VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN GEMEENTE BUNNIK 2019

Geldend van 25-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN GEMEENTE BUNNIK 2019

De raad van de gemeente Bunnik;

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3. tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Bunnik

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • b.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • c.

    fractievoorzitter: raadslid waarvan door de voorzitter van de gemeenteraad is vastgesteld dat dit lid fractievoorzitter is dan wel enig lid van een fractie;

  • d.

    rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers: Besluit van 15 oktober 2018, houdende regels inzake de rechtspositie van staten- en commissieleden, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, raads- en commissieleden, wethouders, burgemeesters en de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en de voorzitters van de waterschappen.

Hoofdstuk II (Kosten)vergoedingen

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeldt in artikel 3.1.1, eerste lid van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3 Toelage fractievoorzitter

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, wordt voor de fractievoorzitters voor de duur van de uitoefening van het fractievoorzitterschap verhoogd met een toelage conform artikel 3.1.5 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 4 Onkostenvergoeding

Een raadslid ontvangt met ingang van de dag van de beëdiging gedurende het lidmaatschap van de gemeenteraad een maandelijkse onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadlidmaatschap verbonden kosten conform artikel 3.1.6 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 5 Ziektekostenverzekering

Een raadslid ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ter hoogte van het bepaalde in artikel 3.1.10 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 6 Berekening en betaling vergoedingen

  • 1.

    Een raadslid ontvangt de vergoedingen, genoemd in artikel 2.1. tot 2.4, naar rato van het aantal dagen dat hij/zij raadslid in geweest.

  • 2.

    De vergoedingen, beschreven in artikelen 2.1 tot en met 2.4 worden maandelijks uitbetaald.

Hoofdstuk III Reis- en verblijfskosten Artikel 7 Reis- en verblijfkosten voor reizen binnen de gemeente

  • 1.

    Voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies alsmede voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, wordt aan een raadslid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximum bedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Indien een raadslid een functionele beperking heeft, kan incidenteel voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies en voor reizen binnen de gemeente, gemaakt voor de uitoefening van de functie, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid maakt in verband met reizen binnen de gemeente voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 8 Reis- en verblijfkosten voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raadslid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 9 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadslid

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 10 Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden

  • 1.

    Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van de functie een tablet ter beschikking wordt gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raadslid levert na beëindiging van de functie de ter beschikking gestelde tablet in bij de gemeente.

Artikel 11 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 12 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers anders bepaald, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in deze verordening gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door raadsleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding, citeertitel, intrekking verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Bunnik 2019.

  • 3.

    De verordening Voorzieningen raadsleden en fractieassistenten 2012 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 27 juni 2019..

de griffier, de voorzitter,