Regeling vervallen per 01-01-2016

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Geldend van 10-06-2004 t/m 31-12-2015

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten en de Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Brummen.

Artikel 2 Aanstelling

De buitengewoon ambtenaar wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Het betreft een aanstelling in vaste dienst voor onbepaalde tijd of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

De aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap en voor incidentele werkzaamheden in opdracht van de gemeente.

De vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap is gelijk aan drie en een half maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO. Indien een huwelijksvoltrekking door de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is voorbereid, maar op initiatief van de huwelijkskandidaten niet plaats vindt, dan heeft de ambtenaar recht op een vergoeding van ten hoogste twee maal het in de vorige zin vermelde uurloon. Voor incidentele werkzaamheden wordt de vergoeding berekend naar het aantal uren maal het in de eerste zin bedoelde uurloon.

De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO. De vakantietoelage wordt gereserveerd en wordt eens per jaar in de maand mei aan de buitengewoon ambtenaar betaald.

De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO. De eindejaarsuitkering wordt gereserveerd en wordt eens per jaar in de maand december aan de buitengewoon ambtenaar betaald.

Ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO, ontvangt de buitengewoon ambtenaar een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van de leden 2, 3 en 4.

In afwijking van het bepaalde in lid 1 heeft de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, die voor één dag benoemd wordt om in de gemeente Brummen een huwelijk te voltrekken, geen aanspraak op bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk.

Artikel 4 Overige vergoedingen

Voor de buitengewoon ambtenaar die op onregelmatige tijden arbeid verricht, is de toelage onregelmatige dienst van toepassing, zoals geregeld in artikel 3:3 van de CAR. Het salaris van de buitengewoon ambtenaar bestaat uit het totaal van de vergoedingen genoemd in artikel 3 leden 2 tot en met 5 van deze regeling.

Per huwelijksvoltrekking heeft de buitengewoon ambtenaar aanspraak op een vergoeding voor gemaakte onkosten van €11,35.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de volgende bepalingen van overeenkomstige toepassing:

  • a

    de buitengewoon ambtenaar heeft recht op bezoldiging bij ziekte op grond van artikel 7:3 van de CAR;

  • b

    op de buitengewoon ambtenaar rust de verplichting tot verlening van medewerking aan reïntegratie op grond van artikel 7:11 van de CAR;

  • c

    de wijze van opdragen passende en/of gangbare arbeid op grond van artikel 7:16 van de CAR;

  • d

    samenloop van bezoldiging bij ziekte met een ziektewetuitkering op grond van artikel 7:19 van de CAR;

  • e

    samenloop van bezoldiging met een werkloosheidsuitkering op grond van artikel 7:20 van de CAR;

  • f

    samenloop van bezoldiging met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 7:21 van de CAR.

De bezoldiging als bedoeld in lid 1 bestaat uit de vergoeding, die de buitengewoon ambtenaar in de laatste 12 kalendermaanden voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid gemiddeld heeft ontvangen.Voorzover de buitengewoon ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan twaalf kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

Als eerste ziektedag geldt de dag waarop de buitengewoon ambtenaar is aangewezen tot voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap en waarvoor de buitengewoon ambtenaar is verhinderd.

Artikel 6 Schorsing en straf

Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de UWO.

De buitengewoon ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich anderszins schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 7 Ontslag

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de volgende bepalingen:

  • a

    op verzoek van de ambtenaar op grond van artikel 8:1 van de CAR;

  • b

    wegens ouderdomspensioen op grond van artikel 8:2 van de CAR;

  • c

    wegens reorganisatie op grond van artikel 8:4 van de CAR;

  • d

    wegens arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 8:5 en 8:5a van de CAR;

  • e

    wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid op grond van 8:6 van de CAR;

  • f

    wegens FPU op grond van artikel 8:11 van de CAR;

  • g

    als disciplinaire straf op grond van artikel 8:13 van de CAR;

  • h

    wegens overige ontslaggronden op grond van artikel 8:7 en 8:8 van de CAR.

Artikel 8 Overige rechten en plichten

De volgende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar:

  • a

    de buitengewoon ambtenaar dient zich als goed ambtenaar te gedragen op grond van artikel 15:1 van de UWO;

  • b

    het is de buitengewoon ambtenaar verboden, behoudens toestemming in bijzondere gevallen, persoonlijk gebruik te maken van goederen en diensten op grond van artikel 15:1b van de UWO;

  • c

    het is de buitengewoon ambtenaar verboden geschenken en gelden aan te nemen op grond van artikel 15:1c van de UWO;

  • d

    de buitengewoon ambtenaar is verplicht aan de maatregelen van orde van de gemeente te voldoen en de gemeente zo spoedig mogelijk in te lichten als hij verhinderd is zijn betrekking te vervullen op grond van artikel 15:1d van de UWO;

  • e

    de buitengewoon ambtenaar moet aan de voorwaarden voldoen zoals opgenomen in artikel 15:1e van de UWO (nevenwerkzaamheden);

  • f

    de buitengewoon ambtenaar kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de gemeente geleden schade, voorzover deze aan zijn schuld of nalatigheid te wijten is op grond van artikel 15:1:12 van de UWO;

  • g

    periodieke beoordeling van de buitengewoon ambtenaar op grond van artikel 15:1:15 UWO;

  • h

    de buitengewoon ambtenaar is verplicht tijdens de vervulling van zijn betrekking de voorgeschreven dienstkleding te dragen op grond van artikel 15:1:16 van de UWO;

  • i

    aan de buitengewoon ambtenaar kan een ontzegging van de toegang worden gegeven op grond van artikel 15:1:19 van de UWO en artikel 15:1:20 van de UWO;

  • j

    de buitengewoon ambtenaar kan aanspraak maken op vergoeding van geleden schade op grond van artikel 15:1:23 van de UWO.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Algemene toelichting

In artikel 3:3, lid 1 van de CAR is bepaald dat over werktijd vastgesteld binnen bepaalde periodes recht op vergoeding bestaat: de toelage onregelmatige dienst. Conform de aanwijzing in artikel 3:3 heeft de gemeente in haar Bezoldigingsregeling de vergoeding uitgewerkt als volgt:

  • 1

    De vergoeding als bedoeld in artikel 3:3, lid 1, van de CAR, wordt uitgedrukt in een percentage van het voor de ambtenaar geldende uurloon.

  • 2

    Het percentage bedoeld in lid 1 bedraagt:

    20%

    voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur;

    35%

    voor de uren op zaterdag tussen 06.00 uur en 22.00 uur;

    40%

    voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 uur en 24.00 uur;

    50%

    voor de uren op zondag, op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1 derde lid van de UWO en op de lokaal vastgestelde feestdagen.

  • 3

    In bijzondere gevallen kan het college een regeling treffen, die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

In lid 2 van artikel 3:3 is bepaald dat er géén recht op vergoeding bestaat als in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur werktijd is vastgesteld binnen eerdergenoemde periodes. Uitvoering van dit lid levert de vraag op welke werktijd voor de buitengewoon ambtenaar wordt vastgesteld. Is dat alleen de tijd voor het sluiten van het huwelijk of ook de voorbereidingstijd.

Ten aanzien van dit punt zijn de volgende uitvoeringsafspraken gemaakt:

  • -

    Het hoogte van de toelage onregelmatige dienst wordt bepaald door het tijdstip waarop de huwelijksceremonie begint.

  • -

    Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de voorbereiding en de sluiting van het huwelijk. De vergoeding van de volledige 3,5 uur voor een huwelijk wordt gekoppeld aan het tijdstip waarop de huwelijksceremonie begint.

Deze afspraak leidt er toe dat op elk huwelijk waarvan de ceremonie begint op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur de toelage onregelmatige dienst niet van toepassing is en op alle overige huwelijken wel en voor de volledige 3,5 uur.

Hierdoor ontstaan 5 verschillende vergoedingen op basis van het tijdstip waarop de ceremonie begint:

  • 1

    100% op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur;

  • 2

    120% op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 08.00 en tussen 18.00 uur en 22.00 uur;

  • 3

    135% op zaterdag tussen 06.00 uur en 22.00 uur;

  • 4

    140% op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 uur en 06.00 en tussen 22.00 uur en 24.00 uur;

  • 5

    150% op zondagen en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1 derde lid van de UWO en op de lokaal vastgestelde feestdagen.

Over de toelage onregelmatige dienst wordt wel vakantietoelage betaald, maar geen eindejaarsuitkering en geen compensatie voor het niet genieten van verlof.

Artikel 2

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Artikel 3

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het eerste lid maakt duidelijk dat de bezoldiging bestaat uit een vergoeding voor gemiddeld 3,5 gewerkte uren per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap, en een vergoeding per uur voor incidentele werkzaamheden, waarvoor door of namens de gemeente, i.c. de manager afdeling Samenlevingszaken, uitdrukkelijk opdracht is gegeven. Onder incidentele werkzaamheden worden begrepen het deelnemen in selectiecommissies voor een nieuwe babs, en het onderzoeken van bijzondere trouwlocaties op geschiktheid. Het tweede lid legt de relatie met de salarisschaal waarin de functie van de ambtenaar voor de burgerlijke stand doorgaans is ingeschaald. In het derde en vierde lid wordt het basisbedrag opgehoogd met een toeslag voor respectievelijk de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. De grondslag voor de berekening van de eindejaarsuitkering is de basisvergoeding, vermeerderd met de vakantietoelage. In het vijfde lid wordt het recht op vakantie-uren, dat de 'normale' gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantieaanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Uitgaande van een salarisbedrag €2802,-- (hoogste bedrag schaal 8), een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 3% (situatie per 1 april 2003) over dat salarisbedrag vindt de volgende berekening plaats:

Vergoeding

per uur

per hv/gp

1/156 resp. 3,5/156 x €2.802,--

€ 17,96

€ 62,87

Vakantietoeslag:

8%

1,44

5,03

Eindejaarsuitkering:

3%

0,54

1,89

€ 19,94

€ 69,79

afkoop vakantieuren:

8,6%

1,71

5,40

Bruto vergoeding totaal

€ 21,65

€ 74,89

Artikel 4

De toelage voor onregelmatige diensten is van toepassing voor de gewerkte uren buiten de normale kantoortijden. De hoogte van de toelage is geregeld in bezoldigingsregeling, die door het college is vastgesteld.

De babs komt gemaakte materiaal, representatie, reis- en administratiekosten in aanmerking voor een vaste onkostenvergoeding van €11,34 per huwelijksvoltrekking of geregistreerd partnerschap. Deze onkostenvergoeding wordt door de gemeente fiscaal onbelast betaald, voor zover deze onkosten aannemelijk gemaakt worden blijkens een periodiek onderzoek. Hiervoor dienen de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand eens per zeven jaar een specificatie (met betalingsbewijzen) te overleggen van de voor de functie werkelijk gemaakte onkosten gedurende een periode van drie opeenvolgende maanden. Als daaruit blijkt dat de onkostenvergoeding te hoog is vastgesteld, wordt in de daarop volgende periode een evenredig deel van de vergoeding als loon aangemerkt.

Artikel 5

Artikel 125 van de Ambtenarenwet vereist nadere regels voor voorzieningen tijdens ziekte. In de regeling wordt verwezen naar de belangrijkste artikelen van hoofdstuk 7 van de CAR/UWO. Op basis van de thans geldende tekst krijgt de babs bij ziekte of arbeidsongeschiktheid, gedurende 18 maanden 100% van zijn bezoldiging (zijnde de gemiddelde vergoeding over de afgelopen 12 maanden) doorbetaald. Vervolgens krijgt hij tot het einde van zijn dienstverband 80% doorbetaald. De loondoorbetaling stopt echter bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Een eventuele arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) wordt op het doorbetaalde loon in mindering gebracht. Gedurende de ziekteperiode kan aan de babs gevraagd worden passende arbeid dan wel gangbare arbeid (na 52 weken) te verrichten.

Noot maart 2004: In het kader van de terugdringing van ziekte en arbeidsongeschiktheid bereidt het kabinet plannen voor tot wijziging van de Ziektewet en WAO, die bij bekrachtiging van invloed kunnen zijn op de bepalingen hoofdstuk 7 van de CAR/UWO.

Artikel 6

Als daarvoor aantoonbaar aanleiding bestaat, bijvoorbeeld doordat een klacht jegens de babs is ingedien, dan het college de babs hangende het in te stellen onderzoek schorsen. (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Bij het niet nakomen van verplichtingen of bij plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen tegen de buitengewoon ambtenaar, die uiteenlopen van een schriftelijke berisping tot ontslag. Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing en disciplinaire maatregelen nadere regels worden getroffen. Hierbij is aansluiting gezocht bij hoofdstuk 16 van de CAR/UWO. In dit hoofdstuk is ook de strafprocedure geregeld.

Artikel 7

Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO. Schorsing is in artikel 8:15:1 van de CAR/UWO geregeld en kan om uiteenlopende redenen plaatsvinden.

Artikel 8

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de duidelijkheid zijn deze expliciet in de rechtspositieregeling babs opgenomen.