Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand/ Wet sociale werkvoorziening 2008

Geldend van 01-07-2008 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand/Wet Sociale Werkvoorziening 2008

De gemeente stelt de Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand/ Wet sociale werkvoorziening 2008 vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, Wet Sociale Voorziening en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

Afdeling:

De afdeling Samenleving van de gemeente Brummen.

Cliëntenraad:

Een, op initiatief van de gemeente, ingesteld adviesorgaan, dat gevraagd en ongevraagd adviseert over onderwerpen met betrekking tot beleid en uitvoering van de sociale zekerheidswetten, die door de afdeling Samenleving worden uitgevoerd.

Sociale Zekerheidswetten:

Alle wetten en regelingen, alsmede het gemeentelijk beleid waarvan de uitvoering aan de gemeente Brummen, onderscheidenlijk de afdeling Samenleving is opgedragen.

College:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de klant bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden cliëntenraad

  • 1. De taak van de cliëntenraad is het gevraagd of ongevraagd adviseren van het college over de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid alsmede de uitvoering van landelijke sociale zekerheidswet- en regelgeving, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente. Verder is de cliëntenraad bevoegd om advies uit te brengen en initiatieven aan te dragen over het uitbreiden van de dienstverlening dan wel andere vormen van dienstverlening. Voor wat betreft de Wsw worden geen adviezen uitgebracht over onderwerpen die tot de taken van de ondernemingsraad van Delta behoren.

  • 2. Niet tot de taak en bevoegdheid van de cliëntenraad behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele klanten, alsmede over het personeels- en organisatiebeleid van de afdeling of gemeente.

  • 3. De cliëntenraad wordt op een zo vroeg mogelijk moment voorzien van alle voor het functioneren van de cliëntenraad noodzakelijke en wenselijke informatie.

Artikel 4 Samenstelling cliëntenraad

  • 1. In de cliëntenraad hebben uitsluitend ingezetenen van de gemeente Brummen zitting.

  • 2. De cliëntenraad is als volgt samengesteld:

    • a.

      vier klanten van de afdeling Samenleving, uitgesplitst in twee klanten WWB en twee Wsw-geïndiceerden.

    • b.

      drie leden afkomstig uit maatschappelijke organisaties

    • c.

      twee leden op persoonlijke titel.

  • 3. De cliëntenraad wijst uit haar midden een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 5 Benoeming, zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

  • 1. De leden van de cliëntenraad worden op voordracht van de cliëntenraad benoemd door het college.

  • 2. De zittingsduur van de leden is, behoudens tussentijds aftreden, vier jaar. Zij zijn daarna meteen herbenoembaar voor ten hoogste eenzelfde periode.

  • 3. Het lidmaatschap van de cliëntenraad eindigt door:

    • a.

      het ophouden van de hoedanigheid waaraan het lid zijn lidmaatschap ontleent;

    • b.

      ontslag door het college op eigen verzoek, welk verzoek schriftelijk bij het college moet worden ingediend met een afschrift aan de voorzitter van de cliëntenraad;

    • c.

      ontslag door het college, op voordracht van de cliëntenraad, als betrokkene zijn/haar taak niet naar behoren vervult. De cliëntenraad moet voorafgaand aan het doen van deze voordracht het desbetreffende lid of zijn/haar vertegenwoordiger horen;

    • d.

      door overlijden.

  • 4. Beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in lid 3 onder a wordt aan betrokkene bevestigd door een ontslagbrief van het college. Het aftredend lid blijft, zolang in de vacature nog niet is voorzien, nog maximaal drie maanden lid van de cliëntenraad.

  • 5. Beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in lid 3 onder b wordt schriftelijk door het college aan betrokkene bevestigd.

  • 6. Beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in lid 3 onder c wordt geëffectueerd vier weken na ontvangst van de desbetreffende ontslagbrief van het college.

  • 7. Doet zich een vacature in de cliëntenraad voor dan kunnen kandidaten voor vervulling van deze vacature worden aangemeld door de leden van de cliëntenraad zelf en bij de secretaris van de cliëntenraad door de portefeuillehouder Sociale zaken en Werkgelegenheid, management en medewerkers van de afdeling Samenleving.

  • 8. Bij het ontstaan van een vacature onderneemt de voorzitter van de cliëntenraad onmiddellijk de nodige stappen ter opvulling van de vacature.

Artikel 6 Taken voorzitter en secretaries

  • 1. Tot de taken van de voorzitter behoort het volgende:

    • a.

      De voorzitter leidt de vergaderingen van de cliëntenraad.

    • b.

      De voorzitter is verantwoordelijk voor het p.r.-beleid van de cliëntenraad.

    • c.

      De voorzitter of een door hem aangewezen lid van de cliëntenraad treedt namens de cliëntenraad naar buiten op.

    • d.

      De voorzitter ondertekent mede de adviezen die de cliëntenraad uitbrengt aan het college.

  • 2. Tot de taken van de secretaris behoort het volgende:

    • a.

      De secretaris draagt, na overleg met de voorzitter, zorg voor het opstellen van de agenda voor de vergaderingen en stuurt deze met de bijbehorende stukken 10 dagen voor de vergadering aan de leden toe.

    • b.

      De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de vergaderingen.

    • c.

      De secretaris is verantwoordelijk voor de archivering van de stukken en de correspondentie van de cliëntenraad.

    • d.

      De secretaris draagt er zorg voor dat de adviezen van de cliëntenraad, na ondertekening door de voorzitter en de secretaris zelf, ter kennis worden gebracht aan het college.

Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming

  • 1. De cliëntenraad vergadert vier keer per jaar of zoveel meer als voor een goede uitoefening van zijn taak nodig is.

  • 2. De vergaderingen van de cliëntenraad zijn openbaar. De cliëntenraad kan echter besluiten een vergadering of een deel daarvan als besloten aan te merken.

  • 3. De cliëntenraad kan besluiten om de portefeuillehouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid en medewerkers van de afdeling Samenleving voor haar vergadering uit te nodigen.

  • 4. Jaarlijks wordt vóór 1 maart door de cliëntenraad een jaarverslag opgesteld en aan het bestuursorgaan toegezonden.

  • 5. De besluiten van de cliëntenraad komen tot stand bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 6. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter, tenzij uitstel van besluitvorming tot de volgende vergadering van de cliëntenraad mogelijk is.

  • 7. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

  • 8. In een vergadering van de cliëntenraad kunnen alleen geldige besluiten worden genomen als de voorzitter of diens plaatsvervanger en ten minste de helft van de overige leden aanwezig is.

  • 9. Als en voor zover het college meent te moeten afwijken van de door de cliëntenraad schriftelijk uitgebrachte adviezen, geeft zij daarvan direct en gemotiveerd schriftelijk bericht aan de cliëntenraad.

Artikel 8 Faciliteiten

  • 1. Het college stelt de cliëntenraad jaarlijks een budget ter beschikking op basis van de subsidie verordening ten behoeve van door de cliëntenraad in redelijkheid te maken kosten. Dit budget wordt in overleg met de voorzitter beheerd door de secretaris.

  • 2. De cliëntenraad wordt in de gelegenheid gesteld zijn vergaderingen in het gemeentehuis te houden.

Artikel 9 Nadere regels

In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand/Wet Sociale Werkvoorziening 2008

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 juli 2008

  • 3.

    De ‘verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand’ van 16 december 2004 (kenmerk 04.004711/HW) vervalt hiermee.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2008, bij raadsbesluit met kenmerk RB08.0006/MLi