Regeling vervallen per 01-01-2020

LIJST PLAATSELIJKE RECHTSPOSITIONELE AANVULLINGEN

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

LIJST PLAATSELIJKE RECHTSPOSITIONELE AANVULLINGEN

Burgemeester en wethouder van Bunschoten;

Besluiten:

vast te stellen:

Alinea 

LIJST PLAATSELIJKE RECHTSPOSITIONELE AANVULLINGEN

Aanvulling op hoofdstuk 2 van de CAR/UWO: aanstelling en arbeidsovereenkomst

Bij tijdelijke aanstellingen op grond van artikel 2:4, lid 4 wordt uitgegaan van een proefperiode van één jaar.

Aanvulling op hoofdstuk 3 van de CAR/UWO: salaris en vergoedingsregelingen:

  • 1.

    De hoogte van de functioneringstoelage, zoals genoemd in artikel 3:8 wordt als volgt bepaald:

    • a.

      De hoogte van de toelage bedraagt het verschil tussen het maximum van de functieschaal en het eerstvolgende salaris in de volgende schaal.

    • b.

      De toelage kan na opnieuw toekennen jaarlijks worden verhoogd tot het moment dat de toelage het verschil tussen het maximum van de functieschaal en het maximum van de volgende schaal heeft bereikt.

    • c.

      In afwijking van het vorige lid bedraagt de toelage ten hoogste 10% van het salaris.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die, op advies van de afdelingsmanager en met toestemming van de directeur, voor het werk gebruik maakt van een mobiele telefoon, wordt een vergoeding toegekend voor mobiele. Deze vergoeding bedraagt € 30,00 per maand voor de ambtenaar die zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar eigen mobiele telefoon. Medewerkers die maandelijks boven hun abonnementskosten uitkomen door het bellen van zakelijke nummers mogen deze kosten declareren.

  • 3.

    Persoonsgebonden Budget

    • a.

      Aan de medewerker wordt jaarlijks een TOR toegekend ter hoogte van € 225,00 netto bij een fulltime betrekking.

    • b.

      Bij een deeltijdbetrekking wordt deze toelage naar rato verleend.

    • c.

      Voor de berekening wordt uitgegaan dat een dienstverband maximaal 36 uur bedraagt.

    • d.

      De peildatum voor de bepaling van deze toelage is dat men op 1 januari van het lopende jaar in dienst moet zijn. De dan geldende omvang van de betrekking is bepalend voor de vaststelling van het bedrag.

    • e.

      De hoogte van de vergoeding ligt vast en zal bij de invoering van het individueel keuze budget (IKB) nader worden bekeken.

Aanvulling op hoofdstuk 4 van de CAR/UWO: arbeidsduur en werktijden

Aan artikel 4:2:1, lid 3 wordt toegevoegd: 'Goede vrijdag en Bevrijdingsdag'.

Aanvulling op hoofdstuk 4a van de CAR/UWO

  • 1.

    Verzoeken voor toepassing van het cafetariamodel moeten eenmaal per jaar voor 1 november worden gedaan voor het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 2.

    De volgende bronnen kunnen worden ingezet voor het cafetariamodel:

    • Bezoldiging;

    • Eindejaarsuitkering;

    • Vakantietoelage;

    • Vakantie-uren;

    • Meer werken.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde bronnen zijn via het cafetariamodel te gebruiken voor verhoging van de vergoeding voor woon-werkverkeer en de aankoop van verlofuren;

  • 4.

    Verrekening van verlof, ten behoeve van deelname aan het cafetariamodel, vindt plaats in de maanden januari, mei en/of december.

Aanvulling op hoofdstuk 6 van de CAR/UWO: vakantie, vakantietoelage en verlof

Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt aan de ambtenaar door burgemeester en wethouders eveneens verlof met behoud van het genot van bezoldiging verleend:

  • Voor gehuwden en geregistreerde partners of voor hen die een eigen huishouding hebben bij verhuizing van buiten naar binnen het woongebied en van binnen het woongebied, zoals omschreven in de aanvulling op hoofdstuk 18 van de CAR/UWO, naar de gemeente Bunschoten-Spakenburg, Amersfoort, Baarn, Nijkerk, Eemnes of Hoevelaken wordt eenmaal per jaar verlof verleend gedurende twee aaneengesloten werkdagen.

  • Gedurende de dag van zijn ondertrouw of de aangifte van zijn geregistreerd partnerschap en gedurende de dag van zijn huwelijk of zijn geregistreerd partnerschap met daarnaast nog 2 extra verlofdagen voorafgaand of na de dag van huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • Gedurende één werkdag, indien deze samenvalt met de dag van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad.

  • Bij overlijden van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad wordt maximaal vier dagen verlof verleend (al dan niet in combinatie met het organiseren van de begrafenis).

  • Bij overlijden van bloed- en aanverwanten van de derde en vierde graad en van de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner van schoonzuster of zwager zo veel verlof als nodig is om de begrafenis bij te wonen met een maximum van een hele dag.

  • Voor het organiseren van de begrafenis wordt maximaal vier dagen verlof verleend (dit is inclusief de dag van de begrafenis).

  • Gedurende één werkdag indien deze samenvalt met de dag waarop de ambtenaar zijn 25-, 40-, of 50-jarig ambts- of huwelijks- en geregistreerd partnerschaps-jubileum viert dan wel waarop zijn ouders, pleegouders, stief- of schoonouders hun 25-, 40-, 50-, of 60-jarig huwelijksjubileumen geregistreerd partnerschapsjubileum vieren.

Aanvulling op hoofdstuk 12 van de CAR/UWO: overleg met organisaties van overheidspersoneel

  • Het convenant tussen de raad en de commissie voor georganiseerd overleg van 30 mei 1991 met betrekking tot het overeenstemmingsvereiste blijft van kracht.

  • De bevoegdheid aanpassingen in de Uitwerkingsovereenkomst aan te brengen is, in overeenstemming met artikel 160 van de gemeentewet, voorbehouden aan burgemeester en wethouders

  • Bepaald is dat principiële zaken eerst ter bespreking aan de commissie Bestuur en Middelen worden aangeboden, alvorens het college van burgemeester en wethouders tot definitieve besluitvorming zal overgaan.

Aanvulling op hoofdstuk 17 van de CAR/UWO: opleiding en ontwikkeling

Vergoedingsregeling

  • Studie op grond van de functie-eisen (er is sprake van een dienstbelang): de vergoeding is 100%;

  • Studie op eigen verzoek (er is sprake van eigen belang en deels dienstbelang): er kan een vergoeding worden gegeven tot maximaal 100% op grond van hoofdstuk 17 van de CAR/UWO. In de te verstrekken vergoeding moet worden meegewogen de mate van dienstbelang en eigen belang;

  • Studie op uitnodiging van het college: (er is sprake van zowel eigen belang als dienstbelang): de vergoeding is 100%;

  • Inzicht krijgen in de gemeentelijke organisatie (dienstbelang): de vergoeding is 100%

  • Ontslag in verband met leeftijd (zowel dienst- als eigenbelang): de vergoeding is 100%.

  • Verlof voor het volgen van opleiding

  • Voor een opleiding krijgt een medewerker de daadwerkelijke opleidingstijd gecompenseerd, zowel voor de dag als voor de avond.

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat een opleiding (deels) in eigen tijd wordt gevolgd.

  • Verlof voor het voorbereiden van een examen:

  • Voor opleidingen die langer dan één jaar duren, kan een medewerker in aanmerking komen voor studieverlof ter voorbereiding op een tentamen/examen. Het verlof bedraagt maximaal 5 halve dagen per opleiding.

  • Reiskosten

  • Voor opleidingen wordt een vergoeding voor reiskosten toegekend op basis van openbaar vervoer of op basis van de kilometervergoeding;

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat de reiskosten (deels) voor rekening van de werknemer komen.

Verblijfskosten

Per dagdeel ontvangt de ambtenaar een vergoeding van € 2,85 voor het betalen van kleine consumpties. Onder dagdeel wordt een ochtend (tussen 9.00-12.30 of een gedeelte hiervan), een middag (tussen 12.30 en 17.00 of een gedeelte hiervan) of een avond (tussen 17.30 en 22.00 uur) verstaan.

Terugbetaling

  • Wanneer de kosten van een opleiding hoger zijn dan € 3000,00 geldt een terugbetalingsverplichting en zal een pop-overeenkomst worden gemaakt.

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat er voor een opleiding waarvan de kosten lager zijn dan € 3000,00 een terugbetalingsverplichting geldt.

  • Uitgangspunt bij de beoordeling van de kosten voor de terugbetalingsverplichting zijn de in het POP afgesproken opleidingstraject. Dit betekent dat als er in een POP, 2 cursussen van € 1500,– worden afgesproken, er een terugbetalingsverplichting geldt.

Aanvulling op hoofdstuk 18 van de CAR/UWO: verplaatsingskosten

  • Voor het begrip 'woongebied' in de zin van hoofdstuk 18 wordt uitgegaan van alle plaatsen die in een straal van 35 kilometer rond Bunschoten liggen. Deze uitleg geldt voor alle vermeldingen van het begrip woongebied in de CAR/UWO.

  • Een vergoeding wordt verstrekt indien verhuisd wordt van een plaats van buiten het woongebied naar de gemeente Bunschoten of een plaats binnen één van de woongebieden.

  • Degenen die bij indiensttreding al binnen een straal van 35 km wonen en zich binnen twee jaar na indiensttreding gaan vestigen in de gemeente Bunschoten kunnen aanspraak maken op een verplaatsingskosten-vergoeding.

  • Aan artikel 18:1:5, lid 1 van de UWO wordt een sub d. toegevoegd als volgt luidend:

  • d. een bedrag van € 68,00 per meeverhuizend kind (was al opgenomen);

  • Aan artikel 18:1:2 wordt een vierde lid toegevoegd:

  • 'Burgemeester en wethouders bepalen in welke andere (individuele) gevallen dan genoemd in het eerste lid een tegemoetkoming in de verhuiskosten wordt verleend'.

Maaltijdvergoeding

Medewerkers ontvangen maximaal een vergoeding conform de rijksregeling;

  • Een maaltijdvergoeding wordt alleen verstrekt als de maaltijden een meer dan bijkomstig zakelijk karakter hebben. Van een maaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter is sprake bij:

    • °

      al dan niet verwacht overwerk of werk op koopavonden

    • °

      dienstreizen

    • °

      reizen van mobiele en ambulante werknemers, zoals vertegenwoordigers en accountants (n.v.t.)

    • °

      zakelijke besprekingen met klanten buiten de vaste werkplek

    • °

      werkzaamheden op niet-permanente locaties, zoals bij het werk van wegenbouwers, bouwvakkers en medewerkers van een filmcrew

    • °

      werkzaamheden aan boord van vliegtuigen, schepen, boorplatforms of kermiswagens

    • °

      Als een werknemer door zijn werk tussen 17.00 en 20.00 uur niet thuis kan eten, is er in elk geval sprake van een meer dan bijkomstig zakelijke maaltijd.

  • Externe maaltijden met collega’s worden alleen vergoed als er sprake is van een studiedag. De maaltijd moet daarbij ondergeschikt zijn aan het onderwerp.

  • Medewerkers die op een dag extra van werk naar huis moeten reizen omdat zij ’s avonds moeten werken kunnen deze reiskosten apart declareren tegen € 0,25 netto per kilometer. In dit geval krijgen ze geen maaltijdvergoeding.

Aanvulling op hoofdstuk 21 van de CAR/UWO: rechtspositionele erkenning van alternatieve samenlevingsvormen

Artikel 21:1:1 wordt gelezen als volgt:

'Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt moet het duurzaam samenleven met een levenspartner blijken uit een notarieel contract.

Overig

Stagiaires

  • 1.

    Wanneer een stageperiode 11 weken of langer duurt, ontvangt een scholier van een MBO-opleiding een vergoeding van 1/5 deel van schaal 6, salarisnummer 0 (tabel IIa);

  • 2.

    Wanneer een stageperiode 11 weken of langer duurt, ontvangt een scholier van een HBO/WOopleiding een vergoeding van 1/5 deel van schaal 8, salarisnummer 0 (tabel IIa);

  • 3.

    Wanneer een projectopdracht 396 uur of meer bedraagt ontvangt de scholier van een HBO-/WO opleiding het bedrag als genoemd in lid 2;

  • 4.

    De stagevergoeding als bedoeld in lid 1, 2 en 3 wordt bruto uitbetaald.

Vakantiekrachten

  • 1.

    Vakantiekrachten in de leeftijd tot 23 jaar ontvangen een vergoeding van de een na hoogste trede van het minimumloon;

  • 2.

    Vakantiekrachten van 23 jaar en ouder ontvangen een vergoeding conform de tabel van het minimumloon;

  • 3.

    Vakantiekrachten worden ingeleend via het uitzendbureau.

Ondertekening

Bunschoten,

Burgemeester en wethouders,
J.F.H. Jennekens
Gemeentesecretaris
M. van de Groep
Burgemeester