Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2020-2021)

Geldend van 17-12-2019 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2020-2021)

De Raad van de gemeente Brunssum gemeentebladnummer 2019/69;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2019 , afdeling Financiën en control;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING GEMEENTE BRUNSSUM 2020 EN 2021 "

(verordening toeristenbelasting Gemeente Brunssum 2020-2021)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,75.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Aanmeldingsplicht; aangifte

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdelen b en d van de Gemeentewet.

  • 2. De belastingplichtige doet aangifte van het aantal overnachtingen bij de heffingsambtenaar middels een aan hem uit te reiken aangiftebiljet. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de aangifte binnen twee weken na het uitnodigen daartoe gedaan.

  • 3. Het aangiftebiljet wordt vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 10 Nachtverblijfregister

De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister, of een vergelijkbare eigen administratie, bij te houden en daarin de gegevens te boeken welke voor de heffing van de belasting van belang zijn.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening toeristenbelasting 2018-2019’ van 12 december 2017 wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2020-2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 2019.

De Raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier