Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Buren

Geldend van 24-04-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Buren

Het college van de gemeente Buren,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 april 2019, gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

overwegende dat het noodzakelijk is de uitvoering van de schuldhulpverlening bij beleidsregels te regelen;

B e s l u i t:

vast te stellen de:

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Buren

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Buren

  • b.

    inwoner: de natuurlijke persoon die bij de gemeente Buren is ingeschreven volgens de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

  • c.

    schuldhulpverlening: de hulp bij het oplossen van schulden en de nazorg

  • d.

    verzoeker: de inwoner die vraagt om schuldhulpverlening

  • e.

    NVVK: de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren

  • f.

    Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen

  • g.

    kredietbank: de externe organisatie voor de levering van schuldregelingen en bancaire producten voor schuldhulpverlening

  • h.

    Bbz: het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2014

  • i.

    flankerende hulp: alle hulp die ingezet moet worden om te komen tot een duurzame oplossing.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Verzoekers van 18 jaar en ouder kunnen in aanmerking komen voor schuldhulpverlening. Een verzoeker zonder Nederlandse nationaliteit kan alleen voor schuldhulpverlening in aanmerking komen als hij/zij rechtmatig in Nederland verblijft volgens artikel 8 sub a tot en met sub e en sub l van de Vreemdelingenwet 2000.

  • 2.

    Een verzoeker die zelfstandig ondernemer is komt alleen in aanmerking voor schuldhulpverlening als:

    • a.

      deze niet door Bbz kan worden geholpen

    • b.

      er naast Bbz flankerende hulp wordt gevraagd.

Artikel 3 Uitvoering

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker alleen schuldhulpverlening als zij dit  noodzakelijk acht.

  • 2.

    Het college bepaalt de noodzaak voor schuldhulpverlening op grond van:

    • a.

      zwaarte en / of omvang van de schuld(en)

    • b.

      psycho-sociale situatie

    • c.

      houding en gedrag van de verzoeker (motivatie)

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 3.

    De schuldhulpverlening kan bestaan uit (een combinatie van):

    • a.

      Aanvraag Moratorium bij de rechtbank. De rechter kan dan bepalen dat scheuldeisers tijdelijk hun schuld niet kunnen (in)vorderen.

    • b.

      Betalingsregeling. Het college bemiddelt tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers volgens de richtlijnen van de NVVK. Het doel is een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te realiseren.

    • c.

      Budgetbeheer. Het beheren van het inkomen van de verzoeker en het verrichten van betalingen volgens het vastgestelde budgetplan.

    • d.

      Informele ondersteuning en/of budgetadvies.

    • e.

      Schuldbemiddeling.

    • f.

      Schuldsanering.

    • g.

      Wsnp. Het college geeft een verklaring af (volgens artikel 285 lid f Wsnp). Hierin staat waarom er geen buitengerechtelijke schuldenregeling mogelijk is en wat de verzoeker kan aflossen.

  • 4.

    Bij levering van een product door de kredietbank houden zowel college als verzoeker zich aan het beleid van de kredietbank en de NVVK regels.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker verstrekt aan het college alle informatie waarvan hij / zij kan weten dat dit van invloed is op de schuldhulpverlening. Zowel bij de aanvraag als tijdens het traject schuldhulpverlening

  • 2.

    Verzoeker werkt zelf volledig mee aan de schuldhulpverlening. Deze medewerking bestaat ten minste uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken en het overleggen van benodigde gegevens

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan

    • c.

      het zich houden aan de schuldregelingsovereenkomst

    • d.

      al het mogelijke te doen om de situatie te versterken

Artikel 5 Weigeren en beëindigen

  • 1.

    Als verzoeker niet of onvoldoende de verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan het college besluiten schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2.

    Verzoeker krijgt de mogelijkheid om binnen de gestelde termijn alsnog medewerking te verlenen en/of de gevraagde informatie te verstrekken.

Artikel 6 Weigerings- en beëindigingsgronden

Naast de andere bepalingen in deze beleidsregels kan het college besluiten schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen als:

  • 1.

    het traject schuldhulpverlening succesvol is afgerond

  • 2.

    de schulden niet regelbaar zijn of de schuldenaar niet regelbaar is

  • 3.

    verzoeker de beschikbare aflossingscapaciteit niet (volledig) wil gebruiken voor de aflossing van schulden

  • 4.

    op grond van onjuiste /onvolledige informatie schuldhulpverlening is toegekend, terwijl er geen schuldhulpverlening was geboden als verzoeker wel juiste / volledige informatie had verstrekt

  • 5.

    verzoeker zich misdraagt tegenover personen die bijdragen aan het traject schuldhulpverlening

  • 6.

    verzoeker in staat wordt geacht de schulden zelf te regelen dan wel in staat wordt geacht de schulden zelfstandig te beheren

  • 7.

    verzoeker niet in staat is zijn eigen financiën te beheren en passende hulp door verzoeker wordt geweigerd

  • 8.

    gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker hulpverlening niet (langer) passend is

  • 9.

    schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk wordt geacht door het college

  • 10.

    verzoeker zelf hierom vraagt.

Artikel 7 Recidive - Hernieuwde aanvraag

Een verzoeker krijgt altijd informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Het college kan verdere schuldhulpverlening weigeren als verzoeker:

  • 1.

    minder dan drie jaar geleden:

    • a.

      te kwader trouw is geweest

    • b.

      na een Wsnp traject geen schone lei heeft

    • c.

      een traject schuldregeling (minndelijk / wettelijk) succesvol heeft doorlopen.

  • 2.

    minder één jaar geleden:

    • a.

      een traject schuldregeling (minnelijk / wettelijk) tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd

    • b.

      op grond van artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd.

  • 3.

    minder dan zes maanden geleden een verzoek heeft ingediend dat door verzoeker is ingetrokken.

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Als toepassing van deze beleidsregels onredelijk of onbehoorlijk is, kan het college hiervan gemotiveerd afwijken. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2019.

Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt met ingang van 1 april 2019 ingetrokken:

  • -

    de beleidsregels ‘Schuldhulpverlening gemeente Buren, vastgesteld door het college op 3 juli 2012.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Buren’.

Aldus vastgesteld door het college op 9 april 2019.

De secretaris, mr. I.P.C. van Wamel-Geene

De voorzitter, J.A. de Boer MSc