Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf

Geldend van 05-02-2010 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf

De gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bronckhorst, Doesburg en Doetinchem, ieder voorzover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

overwegende:

dat coördinatie gewenst is van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en de vastgestelde statuten inzake stichting IJsselgraaf;

gelet op artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);

besluiten: een gemeenschappelijke regeling te treffen, onder de volgende voorwaarden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan genoemd in artikel 2 van de regeling;

  • c.

    de raad: een aan deze regeling deelnemende gemeenteraad;

  • d.

    de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • e.

    de stichting: Stichting IJsselgraaf, organisatie voor openbaar primair onderwijs;

  • f.

    de school: de door de stichting instandgehouden openbare scho(o)l(en) van welke de raden het bevoegd gezag aan de openbare rechtspersoon (stichting) hebben overgedragen;

  • g.

    gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.

Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan

  • 1 Voor de uitvoering van deze regeling wordt een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf.

  • 2 Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Hengelo GLD.

Artikel 3 Doelstelling en belang

Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden van de raad uit als bedoeld in artikel 48 WPO, alsmede in de statuten van de stichting, met uitzondering van het goedkeuren van voorgenomen statutenwijzigingen, het vaststellen van ernstige taakverwaarlozing en het in verband daarmee nemen van maatregelen, het opheffen van de scho(o)l(en) en het ontbinden van de stichting.

Artikel 4 Algemeen bestuur

  • 1 Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per betrokken gemeente.

  • 2 De leden van het algemeen bestuur bestaan uit de portefeuillehouders onderwijs van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • 3 Een lid van het algemeen bestuur kan zich laten vertegenwoordigen door een collega van het eigen college van burgemeester en wethouders;

  • 4 Een lid van het algemeen bestuur kan –uitgaande van een opzegtermijn van drie maanden - te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter wordt hiervan op de hoogte gesteld, welke vervolgens de raden informeert.

  • 5 Bij opzegging van vertrouwen door de gemeenteraad in het betreffende lid van het algemeen bestuur vindt per direct vertegenwoordiging plaats door een lid van het eigen college van burgemeester en wethouders.

  • 6 Bij ontslag draagt de gemeente zorg voor vertegenwoordiging in het bestuur.

  • 7 In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 5 Taak en bevoegdheden algemeen bestuur

Het algemeen bestuur oefent de bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van de regeling uit, voorzover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken.

Artikel 6 Taakverdeling en tekenbevoegdheid

  • 1 Het bestuur kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2 De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die van het algemeen bestuur uitgaan.

Artikel 7 Vergaderfrequentie

  • 1 Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig achten.

  • 2 Het algemeen bestuur vergadert tevens indien een van de leden hiertoe schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter zijn wens kenbaar maakt. Een dergelijke vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.

Artikel 8 Oproeping

  • 1 De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 2 De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3 De oproepingsbriefjes worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 5 werkdagen voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaalde in lid 3 van het volgende artikel kan het algemeen bestuur besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten.

  • 4 De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden.

Artikel 9 Quorum

  • 1 De vergadering vindt geen doorgang indien niet alle leden aanwezig zijn.

  • 2 In geval het bepaalde in het vorige lid, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3 Indien een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1 Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Een blanco stem wordt als een uitgebrachte stem beschouwd.

  • 2 Over personen wordt schriftelijk en anoniem gestemd, over zaken mondeling.

  • 3 Indien de stemmen staken, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4 Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

Artikel 11 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 2 De deuren worden gesloten wanneer een van de leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht. Het algemeen bestuur besluit vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3 In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 12 Geheimhouding van stukken

  • 1 Het algemeen bestuur kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het algemeen bestuur worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.

  • 2 De verplichting tot geheimhouding als bedoeld in het vorige lid vervalt indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, waarin blijkens de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is, wordt bekrachtigd.

Artikel 13 Informatie en verantwoording algemeen bestuur

  • 1 Het algemeen bestuur geeft de raden, binnen de bevoegdheden zoals beschreven in artikel 3, informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen.

  • 2 Het lid van het algemeen bestuur verschaft aan de raad die hem heeft aangewezen, binnen de bevoegdheden zoals beschreven in artikel 3, informatie die een of meer leden van die raad verlangen.

  • 3 Het lid van het algemeen bestuur is aan de raad die hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd over het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels.

  • 4 De raad kan het door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur uit zijn functie ontheffen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft.

Artikel 14 Dagelijks bestuur

  • 1 Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur, alsmede met het financieel beheer van het gemeenschappelijk orgaan.

  • 2 Het dagelijks bestuur stelt regels vast ten aanzien van zijn vergaderingen.

  • 3 De vergadering van het dagelijks bestuur is niet openbaar.

Artikel 15 Informatie en verantwoording dagelijks bestuur

  • 1 De leden van het dagelijks bestuur verschaffen, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur de door een of meer leden van het algemeen bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2 De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur over het door het dagelijks bestuur gevoerde beleid.

  • 3 Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van het algemeen bestuur heeft.

Artikel 16 Ambtelijk secretaris en kostenverdeling

  • 1 Het algemeen- en het dagelijks bestuur worden in al hun werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De secretaris is bij de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur aanwezig.

  • 2 De ambtelijk secretaris is een medewerker van de gemeente van de voorzitter van het algemeen bestuur van het gemeenschappelijk orgaan.

  • 3 Het algemeen bestuur besluit over de wijze waarop de kosten van de ambtelijk secretaris en de overige uit deze regeling voortvloeiende kosten worden verdeeld over de leden van de GR.

Artikel 17 Begroting

  • 1 De begroting van het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2 Het gemeenschappelijk orgaan zendt de ontwerpbegroting met toelichting zes weken voordat zij door het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3 Het gemeenschappelijk orgaan zendt de begroting twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

  • 4 De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het gemeenschappelijk orgaan hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 5 Nadat deze is vastgesteld zendt het gemeenschappelijk orgaan de begroting aan de deelnemende gemeenten die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijzen naar voren kunnen brengen.

  • 6 Het bepaalde in het derde, vierde en vijfde lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

Artikel 18 Wijziging begroting

  • 1 Bij wijziging van de begroting is het bepaalde in het voorafgaande artikel niet van toepassing.

  • 2 Tot een wijziging van de begroting kan, op voorstel van het algemeen bestuur, worden besloten indien de deelnemers aan de regeling hiermee instemmen.

Artikel 19 Rekening en verantwoording

  • 1 De jaarrekening van het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2 Het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 20 Wijziging van de regeling

  • 1 Wijziging van deze regeling is slechts mogelijk indien de alle raden hiermee instemt.

  • 2 Indien het algemeen bestuur voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het bestuur dit voorstel aan de raden, die een besluit nemen en dit terstond aan het algemeen bestuur mededelen.

  • 3 Indien een of meer raden voorstellen om de regeling te wijzigen, wordt dit voorstel aan het algemeen bestuur gezonden, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid.

  • 4 Het algemeen bestuur zendt een wijziging van de regeling aan gedeputeerde staten.

  • 5 Het algemeen bestuur stelt de raden in kennis van het resultaat van de in dit artikel bedoelde voorstellen en besluiten.

Artikel 21 Toetreding en uittreding

  • 1 Tot deze regeling kunnen andere gemeenten toetreden die een of meer scholen hebben overgedragen aan de stichting. De raad van een gemeente die wil toetreden dient daartoe een verzoek in bij het algemeen bestuur dat de raden vervolgens hierover adviseert.

  • 2 Een gemeente treedt uit de regeling op het moment dat de stichting niet langer een of meer scholen op het grondgebied van de gemeente instandhoudt.

  • 3 Het algemeen bestuur regelt de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding.

  • 4 Bij toetreding en uittreding kan, al dan niet op verzoek van de betrokken raad, artikel 11 van de wet worden toegepast.

  • 5 Een besluit tot toetreding of uittreding wordt door het algemeen bestuur aan gedeputeerde staten gezonden.

Artikel 22 Opheffing en liquidatie

  • 1 De regeling wordt opgeheven indien de stichting ophoudt te bestaan.

  • 2 De regeling wordt daarnaast opgeheven indien alle raden hiermee instemmen.

  • 3 Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het algemeen bestuur tot liquidatie van het gemeenschappelijk orgaan en stelt hiervoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 4 Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden gehoord, vastgesteld. Het plan wordt toegezonden aan gedeputeerde staten.

  • 5 Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de raden tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

Artikel 23 Geschillen

  • 1 Voordat over een geschil, zoals bedoeld in artikel 28 van de wet, de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie.

  • 2 De geschillencommissie bestaat uit:

    • a.

      Vanuit elk der aan de regeling deelnemende gemeenten één door de colleges van burgemeester en wethouders aan te wijzen lid;

    • b.

      Één lid dat als voorzitter van de commissie optreedt, aan te wijze door de drie voornoemde leden; dit is lid is geen bestuurder of ambtenaar van één der deelnemende gemeenten.

  • 3 De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

  • 4 De geschillencommissie brengt advies uit over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen.

  • 5 Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 24 Duur van de regeling

De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 25 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1 Het eerste boekjaar loopt van de dag van inwerkingtreding van de regeling tot 31 december daaropvolgend.  

  • 2 Het dagelijks en algemeen bestuur dragen zorg voor een begroting voor het eerste boekjaar.

  • 3 In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1 De regeling treedt in werking de dag na bekendmaking van het besluit van die raad die als laatste heeft besloten over dit reglement.

  • 2 De besluiten tot wijziging of opheffing van deze regeling, de besluiten tot toetreding of uittreding treden in werking met ingang van de eerste dag, volgend na bekendmaking van de wijziging van deze regeling.

  • 3 Dit reglement kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Bronckhorst, d.d. 28 januari 2010,
de griffier,                             de voorzitter,
G.J. Mugge                             H.A.J. Aalderink
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Doesburg, d.d. 28 januari 2010
de griffier,                             de voorzitter,
W. Stoppels                           drs. C.J.G. Luesink
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Doetinchem, d.d. 4 februari 2010
de griffier,                              de voorzitter,
A.C. van der Haar                   H.J. Kaiser