Regeling vervallen per 08-04-2011

Verordening begraafplaatsen gemeente Brummen, 1998.

Geldend van 01-05-1998 t/m 07-04-2011

Intitulé

Verordening begraafplaatsen gemeente Brummen, 1998.

De gemeente stelt de verordening begraafplaatsen gemeente Brummen, 1998 vast.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaatsen : de gemeentelijke begraafplaats in Brummen, Eerbeek en Hall;

eigen graf:een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

het laten begraven en begraven houden van lijken;

het laten bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

het laten verstrooien van as;

algemeen graf:een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het laten begraven van lijken;

eigen urnengraf:een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

het laten bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

het doen verstrooien van as;

algemeen urnen graf:een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het laten bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnennis : een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het laten bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen; asbus: een voorwerp ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

beheerder:de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

rechthebbende : de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "eigen graf ook bedoeld: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstrooiingsplaats en eigen gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "algemeen graf ook bedoeld: algemeen urnengraf.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders vastgestelde tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen mogen alleen met toestemming van burgemeester en wethouders werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de rijwegen en alleen voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen

    • b.

      sneller dan 10 km per uur;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod van lid 2.a.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder verwijderen.

Artikel 5

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is alleen toegestaan als daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast en daarvoor bevoegd zijn. Burgemeester en wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die wil laten begraven, as wil laten bijzetten of as wil laten verstrooien, deelt dit minimaal 48 uur voorafgaande aan het tijdstip waarop dat plaatsvindt, schriftelijk mee aan de beheerder. Als op dat tijdstip de plechtigheid niet kan plaatsvinden wordt in overleg een ander tijdstip vastgesteld. Als de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de beheerder zo snel mogelijk worden geïnformeerd.

  • 2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3. Het openen van een graf voor begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen mag alleen gebeuren door het daarvoor aangewezen personeel op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder en/of de uitvaartondernemer. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten als zij een verzoek daarvoor uiterlijk 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk bij de beheerder hebben ingediend. De zaterdag geldt hierbij niet als werkdag. Zij moeten bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder en/of de uitvaartondernemer opvolgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag alleen plaatsvinden als van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Als de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, moet een machtiging daarvoor aan de beheerder worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, als deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Als van een eigen graf de resterende uitgiftetermijn minder is dan 20 jaar, mag daarin alleen begraving of bijplaatsing plaatsvinden als de uitgiftetermijn wordt verlengd tot tenminste 20 jaar. De verlenging moet worden aangevraagd door de rechthebbende of, wanneer deze is overleden, door één van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 tot 15.00 uur; op zaterdag 9.00 tot 15.00 uur;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven;

    • b.

      eigen urnennissen;

    • c.

      eigen verstrooiingsplaatsen;

    • d.

      eigen gedenkplaatsen.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder umen kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen ook de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de ljkbezorging.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In de algemene urnengraven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder um worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1. De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, als dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Termijnen eigen graven

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daarvoor bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een eigen graf. Een verzoek daarvoor wordt schriftelijk ingediend. De termijn begint te lopen op de dag waarop het graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren. De aanvraag moet vôôr het verstrijken van de lopende termijn worden ingediend.

  • 3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan alleen aan één rechthebbende worden verleend voor zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 15, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is alleen mogelijk als daarvoor belangrijke redenen zijn.

Artikel 14 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen voor het daarin voor eigen rekening laten aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende op naam van een ander dan de voorgenoemde personen is alleen mogelijk, als daarvoor belangrijke redenen zijn.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op naam van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is alleen mogelijk, als daarvoor belangrijke redenen zijn.

  • 3. Als na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te laten vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende.

Artikel 16 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 17 Sluiting van graven

  • 1. Op verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag heeft genoemd.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal plaatsvinden. Zij stellen de voorwaarden vast waaraan moet zijn voldaan voordat het graf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is vergunning nodig van burgemeester en wethouders

  • 2. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders regels vaststellen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van deze regels ontheffing verlenen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren als:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie ondeugdelijk is.

Artikel 19 Grafbeplanting

Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kan de beheerder verwijderen zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. De beheerder kan losse bomen, planten, kransen en dergelijke verwijderen wanneer zij verwelkt zijn. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen blijven twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende als deze dat gevraagd heeft aan de beheerder.

Artikel 20 Verwijdering grafbedekking

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de grafbedekking na het verstrijken van de graftermijn verwijderen.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een halfjaar op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje bekend gemaakt. Als het adres van de rechthebbende bekend is wordt dit uiterlijk een halfjaar daarvoor per brief bekend gemaakt.

  • 3. Op verzoek van de rechthebbende blijft de grafbedekking na verwijdering nog twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. Het verzoek kan worden gedaan tijdens de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente als:

    geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek moest zijn ingediend is verstreken;

    de grafbedekking niet binnen 12 weken nadat deze van het graf is verwijderd, is opgehaald

Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Als hij de grafbedekking niet behoorlijk onderhoudt of herstelt, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of de gehele grafbedekking laten verwijderen. Het verwijderde blijft twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping vindt plaats door een mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 22 Onderhoud door de gemeente

Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden, onkruidvrij houden en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht. Als het adres bekend is maken zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende die in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder vragen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te laten brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen deze ter beschikking te houden voor herbegravingen of verstrooiing elders.

  • 4. De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder vragen de overblijfselen te laten verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te laten plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te laten begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan de beheerder vragen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te laten verstrooien.

HOOFDSTUK 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 24 Lijst

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 8 INRICHTING REGISTER

Artikel 25 Voorschriften

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2. De beheerder houdt het register bij.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 Overgangsbepalingen

  • 1. De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 28 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

  • 3. Als verzuimd is een aanvraag in te dienen om overschrijving van verleende rechten als bedoeld in artikel 15, lid 2, kan dit alsnog aangevraagd worden gedurende een jaar na inwerkingtreding van deze verordening

Artikel 27 Strafbepaling

Iemand die in strijd handelt met de artikelen 4, 5 en 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 mei 1998 in werking. Met ingang van deze datum vervallen de verordeningen die eerder m.b.t. dit onderwerp zijn vastgesteld.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening begraafplaatsen gemeente Brummen, 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 26 maart 1998.