Regeling vervallen per 06-01-2014

Beheerregeling BRP gemeente Buren

Geldend van 23-06-2011 t/m 05-01-2014

Intitulé

Beheerregeling BRP gemeente Buren

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:de Wet: de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 1994, 494); 

het besluit: het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens; 

verantwoordelijke: het college van burgemeester en wethouders dat via de Wet is aangewezen als verantwoordelijke; 

basisadministratie: de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over de bevolking van de gemeente Buren als bedoeld in artikel 2 van de Wet; 

basisregistratie personen: de basisadministratie aangevuld met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van de gemeente Buren; 

ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet in de basisadministratie is opgenomen; 

GBA-V: de verstrekkingsvoorziening als bedoeld in artikel 66a van het besluit; 

autorisatiebesluit: een besluit als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de Wet betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de GBA-V of uit de basisadministraties van andere gemeenten; 

beheerder: de functionaris die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke belast is met de dagelijkse zorg voor de basisregistratie personen; 

informatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de basisregistratie personen, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacyprocedures, alsmede de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures; 

beveiligingsbeheer: het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan; 

gegevensbeheer: het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening; 

systeembeheer: het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingsysteem; 

applicatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het GBA-toepassings- systeem en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening; 

privacybeheer: het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit; 

gegevensverwerking: het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssys¬teem opnemen in een gegevensbestand; 

Artikel 2

  • 1 Het hoofd van de afdeling Inwonerszaken is beheerder van de basisregistratie personen en van het autorisatiebesluit. Betrokkene is in die hoedanigheid informatiebeheerder en privacybeheerder. Hij/zij kan de taak van informatiebeheerder en privacybeheerder geheel of gedeeltelijk mandateren aan een of meer aan zijn of haar medewerkers.

  • 2 De adjunct directeur/controller is beveiligingsbeheerder. De beveiligingsbeheerder is verantwoorde- lijk voor het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het informatiebeveiligingsplan.

  • 3 De beveiligingsbeheerder rapporteert periodiek (minimaal eens per jaar) aan het managementteam (MT) en het college van B&W.

Artikel 3

  • 1 De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

    • a.

      gegevensbeheer;

    • b.

      applicatiebeheer;

    • c.

      gegevensverwerking;

    • d.

      het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring.

  • 2 De teamleider I&F wijst medewerkers aan die zijn belast met het systeembeheer en het beveiligingsbeheer.

Hoofdstuk 2 Het informatiebeheer

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 12 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de Wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen hem/haar en de op basis van der beheerregeling aangewezen beheerders;

  • f.

    richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.

Artikel 5

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders als de verantwoordelijke van de basisregistratie personen over de volgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    privacy;

  • d.

    gegevenskwaliteit;

  • e.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 6

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het GBA-toepassingssysteem;

  • b.

    op verzoeken van binnengemeentelijke afnemers tot rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen en de GBA-V;

  • c.

    op verzoeken van binnengemeentelijke afnemers en derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • d.

    op verzoeken van binnengemeentelijke afnemers tot het systematisch (1) ontvangen van gegevens;

  • e.

    over het toekennen van autorisaties met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b, c en d.

(1) onder systematische verkrijging wordt hier verstaan de spontane verstrekking van mutaties op gegevens, hetzij elektronisch hetzij op papier (mutatieberichtgeving).

Artikel 7

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 6 gebeurt volgens de bepalingen uit de Wet, de Verordening basisregistratie personen en Wet bescherming persoonsgegevens;

  • c.

    de bij of krachtens de Wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting, bijhouding, en de beveiliging van de basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    dat alle in artikel 3, lid 1 genoemde functionarissen en de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het GBA-toepassingsysteem. Ook zijn zij goed op de hoogte met de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het informatiebeveiligingsplan, worden nageleefd.

Artikel 8

De informatiebeheerder, of een op grond van artikel 3, lid 1 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg over onderwerpen die het beheer van de basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 3 Het gegevensbeheer

Artikel 9

  • 1 De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de basisadministratie;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de Wet en overige regelgeving op het gebied van de basisadministratie;

    • c.

      de communicatie met de afnemers en andere houders van basisadministraties over gegevensverwerking;

    • d.

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisadministratie;

    • e.

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de basisadministratie.

  • 2 De gegevensbeheerder beslist binnen 5 dagen op het in behandeling nemen van een (terug-) melding van een afnemer die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de basisadministratie opgenomen (authentiek) gegeven en stelt de afnemer in kennis van deze beslissing.

Artikel 10

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 81, 82 en 83 van de Wet;

  • b.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.

Artikel 11

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder, vanuit de in artikel 9 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven voor wat betreft de opname en bijhouding van gegevens in de basisadministratie.

Artikel 12

Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de basisadministratie onderworpen aan een audit door een namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen auditinstelling.De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op het welslagen van de eerder vermelde audit. 

Artikel 13

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 4 Het systeembeheer

Artikel 14

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem.

Artikel 15

De systeembeheerder voorziet in:

  • a.

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b.

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de GBA-apparatuur is opgesteld;

  • c.

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d.

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem dat in overeenstemming is met wat daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 16

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a.

    direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is. Hij is verplicht achteraf hierover te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b.

    aanwijzingen te geven over:- beheer toepassingssystemen;- beheer van bestanden;- reconstructiemaatregelen.

Artikel 17

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 Het applicatiebeheer

Artikel 18

De applicatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een planning van periodieke gegevensverstrekkingen die op basis van het autorisatiebesluit wordt gedaan;

  • b.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • c.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • d.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder en de informatiebeheerder op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • e.

    de bijhouding van een dossier van de autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • f.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • g.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • h.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • i.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder h genoemde problemen en klachten;

  • j.

    de voorlichting aan de alle in artikel 3 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • k.

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

  • l.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de basisregistratie personen worden ontleend;

  • m.

    de afhandeling van verzoeken betreffende managementgegevens;

  • n.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zonodig door inschakeling van een derde.

Artikel 19

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    de technische afhandeling van de periodieke gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van een autorisatiebesluit, alsmede de systematische gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde procedurebeschrijving voor de basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;

  • e.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 20

De applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 21

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk.

Artikel 22

De applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het informatiebeveiligingsplan worden nageleefd.

Artikel 23

De applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 6 Het privacybeheer

Artikel 24

De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 6, onder b, c en d van deze Beheerregeling;

  • b.

    het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften die voortvloeien uit de Wet en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 25

De privacybeheerder voorziet in:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 79 van de Wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om geheimhouding die op basis van artikel 102 lid 1a ingediend worden en doet eventueel de privacytoets van artikel 102 lid 2;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisadministratie aan afnemers en derden.

Artikel 26

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 24, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van het toepassingssysteem aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 27

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet en daarbij behorende regelingen, de Wet bescherming persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 De gegevensverwerking

Artikel 28

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • a.

    het verwerken van de gegevens in de basisadministratie overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de Wet voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp GBA) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • c.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • d.

    de behandeling van mutaties;

  • e.

    de behandeling van het netwerkverkeer, behalve de periodieke gegevensverstrekking;

  • f.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • g.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 36 van de Wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • h.

    de dagelijkse controle van de in de basisadministratie aangebrachte actualiseringen;

  • i.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:- wijziging van het naamgebruik;- vervolginschrijving voor zover het betreft een binnengemeentelijke verhuizing en een vervolginschrijving die leidt tot opname in de basisadministratie;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een:- 1e inschrijving in de basisadministratie;- een vervolginschrijving uit het buitenland.

Artikel 29

De gegevensverwerkers:

  • a.

    beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de Wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 23 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een afnemer;

  • c.

    stellen afnemers in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 8 Het beveiligingsbeheer

Artikel 30

De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligings-maatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het informatiebeveiligingsplan.

Artikel 31

De beveiligingsbeheerder is bevoegd om de medewerkers van de teams Burgerzaken en Frontoffice adviezen te geven ten aanzien van beveiligingsvoorschriften. Deze vloeien voort uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het informatiebeveiligingsplan.

Artikel 32

De beveiligingsbeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet en het informatiebeveiligingsplan worden nageleefd;

  • b.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 33

De beveiligingsbeheerder adviseert burgemeester en wethouders rechtstreeks als verantwoordelijke van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens over beveiligingsaspecten die uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het Informatiebeveiligingsplan voortvloeien.

Artikel 34

De beveiligingsbeheerder voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten voor wat betreft het beveiligingsbeheer.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 35

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de basisregistratie personen als bedoeld artikel 1 van de Verordening Basisregistratie Personen alsmede voor de daarin genoemde aangehaakte gegevens.

Artikel 36

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.De beheerregeling GBA, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren op 15 juli 2008, wordt hierbij ingetrokken. 

Artikel 37

Deze regeling wordt aangehaald als “Beheerregeling BRP gemeente Buren”.Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Buren, van 6 juni 2011. 

Aanwijzing van beheerfunctionarissen 1

Op grond van artikel 3, lid 1 van de beheerregeling basisregistratie personen zijn de volgende beheerfunctionarissen aangewezen:

GegevensbeheerAls gegevensbeheerder GBA is aangewezen de heer T.J. ten Hoedt, medewerker van het team Burgerzaken. Zijn plaatsvervanger is de heer J.J.W. Klaassen, procesverantwoordelijk medewerker van het team Burgerzaken. 

ApplicatiebeheerAls applicatiebeheerder GBA is aangewezen de heer J.J.W. Klaassen, procesverantwoordelijk medewerker van het team Burgerzaken. Zijn plaatsvervanger is de heer T.J. ten Hoedt, medewerker van het team Burgerzaken. 

Belast met het dagelijkse GBA-berichtenverkeer is mevrouw A.W.C. van Tintelen – van Hattem, medewerker van het team Burgerzaken. Haar plaatsvervanger is de heer T.J. ten Hoedt, medewerker van het team Burgerzaken. 

GBA-contactpersoonDe heer T.J. ten Hoedt staat bij het ministerie van BZK als GBA-contactpersoon van de gemeente Buren geregistreerd. 

GegevensverwerkingAlle medewerkers van het team Burgerzaken zijn aangewezen om persoonsgegevens te verwerken. 

Afnemen verklaringen artikel 36, lid 2 van de Wet (verklaringen onder ede/belofte)De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring is toegekend aan:• mevrouw A.W.C. van Tintelen – van Hattem, medewerker van het team Burgerzaken• de heer G. van Eck, medewerker van het team Burgerzaken.• de heer T.J. ten Hoedt, medewerker van het team Burgerzaken• de heer J.J.W. Klaassen, procesverantwoordelijk medewerker van het team Burgerzaken

 

Op grond van artikel 3, lid 2 van de beheerregeling basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

SysteembeheerAls systeembeheerder is aangewezen de heer H. de Wit, medewerker van het team I&F.Als zijn plaatsvervanger is aangewezen mevrouw A.B.A. Kalkhoven, medewerker van het team I&F.

 

Toelichting 1 Beheerregeling BRP

InleidingSinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid, en dus ook binnen gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadmini¬stratie persoonsgegevens (GBA). Gemeentelijke afnemers dienen gegevens over de eigen inwoners te betrekken uit de ‘eigen basisadministratie’. Gegevens van ‘niet-inwoners’, die elders in de GBA zijn ingeschreven, moeten afkomstig zijn uit de basisadministraties van die andere gemeenten of uit de landelijke voorziening, de GBA-V. 

Het gebruik van persoonsgegevens uit de ‘eigen GBA’ dient bij of krachtens Verordening te worden geregeld. De verkrijging van gegevens uit de GBA van andere gemeenten is gebaseerd op een autori¬satiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). 

In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de GBA plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht distributiebestand. Dat distributiebestand wordt gevoed zowel vanuit de eigen basisadministratie (inwoners) als vanuit de basisadministraties van andere gemeenten (niet-inwoners). In een aantal gevallen worden daar nog persoonsgegevens aan toegevoegd van personen waarmee de gemeente ‘een relatie’ heeft maar die niet in een basisadministratie zijn opgenomen. 

BeheerVoor het beheer van de ‘eigen GBA’ dienen burgemeester en wethouders op grond van artikel 14 van de Wet GBA een beheerregeling vast te stellen waarin de hoofdlijnen van het beheer van de basisad¬ministratie is geregeld. De beheerregeling heeft alleen betrekking op het bronbestand, de eigen gemeentelijke basisadministratie. 

Het distributiebestand dient echter te worden beschouwd als een technische oplossing (een soort ver¬lengstuk van de GBA), waarop de (privacy)voorschriften van de wet GBA van toepassing zijn en dat, voor wat betreft de persoonsgegevens van de eigen inwoners, valt binnen de reikwijdte van artikel 14 wet GBA. 

De beheerregeling is formeel gezien niet van toepassing op de gegevens van de niet-inwoners (welke voornamelijk afkomstig zijn uit de basisadministraties van andere gemeenten dan wel GBA-V). Op dat deel van het distributiebestand is namelijk de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. Het deel niet-inwoners moet worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (Cbp), maar de Wbp schrijft geen beheerregeling voor. 

Desondanks is het van belang om uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen ook de voor dat deel van het distributiebestand rele¬vante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de beheerregeling voor de GBA. Daarmee ontstaat een ‘beheerregeling basisregistratie personen’ (BRP), bestaande uit de basisadministratie aangevuld met de geautomati¬seerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van de gemeente. 

Verdeling beheerrollenDe beheerregeling onderkent naast een aantal beheerrollen, te weten informatiebeheer, gegevens¬inhoude¬lijk beheer, applicatiebeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacybeheer ook de rol van de gegevens¬verwerker. Gegevensverwerkers verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de ‘eigen basisad¬ministratie’. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de basisadministratie van de andere gemeenten. 

De verdeling van de beheerrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons)informatie¬huis¬houding en het informatiebeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegd¬he¬den per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden. 

PrivacybeheerOp de gegevensverwerking over de niet-inwoners is, zoals gemeld, de Wbp van toepassing. Zo is bijvoorbeeld het inzagerecht voor deze categorie van personen gebaseerd op artikel 36 Wet bescherming persoonsgegevens, terwijl de inwoners een beroep kunnen doen op artikel 79 Wet GBA. 

De taken van de privacybeheerder zijn in deze beheerregeling verruimd. Verzoeken uit de organisatie om gegevens uit (eigen) basisadministratie(s) of uit de GBA-V moeten door de privacybeheerder getoetst worden op doelbinding, rechtmatigheid, proportionaliteit, et cetera. De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder, die moet beslissen op dergelijke verzoeken. Een verzoek kan inhouden gebruik te maken van de bestaande ministeriële autorisatie, maar ook uitbreiding van de autorisatie in verband met de uitvoering van een taak die nog niet in het autorisatiebesluit is voorzien. 

Artikel 2Het betreft hier het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer van de basisregistratie personen, zoals die is gedefinieerd in artikel 1. De bronhouder beheert inhoud en kwaliteit van de gegevens in de basisadministratie en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacyvoorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de basisadministratie. 

De gegevensverstrekking binnen de gemeentelijke organisatie over niet-inwoners uit basisadministra-ties van andere gemeenten, moet gebaseerd zijn op het autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit, maakt deel uit van het functioneel inhoudelijk en verstrekkingenbeheer van de basisregistratie personen. 

De hier beschreven beheerrol is belegd bij het hoofd van de afdeling Inwonerszaken. Van belang is hierbij op te merken dat voor de verstrekking van gegevens aan de binnengemeente¬lijke gebruikers, gebruik gemaakt wordt van het basisregistratiesysteem waarvan het beheer bij de organisatie van de bronhouder is belegd (procesverantwoordelijk medewerker van het team Burgerzaken). Het betreft hier een soort gegevensmagazijn, waar de BRP deel van uitmaakt.