Subsidieverordening Groene Hagen

1. Het college is bevoegd tot het nemen van besluit op basis van deze verordening.

2. Subsidie wordt alleen verstrekt aan personen / aanvragers, die eigenaar of huurder zijn van een grondgebonden woning of grondgebonden bedrijfspand in de gemeente Brunssum ten behoeve van een natuurlijke erafscheiding, gerelateerd aan die grondgebonden woning of dat grondgebonden bedrijfspand in de gemeente Brunssum.

3. Een aanvraag om subsidie op grond van deze verordening dient te voldoen aan de in artikel 4 opgenomen eisen.

1. Een aanvraag om subsidie op grond van deze verordening wordt ingediend middels het daartoe door het college vastgestelde aanvraagformulier.

2. Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld en ondertekend en voorzien van de op het formulier vermelde bijlagen (een situatietekening met daarop ingetekend de positie van de te planten haag alsmede foto’s van de huidige situatie ter plaatse) te worden ingediend bij het college, alhier.

3. Middels het indienen van een aanvraag om subsidie geeft aanvrager te kennen de geplande haag als zijnde een erfafscheiding te zullen planten op in diens eigendom verworven grond binnen de gemeente Brunssum.

4. Het college kan besluiten een aanvraag, die onvolledig is ingediend, niet in behandeling te nemen. Alvorens daartoe te besluiten stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om de aanvraag binnen een redelijke termijn te completeren / aan te vullen.

5. Het college kan desgewenst het overleggen van andere dan in deze verordening aangeduide gegevens vragen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag.

6. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst / ontvangst.

7. Voor de bepaling van de datum van binnenkomst / ontvangst is de datum van het poststempel bepalend.

8. Een aanvraag kan te allen tijde schriftelijk worden ingetrokken. Alsdan kunnen aan een dergelijke aanvraag geen rechten meer ontleend worden, zal het college hierop binnen 4 weken een besluit nemen en aanvrager hiervan in kennis stellen.

1. De raad stelt jaarlijks, met de vaststelling van de gemeentebegroting, het subsidieplafond voor de subsidiëring van groene hagen vast.

2. Een aanvraag om subsidie wordt geweigerd indien verlening ervan zou leiden tot overschrijding van het door de raad vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in het vorige lid.

1. Het college stelt het voor subsidie in aanmerking komende hagenassortiment vast.

2. Het hagenassortiment zoals opgenomen in bijlage 1, maakt integraal onderdeel uit van deze verordening.

1. De subsidieverstrekking wordt geweigerd indien:

• a.

  de aanvraag betrekking heeft op een reeds bestaande erfafscheiding, bestaande uit een groene haag;

• b.

  de aanvraag betrekking heeft op een erfafscheiding, waarvoor reeds eerder subsidie op grond van deze verordening is verstrekt;

• c.

  de aanvraag betrekking heeft op de geplande aanplant van een soort haag, die niet is opgenomen in het in artikel 7 vermelde hagenassortiment;

• d.

  de aanvraag betrekking heeft op een erfafscheiding, gerelateerd aan een woning/pand voor recreatief gebruik.

1. De aanvrager dient uiterlijk in het eerstvolgende plantseizoen na de subsidieverstrekking de erfafscheiding te hebben gerealiseerd. Het betreft de maanden maart en april in het voorjaar en september, oktober en november in het najaar.

2. De aanvrager is verplicht om, indien het college dit gewenst danwel noodzakelijk acht, door het college aangewezen personen toegang te verlenen tot de woning c.q. het perceel in kwestie teneinde de uitvoering van de aanplant in relatie tot de aanvraag in kwestie ter plaatse te kunnen inspecteren en beoordelen.

3. Indien de gevraagde medewerking als in het vorige lid bedoeld, door de aanvrager wordt geweigerd, wordt

de verstrekte subsidie teruggevorderd.

4. Indien de door aanvrager gerealiseerde aanplant niet in overeenstemming is met de aanvraag, kan de verstrekte subsidie geheel of gedeeltelijke worden teruggevorderd afhankelijk van de aard van de overtreding.

1. Op een aanvraag wordt door het college binnen 8 weken na ontvangst van het aanvraagformulier inclusief bijlagen zoals vermeld in artikel 9, beslist.

2. Uitbetaling van subsidie vindt plaats binnen 6 weken, maar zoveel eerder als mogelijk, nadat door het college op een aanvraag is beslist.

3. De subsidieontvanger wordt in het geval dat het college beslist over het instellen van een terugvordering van subsidie per omgaande schriftelijk in kennis gesteld van deze beslissing.

1. In alle gevallen waarin deze verordening onduidelijk is, beslist het college en/of treffen zij de nodige voorzieningen.

2. Indien toepassing van enige bepaling uit deze verordening naar het oordeel van het college leidt tot kennelijke onbillijkheden, dan wel tot het verstrekken van gegevens, die in redelijkheid niet kunnen worden gevorderd, kan het college van deze bepaling afwijken.

Een besluit tot een dergelijke afwijking wordt met redenen omkleed en aan de desbetreffende aanvrager medegedeeld.

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van haar openbare bekendmaking.

2. Op dat moment vervalt de Subsidieregeling Dubo-stimuleringsfonds, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 15 januari 2002.

1. Besluiten die genomen zijn krachtens de voorheen geldende verordening worden aangemerkt als besluiten genomen krachtens deze verordening.

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag is ingediend, wordt daarop de op het moment van het indienen van de aanvraag geldende verordening toegepast.