Regeling vervallen per 07-06-2012

VERORDENING VOORZIENINGEN RAADSLEDEN EN FRACTIES

Geldend van 06-03-2008 t/m 06-06-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

VERORDENING VOORZIENINGEN RAADSLEDEN EN FRACTIES

De raad van de gemeente Bunnik;

gelet op de artikelen 33, 95, 97 108,147 en 149 van de Gemeentewet,

gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2008

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Bunnik;

  • b.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • c.

    griffier: de griffier bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

  • e.

    fractie: het lid (of de gezamenlijke leden) van een politieke groepering, dat (die) namens deze groepering zitten heeft (hebben) in de raad;

  • f.

    fractieassistent: een persoon, niet zijnde een raadslid, die op voordracht van zijn of haar fractie is benoemd door de raad om een fractie bij te staan bij het verrichten van haar werk ten behoeve van de raad;

  • g.

    seniorenconvent: het overleg van voorzitters van fracties en de voorzitter van de raad;

  • h.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994,Stb. 244, zoals dat sindsdien is gewijzigd;

  • i.

    Circulaire van het Ministerie van BZK: jaarlijks vastgestelde circulaire van het Ministerievan Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, ter uitvoering van het Rechtspositiebesluitraads- en commissieleden;

  • j.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • k.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16maart 1993, nr. AB93/U280, Stort. 56;

  • l.

    Verplaatsingskosten besluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;

  • m.

    Open Huis: activiteiten voorafgaand aan en ter voorbereiding van de vergadering van deraad, zoals bedoeld in het Reglement van het Open Huis;

  • n.

    Reglement van het Open Huis: het Reglement van het Open Huis zoals is vastgesteld op27 januari 2005 of zoals dat op enige latere datum is herzien.

Hoofdstuk II Geldelijke voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoeding, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    Aan het raadslid worden ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente voor het volgen van een cursus, congres, seminar of symposium volgens artikel 7 vergoed.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: eenvolledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten.

    bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 4.

    De aanvraag voor de in dit artikel bedoelde kostenvergoeding wordt ingediend bij de griffier. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier wordt voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding daarvan.

Artikel 6 Verblijfskosten

  • 1. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De aanvraag voor de in dit artikel bedoelde kostenvergoeding wordt ingediend bij de griffier. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier wordt voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding daarvan

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang gevolgd worden komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast jaarlijks bedrag per raadszetel.

  • 3. De hoogte van het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de raad vastgesteld door middel van vaststelling van de betreffende begrotingspost.

  • 4. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

De gemeente stelt een computer beschikbaar in de fractiekamer van het gemeentehuis voor gebruik

van de raadsleden. Verder stelt de gemeente geen persoonlijke faciliteiten beschikbaar.

Artikel 9 Kinderopvang

De gemeente stelt geen vergoeding ter beschikking voor eventuele kosten van kinderopvang.

Artikel 10 Spaarloon regeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoelt in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het

geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot een bedrag van de bedoelde korting.

  • 2. Indien het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en na de toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslidmaatschap ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is overeenkomstig van toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Hoofdstuk III Ambtelijke bijstand aan raadsleden

Artikel 14 Verzoek om ambtelijke bijstand

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend verzoekt de griffier de gemeentesecretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 15 Weigering van ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier (op grond van artikel 14 eerste lid en ondera en b) of de gemeentesecretaris (op grond van artikel 14, eerste lid en onder c) ambtelijkebijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op dewerkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de gevraagde bijstand dermate omvangrijk is, dat deze niet ingepast kan worden binnen de reguliere werkzaamheden van de ambtenaar.

  • 2.

    De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 16 Besluit van de burgemeester over geweigerde ambtelijke bijstand

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 17 Niet tevreden over verleende bijstand

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de gemeentesecretaris.

  • 2. Indien overleg met de gemeentesecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 18 Geheimhouding

  • 1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van de gegeven informatie geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van de gegeven informatie wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Hoofdstuk IV Fractieondersteuning

Artikel 19 Financiële bijdrage voor fracties

  • 1. De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast jaarlijks bedrag per raadszetel.

  • 3. De hoogte van het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de raad vastgesteld door middel van vaststelling van de betreffende begrotingspost.

Artikel 20 Besteding van de financiële büdraoe

  • 1. De fracties besteden de bijdrage ten behoeve van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor individuele raadsleden;

    • f.

      verkiezing of herverkiezing van raadsleden.

Artikel 21 Uitkering van de financiële bijdrage

  • 1. De jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van dat kalenderjaar bij wijze van voorschot uitgekeerd.

  • 2. In een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden wordt de bijdrage uitgekeerd voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de verkiezingen wordt de bijdrage uitgekeerd voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 22 Verantwoording van de besteding

  • 1.

    Elke fractie legt vóór 1 april van enig jaar over het voorafgaande jaar (het verslagjaar)verantwoording af aan de griffier over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuningonder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de verrichte uitgaven, welke uitgaven moeten kunnen worden gestaafd met facturen, kassabonnen of andere schriftelijke bewijsstukken.

  • 3.

    De griffier brengt dit verslag ter kennis van de raad.

  • 4.

    Indien onregelmatigheden worden geconstateerd kan de raad besluiten de gelden terug te vorderen.

Artikel 23 Terugstorten van resterende gelden

Jaarlijks vóór 1 juni worden de resterende gelden van het verslagjaar door de fracties teruggestort in

de gemeentekas.

Hoofdstuk V. Fractieassistenten

A. Algemene bepalingen

Artikel 24 Benoeming en beëindiging

  • 1. De raad kan ten behoeve van iedere politieke groepering of combinatie van zodanige politieke groepering maximaal twee fractieassistenten benoemen. De benoeming geschiedt op voordracht van de fractie.

  • 2. Een kandidaat fractieassistent dient te zijn vermeld op de kieslijst van de politieke groepering die de fractie vertegenwoordigt.

  • 3. Ingeval op de kieslijst geen persoon als kandidaat fractieassistent beschikbaar is, kan van het bepaalde in het vorige Nd worden afgeweken, mits deze persoon op basis van zijn geloofsbrieven door de raad als kandidaat fractieassistent wordt toegelaten.

  • 4. Een fractieassistent dient te voldoen aan de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet, aan het Reglement van het Open Huis, alsmede aan de 'Gedragscode bestuurlijke integriteit raadsleden en fractieassistenten niet zijnde raadslid gemeente Bunnik'.

  • 5. Met het eindigen van een zittingsperiode van de raad vervallen de benoemingen van alle fractieassistenten.

  • 6. Bij het voortijdig neerleggen van een fractieassistentschap kan de raad voor de resterende periode een nieuwe fractieassistent benoemen.

  • 7. De benoeming van de fractieassistent gaat vergezeld van een schriftelijke en ondertekende verklaring van de fractieassistent. Deze verklaring hoort als bijlage bij deze verordening.

  • 8. Een fractieassistent kan zijn functie voortijdig neerleggen door middel van een schriftelijke en ondertekende mededeling aan de voorzitter van de raad.

Artikel 25 Rechten en plichten van de fractieassistent

  • 1.

    De fractieassistent ondersteunt het werk van de fractie en dient namens de fractie deel te nemen aan de activiteiten van het Open Huis.

  • 2.

    De fractieassistent heeft het recht tot inzage in alle aan de raad beschikbaar gestelde stukken.

  • 3.

    De fractieassistent heeft de plicht tot geheimhouding indien en voor zover deze verplichting voor raadsleden geldt. Hij neemt met betrekking tot de stukken die hij inziet en ten aanzien van zaken en personen dezelfde zorgvuldigheid in acht als van raadsleden wordt verwacht.

  • 4.

    Het seniorenconvent kan besluiten de fractieassistent de rechten die deze verordening en het Reglement van het Open Huis hem verleent, voorlopig te ontnemen, indien blijkt dat hij zich op welke manier en om welke reden dan ook niet houdt of heeft gehouden aan zijn plicht tot naleving van de Gemeentewet, deze verordening, de verklaring bedoeld in artikel 24 lid 7, het Reglement van het Open Huis of de Gedragscode bestuurlijke integriteit raadsleden en fractieassistenten.

  • 5.

    Het seniorenconvent hoort de betrokken fractieassistent alvorens een besluit ingevolge het vorige lid te nemen.

  • 6.

    Van het besluit ingevolge het vierde lid van dit artikel doet het seniorenconvent terstond gemotiveerd mededeling aan de raad.

  • 7.

    In de eerste raadsvergadering nadat de mededeling van het seniorenconvent als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel de raad heeft bereikt, beslist de raad definitief.

  • 8.

    De raad neemt ingevolge het vorige lid een van de volgende beslissingen:

    • 1.

      de fractieassistent herkrijgt zijn rechten ingevolge deze verordening;

    • 2.

      de fractieassistent wordt tijdelijk zijn rechten ingevolge deze verordening ontnomen voor de duur van maximaal 1 jaar;

    • 3.

      de fractieassistent wordt zijn rechten deze verordening voor de gehele raadsperiode ontnomen.

  • 9.

    De raad stelt de fractieassistent zo spoedig mogelijk schriftelijke en gemotiveerd van zijn besluit in kennis.

  • 10.

    Zolang de raad geen uitspraak heeft gedaan, blijft het in het vierde lid van dit artikel bedoelde besluit van kracht.

B. Geldelijke vergoeding fractieassistenten

Artikel 26 Vergoeding

  • 1. Een fractieassistent heeft recht op een geldelijke vergoeding voor elke keer dat een Open Huis plaatsheeft.

  • 2. Het aantal malen dat het Open Huis plaatsheeft en waarvoor de vergoeding bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt uitgekeerd, wordt vastgesteld op 14 per jaar.

  • 3. Degene die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar fractieassistent is geweest, ontvangt de vergoeding naar evenredigheid.

  • 4. De betaling wordt gestaakt zodra het fractieassistentschap is geëindigd.

  • 5. De betaling kan eveneens worden gestaakt als de fractieassistent niet meer voldoet aan de eisen en verplichtingen vermeid in de artikelen 24 en 25 van deze verordening.

Artikel 27 Hoogte van de vergoeding

  • 1.

    De vergoeding bedraagt 100% van de "maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van de gemeentelijke commissies" zoals vermeld in de Circulaire van het Ministerie van BZK, en zoals dat bedrag jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    De vergoeding wordt uitgekeerd in twee halfjaarlijkse termijnen in de maanden juni en december.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking oude verordeningen

De volgende verordeningen worden ingetrokken.

  • Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden (16 mei 1977);

  • Verordening financiële vergoedingen commissieleden, niet zijnde raadsleden (27 september2001);

  • Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning (20 februari 2003);

  • Verordening op de fractieassistenten (8 februari 2007).

Artikel 29 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan en werkt terug tot 1januari 2008.

Artikel 30 Overgangsbepaling

Het bepaalde in deze verordening kan geen nadelige gevolgen hebben voor de rechtspositie vanraadsleden of fractieassistenten die zijn benoemd op het moment van inwerkingtreding van dezeverordening.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2008.

Ondertekening

Bijlagen
Als bijlage behoort bij deze verordening de Verklaring van de fractieassistent.
De gemeenteraad van Bunnik
de griffier,
de voorzitter,
Deze verordening is vastgesteld in de raadsvergadering van 21 februari 2008 (nr. 08-017)
Het besluit is bekendgemaakt in het Bunniks Nieuws van 5 maart 2008 en is in werking getreden op 6maart 2008. Aan het besluit is terugwerkende kracht toegekend tot 1 januari 2008.