Regeling vervallen per 20-10-2023

Verordening Commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

Geldend van 05-02-2014 t/m 19-10-2023

Intitulé

Verordening commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

Aanhef

De raad van de gemeente Bunnik;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 19-11-2013, nr .13-117

Gelet op artikelen 147, 149, 96 en 98 Gemeentewet, de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 van Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Overwegende dat:

  • -

    het voor een goede uitvoering van de taken van de Commissie voor de Bezwaarschriften noodzakelijk is te beschikken over een verordening die adequaat is en aansluit bij actuele wet- en regelgeving. De vigerende verordening voldoet niet meer aan deze criteria;

  • -

    het de voorkeur verdient om het toepassen van (pre-)mediation in de bezwaarprocedure in de verordening te borgen

  • -

    de ‘Verordening Commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik’ en de ‘Verordening vergoedingen commissie bezwaar- en beroepsschriften gemeente Bunnik’ twee verschillende verordeningen zijn en

  • -

    de vergoeding van de commissieleden sinds 1999 officieel niet meer is herzien.

Besluit vast te stellen de verordening

Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de Bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepalingen commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      wettelijke voorschriften en nadere regelingen met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren als bedoeld in de Ambtenarenwet;

    • c.

      titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht, betreffende geldschuld- en bijkomende beschikkingen;

    • d.

      artikel 4:18 van de Algemene wet bestuursrecht, betreffende de vaststelling van de hoogte van een verbeurde dwangsom bij niet tijdig beslissen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Ze zijn bij hun aftreden opnieuw benoembaar.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5 Presentiegeld

  • 1. De voorzitter van de commissie ontvangt voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 175,-.

  • 2. De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 150,-.

Artikel 6 Reis- en verblijfkosten

De leden van de commissie krijgen reiskosten voor het bijwonen van een hoorzitting van de commissie vergoed tot een bedrag tot maximaal de onbelaste kilometervergoeding voor dienstreizen of de kosten voor openbaar vervoer tweede klas.

Artikel 7 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie wordt door het college benoemd.

  • 2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 9 (Pre)mediation

De commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 11. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16. Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De hoorzitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Huisvestingswet en andere regelingen.

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 20 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 22 Intrekking oude regelingen

  • 1. De ‘Verordening Commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik’ van 19 december 2002 wordt ingetrokken.

  • 2. De ‘Verordening vergoedingen commissie bezwaar- en beroepsschriften gemeente Bunnik’ van 30 september 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014’

___

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 23-1-2014

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….