Regeling vervallen per 01-01-2012

Spaarloonregeling

Geldend van 26-05-1994 t/m 31-12-2011

Intitulé

Spaarloonregeling

Spaarloonregeling

Artikel 1 Wettelijke basis

Het in de volgende artikelen bepaalde is gebaseerd op de Wet tot bevordering van winstdelingen en andere werknemersparticipaties (Staatsblad 1994, nr. 574) en de daaraan gekoppelde fiscale wetgeving. Wijziging van genoemde wet en bedoelde fiscale wetgeving leidt voor zover nodig direct tot aanpassing van de volgende bepalingen.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    belanghebbende: de medewerker in vaste dienst van de gemeente Brummen, danwel met uitzicht op een vaste aanstelling, aangesteld op grond van het Algemeen Ambtenarenreglement;

  • b

    bijzondere spaarrekening: de door de belanghebbende bij een spaarinstelling op zijn naam geopende spaarrekening waarbij de gestorte bedragen tenminste 4 jaren geblokkeerd zijn;

  • c

    spaarinstelling: een spaarbank, een handelsbank en andere daarmee vergelijkbare rechtspersoonlijkheid bezittende financiële instellingen;

  • d

    lijfrenteverzekering: een door de belanghebbende op zijn naam gesloten overeenkomst van levensverzekering met lijfrentebepalingen, welke is aangegaan met een verzekeringsinstelling.

Artikel 3 Aanmelding

Op schriftelijk verzoek van belanghebbende wordt op zijn brutosalaris een op hele guldens afgerond bedrag ingehouden. Dit bedrag, hierna te noemen "spaarloon" bedraagt minimaal f 25,- en maximaal f 1.541,- per kalenderjaar.

Het verzoek als bedoeld in artikel 3, lid 1, dient te worden ingesteld door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanmeldingsformulier.

De inhouding als bedoeld in lid 1 vindt naar keuze van belanghebbende maandelijks, per kwartaal danwel eenmaal per jaar plaats. De hoogte of de frequentie van de inhouding kan tussentijds worden gewijzigd op schriftelijke melding door belanghebbende.

Het spaarloon wordt gestort op een door belanghebbende op zijn naam bij een spaarinstelling geopende bijzondere spaarrekening of aangewend voor de directe betaling van een door belanghebbende afgesloten lijfrenteverzekering bij een verzekeringsmaatschappij.

Artikel 4 Voorwaarden

Het ingehouden spaarloon als bedoeld in artikel 3 dient tenminste vier jaren na inhouding op de bijzondere spaarrekening te worden geblokkeerd. De rente over het tegoed wordt bijgeschreven op een vrije rekening aan te geven door belanghebbende.

De blokkering, als bedoeld in lid 1 vervalt:

  • a

    bij beëindiging van het dienstverband van betrokkene;

  • b

    bij overlijden van belanghebbende;

  • c

    bij faillissement van belanghebbende of beslaglegging op zijn goederen.

Tussentijdse opname van de gespaarde tegoeden is alleen mogelijk voor de volgende bestedingen:

  • a

    de aankoop van een woning, bestemd als hoofdverblijf voor belanghebbende;

  • b

    de aankoop van effecten onder de voorwaarden bedoeld in de genoemde wet;

  • c

    betaling van premies voor lijfrenteverzekeringen onder de voorwaarden bedoeld in de in artikel 1 genoemde wet.

Beëindiging van het dienstverband, bedoeld in artikel 4, lid 2a omvat alle vormen van beëindiging zoals ontslag op eigen verzoek, expireren van de tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd, ongevraagd ontslag, vrijwillig vervroegde uittreding en pensionering.

Tussentijdse beëindiging van de inhouding met opheffing van de bijzondere spaarrekening dan wel met opzegging van de overeenkomst kan slechts geschieden na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders, dit in verband met de eventuele fiscale belastbaarheid van vrijgekomen tegoeden.

Andere bedragen dan spaarbedragen als bedoeld in artikel 3, lid 1 kunnen niet op de bijzondere spaarrekening worden bijgeschreven.

Artikel 5 Naam en inwerkingtreding

Deze verordening, welke kan worden aangehaald als de "Spaarverordening 1994" treedt in werking met ingang van de dag van de vaststelling en werkt terug tot 1 januari 1994.