Beleidsregels gebruik knalapparaten

Geldend van 24-04-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gebruik knalapparaten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik

Overwegende dat:

  • -

    Het telen van gewassen een belangrijke bron van inkomsten is voor veel mensen in de gemeente Bunnik. Het voorkomen van schade, bijvoorbeeld door gebruik te maken van geluidsapparatuur, maakt hiervan onderdeel uit. Een zekere mate van hinder ten gevolge van het noodzakelijk gebruik van geluidsapparatuur is toelaatbaar.

  • -

    De gemeente ook groot belang hecht aan (behoud en versterking van) de leefbaarheid in de gemeente.

  • -

    De huidige beleidsnota uit 1994 niet meer voldoet omdat de onderbouwing van de piekmomenten van overlast niet sluitend is. Bovendien wordt geen onderscheid gemaakt tussen het gebruik van knalapparaten op korte afstand (enkele tientallen meters) tot woningen en het gebruik op grote afstand van woningen.

  • -

    Door het stellen van nieuwe randvoorwaarden wordt enerzijds rekening gehouden met de belangen van de fruittelers en wordt anderzijds de geluidsoverlast voor omwonenden zoveel mogelijk beperkt.

Gelet op artikel 4.6 lid 4 van de Algemeen Plaatselijke Verordening

Besluit vast te stellen de:

Beleidsregels Gebruik Knalapparaten

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    bestuursorgaan bijv. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik.

  • 2.

    Knalapparaat: apparaat waarbij een gas (bijvoorbeeld propaan of butaan) door middel van een elektronische ontsteking tot ontploffing wordt gebracht; doel hierbij is het verjagen van vogels om pikschade aan fruit of andere gewassen te voorkomen; een knalapparaat wordt ook wel gaskanon genoemd.

  • 3.

    Lknal: het maximale geluidsniveau van een enkelvoudige knal.

  • 4.

    Geluidsgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder: woningen (van derden), scholen, kinderdagverblijven, zorginstellingen en woonwagenstandplaatsen.

Artikel 2. Voorwaarden

Binnen de gemeente Bunnik gelden de volgende voorwaarden voor het gebruik van knalapparatuur voor het verjagen van vogels:

  • -

    De inzet van knalapparatuur is slechts toegestaan indien de gemeente een ontheffing geeft van de algemene verbodsbepaling in artikel 4.6. lid 1 van de APV voor het veroorzaken van geluidshinder door toestellen of apparaten. De ontheffing is geregeld in artikel 4.6 lid 4.

  • -

    De aanvrager dient gebruik te maken van tenminste één andere verjaagmethode. Voor een toelichting op de alternatieve verjaagmethoden, wordt verwezen naar bijlage 1. De gemeente ziet hierop toe.

  • -

    De periode waarin de inzet van knalapparatuur gewenst is, moet in de aanvraag om ontheffing zijn aangegeven en mag niet langer duren dan strikt noodzakelijk.

  • -

    Het is verboden een knalapparaat in gebruik te hebben in de periode november tot en met mei.

  • -

    Gebruik van het knalapparaat is uitsluitend toegestaan tussen 07.00 uur en 20.00 uur.

  • -

    De knalfrequentie bedraagt maximaal 6 knallen per uur; (ook bij meerdere apparaten indien meerdere apparaten staan opgesteld binnen een afstand van 500 meter tot geluidsgevoelige objecten).

  • -

    De loop van het knalapparaat is zoveel mogelijk van geluidgevoelige objecten af gericht.

  • -

    De afstand tussen een knalapparaat en een geluidgevoelig object van derden bedraagt minimaal 250 meter. Van deze afstand kan worden afgeweken als de aanvrager – bijvoorbeeld door een akoestische berekening - aannemelijk kan maken dat door het treffen van maatregelen het geluidsniveau (Lknal) niet hoger is dan 75 dB(A) op de gevels van geluidsgevoelig objecten. Maatregelen kunnen zijn het plaatsen van een afscherming aan één of meerdere zijden van het knalkanon of het gebruik maken van een knalapparaat met een lager bronvermogen.

  • -

    De afstand tussen knalapparaat en openbare weg bedraagt minimaal 100 meter, tenzij sprake is van duidelijk zichtbare waarschuwingsborden langs de openbare weg. In dat geval bedraagt de afstand 50 meter. De loop van het knalapparaat staat van de openbare weg af gericht.

  • -

    Binnen 100 meter van een knalapparaat mag geen ander knalapparaat zijn opgesteld.

Artikel 3. Evaluatie

Het bestuursorgaan zal twee jaar na inwerkingtreding van de beleidsregels de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregels in de praktijk evalueren.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Artikel 5. Intrekking oude regeling

De beleidsregelsBeleidsnota gebruik knalapparatuur gemeente Bunnik, 1994 worden ingetrokken.

Artikel [nr]. Overgangsbepalingen

Nvt

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels Gebruik Knalapparaten’.

Aldus vastgesteld door afdelingshoofd Beleid en Strategie in mandaat op 14 april 2014.

Ondertekening

De secretaris de burgemeester

Bijlage 1

In de door het Faunafonds uitgegeven “Handreiking Faunaschade” uit 2009 wordt uitgebreid ingegaan op (preventieve) maatregelen en de soorten faunaschade. Globaal wordt in de Handreiking, die wordt verspreid door o.a. LTO Nederland, onderscheidt gemaakt in:

  • ·

    visuele middelen;

  • ·

    akoestische middelen;

  • ·

    combinatie visueel en akoestisch;

  • ·

    overige middelen.

Visuele middelen

  • ·

    normale en (plotseling) opblaasbare vogelverschrikkers;

  • ·

    vlaggen en linten;

  • ·

    ballonnen;

  • ·

    nabootsing roofvogel (soort vlieger);

  • ·

    flitsmolens, ronddraaiende grote bollen van reflecterend materiaal.

Akoestische middelen

  • ·

    elektronische geluidsgolven (ultrasoon);

  • ·

    angstkreten en kreten roofvogels;

  • ·

    schriklint (alleen kleine boomgaarden);

  • ·

    ratels/ kleppers (handmatig);

  • ·

    kleppermolentjes (via wind aangedreven);

  • ·

    rammelblikjes aan touwen.

Combinatie

  • ·

    ritselfolie (zeer lichte metaalfolie, maakt ritselend geluid en weerkaats zonlicht).

Overige middelen

  • ·

    verjaging door middel van afschot door een jager;

  • ·

    verjaging door getrainde roofvogels.

De meeste van de hiervoor genoemde technieken zijn al tientallen jaren oud, echter het gebruik van (angst)kreten van vogels, bijvoorbeeld het digitale Alcetsound afweersysteem, is een vrij nieuwe techniek. Het systeem bestaat uit een digitale geluidsdrager, een versterker en een luidsprekersysteem. De luidsprekers hebben een bereik (rondom) van 50 meter en het systeem werkt op laagspanning. Afwisselend worden stressgeluiden van soortgenoten en angstkreten van roofvogels ten gehore gebracht. Met dit systeem zijn goede resultaten geboekt, vooral bij roeken en kraaien.

Het Alcetsound afweersysteem en ook andere akoestische middel kunnen ook zorgen voor geluidsoverlast, al is deze beduidend minder dan de knallen van een knalapparaat. Voor de overige akoestische verjaagmethoden, zoals het digitale Alcetsound afweersysteem, gelden onverkort de geluidsvoorschriften in artikel 4.6. van de APV Bunnik.