Regeling vervallen per 12-12-2013

Verordening commissie van advies voor de bezwaarschriften ISD BOL 2013

Geldend van 12-12-2013 t/m 11-12-2013

Intitulé

Verordening commissie van advies voor de bezwaarschriften ISD BOL 2013

Het algemeen bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf (hierna ISD BOL), gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van ISD BOL,

gelet op het bepaalde in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 5 van de Gemeenschappelijke regeling van ISD BOL (GR).

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie van advies voor de bezwaarschriften ISD BOL 2013

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder.

  • a.

    verwerend orgaan bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft vastgesteld;

  • b.

    commissie commissie van advies voor de bezwaarschriften,

  • c.

    de wet. de Algemene wet bestuursrecht (Stbl. 1992, 315),

  • d.

    ambtelijk horen: het horen door een ambtenaar namens het bestuursorgaan zoals bedoeld in artikel 7:5 van de wet;

  • e.

    secretaris. door ISD BOL aangewezen of plaatsvervangende secretaris

Hoofdstuk II. Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Commissie en bevoegdheid

  • 1. Er is een commissie die, overeenkomstig artikel 7.13, lid 6 van de wet, schriftelijk advies uitbrengt voordat door het dagelijks bestuur van de ISD BOL een beslissing wordt genomen op bezwaren tegen besluiten van het dagelijks bestuur, ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren, ingediend ingevolge artikel 7:1 van de wet, genaamd commissie van advies voor de bezwaarschriften.

  • 2. De commissie en de secretaris van de commissie is bevoegd aan het dagelijks bestuur van ISD BOL advies uit te brengen over een verzoek van belanghebbende(n) om vergoeding van de gemaakte kosten in verband met de behandeling van een bezwaar.

  • 3. Voor zover het overige zaken betreft die vallen onder de bevoegdheid van het bestuur, is de commissie bevoegd tot advisering indien daarom door of namens het bestuur wordt verzocht.

Artikel 3 Ambtelijk horen en ambtelijk advies

  • 1. Bij bepaalde door het dagelijks bestuur bij afzonderlijk besluit aangewezen categorieën bezwaarschriften, kan de commissie niet bevoegd worden verklaard en kan het horen door het dagelijks bestuur ambtelijk plaatsvinden

  • 2. De secretaris van de commissie is bevoegd te adviseren aan het dagelijks bestuur over bezwaarschriften die niet voldoen aan het bepaalde in de artikelen 1.2, 1.3, 6:5, 6.6 en 6.7 van de wet.

  • 3. De secretaris van de commissie is bevoegd te adviseren aan het dagelijks bestuur over bezwaarschriften waarin artikel 7:3 van de wet van toepassing is

  • 4. Over de bezwaarschriften, zoals bedoeld in lid 1, waarbij ambtelijk is gehoord dan wel aan de indiener van het bezwaarschrift de mogelijkheid is geboden om het bezwaarschrift tijdens een hoorzitting mondeling toe te lichten, adviseert de secretaris van de commissie

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

  • 2. Er zijn twee commissie-kamers. De kamer Landgraaf voor bezwaarschriften ingediend door inwoners van de gemeente Landgraaf en de kamer Brunssum-Onderbanken voor bezwaarschriften ingediend door inwoners van de gemeente Brunssum en de gemeente Onderbanken

  • 3. De commissie bestaat uit een voorzitter voor beide kamers - tevens lid van de commissie - en twee commissieleden per kamer en wordt ondersteund door een secretaris.

  • 4. De commissieleden benoemen uit hun midden één of meer plaatsvervangende voorzitter(s)

    • a.

      De leden van het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van ISD BOL kunnen geen lid van de commissie zijn;

    • b.

      Als leden kunnen niet worden benoemd.

      • a.

        leden van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum, de gemeente Onderbanken en de gemeente Landgraaf,

      • b.

        ambtenaren in dienst van de gemeente Brunssum, de gemeente Onderbanken en de gemeente Landgraaf en personen met wie door een gemeentelijk orgaan binnen een van de desbetreffende gemeenten een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten;

      • c.

        ambtenaren in dienst van de ISD BOL en personen met wie door de ISD BOL een gemeentelijk orgaan binnen een van de desbetreffende gemeenten een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten.

Artikel 5 De functie van de secretaris

  • 1. Het secretariaat van de commissie wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd dat belast is met de uitvoering van bezwaar en beroep binnen ISD BOL. De secretaris(sen) van de commissie is/zijn door het dagelijks bestuur aangewezen kwaliteitsmedewerkers ISD BOL.

  • 2. De secretaris neemt deel aan de hoorzittingen van bezwaarschriften, woont de vergaderingen en de besprekingen van de commissie bij en heeft een raadgevende stem.

Artikel 6 Zittingsduur commissie

  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden voor een periode van twee jaar benoemd. De voorzitter en de leden kunnen éénmaal voor een periode van twee jaar worden herbenoemd.

  • 2. Bij het bepalen van de totale zittingsduur worden benoemingen als voorzitter of commissieleden op basis van voorgaande verordeningen meegeteld

  • 3. Leden dienen hun ontslag schriftelijk in bij de voorzitter van de commissie, die binnen twee werkdagen het benoemende orgaan in kennis stelt. De voorzitter dient zijn ontslag, schriftelijk, rechtstreeks in bij het benoemende orgaan

  • 4. Het ontslag gaat desgevraagd direct in dan wel tot een opvolger is benoemd, maar in elk geval een maand na de schriftelijke mededeling.

  • 5. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist het dagelijks bestuur van ISD BOL zo spoedig mogelijk over de invulling

  • 6. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven, gedurende acht weken na hun aftreden, bevoegd hun functie te vervullen.

  • 7. Het dagelijks bestuur ontslaat de voorzitter van de commissie en/of het desbetreffend (plaatsvervangend) commissielid vóór het aflopen van de benoemingstermijn, als bedoeld in het eerste lid, als de voorzitter van de commissie en/of het desbetreffende (plaatsvervangend) commissielid niet naar behoren functioneert. Voordat het besluit genomen wordt, wordt het desbetreffende lid in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op het voornemen tot het ontslag.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Toekenning van bevoegdheden

De secretaris oefent voor de toepassing van deze verordening de volgende wettelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan uit

  • a.

    de bevoegdheden van artikel 2:1, tweede lid van de wet;

  • b.

    de bevoegdheden van artikel 6:6 van de wet, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6.5 van de wet kan worden hersteld,

  • c.

    de bevoegdheden van artikel 6.17 van de wet voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

  • d.

    de bevoegdheid van artikel 7:4, tweede lid van de wet,

  • e.

    de bevoegdheid van artikel 7.6, vierde lid van de wet;

  • f.

    de bevoegdheid van artikel 7.10, derde lid van de wet;

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt in voorkomende gevallen uiterlijk twee weken voor de zitting in handen van de voorzitter van de commissie gesteld

  • 2. De voorzitter kan ongevraagd of op verlangen van de commissie, bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen voor de zitting.

  • 3. Voor zover er aan het gestelde in het vorige lid kosten verbonden zijn, stelt de voorzitter vooraf het secretariaat van de commissie in kennis en vraagt om toestemming.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarbij de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. De secretaris deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord tijdens de zitting.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de uitnodiging voor het bijwonen van de hoorzitting van de voorzitter

  • 4. De secretaris beslist over de toepassing van artikel 7.3 van de wet.

  • 5. Indien de secretaris op grond van het in het vierde lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien stelt hij daarvan in kennis:

    • a.

      de belanghebbende of de gemachtigde in de beslissing op bezwaar;

    • b.

      het verwerend orgaan

Artikel 10 Niet deelnemen aan behandeling

De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie nemen niet deel aan behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Handhaving orde

De voorzitter handhaaft de orde ter zitting Hij is bevoegd maatregelen te nemen wanneer de orde op enigerlei wijze wordt verstoord.

Artikel 12 Presentiegeld

De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden ontvangen voor hun werkzaamheden als voorzitter of als lid van de commissie een vergoeding. Voor de hoogte en wijze van vergoeding is het "Vergoedingenbesluit commissie bezwaarschriften ISD BOL" van toepassing.

Artikel 13 Aanwezigheid hoorzitting

Voor het houden van een hoorzitting, anders dan het ambtelijk horen, is in ieder geval de aanwezigheid van de secretaris en de voorzitter, dan wel de plaatsvervanger, vereist

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten, wanneer een der aanwezige leden dit verzoekt, de voorzitter het nodig oordeelt of een belanghebbende dit verzoekt

  • 3. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd

Artikel 15 Verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikel 7.7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid

  • 2. Het verslag geeft weer wat gezegd is en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deur plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord wordt dit opgenomen in het verslag.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde stukken Deze worden aan het verslag gehecht

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter ongevraagd of op verlangen van de commissie dit onderzoek instellen. Artikel 7, lid 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting De voorzitter beslist over zo'n verzoek

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Advies commissie

  • 1. Indien de commissie over voldoende informatie beschikt, brengt de commissie schriftelijk advies uit aan het bestuur, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 van deze verordening en eventueel door de commissie nadere ontvangen informatie.

  • 2. Het advies wordt uitgebracht door de (plaatsvervangend) voorzitter en minimaal één lid van de commissie.

  • 3. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie (digitaal) ondertekend.

  • 7. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen

Artikel 18 Ambtelijk advies

Artikel 17, met uitzondering van het tweede tot en met het vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op het uitbrengen van een ambtelijk advies zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening,

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt met ondersteuning van de secretaris, jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden aan het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de directie van ISD BOL.

Dit verslag maakt vervolgens onderdeel uit van het jaarverslag van ISD BOL Zo nodig signaleert de commissie tussentijds – los van het jaarverslag – bij het desbetreffende bestuursorgaan ontwikkelingen waarvan de aanpak niet kan worden uitgesteld.

Artikel 20 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening commissie van advies voor de bezwaarschriften ISD BOL 2013".

  • 2. Deze verordening treedt in werking na de dag waarop het algemeen bestuur van de ISD BOL heeft besloten tot vaststelling van deze verordening en onder gelijktijdige intrekking van de Verordening commissie bezwaarschriften ISD BOL vastgesteld bij besluit van het algemeen bestuur van de ISD BOL van 28 maart 2007.

Ondertekening

Aldus besloten door het algemeen bestuur op 6 november 2013.
De voorzitter, De secretaris
P,J.J, Verbraak J.F M. S inbusch

Toelichting wijziging Verordening commissie van advies voor de bezwaarschriften

Algemeen Aanleiding

Met ingang van 1 juli 2013 is de behandeling van de bezwaarschriften, beroep – en hoger beroepzaken van de gemeente Landgraaf overgedragen aan ISD BOL.

Hierdoor is de uitvoering van alle bezwaar-, beroep- en hoger beroepzaken in het kader van de WWB c a. van de drie deelnemende gemeenten overgedragen aan de organisatie ISD BOL. Deze overdracht komt de uniformiteit in de uitvoering ten goede en biedt de mogelijkheid om de werkwijze van deze juridische procedures naar de inzichten van de tegenwoordige tijd in te richten.

In deze verordening zijn wijzigingen doorgevoerd om tot een efficiëntere afhandeling van de bezwaarschriften te komen. Daarnaast is duidelijkheid geschapen over de rol van de commissieleden in zaken waarbij geen hoorzitting plaatsvindt.

Zittingsgericht werken

Door de gemeente Rotterdam wordt al enige tijd met succes gewerkt aan het verkorten van de doorlooptijden van bezwaarschriften. Het ambtelijk horen voor bepaalde categorieën bezwaarschriften wordt hiervoor als middel ingezet.

Gelet op de ervaring van Rotterdam is het niet noodzakelijk zelf het wiel uit te vinden en is ervoor gekozen aansluiting te zoeken bij hun werkwijze, te weten'

  • -

    bij apart besluit van het dagelijks bestuur kunnen categorieën bezwaarschriften aangewezen worden die niet door de commissie zullen worden behandeld;

  • -

    een uitbreiding van de bevoegdheden van de secretaris van de commissie;

  • -

    belanghebbenden kunnen ambtelijk worden gehoord.

De nieuwe werkwijze betekent een gerichter inzet van de commissie. De commissie wordt ingezet als de complexiteit van de bezwaarzaak en het professionalisme van de commissie daarom vraagt. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaren en dit wordt losgekoppeld van de zittingsperiodes van de gemeenteraden.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voorkomen.

Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, in de verordening ook aangeduid als verwerend orgaan, is het dagelijks bestuur

Artikel 2 – Commissie en bevoegdheid

De leden één tot en met drie zijn overgenomen uit de oude verordening van 2007.

Artikel 3 – Ambtelijk horen en ambtelijk advies

Het eerste lid geeft een beperking op de algemene bevoegdheid van de commissie zoals omschreven in artikel 2.

De opgenomen bepaling opent de mogelijkheid om op termijn categorieën bezwaarschriften aan te wijzen waarvoor het zware middel van de commissie van advies voor de bezwaarschriften niet noodzakelijk is Bij apart besluit van het dagelijks bestuur wordt dan de mogelijkheid geopend om bij bepaalde categorieën bezwaarschriften ambtelijk te horen. Deze werkwijze heeft tot doel de doorlooptijden van de bezwaarschriften te verkorten en betekent een doeltreffender inzet van de commissie. De commissie wordt ingezet als de complexiteit van de bezwaarzaak en het extra professionalisme van de commissie daarom vraagt.

In de lijn van bovenstaande werkwijze wordt in lid 2 en lid 3 de bevoegdheid van de secretaris uitgebreid, inclusief de bevoegdheid om een ambtelijk advies uit te brengen indien afgezien wordt van de mogelijkheid om het bezwaar tijdens een hoorzitting nader mondeling toe te lichten.

Het ambtelijk horen vindt plaats door de secretans(sen) van de commissie van advies voor de bezwaarschriften Ook is namens het bestuursorgaan een vertegenwoordiger aanwezig. Teneinde de onafhankelijkheid te waarborgen zal nooit worden gehoord door personen die bij het bestreden besluit betrokken zijn geweest De medewerkers kwaliteit bij ISD BOL zijn niet gepositioneerd in de primaire afdelingen

Bovendien staat beroep en hoger beroep open bij de bestuursrechter.

Bij de bezwaarschriften waarbij het horen door de secretaris van de commissie is gebeurd, ligt het in de rede dat de secretaris ook degene is die het bestuursorgaan adviseert

De aangehaalde artikel(led)en van de Awb luiden als volgt.

Artikel 1.2

lid 1 Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

lid 2 Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd.

lid 3 Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Artikel 1'3

lid 1 Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

lid 2 Onder beschikking wordt verstaan een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.

lid 3 Onder aanvraag wordt verstaan. een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.

lid 4 Onder beleidsregel wordt verstaan. een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

Artikel 6:5

lid 1 Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste:

  • a.

    de naam en het adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar of beroep.

lid 2 Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

lid 3 Indien het bezwaar- of beroepschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar of beroep noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Artikel 6:6

Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:

a niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of

b het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn

Artikel 6 7

De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.

Artikel 7:3

Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien.

  • a.

    het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • b.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is,

  • c.

    de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;

  • d.

    de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of

  • e.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Artikel 4 — Samenstelling van de commissie

De voorzitter en (plaatsvervangende) leden worden benoemd en ontslagen door het dagelijks bestuur. In lid 5 wordt een opsomming gegeven van de incomptabiliteiten als commissielid.

Artikel 5 — De functie van de secretaris

Het secretariaat wordt uitgeoefend door het afdelingshoofd dat belast is met de uitvoering van bezwaar en beroep binnen ISD BOL. De medewerkers kwaliteit kunnen benoemd worden als secretaris van de commissie.

Artikel 6 — Zittingsduur commissie

De zittingsduur van de commissie is losgekoppeld van de zittingsperiode van de gemeenteraden. Nadere procedureregels zijn opgenomen

Artikel 7 — Toekenning van bevoegdheden

De aangehaalde artikel(led)en van de Awb luiden als volgt:

Artikel 2.1, lid 2

Een bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

Artikel 6:5

lid 1 Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste.

a. de naam en het adres van de indiener,

b de dagtekening;

  • 1.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht,

  • 2.

    de gronden van het bezwaar of beroep

lid 2 Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

lid 3 Indien het bezwaar- of beroepschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar of beroep noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Artikel 6:6

Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien

a niet is voldaan aan artikel 6.5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of

b. het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Toelichting:

Doordat de bevoegdheid tot advisering over bezwaarschriften die niet voldoen aan het bepaalde in de artikelen 6.5 en 6:7 van de wet is opgedragen aan de secretaris, wordt de termijn waarbinnen het verzuim dient te worden hersteld, eveneens bepaald door de secretaris.

Er is vanaf gezien in de verordening een vaste termijn daarvoor op te nemen omdat het niet goed mogelijk is in algemene zin voor alle gevallen aan te geven hoe lang deze termijn zou moeten zijn. Enerzijds moet de indiener een reële mogelijkheid worden geboden het geconstateerde verzuim te herstellen, anderzijds moet het niet zo zijn dat door een te lange termijn de procedure wordt vertraagd

Artikel 6.17

Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, zendt het orgaan dat bevoegd is op het bezwaar of beroep te beslissen, de op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de gemachtigde.

Artikel 7:4, tweede lid

Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende tenminste een week voor belanghebbenden ter inzage.

Artikel 7.6, vierde lid

Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden ( .). (Het derde lid van dit artikel luidt:

Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.)

Artikel 7 10, derde lid

Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 8 — Vooronderzoek

De voorzitter kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen. Deze bevoegdheid komt zelfstandig toe aan de voorzitter

In lid drie is bepaald dat de voorzitter in dergelijke gevallen om financiële toestemming vraagt Dit om budgettaire redenen.

Artikel 9 – Hoorzitting

De secretaris is bevoegd tot het uitvoeren van artikel 7'3 Awb

Artikel 7.3

Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien.

  • a.

    het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,

  • b.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is;

  • c.

    de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord,

  • d.

    de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of

  • e.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Artikel 10 - Niet deelnemen aan behandeling

Dit artikel vormt het equivalent van artikel 2:4 Awb Dit verbiedt dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Artikel 2:4

lid 1 Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid.

lid 2 Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Artikel 11 t/m 13

Deze artikelen spreken voor zich.

Artikel 14- Openbaarheid zitting

Ingevolge artikel 7:5, tweede lid, Awb besluit het bestuursorgaan, voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7.13, vierde lid, Awb wordt deze bevoegdheid aan de daar bedoelde commissie toegekend.

Artikel 7.5, tweede lid

Voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, besluit het bestuursorgaan of het horen in het openbaar plaatsvindt.

Artikel 7:13, vierde lid

De commissie beslist over de toepassing van artikel 7 4, zesde lid, van

artikel 7:5, tweede lid, en, voor zover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, van artikel 7.3

Artikel 15 - Verslaglegging

Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Dit laat overigens onverlet dat in de verordening een vaste procedure wordt opgenomen.

Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht.

Artikel 7:7

Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 16- Nader onderzoek

In het eerste lid is bepaald dat de voorzitter in dergelijke gevallen om financiële toestemming vraagt. Dit om budgettaire redenen.

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren.

Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken een nieuwe zitting te houden In de artikelen 7.9 en 7.23 wordt bepaald dat, indien het in voor bedoeld geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar of beroep te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt medegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord

Artikel 7:9

Wanneer na het horen aan het bestuursorgaan feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord.

Artikel 7:23

Wanneer na het horen aan het beroepsorgaan feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het beroep te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord

Artikel 17– Advies commissie

Volgens artikel 7:13, zesde lid, Awb maakt in de bezwaarschriftenprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie en wordt het advies schriftelijk uitgebracht

Artikel 7'13, zesde lid

Het advies van de commissie wordt schriftelijk uitgebracht en bevat een verslag van het horen.

Artikel 7:10

lid 1 Het bestuursorgaan beslist binnen zes weken of– indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken

lid 2 De termijn wordt opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop de indiener is verzocht een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 te herstellen, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

lid 3 Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

lid 4 Verder uitstel is mogelijk voor zover:

  • a.

    alle belanghebbenden daarmee instemmen,

  • b.

    de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad, of

  • c.

    dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.

lid 5 Indien toepassing is gegeven aan het tweede, derde of vierde lid, doet het bestuursorgaan hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden.

Artikel 18 – Ambtelijk advies

Artikel 17, met uitzondering van het tweede tot en met het vierde lid, wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op het ambtelijk advies