstervend groen, stankoverlast, vissterfte, muggen, blauwalg, vuilproppen uit de riolering die na lange droogte in één keer los komen, toenemende waterkwaliteitsproblemen, brandgevaar en nog veel meer ongemakken en schadeveroorzakende problemen.

We weten niet hoe klimaatverandering zich precies zal voltrekken en wat de effecten in de praktijk zijn of hoe erg het allemaal wordt (De richting is helder, de omvang nog niet). We weten wel dat we klimaatverandering niet tegenhouden en dat we ons aan moeten passen.

Verbreden samenwerking

Het in 2013 opgerichte afvalwaterteam Olburgen is vooral ontstaan om invulling te geven aan de opgaven vanuit het BAW. Om te bouwen aan zo’n afvalwaterteam ga je een tijdje intern gericht bezig met je eigen team en eigen opdrachten. Onze minder-meer-opgave hebben we ondertussen gerealiseerd, klimaat is er als urgent aandachtveld bijgekomen en we realiseren ons überhaupt beter dat we met de afvalwaterketen onderdeel zijn van een groter geheel. De afvalwaterketen is nauw verbonden met het oppervlaktewater in de stad. En dat oppervlaktewater is -over de grenzen van de bebouwde kom heen- verbonden met het regionale watersysteem. We willen daarom de afvalwaterketen samenwerking verbreden naar een waterketen samenwerking, en verder naar een gebiedssamenwerking. In concreto betekent dit vanuit het gezichtspunt van het waterschap een verbrede samenwerking richting watersysteem en vanuit het gezichtspunt van de gemeenten richting groen, wegen en RO.

Dit verbreden betekent meer aandacht voor:

  • Waterkwaliteitsdenken (WKS, quickscan stedelijke waterkwaliteit)

  • Afgestemd beheer en onderhoud (stedelijk water)

  • Werken met gezamenlijke streefbeelden (stedelijke water)

  • (wissel)werking watersysteem en afvalwaterketen (kennis delen over hoe het systeem functioneert)

  • Afstemming maatregelen/activiteiten/ingrepen in afvalwaterketen en watersysteem

  • Ruimtelijke inrichting van openbaar gebied en particuliere terreinen

Om dit te realiseren hebben we vanuit het waterschap de watersysteemmensen nodig en vanuit de gemeenten RO-ers en wegen- en groenmensen.

Rol watertakenplan

Met dit watertakenplan willen we een bijdrage leveren aan klimaatadaptatie. Daarbij beseffen we ons dat klimaatadaptatie veel breder is dan de afvalwaterketen en het watersysteem en dat adaptatie dan ook veel breder aangevlogen moet worden. In het watertakenplan kiezen we twee sporen:

  • 1)

    Urgente knelpunten aanpakken

  • 2)

    Een gezamenlijke klimaatstrategie

Ad 1: We hebben inmiddels in beeld waar de knelpunten ten aanzien van water-op-straat zich bevinden. De knelpunten die urgent zijn danwel hoog in risico scoren (voor de gemeenten die hun aanpak baseren op assetmanagement), pakken we de komende jaren aan. Het gaat hier om een aantal projecten die technisch en financieel rendabel uitgevoerd kunnen worden, waarmee we de “grootste risico’s“ opvangen (geenspijt-maatregelen / klimaatbestendige maatregelen). Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn:

  • Afkoppelen en infiltreren Lentsesteeg, Rheden;

  • Rioolverruiming Middellaan-Gravin Adalaan, Velp;

  • Afkoppelen kern en provinciale weg, Voor- Drempt;

  • Aanpassingen en afkoppelen Zuivelhof, Vorden.

Ad 2: Het klimaatvraagstuk vraagt om integrale oplossingen. Deze kunnen we als watermensen niet alleen bedenken. We willen daarom een gezamenlijke klimaatstrategie opstellen die vertrekt vanuit de fysieke leefomgeving en die aansluit bij het klimaatbeleid dat Rheden en WRIJ al ontwikkeld hebben. ‘Strategie’ is daarbij iets dat een stapje concreter is dan beleid met een tastbaar handelingsperspectief. Dat wordt niet perse een ‘gezamenlijke’ strategie, het kunnen ook verschillende strategieën -afgestemd op de verschillen in onze gebieden- zijn die onderling met elkaar samenhangen. Ook hierbij geldt dat we RO-mensen, groen- en wegenmensen en ook watersysteemmensen moeten meedenken. Het betrekken van burgers en bedrijven is een wezenlijk onderdeel van deze strategie.

Waterberging

Om stedelijke ontwikkelingen waterneutraal te maken is berging nodig van circa 83,4 mm. Dit getal is gebaseerd op de meest recente inzichten (KNMI-scenarios), maar is niet in vastgesteld beleid opgenomen. Het is wel een vertrekpunt voor overleg tussen initiatiefnemers, gemeente en waterschap. over de wijze waarop berging (t.a.v. riolering) en retentie (t.a.v. het watersysteem) in zo’n nieuw initiatief wordt ingevuld, rekening houdend met het kostenveroorzakersprincipe en de trits vasthouden, bergen, afvoeren. Uitgangspunt is ook dat er voor ruimtelijke initiatieven geen standaard oplossingen zijn, het betreft altijd het samen zoeken naar mogelijkheden, afhankelijk van de lokale situatie.

De afvalwaterketenpartners (waterschap en gemeenten) zijn het er over eens dat wanneer een initiatief/ontwikkeling/wijk, niet op een klimaatverantwoordelijke manier kan worden ingepast en op een klimaatrobuuste manier kan worden gebouwd, zij hier dan geen medewerking aan zullen verlenen.

Duurzaamheid en innovatie

Samenhang met thema klimaat

Rol Watertakenplan Olburgen

Samenhang met thema klimaat

Naast ‘Klimaatverandering’ zijn ‘duurzaamheid’ en ‘innovatie’ belangrijke pijlers onder onze visie als Afvalwaterteam. Al deze begrippen hangen met elkaar samen: niet alleen ons klimaat veranderd, ook de middelen en grondstoffen die wij tot onze beschikking hebben zijn eindig. Dat betekent dat als wij ons willen voorbereiden op een veranderend klimaat, we dit op een wijze en met middelen moeten doen, waarmee we de toekomstige generaties niet met problemen opzadelen.1 Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het kiezen van materialen met een lange levensduur, aan materialen waarvan we geen schaarste verwachten in de toekomst, materialen die met relatief weinig energie-input weer als grondstof kunnen dienen. Of aan methoden en/of technieken waarmee we het functioneren van de (afval)waterketen zo energiezuinig mogelijk kunnen inrichten. Of er zelfs energie uit kunnen winnen.

Het is goed om in ogenschouw te houden dat technieken zo’n beetje met het jaar veranderen en verbeteren: iets wat eerst slechts ‘experimenteel’ was, kan binnen enkele jaren beproefde technologie zijn. Dat heeft ook impact op de manier waarop wij als ketenpartners ons werk moeten inrichten: het betekent bijvoorbeeld het actief volgen van de ontwikkelingen, het investeren in pilotprojecten en het continue heroverwegen van onze werkwijzen.

Rol Watertakenplan Olburgen

‘Duurzaamheid’ en ‘innovatie’ zijn -gelukkig!- geen begrippen die exclusief aan de (afval)waterketen zijn voorbehouden. Alle partners in het Watertakenplan Olburgen hebben op dit thema al eigen beleid geformuleerd. Gemene deler daarin is in de eerste plaats het streven naar reductie van de uitstoot van CO2 (op weg naar energieneutraliteit) door het besparen van energie en de transitie naar andere, duurzamere vormen van energie. Bijvoorbeeld energie uit zon, wind of biomassa. Daarnaast wordt door de ketenpartners ingezet op duurzame inkoop, waarbij sociale (o.a. fairtrade) en milieuaspecten nadrukkelijk worden meegenomen. Specifiek voor civiele werken wordt door de gemeenten in projecten gebruik gemaakt van de methode ‘duurzaam GWW’. Alle ketenpartners omarmen de principes van de ‘circulaire economie’ en geven daar uitvoering aan in hun activiteiten en projecten. Waterschap Rijn en IJssel zet tot slot sterk in op het terugwinnen van grondstoffen. Hun zuiveringsinstallaties bieden de mogelijkheden om dit rendabel te doen. Zo wordt op de RWZI Zutphen NEO-alginaat gewonnen uit het zuiveringsslib; een grondstof die onder andere gebruikt kan worden om papier en karton waterafstotend te maken. Op de RWZI Olburgen wordt fosfaat teruggewonnen uit het afvalwater die vervolgens opgewerkt wordt tot een hoogwaardige meststof. In ons ‘Visiedocument afvalwaterketen Olburgen 2030’ hebben wij aangegeven dat wij de komende jaren met name in zullen gaan zetten op een energieneutrale (afval)waterketen en verdere terugwinning van grondstoffen (en energie) uit de (afval)waterketen. En dat wij het toepassen van innovatieve technieken en methoden zowel binnen ons eigen afvalwaterteam als in de regio op de agenda zullen gaan zetten. Het bestaande beleid van alle ketenpartners biedt ons voldoende aanknopingspunten om dit te gaan doen. Onze focus in de planperiode zal dan ook liggen op het zoeken naar situaties en (pilot) projecten om deze doelstellingen binnen de (afval)waterketen concreet te maken. We willen daarin zoveel mogelijk gebruik maken van elkaars kennis en leren van elkaar ervaringen.

Aanpak afkoppelen

Combineren in projecten

Particulier terrein

Afkoppelassistent

Combineren in projecten

Afkoppelen in bestaand gebied is een ingrijpende maatregel. Om kosten te besparen en overlast te beperken doen we het afkoppelen zoveel mogelijk in combinatie met andere projecten en werkzaamheden. De meest voorkomende combinatie is rioolvervanging en afkoppelen. Het afkoppelen is lang niet altijd de aanleiding. Bij omvangrijke projecten in het openbaar gebied, bekijken we of ook kan of moet worden afgekoppeld.

Evenzo gaan we in 2018-2019 met de provincie overleggen of en hoe de provincie haar wegen afgekoppelt bij de eerstvolgende wegrenovatie.

Particulier terrein

Een groot deel van het verharde oppervlak (daken en verhardingen) ligt op particuliere percelen. Het is wenselijk om ook die oppervlakken van de gemengde riolering af te koppelen. In bestaand gebied is dit moeilijker dan in nieuw gebied. De gemeente heeft de medewerking en hulp van bewoners en bedrijven nodig.

De voorzijde van woningen kan worden meegenomen als de straat wordt afgekoppeld. We noemen dit ‘meekoppelen’. De gemeente gaat dit doen bij de afkoppelprojecten die de komende jaren worden uitgevoerd. Tot en met 2022 gebeurt dit opkosten van de gemeente. De achterzijde van woningen is vaak moeilijk bereikbaar voor de gemeente. Ook kan er meestal geen afvoerleiding naar de straat worden gelegd. Aan de achterzijde kunnen bewoners zelf het regenwater afkoppelen en infiltreren in de tuin. Gemeente Bronckhorst start een subsidieregeling voor afkoppelen door bewoners en bedrijven.

Afkoppelassistent

Het realiseren van de afkoppelambitie vergt een forse inspanning. Dat geldt voor de gemeentelijke afkoppelprojecten, maar ook voor het afkoppelen door bewoners en bedrijven. We gaan een afkoppelassistent inzetten die helpt met de organisatie en met het voorlichten, stimuleren en adviseren van bewoners en bedrijven. We denken dat de ervaringen bij het ene project helpen in het volgende project. De afkoppelassistent moet deze ervaring opbouwen, gebruiken en verankeren in de gemeentelijke organisatie. Ook kunnen voorlichtingsmateriaal en rekenhulpmiddelen worden verbeterd en hergebruikt.

Aanpak onderhoud, reiniging en inspectie

Samenhang

Werkwijze Bronckhorst

Samenhang

Voor rioolinspecties met een rijdende camera moeten de riolen eerst gereinigd worden. Daarom worden inspecties en reiniging op elkaar afgestemd. De inspectieresultaten zijn bedoeld voor het beheer en onderhoud, waaronder afweging en planning van rioolvernieuwingen. De inspectiestrategie is dan ook afhankelijk van de werkwijze die de gemeente hanteert bij het rioleringsbeheer. Hetzelfde geldt voor het klein en groot onderhoud en rioolvervangingen.

Werkwijze Bronckhorst

Onderhoud, reiniging en inspectie van de riolen is verdeeld in:

  • vrijvervalriolering (voornamelijk in de kernen)

  • en de mechanisch riolering (voornamelijk drukriolering in het buitengebied).

Vrijvervalriolering

Voor de vrijvervalriolering wordt de noodzaak en de vorm van onderhoud (reparatie, renovatie of vervanging) gebaseerd op inspecties (kwaliteit) en de hydraulische noodzaak (capaciteit). Ook kunnen calamiteiten aanleiding voor (correctief) onderhoud zijn. Een extreem voorbeeld daarvan is instorting van een riool.

Mechanische riool

Voor de mechanische riolering wordt elk jaar 1 of 2 keer een onderhoudsronde gemaakt, waarbij de installaties ook worden geïnspecteerd. Groot onderhoud (geheel of gedeeltelijke vervanging) wordt ook hier gebaseerd op de inspectieresultaten. Het enige dat niet geïnspecteerd kan worden zijn de persleidingen. Voor dit onderdeel zijn we afhankelijk van signalen als sterk teruglopende capaciteit, optredende verstoppingen of water dat boven een leiding op maaiveld komt te staan.

Reiniging

Ieder jaar wordt een deel van de vrijvervalriolering gereinigd, al dan niet in combinatie met de inspectie. De reiniging wordt per kern opgepakt. Bij kleinere kernen worden er meerdere kernen per jaar aangepakt. Extra aandacht wordt besteed aan de randvoorzieningen, de extra vuile riolen uit de vorige ronde en de riolen die geïnspecteerd moeten worden. De gemeente overweegt om een vooropname te doen door middel van putvideo om zo de noodzaak van reinigen en inspectie in beeld te brengen. De gemeente Bronckhorst streeft er naar om 1 keer per 7 tot 10 jaar een ronde te maken. Objecten van de mechanische riolering worden momenteel nog 1 tot 2 keer per jaar gereinigd, de persleidingen alleen bij sterke afname van de capaciteit.

Inspectie

Ieder jaar wordt een deel van de vrijvervalriolering geïnspecteerd. De gemeente Bronckhorst wil alle riolen die ouder zijn dan 40 jaar of die bij een vorige beoordeling een matige score kregen, ieder 7 tot 10 jaar inspecteren. Daarbij krijgen ook de riolen rondom inprikpunten van de drukriolering extra aandacht. Zoals genoemd bij de reiniging, wordt een vooropname door middel van putvideo overwogen.

Aanpak rioolvernieuwing

Wat is rioolvernieuwing?

Toestand van riolen

Vernieuwingsplannen

Risicogestuurd beheer

Wat is rioolvernieuwing?

Het in stand houden van de riolering is een groot onderdeel van de rioleringszorg en het grootste deel van de rioolheffing wordt hieraan besteed.

Doelmatigheid heeft prioriteit.

Het is niet kostenefficiënt om gebrekkige riolen altijd te vervangen. Soms volstaan reparaties en soms is renovatie (relining) doelmatiger. Daarnaast wordt de planning van vervangingen afgestemd op andere projecten en maatregelen, zodat de werkzaamheden gecombineerd kunnen worden. Dit bespaart geld en vermindert de overlast voor bewoners. Het geheel van rioolreparaties, renovaties en vervanging wordt aangeduid met de term rioolvernieuwing.

Toestand van riolen

Gedurende de levensduur gaat de toestand van een riool achteruit. Hoe snel dit gaat is afhankelijk van allerlei factoren, zoals het materiaal, soort ondergrond, verkeersbelasting en samenstelling van het water. Dit wordt vastgesteld met rioolinspecties. Naarmate de toestand achteruit gaat, ontstaan er meer risico’s op het falen of bezwijken van het riool. De ‘kunst’ van doelmatige rioolvernieuwing is het op tijd ingrijpen, vlak voor de risico’s te groot worden.

Vernieuwingsplannen

Eerdere GRP’s werden gebaseerd op lange termijn rioolvervangingsplannen, die vaak uitgingen van de theoretische levensduur van riolen. Tegenwoordig baseren we de plannen op inspectiegegevens, en situatieafhankelijke restlevensduurmodellen. En, zoals hierboven vermeld, is het niet altijd nodig een riool te vervangen. Soms volstaan reparaties of relining. We spreken daarom van vernieuwingsplan in plaats van vervangingsplan.

Voor Bronckhorst is de kostenplanning lager geworden doordat deze is gebaseerd op het risicogestuurde vernieuwingsplan, opgesteld met Rasmariant. Zie ook lagere kosten dan in het oude rioolvervangingsplan.

Risicogestuurd beheer

De gevolgen van een calamiteit, zoals instorten van een riool, zijn niet voor elke rioolstreng gelijk. De kenmerken, functie en omgeving bepalen de ernst van de gevolgen. In het risicogestuurd beheer worden de ernst en kans op falen meegewogen. De keuzes over vernieuwing zijn mede afhankelijk van het gewenste kwaliteitsniveau (acceptabele risico’s). Zo kan het zijn dat bij riolering in een winkelcentrum minder risico’s worden geaccepteerd dan in een woonwijk. Of dat er bij riolen onder een ontsluitingsweg er minder risico op verzakking mag zijn dan bij riolen onder fietspaden. Bij het risicogestuurd beheer worden deze aspecten meegewogen en verwerkt in de vernieuwingslanning.

Aanpak gegevensbeheer

Rioleringsbeheergegevens

Rioleringsbeheergegevens

Beheerders moeten al hun (ondergrondse) kabels en leidingen (waaronder ook riolen) digitaal beschikbaar hebben en aanbieden als het Kadaster daarom vraagt. Dit is vastgelegd in de Wet informatie- uitwisseling ondergrondse netten (WION).

Naast deze verplichting is het bijhouden van gegevens noodzakelijk om goede plannen en keuzes te kunnen maken, werkzaamheden voor te bereiden en hydraulische berekening te maken. De gegevens van de riolering worden bijgehouden in een rioleringsbeheerprogramma. Tegenwoordig gebeurt dit volgens vastgelegde standaarden (GWSW).

De beheergegevens zijn momenteel grotendeels op orde en naar verwachting eind 2018 volledig actueel. Daarnaast is Bronckhorst aangesloten op het regionaal meetsysteem, waarmee meetgegevens en storingsinformatie continu beschikbaar zijn.

Aanpak hydraulische maatregelen

Bronckhorst

Doesburg

Rheden

Waterschap Rijn en IJssel

Bronckhorst

In 2018-2019 maakt Gemeente Bronckhorst een nieuw basisrioleringsplan, op basis van nieuwe hydraulische berekeningen. Mogelijk wordt dit gecombineerd met de stresstesten. Op basis van de nieuwe berekening wordt bekeken welke hydraulische maatregelen nodig zijn.

Doesburg

In het voorjaar van 2016 leidde een hevige regenbui tot wateroverlast op meerdere plaatsen in het centrum van Doesburg. Op enkele locaties liep het water de woningen binnen. Gemeente Doesburg heeft onderzocht of en hoe de deze schades en overlast in de toekomst kan worden voorkomen. Aan de hand van hydraulische berekeningen (computersimulaties) zijn mogelijke verbeteringsmaatregelen bepaald.

Uit de berekeningen blijkt dat er bij hevige neerslag veel opstuwing optreedt, zowel in de riolering als in de watergangen. Verder blijkt dat de externe overstort ‘Brandweer’ relatief snel in werking treedt. Dit is niet wenselijk omdat deze overstort geen randvoorziening heeft.

Bij het bepalen van maatregelen is zoveel mogelijk rekening gehouden met reeds voorgenomen werkzaamheden aan riolen en duikers. En er is onderscheid gemaakt in maatregelen voor de korte en lange termijn.

Korte termijn

De oplossingen op korte termijn moeten gezocht worden in het vergroten van de afvoercapaciteit van riolen en duikers, afkoppelen van regenwater en het ontlasten van de externe overstort Brandweer. In de komende planperiode worden de volgende maatregelen uitgevoerd:

  • Verwijderen duiker Panoven en vervangen door brug (in uitvoering, 2017);

  • Vergroten zestal duikers in de stadsgrachten (in voorbereiding);

  • Aanleg wadi Waterstraat en Meipoortwal;

  • Vervangen riolering Hoogestraat en aanleg regenwaterafvoer;

  • Vergroten riolen Meipoortstraat bij rioolvervanging (tussen de Bergstraat en de F.D. Roosveltsingel van 300/450 mm naar Ø 800 mm);

  • Vergroten riolen Bergstraat bij rioolvervanging (tussen Meipoortstraat en Gasthuisstraat van 400/600 mm naar Ø 600 mm)

  • Tijdelijk verlagen externe drempel BBV Koepoortwal (van NAP +10,76 m naar NAP +10,52 m)

  • Verlagen interne drempel stuwput Meipoort (van NAP +10,10 m naar NAP +9,80 m)

  • Aanbrengen van een in hoogte verstelbaar mes op externe overstortdrempel Brandweer.

(Middel)lange termijn

Een structurele en duurzame maatregel tegen de wateroverlast is het afkoppelen van verhard oppervlak van de gemengde riolering. Daarvoor wordt in de komende planperiode een hoofdstructuur voor het afvoeren van hemelwater ontwikkeld, zogenaamde blauwe aders. Door deze hoofdstructuur ontstaan de benodigde afvoermogelijkheden voor afkoppelen in de kern Doesburg.

Meten en sturen

Met het meet- en beslissysteem van Doesburg wordt informatie verkregen over de werking van de riolering bij neerslag. Deze informatie is nodig voor het bepalen en verifiëren van de maatregelen. Daarnaast zorgt het systeem voor aansturing van de riolering (regelschuiven). Het systeem is recent geïntegreerd met het regionaal meetsysteem RMRIJ. Het wordt verder verbeterd met de volgende maatregelen:

  • Monitoren externe overstort Brandweer

    Bij het stapsgewijs verhogen van de drempel van externe overstort Brandweer wordt de komende planperiode gemonitord of de overstortingsfrequentie afneemt en de wateroverlast niet toeneemt.

  • Controleren en verbeteren metingen

    Bij de controle van het hydraulische rekenmodel zijn mogelijk foute meetwaarden en/of tijdlabels geconstateerd in het regionaal meetsysteem. In de komende planperiode worden deze metingen gecontroleerd en waar nodig verbeterd.

  • Aanvullen metingen

    Voor meer inzicht in het functioneren van het stedelijk oppervlaktewatersysteem wordt in de komende planperiode een niveaumeting toegevoegd achter de externe drempel van BBV Koepoortwal.

  • Optimaliseren meet- en beslissysteem

    Uit de hydraulische berekeningen blijkt dat het meet- en beslissysteem van Doesburg niet optimaal functioneert. Er kan meer worden bereikt met de sturing. In de komende planperiode wordt dit binnen het regionaal meetsysteem Rijn en IJssel nader onderzocht en verbeterd.

Rheden

(samenvatting BRP)

Het recent opgestelde BRP geeft inzicht in het risico op wateroverlast vanuit de gemengde rioolstelsels, de meest doelmatige maatregelen en de kosten daarvan. Het resultaat van berekeningen met het rioolmodel blijkt goed overeen te komen met de daadwerkelijk opgetreden wateroverlast.

In het vorige BRP zijn maatregelen opgesteld om wateroverlast en vuiluitworp te verminderen. Een deel van deze maatregelen is nog niet uitgevoerd en zal in de komende planperiode uitgevoerd moeten worden. De kosten van de nog niet uitgevoerde maatregelen zijn geraamd op ruim 3,3 miljoen euro.

Wateroverlast

Per wateroverlast locatie zijn maatregelen voorgesteld waarmee het risico op wateroverlast voldoende verlaagd wordt, ook voor 2050, als door klimaatverandering de kans op extreme neerslag verder is toegenomen. De totale kosten zijn geraamd op ruim 17 miljoen euro (incl. 3,3 miljoen van de nog niet uitgevoerde maatregelen vanuit het vorige BRP), waarvan 12 miljoen nodig is om maatregelen te nemen op de meest urgente locaties. Uit de berekeningen en waarnemingen blijkt dat met name de gebieden direct ten noorden van de spoorlijn in Velp en Dieren gevoelig zijn voor wateroverlast. Dit is te verklaren door de aanwezigheid van een relatief hooggelegen spoorbaan en een beperkt aantal afvoerleidingen daaronder, in combinatie met een aanzienlijke helling in het terrein.

De maatregelen tegen wateroverlast concentreren zich voornamelijk op deze probleemgebieden.

Vuiluitworp

De meeste kernen in de gemeente Rheden voldoen in de plansituatie aan de richtlijn van de vuiluitworp van 50 kg CZV/jaar/ha. Alleen in Dieren is de vuiluitworp ongeveer een derde hoger dan de richtlijn. De vuiluitworp is echter voornamelijk op de IJssel, waar geen waterkwaliteitsknelpunt optreedt. In Velp zijn wel knelpunten met de waterkwaliteit.

Aanbevolen wordt daarom om te investeren in het verbeteren van de waterkwaliteit in Velp. Hiervoor zijn reeds maatregelen in het watersysteem zelf ontwikkeld, in het kader van het waterkwaliteitsspoor. Verder is met de waterkwaliteitsbeheerders, de waterschappen Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe en Rijkswaterstaat afgesproken om de in het vorige BRP aangegeven, maar nog niet uitgevoerde maatregelen, zo spoedig mogelijk te realiseren. Dit houdt o.a. in het toepassen van regelbare schuiven in Velp en Dieren. Door het in de toekomst uitvoeren van de aangegeven maatregelen tegen wateroverlast (afkoppelen), door het verlagen van de capaciteiten van gemalen Wilgenhof en Spankeren wordt in Dieren toch voldaan aan de richtlijn van de vuiluitworp.

Duurzaamheid

Om het gemengde rioolstelsel van Velp minder te belasten en om te voorkomen dat er onnodig schoon regenwater naar RWZI Nieuwgraaf wordt gepompt, wordt aanbevolen om VGS De Beemd om te bouwen naar veen VGS 2.0. Hierbij wordt er niet meer geloosd op het gemengde rioolstelsel, maar wordt het lozingspunt van het bestaande gemaal verlegd naar een nog aan te leggen bodempassage. Vanuit de bodempassage kan het water vervolgens op het oppervlaktewater systeem van de Beemd aangesloten worden. De gemeente en het waterschap werken samen uit of en op welke manier het systeem omgebouwd wordt en wat voor een effect dat heeft op de waterkwaliteit van het ontvangende water.

Het parallelbergbezinkbassin (PBBR) in Rheden lijkt niet optimaal te functioneren. Gemeente en waterschap zullen samen onderzoeken of dat het geval is, wat de gevolgen voor de waterkwaliteit zijn en wat de meest geschikte oplossing is. Zij maken de komende planperiode afspraken over de nadere uitwerking en bekostiging.

Grondwater

In (nieuw) Velp zuid is een drainagesysteem in aanleg waar nog een deel van moet worden gerealiseerd. Behalve ten behoeve van de regulering van de grondwaterstand wordt het stelsel ook gebruikt om hemelwater van een deel van de wijk te infiltreren en bij hevige regen af te voeren op de singels. Het betreft een zgn. DIT-riool, d.w.z. drainage-infiltratie-transportriool.

Maatregelen

Uit de berekeningen, beschrijving van het systeem, de wateroverlast- en vuiluitworpberekeningen zijn de problemen geanalyseerd en oplossingen bedacht.

Deze bestaan uit hydraulische en ruimtelijke maatregelen. De maatregelen uit het BRP zijn nodig om het (hydraulische) probleem (water op straat of erger) op te lossen. Daarnaast is er vanuit het assetmanagement gekeken naar de oplossingen en met risicogestuurd beheer een nadere afweging gemaakt van het BRP-maatregelpakket. In de volgende afbeelding is de werkwijze schematisch weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

De bepaling van de maatregelen en de prioritering wijken af van die van het gefilterde bestand van maatregelen. De laatste is kleiner dan het maatregelenpakket uit het BRP omdat gekeken is naar het nut en de verhouding kosten / risicovermindering.

Het bedrag voor in de planperiode gekozen maatregelen om wateroverlast aan te pakken is ca. € 6,2 miljoen (zie bijlage 2). In de planperiode tot en met 2021 wordt € 3,93 miljoen besteed en in de 13 jaren daarna nog eens € 2,3 miljoen.

In de wateroverlastberekeningen van het BRP is niet al het onverharde oppervlak meegenomen. Hierdoor kan in de toekomst wateroverlast voorkomen die nu niet is voorzien. Daarom is in het GRP rekening gehouden met enkele toekomstige, nog nader in te vullen maatregelen vanaf 2038.

Daarnaast staat in het BRP een bedrag voor maatregelen, gespecificeerd in bijlage 1, die in het vorige BRP zijn opgenomen en nog niet zijn uitgevoerd. Dit omvat ook maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van o.a. wateroverlast en in voorbereiding zijn. Deze maatregelen zijn zowel ter voorkoming van wateroverlast als oppervlaktewater- verontreiniging. De kosten hiervoor zijn geraamd op € 3,3 miljoen.

De som van de kosten van alle maatregelen voor de hele gemeente is € 6,46 miljoen t/m 2021. De resultaten zijn verwerkt in het programma van dit WTPO.

Waterschap Rijn en IJssel

Rwzi Olburgen wordt volledig belast en functioneert naar behoren. Voor de komende jaren zijn geen hydraulische maatregelen voorzien.

Aanpak gezamenlijke acties

In dit rapportdeel staan omschrijvingen van de gezamenlijke acties en maatregelen uit het WTPO-programma. Door de omschrijvingen hebben gemeenten en waterschap de ideeën en betekenis van de acties met elkaar afgestemd.

Beheer en doorlopende acties

Communicatie en stimuleren

Onderzoek en planvorming

Beheer en doorlopende acties

Afstemmen ruimtelijke initiatieven (3)

planning:

doorlopende activiteit

deelnemers:

allen

kosten:

€ 0,-

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 4.1-2

    Voortzetten en mogelijk intensiveren structurele afstemming tussen gemeente en waterschap bij concrete ruimtelijke initiatieven.

Omschrijving

Gemeenten en waterschap zorgen in een vroeg stadium voor afstemming als er plannen ontstaan voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dit gebeurt niet alleen om nadelige effecten voor water te voorkomen, maar ook om vroegtijdig kansen voor water en klimaatadaptatie te ontdekken.

Aangezien projecten en initiatieven meestal niet over de gemeentegrenzen heen gaan ligt afstemming tussen de gemeenten afzonderlijk en het waterschap het meest voor de hand. Dit neemt niet weg dat leren van elkaar hier logisch is.

Het is nodig om op het gebied van afstemmen aan een cultuurverandering te werken.Het gaat om bewustwording over en weer dat we elkaar nodig hebben en om investeren in relaties. Er zijn verbeteringen op drie niveaus nodig:

  • Verbetering van de afstemming bij het waterschap intern en bij gemeenten intern

  • Verbetering van de afstemming tussen gemeente en waterschap

  • Verbetering van de afstemming op het niveau van de zuiveringskring

De afstemming kan gestructureerder, bijvoorbeeld op basis van een kaart. Afstemming moet eerder in het proces plaatsvinden, liefst al op de tekentafel bij de stedenbouwkundige.

Uitgangspunt is verbinding tussen keten-systeem, groen, wegen en RO. Het afvalwaterteam houdt wat dat betreft vast aan het brede overleg met RO-ers en waterbeheer.

Evalueren kostenontwikkeling en herijken besparingsambities (14, 15)

planning:

jaarlijks

deelnemers:

allen

kosten:

€ 0,-

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 6.1-1

    Volgen doelbereik kostenontwikkeling (jaarlijks).

  • Visiedocument 6.1-2

    Evalueren doelbereik en zo nodig herijken ambities.

Omschrijving

Het afvalwaterteam blijft werken van uit het doelmatigheidsprincipe. Tot 2020 rapporteren we jaarlijks aan de koepels over de voortgang in de BAW-opgaven.

Kennisuitwisseling over wateroverlast en klimaatverandering (34)

planning:

vanaf 2018

deelnemers:

allen

kosten:

pm

Bron / aanleiding

  • Idee:

    Uitwisselen van kennis, gebruiken van elkaars expertise en methoden zoals onder andere beschreven in de ‘toolbox’ die is ontwikkeld voor Achterhoek+ voor het omgaan met wateroverlast en klimaatverandering.

Omschrijving

Na de uitvoering van de stresstesten gebruiken we onder meer de toolbox om ideen op te doen over oplossingsrichtingen

Voor elkaar beheren drukriolering (20)

planning:

vanaf 2018

deelnemers:

Bronckhorst, Doesburg en Rheden

kosten:

€ 0,- (netto geen kosten)

Bron / aanleiding

  • Idee:

    Bronckhorst heeft uitzonderlijk veel drukriolering. Hun expertise kan ingezet worden om dagelijks beheer te doen voor drukriolering en IBA’s van Doesburg en/of Rheden.

Omschrijving

Het idee van het gezamenlijk beheer van drukriolering is interessant. In 2018 onderzoeken we of dit goed en doelmatig uit te voeren is. Er ligt hier ook een kans omdat Bronckhorst in 2018 opnieuw moet aanbesteden.

Kennisoverdracht asset management

planning:

vanaf 2018

deelnemers:

allen

kosten:

€ 0,-

Bron / aanleiding

Idee:

Rheden is in 2016 gestart met het opzetten van assetmanagement voor alle assets in haar openbare ruimte. In 2017 is een start gemaakt met de implementatie in de werkprocessen, onder andere door het uitwerken ervan in het nieuwe integrale beheerplan voor de openbare ruimte. Rheden kan deze ervaringen delen met Bronckhorst en/of Doesburg, om de uitwerking en implementatie daar te vergemakkelijken.

Omschrijving

We starten in 2018 met kennisuitwisseling aangezien we overtuigd zijn van de noodzaak van risico en effect gestuurd beheer. De (eventuele) implementatie in Doesburg valt na de planperiode van dit WTPO.

Communicatie en stimuleren

Samenwerken bij communicatie (17, 19, 32, 33)

planning:

vanaf 2018, doorlopend

deelnemers:

allen

kosten:

€ 10.000,- (eenmalig)

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 8.3-3

    Opzetten van een communicatieprogramma over de verantwoordelijkheden in de afvalwaterketen.

  • Visiedocument 8.2-1

    Uitwerken participatie strategie stedelijk waterbeheer.

  • Visiedocument 4.2-1

    Verkennen mogelijkheden om stimuleringsmaatregelen voor burgers en bedrijven toe te gaan passen (gescheiden aanleveren, infiltreren, groen-blauwe daken).

  • Visiedocument 8.3-5

    Verkennen mogelijkheden van een regenscan "wateroverlastlabel".

  • Idee:

    Ontwikkelen van informatiemateriaal en/of opzetten informatiesite gezamenlijk doen, om dubbel werk te voorkomen en beter resultaat te verkrijgen.

  • Visiedocument 8.3-4

    Stimuleren burgerinitiatieven.

  • Ambitie afkoppelen

    Om ambitie waar te maken moeten bewoners gestimuleerd worden (bij projecten, wijk-/straatgebonden). Dit is te combineren met infiltreren, groene daken, etc.

  • Idee / afkoppelambitie:

    Om afkoppelambitie waar te maken is actief informeren en stimuleren nodig. Een “afkoppeladviseur/assistent” helpt voor benodigde personele capaciteit en om opgedane kennis, ervaring en hulpmiddelen bij meer gemeenten in te zetten.

Omschrijving

Het afvalwaterteam is alert op communicatie- mogelijkheden. Communicatie is vooral belangrijk voor de klimaatstrategie en de afkoppelambitie. Het is een vast onderdeel van elk project en moet passend zijn bij het betreffende project. We kiezen ervoor om gebruik te maken van bestaande communicatiestrategieën uit de omgeving. En om dubbel werk te voorkomen, gebruiken we communicatiemateriaal uit de vakwereld en van elkaar. We stimuleren burgerinitiatieven en we gaan bekijken hoe we bewoners en bedrijven het beste kunnen stimuleren om regenwater te scheiden en te infiltreren en groen-blauwe-daken aan te leggen. De vermelde kosten (€ 10.000,-) is voor gezamenlijke onderzoeken, pilots en klein materiaal.

Een afkoppelassistent, die organiseert en bewoners informeert, stimuleert en helpt, wordt vooralsnog alleen in Bronckhorst ingezet. De ervaringen worden met de andere gemeenten gedeeld.

Onderzoek en planvorming

Verkennen kwetsbaarheid beheertaken (4)

planning:

2018

deelnemers:

Bronckhorst, Doesburg en Rheden

kosten:

€ 0,-

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 9 -1

    Verkennen kwetsbaarheid uitvoering beheertaken afvalwaterketen.

Omschrijving

In het afvalwaterteam brengen we periodiek de kwetsbaarheid in de zuiveringskring in beeld en wanneer nodig bepalen we waar we elkaar kunnen ondersteunen. In de praktijk gebeurt dit nu al en dit rekenen we vanaf nu tot de reguliere taken. We maken geen gebruik van de branchestandaard en de activiteiten vergen geen extra kosten.

Ontwikkelen klimaatstrategie en waterkansenkaarten (5)

planning:

2018

deelnemers:

allen

kosten:

pm (vooralsnog ± € 20.000,-)

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 4.1-5

    Gezamenlijk acceptatie mate van overlast vaststellen. Identificeren kritieke punten rioolstelsel o.b.v. maaiveldanalyses en modelsimulaties.

  • Visiedocument 4.4-1

    Verkennen van grens acceptatie hinder door wateroverlast binnen de bebouwde kom en formuleren ambitie voor het voorkomen van schade. (o.b.v. gezamenlijke afleiden gebiedsnormen NBW toetsing en knelpunten maaiveldanalyse / modelberekeningen riolering)

Omschrijving

Verder uitwerken van de klimaatstrategie die uitgaat van integrale oplossingen, mede opgesteld door niet- watermensen (RO, stedenbouw en sociaal domein).

Vertrekpunt is de fysieke leef- en werkomgeving. Een basis van waaruit we kunnen werken is het klimaatbeleid dat Rheden en WRIJ al ontwikkeld hebben en natuurlijk ook het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA).

Het resultaat moet een stap concreter zijn dan beleid en het moet een tastbaar kader geven voor uitvoering. Het wordt niet per se een gezamenlijke strategie van alle vier deelnemers. Er moet ruimte zijn voor verschillen, afgestemd op de gebieden en voor het betrekken van inwoners en bedrijven.

Stresstesten neerslag, droogte en hitte (6)

planning:

2018-2019

deelnemers:

allen

kosten:

pm / € 130.000,-

De kosten worden geraamd nadat de nationale richtlijnen voor de testen bekend zijn. Vooralsnog zijn in de kostendekkingsplannen bedragen opgenomen met een gezamenlijk totaal van € 130.000,- voor de stresstesten en aanverwante acties en onderzoek.

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 4.1-5

    Gezamenlijk acceptatie mate van overlast vaststellen. Identificeren kritieke punten rioolstelsel o.b.v. maaiveldanalyses en modelsimulaties.

  • Visiedocument 4.4-1

    Verkennen van grens acceptatie hinder door wateroverlast binnen de bebouwde kom en formuleren ambitie voor het voorkomen van schade. (o.b.v. gezamenlijke afleiden gebiedsnormen NBW toetsing en knelpunten maaiveldanalyse / modelberekeningen riolering)

  • Deltaplan ruimtelijke adaptatie

    In september 2017 zijn de stresstesten voor klimaatadaptatie aangekondigd. Deze moeten in 2018-2019 uitgevoerd worden.

  • Uit de toolbox:

    Bij wateroverlast is naast de belasting ook de schadegevoeligheid van locaties belangrijk. Met het in kaart brengen van de schadegevoeligheid van locaties en gebieden, kan daarmee rekening worden gehouden bij de keuze van watermaatregelen. Daarbij kan ook de vitale infrastructuur in kaart worden gebracht.

Omschrijving

Ten behoeve van de stresstesten kunnen de bestaande modelberekeningen worden uitgebreid met de nationaal te definiëren ‘stressbuien’.

Daarnaast moet het stedelijk en landelijk gebied in samenhang bekeken worden en naast extreme neerslag moeten droogte en hitte beschouwd worden. We kiezen ervoor om ook die aspecten in het AWT mee te nemen. De zeven ambities uit het DPRA nemen we als uitgangspunt:

  • 1.

    Kwetsbaarheid in beeld brengen

  • 2.

    Uitvoeringsagenda opstellen

  • 3.

    Meekoppelkansen benutten

  • 4.

    Stimuleren en faciliteren

  • 5.

    Reguleren en borgen

  • 6.

    Risicodialoog voeren en strategie opstellen

  • 7.

    Handelen bij calamiteiten

Voor de stresstest is ook de schadegevoeligheid van/om het bebouwd gebied van bealng. Dit kunnen we bepalen op niveau van gebieden, locaties en/of gebouwen (bijv. ziekenhuizen). Resultaten verwerken we zodanig dat deze makkelijk raadpleegbaar zijn bij het afwegen van watermaatregelen en nieuwe ontwikkelingen.

Aanvullend kan de schadegevoeligheid ‘over’ kaarten worden gelegd van wateroverlast en waterkansen.

Verkennen doorspoeling droge watergangen (7)

planning:

vervallen

deelnemers:

Bronckhorst, Rheden en WRIJ

kosten:

n.v.t.

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 4.3-2

    Verkennen mogelijkheden doorspoeling droge watergangen

Omschrijving

Het effluent van rwzi Olburgen wordt geloosd op de IJssel. Onderzocht wordt of het effluent ook nuttig ingezet kan worden in de omgeving, zoals het doorspoelen van droge watergangen, in samenhang met onderstaand onderzoek naar de mogelijkheden om het effluent op andere wijze in het gebied te benutten.

Omdat eind 2017 uit verkennend onderzoek bleek dat het project niet rendabel is, zijn vervolgacties uit de planning geschrapt.

(8) Effluent gebruiken in gebied

planning:

vervallen

deelnemers:

WRIJ met Bronckhorst / Rheden

kosten:

n.v.t.

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 4.3-3

    Effluent RWZI niet langer lozen op IJssel, maar onderbrengen in gebied

  • Visiedocument 5.4-4

    Verkennen mogelijkheden effluent RWZI in gebied gebruiken.

Omschrijving

Effluent lozen op de IJssel kost geld. Dit kan uitgespaard worden door het effluent op alternatieve wijze te benutten. In 2017 is onderzoek naar de mogelijkheden opgestart. Te denken valt aan gebruik van het effluent door tuinders. De actie omvat het globaal bepalen van mogelijkheden en haalbaarheid.

Omdat eind 2017 uit verkennend onderzoek bleek dat het project niet rendabel is, zijn vervolgacties uit de planning geschrapt.

Uitwerken innovatieagenda (12)

planning:

2019

deelnemers:

allen

kosten:

€ 0 tot 5.000,- (eenmalig)

Bron / aanleiding

  • Visiedocument 5.4-2

    Innovatieagenda uitwerken

  • Visiedocument 5.4-1

    Opstellen strategie “hoe omgaan met afvalwaterstromen op korte en lange termijn?”

  • Visiedocument 5.4-3

    Verkennen mogelijkheden van energie en warmte terugwinning uit afvalwater.

  • Vraag:

    Stel dat je warmte wil terugwinnen van al het afvalwater in zuiveringskring Olburgen. Wat zou dan (mede gelet op zuiveringsrendement) de optimale plaats zijn (begin of einde transport- leiding en voor of achter rwzi).

Omschrijving

Quikscan door de juiste personen om tafel te zetten. Onderdelen kunnen zijn energie, warmtewinning, kansen voor riothermie, innovatief omgaan met afvalwaterstromen en toepassing van andere nieuwe technieken.

Maatwerkafstemming van extra berging in systeem als totaal (24, 25, 26)

planning:

vanaf 2018, doorlopend

deelnemers:

allen

kosten:

€ 0,-

Bron / aanleiding

  • Idee:

    Als gevolg van klimaatverandering krijgt de fysieke leefomgeving veel meer hemelwater te verwerken. Dat hemelwater moet ergens heen en daarbij willen we het gidsprincipe “vasthouden- bergen-afvoeren” hanteren.

  • Idee:

    Afstemmen maatregelen door gemeente tegen wateroverlast en maatregelen door waterschap in/aan het oppervlaktewater (peil, berging, duikers, etc.)

  • Idee:

    Inpassen van waterberging/retentie in de ruimtelijke omgeving. Bijvoorbeeld bij een (nieuwe) waterretentie van het waterschap aanleg van fiets-/wandelpaden, park, ed door gemeente voor bijvoorbeeld recreatief medegebruik.

Omschrijving

Hoe om te gaan met de noodzakelijke hemelwaterberging is locatie-afhankelijk. Op basis van de klimaatscenario’s 2014 is berekend dat berging bij nieuwe initiatieven meer dan 80 mm moet bedragen. Dit is (nog) geen vastgesteld beleid, maar de benodigde berging is vertrekpunt voor het gesprek daarover tussen initiatiefnemer, gemeente en waterschap. Uitgangspunt is het kostenveroorzakersprincipe en de trits “vasthouden, bergen, afvoeren”. De houding van partijen is “kijken wat wel mogelijk is”, “denken in oplossingen” en “proberen vaart te maken maar ook tijd hebben voor zorgvuldige uitwerking”.

Voor het vinden van de noodzakelijke berging in het bestaande stedelijk gebied gelden vergelijkbare uitgangspunten en eenzelfde houding. Het gaat om het gezamenlijk bepalen waar hemelwaterberging in/voor het stedelijk gebied gerealiseerd kan worden (kijken naar wat wel mogelijk is) en het samen optimaliseren daarvan, rekening houdend met kansen en lokale omstandigheden. Hierbij beschouwen we de hele keten van onverhard oppervlak, berging op perceel, riolering/hwa-voorzieningen, berging bij lozingspunten (randvoorzieningen), stedelijk oppervlaktewater, retenties aan rand stedelijk gebied en het ontvangende landelijk oppervlaktewater. En we betrekken de andere omgevingsfuncties (werk met werk maken en recreatiefmedegebruik). Hierdoor kunnen we een beter gebruik van de ruimte realiseren, meer kansen krijgen voor vergoten van de berging en wellicht het waterbewustzijn van gebruikers vergroten.

Zodoende bepalen we gezamenlijk waar hemelwaterberging in/voor het stedelijk gebied gerealiseerd kan worden en we optimaliseren dit, rekening houdend met kansen en lokale omstandigheden.

Agenderen (stedelijke) waterkwaliteit (45)

planning:

2018-2020

deelnemers:

allen

kosten:

pm

Bron / aanleiding

  • werkbijeenkomst WTPO

Omschrijving

Voortbordurend op het Waterkwaliteitsspoor wordt waterkwaliteit nu integraal onderdeel van het (WRIJ)-programma stedelijk water. Hoewel de rioolstelsels en zuivering aan richtlijnen voldoen, ervaren we in de praktijk regelmatig kwaliteitsproblemen in het oppervlaktewater. We willen, ook na afronding van het waterkwaliteitsspoor, knelpunten in stadswateren oplossen. Uitgangspunt daarbij is dat al het stedelijk water voldoet aan de ‘basiskwaliteit’.

Basiswaterkwaliteit

Het water in de stad moet een goede waterkwaliteit hebben en houden, om gezondheidsproblemen en overlast, zoals stank, te voorkomen. Daarnaast is een goede kwaliteit een voorwaarde voor een goede leefomgeving, zeker in hete en droge perioden.

De basiswaterkwaliteit definiëren we niet aan de hand van normen en/of kentallen. Wateren in het stedelijk gebied voldoen niet aan de basiswaterkwaliteit als er sprake is van drijflagen van kroos, blauwalgenbloei, stank, vissterfte, watervogelsterfte (bijvoorbeeld door botulisme) of veel drijfvuil. Het beheer en onderhoud van de stedelijke wateren is er (mede) op gericht om deze problemen te voorkomen. In overleg tussen waterschap en gemeenten wordt hiervoor een meetnet ontwikkeld, zodat inzichtelijk wordt waar in het stedelijk gebied het oppervlaktewater niet voldoet aan de basiswaterkwaliteit. Ook communicatie en bewustwording bij bewoners zijn belangrijk (i.v.m. ‘eendjes-voeren’ en aasvoer bij vissen).

Waterschap en gemeenten brengen samen de knelpunten in beeld en zetten deze om in integrale maatregelen in het stedelijk gebied.

Streefbeelden stedelijk water (47)

planning:

2018-2020

deelnemers:

allen

kosten:

pm

Bron / aanleiding

  • werkbijeenkomst WTPO

Omschrijving

Samen gaan we streefbeelden actualiseren en toekennen aan het aanwezige stedelijk water. We maken onderscheid in basiswater, natuurwater, kijkwater en gebruikswater (waaronder viswater). Afhankelijk van de situatie betrekken we bewoners en andere belanghebbenden. De uitkomsten vertalen we naar het onderhouds- en beheersysteem van het waterschap en de onderhoudsplannen van de gemeenten.

Kostendekkings plan

De kostendekkingsplannen behorende bij de WTPO, bevatten een financiële planning voor de lange termijn en de berekening van het benodigde rioolheffingstarief.

Kostendekkingsplan

Structuur

Kostendekkingsplan

Het rapportdeel Financiën is gebaseerd op een interactief kostendekkingsplan (KD-plan). Dit is een spreadsheetbestand (Excel) waarmee de kostendekking wordt berekend op basis van de geraamde kosten en de gemeentelijke financiële werkwijzen.

Bij dit WTPO behoort het kostendekkingsplan:

  • 17-095-5_KDP_Bronckhorst.xlsx

De gemeentelijke KD-plannen zijn beschikbaar bij de beleidsafdeling en de betrokken financieel medewerker.

Structuur

Het schema toont op hoofdlijnen de structuur van het KD-plan. De basisgegevens (gele blokken) bestaan uit de activastaat, de investeringsplannen (maatregelen, vervanging en renovatie) en de geraamde beheerkosten. Op basis daarvan worden de totale kosten per jaar berekend, alsmede mutaties van financiële voorzieningen en de benodigde rioolheffing. De berekeningen zijn ingesteld conform de werkwijze van de gemeente.

afbeelding binnen de regeling

Afkortingen

Lijst van afkortingen

Lijst van afkortingen

WTPO

Watertakenplan Olburgen ofwel dit rapport

AWT

Afvalwaterteam samenwerkingsverband van het waterschap en de gemeenten in een zuiveringskring

awzi

afvalwaterzuiveringsinstallatie ook genoemd rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi)

BRP

Basisrioleringsplan (technisch/hydraulisch rioleringsplan)

DPRA

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie GRP Gemeentelijk rioleringsplan

GWSW

Gegevenswoordenboek Stedelijk Water

KDP

kostendekkingsplan, ook afgekort als KD-plan.

RMRIJ

Regionaal meetsysteem Rijn en IJssel

rwzi

rioolwaterzuiveringsinstallatie ook genoemd afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi)

ve

vervuilingseenheid (eenheid voor de zuiveringsheffing)

Wm

Wet milieubeheer

WRIJ

Waterschap Rijn en IJssel

WVV

Waterschap Vallei en Veluwe

Begrippen

Begrippenlijst

Activiteitenbesluit

Het activiteitenbesluit is een "Algemene maatregel van bestuur" (AMvB) op grond van de Wet milieubeheer (Wm, artikel 8.40). In het besluit zijn algemene regels opgenomen voor milieubelastende activiteiten, waaronder ook lozingen van (afval)water. Deze algemene regels gelden, tenzij de inrichting expliciet als vergunningplichtig is aangewezen (IPPC-inrichtingen en inrichtingen in bijlage I, onderdelen B en C, van het "Besluit omgevingsrecht" (Bor)). Per 2010 is de reikwijdte van het activiteitenbesluit uitgebreid, waardoor de algemene regels voor meer bedrijven gelden en minder bedrijven een vergunning nodig hebben. Zie verder Activiteitenbesluit in wetten.overheid.nl.

asset management

Asset management is het beheren en onderhouden van bedrijfsmiddelen zodanig dat prestaties, kosten en risico’s in (optimale) balans zijn over de gehele levenscyclus (van ontwerp t/m ontmanteling). In het vakgebied riolering wordt de term asset management veel gebruikt voor risicogestuurd beheer, onderhoud en vervanging.

bedrijfsafvalwater

Bedrijfsafvalwater is “afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is” (Wm, art 1.1).

Bergbezinkbassin (BBB)

afbeelding binnen de regeling

Een bergbezinkbassin, vaak afgekort als BBB, is een bak achter een overstort van een rioolstelsel. Bij een overstorting stroomt het BBB vol met water. Pas als het BBB vol is stort het water over vanuit het BBB op het oppervlaktewater. Na een overstorting wordt het water uit het BBB teruggebracht in het rioolstelsel, zodat het naar de rwzi kan stromen. Het BBB is bedoeld om de vuilemissie via overstortingen te verminderen. Een BBB heeft een bergingsrendement en een bezinkingsrendement. Het bergingsrendement is afhankelijk van de inhoud van het BBB. Hoe groter de inhoud, hoe kleiner de overstortingen worden. Het bezinkingsrendement geeft aan hoeveel de vuilconcentratie van het overstortende water wordt verminderd door het BBB. In het BBB stroomt het water langzaam, waardoor vuildeeltjes bezinken op de bodem van het BBB. Hoe meer vuil bezinkt, hoe groter het bezinkingsrendement van het BBB is.

Doelmatig

Het begrip "doelmatig" wordt gebruikt voor kosteneffectiviteit en - efficiëntie. Iets is doelmatig als:

  • het daadwerkelijk bijdraagt aan het bereiken van het doel (effectief);

  • en efficiënt is, d.w.z. dat er geen goedkopere of effectievere alternatieven zijn;

  • en de kosten in verhouding staan met de opbrengsten en/of het op te lossen probleem.

Drukriolering

Drukriolering bestaat uit leidingen met een kleine diameter waardoor het afvalwater onder druk wordt afgevoerd. Elke aansluiting is voorzien van een pompunit die het afvalwater in het drukriool pompt. Om grotere afstanden en/of hoogteverschillen te overbruggen worden zonodig tussengemalen toegepast. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de rwzi of naar een gemengd of dwa-rioolstelsel, vanwaar het water onder vrij verval naar de rwzi stroomt. Drukriolering wordt voornamelijk toegepast in het buitengebied, waar percelen op relatief grote afstand van elkaar liggen.

gemengde riolering / gemengd rioolstelsel

In een gemengd rioolstelsel wordt overtollig regenwater en afvalwater van huishoudens en bedrijven door hetzelfde buizenstelsel afgevoerd. Bij droog weer is er alleen afvalwater van huishoudens en bedrijven (dwa). Tijdens neerslag mengt het regenwater (rwa) zich met het vuile water. Dit heeft twee grote nadelen. Ten eerste wordt het relatief schone regenwater gemengd met vuil water en dan weer gezuiverd op de rwzi. Ten tweede wordt de riolering overbelast bij extreme neerslag. Het met vuil water vermengde regenwater komt dan via overstorten ongezuiverd in het oppervlaktewater terecht. Dit leidt tot vervuiling van het oppervlaktewater en de waterbodem.

huishoudelijk afvalwater

afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden” (Wm, art 1.1)

klimaatadaptatie

Adaptatie betekent aanpassen. Met klimaatadaptatie bedoelen we aanpassen zodat we de gevolgen van de klimaatverandering kunnen opvangen. Adaptatie doet niets aan de klimaatverandering zelf.

klimaatmitigatie

Klimaatmitigatie is het tegengaan of beperken van de klimaatverandering. In de praktijk betekent dat de CO2-uitstoot verlagen. De klimaatverandering speelt op wereldschaal. Het idee achter mitigatie is dat de verandering wordt tegengegaan als iedereen zijn/haar CO2-uitstoot vermindert. Mitigatie pakt de bron aan, maar doet niets tegen de gevolgen van het al veranderde klimaat.

overstort

Een overstort is een uitlaat van een rioolstelsel. Overstorten treden in werking als de capaciteit van het rioolstelsel onvoldoende is om alle neerslag te verwerken (zie overstorting).

afbeelding binnen de regeling

afbeelding 9 riooloverstort

overstorting

Bij een overstorting wordt water vanuit de riolering (door overbelasting van de riolering) direct op oppervlaktewater geloosd, zonder zuivering in een rwzi. Overstortingen kunnen beperkt worden door de bergingscapaciteit en afvoercapaciteit van het rioolstelsel te vergroten of door het rioolstelsel minder te belasten (bijvoorbeeld door geen schoon regenwater in de riolering te laten stromen).

relinen

Relinen is een alternatief voor rioolvervanging. Hierbij wordt een kunststof sok in de rioolbuizen aangebracht, die na uitharding als nieuwe inwendige rioolbuis fungeert. De werkzaamheden worden uitgevoerd via inspectieputten, waardoor de weg of straat niet opengebroken hoeft te worden. Dit en de lagere kosten zijn de grote voordelen van relinen ten opzichte van vervangen. Nadeel is dat bij het relinen de kolk- en huisaansluitingen niet worden vernieuwd, of apart uitgevoerd moeten worden.

stedelijk afvalwater

Stedelijk afvalwater is voor het grootste deel huishoudelijk afvalwater (afkomstig van woningen), eventueel gemengd met kleinere hoeveelheden ander (afval)water. De Wet milieubeheer definieert stedelijk afvalwater als “huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater” (Wm, art 1.1).

stresstest

Analyse waarbij de kwetsbaarheid voor weersextremen worden bepaald. Deze testen zijn voorgeschreven in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Gemeenten en waterschappen moeten uiterlijk in 2019 een stresstest uitvoeren en daarna elke 6 jaar. In de test worden het stedelijk en landelijk systeem samen beschouwd en wordt gekeken naar extreme neerslag, hitte, droogte en eventuele overstromingen. T.b.v. de stresstesten worden ‘standaard gebeurtenissen’ gedefinieerd om de testen onderling vergelijkbaar te maken.

verdroging

Verdroging treedt op als het grondwater onvoldoende wordt aangevuld en de grondwaterstand structureel lager wordt. Dit kan grote gevolgen hebben voor de flora en fauna. Afvoer van regenwater naar de rwzi draagt bij aan verdroging, doordat het regenwater dan niet lokaal in de bodem infiltreert.

wadi

De term wadi is afkomstig uit het midden-oosten en staat voor een rivier die vrijwel altijd droog staat. De naam wadi heeft in de jaren negentig zijn intrede gedaan bij het waterbeheer in Nederland. Het is een (met gras begroeide) ondiepe brede greppel voor infiltratie en eventueel afvoer van hemelwater. Tijdens droog weer heeft de wadi bijna het uiterlijk van een grasveld. Bij neerslag stroomt regenwater in de wadi, waar het in de bodem kan infiltreren. Veelal is de wadi voorzien van een overlaat (slok-op) om overstroming bij hevige neerslag te voorkomen.

Literatuur

AWT Olburgen

Gemeente Bronckhorst

Gemeente Doesburg

Gemeente Rheden

Waterschap Rijn en IJssel

Regionaal

Nationaal

AWT Olburgen

  • Visiedocument Afvalwaterketen Olburgen 2030, Ambient, 21 juli 2016

Gemeente Bronckhorst

  • Samenvatting onderzoek Basis Kwaliteitsplan Riolering gemeente Bronckhorst, Memo, Roelofs, 15 december 2016

  • Basisrioleringsplan Bronckhorst, Arcadis, 075245683.0.5, C01032.200062, 31 december 2010

  • Gemeentelijk rioleringsplan Bronckhorst 2009-2013, Arcadis, 073970209:A.1, C01032.200006/GF, 10 oktober 2008

Gemeente Doesburg

  • Gemeentelijk rioleringsplan, Verbreed GRP 2012-2017, Broks-Messelaar Consultancy, 11.069/4, 14 mei 2012.

Gemeente Rheden

  • Tactisch beheerplan 2018 t/m 2022, Gemeente Rheden, concept van november 2017, plan nog vast te stellen in 2017/2018.

  • Risicogebaseerd assetmanagement voor risico Water op straat als gevolg van regen, Gemeente Rheden, Team Advies en Beheer, 13 september 2017.

  • BRP Rheden 2017-2021, Gemeente Rheden, Roelofs, 22 september 2017

  • De Rhedense klimaataanpak 2016-2020, de duurzame slag om Rheden, Gemeente Rheden / 5plus1, mei 2016

  • Inventarisatie gevolgen klimaatveranderingen Rheden, Agenda ruimtelijke klimaatadaptatie, april 2016, zie agenda ruimtelijke klimaatadaptatie.pdf

  • Gemeentelijk rioleringsplan, Verbreed GRP 2012-2017, Broks-Messelaar Consultancy, 11.069/4, 14 mei 2012.

  • Juridisch advies rioleringszorg buitengebied, Sterk Consulting, RHED/2015/2, 6 mei 2016.

  • Verordening afvoer hemelwater en grondwater Rheden 2015, 20 oktober 2015, inwerkingtreding per 3 november 2015, zie: decentrale.regelgeving.overheid.nl

  • Waterplan 2015-2020, Gemeente Rheden, Gemeente Rozendaal, Waterschap Rijn en IJssel, december 2014.

  • Gemeentelijk Rioleringsplan, Beheerplan 2014-2017: Organisatie van het beheerproces, Gemeente Rheden, hoofdrapport, projectnr. 248652.02, revisie 1.0, 4/4 december 2013.

  • Gemeentelijk Rioleringsplan, Beheerplan 2014-2017: Technische onderbouwing, Gemeente Rheden, Achtergronddocument, projectnr. 248652.02, revisie 1.0, 4/4 december 2013.

Waterschap Rijn en IJssel

  • Waterbeheerplan 2016-2021, Waterschap Rijn en IJssel, november 2015, zie http://www.wrij.nl/waterbeheerplan

  • Duurzaam en veilig water in de stad – Normen en uitgangspunten voor wateraspecten bij stedelijke ontwikkelingen, versie september 2009, zie 2905-003duurzaam-veiligwater.pdf

Regionaal

  • Achterhoek+, Routeplanner afvalwater buitengebied (onderzoek drukriolering), 14 juli 2015, Broks-Messelaar Consultancy, Dusseldorp, Leaf.

    zie Routeplanner afvalwater buitengebied Achterhoek+.

  • Provincie Gelderland, Omgevingsverordening Gelderland, juni 2017, in te zien met selectie “omgevingsverordening” via: gldanders.planoview.nl/planoview/omgevingsplannen.

Nationaal

  • Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken, Deltaprogramma 2018, inclusief Deltaplan Ruimtelijke adaptatie, september 2017, zie deltaplan ruimtelijke adaptatie 2018.

  • Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Aanpassen met ambitie, Nationale klimaatadaptatiestrategie 2016 (NAS), december 2016, zie nationale klimaatadaptatiestrategie 2016

  • KNMI, KNMI’14 klimaatscenario’s voor Nederland, 2015,

    zie Brochure_KNMI14_NL.pdf

    f de website klimaatscenarios.nl

  • Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Ministerie van Economische Zaken, Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie; Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak, 2014, zie factsheet ruimtelijke adaptatie, deltaprogramma 2015

    of zie lijst van publicaties deltaprogramma: deltacommissaris.nl/deltaprogramma/publicaties

  • Stowa, Actualisatie meteogegevens voor waterbeheer 2015, rapport 2015-10, ISBN 978.90.5773.706.0, zie: stowa.nl / Actualisatie Meteogegevens voor waterbeheer 2015

  • RIONED, Nieuwe neerslagreeksen voor waterbeheer toegelicht, geactualiseerd 01-07- 2015, zie: www.riool.net/-/nieuwe- neerslagreeksen-voor-waterbeheer-toegelicht

  • Rijksoverheid, Activiteitenbesluit milieubeheer, uitgegeven 6 november 2007, zie Activiteitenbesluit in wetten.overheid.nl.

  • Rijksoverheid, Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, Besluit van 17 januari 2003, versie geldend vanaf 14 april 2016, zie wetten.overheid.nl/BWBR0014606.

  • Commissie BBV, Notitie Riolering, november 2014, zie notitie riolering op commissiebbv.nl.


Noot
1

We sluiten met onze definitie van duurzaam(heid) aan op die van de VN in hun rapport “Our Common future” uit ‘87: “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”