Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Geldend van 29-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2010, TITEL 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

De Raad der Gemeente Brunssum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juni 2010, Dienst Gemeentewinkel/Afdeling Vergunningen, nr. 2010/9307;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Commissie Middelen van 23 juni 2010;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2010, TITEL 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning”.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    a.

    een jaar:

    een kalenderjaar;

    b.

    een maand:

    een kalendermaand;

    c.

    een week:

    een kalenderweek;

    d.

    een dag:

    een etmaal.

  • 2. Indien in de tarieventabel voor een zelfde onderdeel een tarief is vermeld per jaar, per maand, per week of per dag, wordt de voor de belastingplichtige meest gunstige wijze van berekening van het tarief gehanteerd.

  • 3. Daar waar in deze verordening wordt gesproken over het in behandeling nemen van een aanvraag, wordt bedoeld de inname en verdere afhandeling van deze aanvraag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    Het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

  • d.

    Het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Maatstaven van heffingen en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Gereserveerd

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel, voor zover deze tarieventabel betrekking hebben op de in lid 2 genoemde onderdelen, van de ‘Legesverordening 2010’ van 9 december 2010, in werking getreden op1 januari 2010, vervallen met ingang 1 juli 2010, dan wel het moment waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges) en Hoofdstuk 9, artikel 9.3, onderdeel 3 (uitweg/inrit als bedoeld in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening) en artikel 9.5 (kapvergunning als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid van de Bomenverordening Gemeente Brunssum) van de tarieventabel behorende bij de in lid 1 genoemde verordening vervallen op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2010, 142) in werking treden, met dien verstande dat dit hoofdstuk en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • 1.

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • 2.

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

  • 3. De op artikel 9 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. De "Legesverordening 2010" vastgesteld op 8 december 2009, in werking getreden op 1 januari 2010, wordt enkel voor zover deze betrekking heeft op de in artikel 12 genoemde bepalingen, ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing waar deze verordening op ziet is 1 juli 2010, dan wel het moment waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2010, Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De Raad voornoemd,

voorzitter
griffier

Tarieventabel leges

“Legesverordening 2010, Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning”.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

Conversie

2010

2.1.1.1

aanlegkosten:

nieuw

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

5.1

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

Indien de opgegeven bouwkosten niet overeenkomstig de hierboven genoemdewijze zijn bepaald, worden ambtshalve de bouwkosten vastgesteld op basis van de m3-eenhedenprijzen (exclusief BTW) zoals deze door het College zijn vastgesteld en waarvan openbare bekendmaking heeft plaatsgevonden.

2.1.1.3

sloopkosten:

nieuw

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

Indien de opgegeven sloopkosten niet overeenkomstig de hierboven genoemdewijze zijn bepaald, worden ambtshalve de sloopkosten vastgesteld op basis van de m3-eenhedenprijzen (exclusief BTW) zoals deze door het College zijn vastgesteld en waarvan openbare bekendmaking heeft plaatsgevonden.

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

nieuw

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

nieuw

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

nieuw

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Conversie

2010

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

5.2.1

(deels nieuw)

36;--

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

nieuw

50 %

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

5.2.3

0 -

- 1.000

38,50

1.001

- 2.000

46,20

2.001

- 5.000

102,75

5.001

-10.000

231,15

10.001

-20.000

462,35

20.001

-50.000

698,70

50.001

-100.000

1.181,60

100.001

-200.000

3.339,35

200.001

-500.000

7.760,35

500.001

- 1.000.000

18.340,85

>1.000.001

3,60 % van de bouwkosten

2.3.1.1.1

Mocht voor een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.3 juncto Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit vereist zijn vanwege het feit dat het betreffende bouwwerk is gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan is het tarief voor het in behandeling nemen nihil.

5.2.8

Welstandstoets

Conversie

2010

2.3.1.2

Indien tijdens de beoordeling van de in onderdeel 2.3.1.1 bedoelde aanvraag een welstandstoets noodzakelijk is, bedraagt- onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1- het tarief, indien hierover:

5.6

2.3.1.2.1

-niet het advies van de Commissie Ruimtelijke

Kwaliteit behoeft te worden ingewonnen:

5.6.1.1

10,25

vermeerderd met 10% van het in onderdeel

2.3.1.1 bepaalde tarief, met een maximum van

€ 154,00.

5.6.1.1

2.3.1.2.2

-wel het advies van de Commissie Ruimtelijke

Kwaliteit moet worden ingewonnen:

5.6.2

35,95

vermeerderd met 10% van het in onderdeel

2.3.1.1 bepaalde tarief, met een maximum van

€ 256,--.

5.6.2

2.3.1.3

Gereserveerd.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met de werkelijk gemaakte extra kosten, minimaal zijnde een bedrag van € 150,-- en maximaal € 10.000,--:

5.18

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

5.3.1.2

38,50

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien er als gevolg van deze aanvullende gegevens, naar de omstandigheden beoordeeld, feitelijk sprake is van een nieuwe aanvraag, tenzij deze aanvullende gegevens als gevolg van (pre-) mediation tot stand zijn gekomen.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de aanlegkosten als bedoeld in artikel 2.1.1:

5.7.1

a.minder bedragen dan € 10.000:

158,20

b.€ 10.000 bedragen of meer:

158,20

vermeerderd met 2,40 % waarmee de aanlegkosten de € 10.000 te boven gaan

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Conversie

2010

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

5.5.1.1

139,30

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

5.5.1.1

139,30

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

5.8.3

5.423,90

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

5.5.1.1

139,30

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of rijksverordening / aanwijzing):

nieuw

139,30

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

5.13

172,55

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

5.13

172.55

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

5.8.3

5.423,90

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

5.13

139,30

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of rijksverordening / aanwijzing):

nieuw

139,30

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Conversie

2010

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

5.10

200,55

Vermeerderd met:

Voor een bouwwerk met een oppervlakte van

< 100 m2

€ 134,20

100-500m2

€ 1,34/m2

500-2.000m2

basisbedrag

€ 433,90

verhoogd met

€ 0,43/m2

2.000-5.000m2

basisbedrag

€ 1.119,90

verhoogd met

€ 0,11/m2

5.000-50.000m2

basisbedrag

€ 1.549,--

>50.000m2

basisbedrag

2,184,70

verhoogd met

€ 0,01/m2

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief:

5.12.1

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

5.12.1

172,55

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

5.12.1

172,55

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

nieuw

172,55

Conversie

2010

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

5.11.1

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

5.11.1

1,43%

van de sloopkosten met een minimum van:

102,75

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

5.11.1

1,43%

Van de sloopkosten met een minimum van:

102,75

2.3.8

Gereserveerd.

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van artikel 2.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

9.3, onderdeel 3

20,55

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 1.2, eerste lid van de Bomenverordening Gemeente Brunssum een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

9.5

16,20

2.3.11

Gereserveerd.

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

Conversie

2010

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

nieuw

(1.3)

29,70

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

nieuw

(1.3)

29,70

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

nieuw

(1.3)

29,70

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

nieuw

(1.3)

29,70

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

nieuw

(1.3)

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

29,70

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

29,70

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

nieuw

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

nieuw

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

5.9.1

211,15

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

nieuw

211,15

2.3.17

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

nieuw

35,95

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

nieuw

35,95

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Conversie

2010

2.4.2

Gereserveerd.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 6 weken na het in behandeling nemen ervan:

5.3.2.2

5.3.2.6

95 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken na het in behandeling nemen ervan:

5.3.2.3

5.3.2.6

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 52 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

5.3.2.1

40%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren/buiten behandeling laten van een (aanvraag) omgevingsvergunning voor bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten

Conversie

2010

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert dan wel besluit de aanvraag hiertoe buiten behandeling te laten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

5.3.2.4

5.3.2.7

40%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan:

5.3.2.1 t/m 5.3.2.4

25,65

wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

nieuw

25,65

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

5.3.1.1

25,65

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

5.8.2

5.423,90

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening

5.8.1

2.169,55

2.8.3

De onder artikel 2.3.3.3, 2.3.4.3, 2.8.1 en 2.8.2 van deze verordening genoemde legesbijdrage vindt geen toepassing indien de kosten van de betreffende dienst krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

5.8.4

Hoofdstuk 9

2.9

Gereserveerd.

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

25,65

Hoofdstuk 11 Verzoek wijziging tenaamstelling

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van een tenaamstelling van de verleende omgevingsvergunning:

5.4

5.12.2

25,65

Hoofdstuk 12 Borgsom start- en gereedmelding

2.12

Onverminderd het bepaalde in 2.3.1, worden de kosten met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bij verlening daarvan, verhoogd met een bedrag van € 50,--, zijnde een borgsom voor het op correcte wijze melden van de start en het gereedkomen van de werkzaamheden waarvoor de omgevingsvergunning is verleend.

Indien de bouwkosten meer dan € 100.000,-- bedragen, zal dit bedrag met € 50,-- per € 100.000,-- of gedeelte daarvan waarmee de bouwkosten de € 100.000,-- te boven gaan, worden verhoogd.

Indien de aanvrager door middel van de daarvoor bestemde start- en gereedmeldingskaart ten minste twee dagen voor aanvang van de bouwwerkzaamheden mededeling doet van de start van de werkzaamheden alsmede

binnen twee weken na het gereedkomen van de werkzaamheden mededeling doet van het gereedkomen daarvan, zal de borgsom ten gunste van de aanvrager worden gerestitueerd.

5.2.7

Hoofdstuk 13 Publicatie

2.13

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3, worden de kosten met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning verhoogd in verband met de wettelijk voorgeschreven publicatie van deze aanvraag met:

5.17

26,90

Hoofdstuk 14 Uitzetten peil(en) en rooilijn(en)

2.14

Het tarief voor een aanvraag tot het uitzetten van (een) peil(en) en / of rooilijn(en) bedraagt:

5.14

150,00

Hoofdstuk 15 Lucht en Bodem

2.15.1

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op bouwactiviteiten, waarbij de resultaten van een akoestisch onderzoek beoordeeld dienen te worden, wordt het overeenkomstig 2.3.1berekende bedrag verhoogd met:

5.5.1.2

216,35

2.15.2

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op bouwactiviteiten, waarbij de resultaten van een luchtkwaliteitsonderzoek beoordeeld dienen te worden, wordt het overeenkomstig 2.3.1berekende bedrag verhoogd met:

5.5.1.3

216,35

Behoort bij raadsbesluit van

De griffier van Brunssum,