Regeling vervallen per 01-01-2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2014

De Raad van de Gemeente Brunssum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013 , dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr. 450224;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2014"

(Verordening precariobelasting 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren beginnend op 00.00 uur, of een gedeelte daarvan

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen

  • c.

    maand: een kalendermaand

  • d.

    kwartaal: een kalenderkwartaal

  • e.

    jaar: een kalenderjaar

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 5 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen boven de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van het grootste gemeten vlak of bij niet rechthoekige vlakken van twee denkbeeldig langs de uitersten van het vlak getrokken lijnen die loodrecht op elkaar staan.

  • 3. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen op de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van de gemeentegrond die daadwerkelijk door de voorwerpen wordt ingenomen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin het belastbare feit zich voordoet.

  • 2. In de overige gevallen is het belastingtijdvak de maand waarin of de dag waarop het belastbare feit zich voordoet, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit zelfstandig kan plaatsvinden.

Artikel 7 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens eigendom, bezit of beperkt recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, welke aan derden zijn verhuurd;

  • 2.

    kelderingangen, licht- en luchtopeningen (koekoeken) en stoeptreden, welke in of op aan de gemeente om niet afgestane grond aanwezig waren op het tijdstip van overdracht;

  • 3.

    vlaggen, vlagdoeken, wimpels en vlaggenstokken, tenzij deze voor reclamedoeleinden worden gebezigd.

  • 4.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 5.

    buizen in de grond tot lozing van fecaliën, van huishoud- of van hemelwater;

  • 6.

    dakgoten, vensterbanken en gevelroosters, welke aan een gebouw zijn aangebracht;

  • 7.

    afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,12 meter buiten de gevel uitsteken;

  • 8.

    voorwerpen welke uitsluitend in een algemeen c.q. verkeersbelang voorzien zoals verkeerstekens, wegwijzers, standbeelden, kruisbeelden, banken, fonteinen;

  • 9.

    voorwerpen ter zake waarvan op grond van de ”Verordening reclamebelasting 2014” een belasting wordt geheven;

  • 10.

    voorwerpen, waarvoor reeds ingevolge een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding verschuldigd is.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. a. De belastingen genoemd in de tarieventabel onder de nummers 2, 3, 4.1 worden geheven bij wege van aanslag;

    • b.

      De belastingen genoemd in de tarieventabel onder de overige nummers worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2. Voor elk nieuw belastbaar feit kan een afzonderlijke aanslag worden opgelegd of kennisgeving, nota of andere schriftuur worden verzonden.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting

  • 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin worden verschuldigde bedragen precariobelastingen of andere heffingen op één aanslagbiljet aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting geheven bij wege van aanslag is invorderbaar in één termijn, welke vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De belasting geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur moet worden voldaan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarin het verschuldigde bedrag is vermeld.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening precariobelasting 2013" van 2 oktober 2012 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari

2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben

voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening precariobelasting 2014".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad 10 december 2013
De voorzitter, De griffier,

BRUNSSUM TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2014

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief

0

Algemeen tarief

Het algemeen tarief voor het hebben

van voorwerpen waarvoor in de volgende

nummers geen afzonderlijk tarief is opgenomen:

per m² per jaar

per m² per maand

€ 18,23

€ 1,53

1

Bouwmaterialen

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

bouwmaterialen

per m² per jaar

per m² per maand

€ 18,23

€ 1,53

2

Uitstallen

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

uitgestalde goederen

per m² per jaar

per m² per maand

€ 18,23

€ 1,53

3

Aankondigingen

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

3.01

Reclame of andere aankondiging, via

reclameborden en/of spandoeken, met of

zonder kunstverlichting, over de oppervlakte:

per m² per jaar

per m² per maand

€ 18,23

€ 1,53

3.02

Reclame-driehoeksborden op daartoe

aangewezen locaties, sandwichborden en

overige aankondigingen:

per stuk per jaar

per stuk per maand

€ 18,23

€ 1,53

4

4.01

4.02

Terrassen

het tarief bedraagt voor het hebben van een terras:

indien:

het terras gelegen is aan het Lindeplein:

indien:

het terras elders dan aan het Lindeplein is gelegen:

per m² per jaar

per m² per maand

per m² per jaar

per m² per maand

€ 29,45

€ 2,45

€ 18,23

€ 1,53

5

Standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het innemen van

een standplaats voor:

5.01

de verkoop van eet- en drinkwaren of goederen, w.o. koopmanswaren, kerstbomen, het houden van autoshows e.d.

per m² per dag

€ 8,38

5.02

een overdekt- c.q. openluchtcircus

of (buurt)feesttent, het houden van

zogenaamde rommelmarkten, fancy-

fairs, luikse markten e.d.

per dag

€ 20,56

5.03

het vanuit commercieel oogpunt houden van

braderieën, gildefeesten, oktoberfeesten, promotionfeesten e.d.

per dag

€ 82,67