Marktverordening gemeente Bunschoten 2015

Geldend van 24-04-2015 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Bunschoten 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college:

  • college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten;

  • b.

    markt:

  • de door het college ingestelde warenmarkt;

  • c.

    standplaats:

  • de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats:

  • de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats:

  • de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat dezeniet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken:

  • de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door eenaansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkersplaats:

  • de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vergunninghouder:

  • degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst:

  • de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester:

  • de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt.

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning.

  • 3.

    Het inrichtingsplan is gedurende markttijd op de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Een vaste standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats en de afmeting daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen, die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      de soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

    • f.

      in geval van een seizoensplaats, de aanduiding dat het een seizoensplaats betreft.

  • 4.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning om 10.00 uur nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 5.

    Een standwerkvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 6.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7.

    a. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste standplaatsvergunning heeft voor de betrokken mark.

    • b.

      De aanvrager toont aan dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingenop het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 5. Mandaatverboden

  • 1.

    De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het verlenen of het intrekken van een vaste standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vastestandplaatsvergunningen weekmarkt

Artikel 6. Toewijzen vrijgekomen standplaats

Voor de toewijzing van vrijgekomen standplaatsen wordt achtereenvolgens de anciëinniteitslijst, dewachtlijst en het selectiestelsel gehanteerd.

Artikel 6A. Plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Voor toewijzing van een vrijgekomen standplaats wordt de anciënniteitslijst gehanteerd. Hiervoor geldt het volgende:

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste standplaatsvergunning met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 2.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6B. Wachtlijststelsel

Als voor toewijzing van een vrijgekomen standplaats op grond van de anciënniteitslijst niemand in aanmerking komt, wordt de vrije standplaats toegewezen aan de hand van de wachtlijst. Inschrijving op deze wachtlijst is sinds 30 november 2000 niet meer mogelijk. De wachtlijst wordt echter nog wel gehanteerd bij het toewijzen van vrijgekomen plaatsen.

Hiervoor geldt het volgende:

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de kandidaten die voor 30 november 2000 een aanvraag hebben ingediend voor een vaste standplaatsvergunning en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 2.

    Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen.

  • 3.

    De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 4.

    Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen vier weken na bekendmaking een aanvraag in te dienen.

Artikel 6C. Selectiestelsel

Als voor toewijzing van een vrijgekomen standplaats op grond van de anciënniteitslijst en de wachtlijst niemand in aanmerking komt, wordt de vrije standplaats toegewezen aan de hand van het selectiestelsel.

Hiervoor geldt het volgende:

  • 1.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste standplaatsvergunningen kunnenworden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college aan iedere kandidaat ten hoogste honderdpunten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

 

 

maximum aantal punten

a.

De sollicitatiebrief en de motivering

10

b.

Meelooptijd (de kandidaat is al meeloper)

10

c.

Het assortiment vormt een toevoeging aan het aanbod op de markt

20

d.

De algemene uitstraling van de uitstalling

20

e.

Het gebruikte verkoopmateriaal

10

f.

De algehele indruk van de onderneming van de kandidaat

20

g.

De kandidaat beschikt over bijzondere kwaliteiten

10

  • 4.

    Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten

  • 5.

    Bij een gelijk aantal punten wijst het college de vaste standplaats toe door middel van loting.

  • De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

  • 6.

    Het college legt de aanvragen voor aan de selectiecommissie voor advies. Deze selectiecommissieis een door hen te benoemen vaste commissie, waarin zijn vertegenwoordigd twee leden van demarktcommissie, zijnde de twee kooplieden, de marktmeester en een vertegenwoordiger van degemeente, zijnde de secretaris van de marktcommissie.

Artikel 7. Overschrijven vaste standplaatsvergunning weekmarkt

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd

    • a.

      als niet wordt voldaan aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

    • b.

      als de nieuwe vergunninghouder al over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokkenmarkt beschikt.

  • 5.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 8. Intrekking en vervallen vastestandplaatsvergunningweekmarkt

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken of tienmaal per dertien weken zijn standplaats heeft ingenomen, of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 9 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk om 10 uur heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden; ontheffing

  • 1.

    De houder van een vaste standplaatsvergunning, die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tijdig mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft hij aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de houder van een vaste standplaatsvergunning hem in bijzondere omstandigheden voor bepaalde tijd ontheffing verlenen van de verplichting om zijn standplaats in te nemen

  • 3.

    In geval van ontheffing, zoals bedoeld in lid 2, kan worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers weekmarkt

Artikel 11. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor op grond van het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, die voldoen aan de van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden door middel van loting. 5.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet latenvervangen.

Artikel 12. Standwerkvergunning weekmarkt

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 11, tweede, derde, vierde en vijfde lid.

  • 2.

    Als een standwerker zich wil laten bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene, die hem zal bijstaan.

  • Degene, die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 3.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 13. Bijstand

De houder van een vaste standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 14. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkersplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, isop eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 15. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door het college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 16. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 17. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aanbedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 19. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Marktverordening gemeente Bunschoten 2009 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De krachtens de Marktverordening gemeente Bunschoten 2009 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3.

    De krachtens de Marktverordening gemeente Bunschoten 2009 aangewezen toezichthouders en aangewezen marktmeester gelden als aangewezen toezichthouders en aangewezen marktmeester krachtens deze verordening.

  • 4.

    Een krachtens de Marktverordening gemeente Bunschoten 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 5.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Bunschoten 2009, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Bunschoten 2015.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 16 april 2015,
De griffier
E. Hoogstraten
De voorzitter
M. van de Groep