Regeling vervallen per 13-11-2018

Verordening behandeling klachten Buren 2003

Geldend van 01-01-2004 t/m 12-11-2018

Intitulé

Verordening behandeling klachten Buren 2003

De gemeenteraad van Buren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 augustus 2003;gelezen het advies van de ondernemingsraad van 12 juni 2003; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:Vast te stellen de Verordening behandeling klachten Buren 2003.

Hoofdstuk 1 Begrips- en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente Buren of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn functie, alsmede een gewezen ambtenaar zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen.

  • 2 Bestuursorgaan:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      (een lid van) het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      de burgemeester.

  • 3 Gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

    • a.

      een bestuursorgaan;

    • b.

      de voorzitter of een lid van het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      een ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn functie, alsmede een gewezen ambtenaar.

  • 4 Klachtbehandelaar: degene die op grond van artikel 7 een klacht behandelt en onderzoekt en het daarvoor verantwoordelijke bestuursorgaan adviseert over de afdoening.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2 Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1 onder c, sub 2 of 3, wordt aangemerkt als een gedraging van het daarvoor verantwoordelijke bestuursorgaan.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten.

  • 4 Mondelinge klachten worden in principe binnen vier weken afgedaan door de klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 7. Hierbij wordt de klager gewezen op de mogelijkheid van schriftelijke klachtbehandeling.

  • 5 Zodra naar tevredenheid van de klager aan zijn klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. Bij een schriftelijke klacht wordt dit schriftelijk aan klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft bevestigd.

Artikel 3 Indiening van klachten

  • 1 Een klacht wordt schriftelijk of mondeling ingediend.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen over de wijze van indiening, registratie en behandeling van schriftelijke en mondelinge klachten. Hierbij wordt de privacy van de klager en van degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft voldoende gewaarborgd.

Hoofdstuk 2 Behandeling van schriftelijke klachten

Artikel 4 Indiening

  • 1 De klacht wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één jaar nadat de gedraging heeft plaatsgevonden, ingediend.

  • 2 Een schriftelijke klacht wordt ondertekend ingediend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de klager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      zo duidelijk mogelijk, een omschrijving van de gedraging (datum, tijdstip) waarop de klacht betrekking heeft en mededeling van wie zich aldus heeft gedragen;

    • d.

      het feitelijk belang van klager met betrekking tot de gedraging en de reden waarom de klager meent hiertegen bezwaar te moeten maken.

  • 3 Artikel 6:5, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Registratie

  • 1 Elke ingediende klacht over een gedraging wordt geregistreerd en in een gesloten envelop voorgelegd aan degene die de klacht op grond van artikel 7 behandelt.

  • 2 Een mondeling ingediende klacht wordt op schrift gesteld, indien klager daar uitdrukkelijk om verzoekt, en ter tekening aan klager voorgelegd ter bevestiging van de juiste notering van de klacht.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

  • 1 De ontvangst van een klacht wordt terstond schriftelijk aan de klager bevestigd.

  • 2 In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht behandelt en hoe de verdere gang van zaken is.

  • 3 Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft krijgt de klacht, de daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging terstond in afschrift toegezonden in een gesloten envelop.

Artikel 7 Klachtbehandelaar

  • 1 Aan de afdoening van een in behandeling genomen klacht gaat een onderzoek vooraf.

  • 2 Een klacht wordt behandeld en onderzocht door:

    • a.

      de gemeentesecretaris, indien het een gedraging van een ambtenaar betreft;

    • b.

      de burgemeester, indien het een gedraging van de gemeentesecretaris betreft;

    • c.

      de burgemeester, indien het een gedraging (van een lid) van het college van burgemeester en wethouders betreft;

    • d.

      de burgemeester, indien het een gedraging van de gemeenteraad betreft;

    • e.

      de burgemeester, indien het een gedraging van de griffier betreft.

    • f.

      het college van burgemeester en wethouders, indien het een gedraging van de burgemeester betreft;

  • 3 De klachtbehandelaar adviseert het bestuursorgaan over de afdoening van een klacht.

Artikel 8 Ontvankelijkheid

  • 1 1. Een bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien:

    • a.

      deze, gelet op artikel 4, eerste lid, te laat is ingediend;

    • b.

      niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 4, tweede en derde lid en klager de voor behandeling vereiste gegevens niet binnen twee weken, nadat klager op de tekortkoming is gewezen, heeft verstrekt;

    • c.

      de klacht kennelijk ongegrond is;

    • d.

      het belang van klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • e.

      door klager bezwaar kon worden gemaakt;

    • f.

      door klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • g.

      de klacht betrekking heeft op een gedraging die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter is onderworpen, dan wel onderworpen is geweest;

    • h.

      zolang ter zake van de gedraging een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is;

    • i.

      deze een gedraging betreft die reeds eerder met inachtneming van deze verordening is behandeld.

  • 2 Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt klager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de klacht schriftelijk in kennis gesteld, onder vermelding van de redenen daarvan.

Artikel 9 Onderzoek en horen

  • 1 De klachtbehandelaar die op grond van artikel 7 daartoe is aangewezen, behandelt en onderzoekt de klacht en stelt de klager, degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en derden, in de gelegenheid te worden gehoord en op elkaars standpunt te reageren. De hoorzitting vindt in beslotenheid plaats.

  • 2 Van het horen kan worden afgezien, indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 3 Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 10 Afdoening

  • 1 Het bestuursorgaan waartegen de klacht is gericht doet de klacht binnen zes weken na de datum van ontvangst schriftelijk en gemotiveerd af met inachtneming van het onderzoek van de klachtbehandelaar.

  • 2 Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 3 Indien klager niet tevreden is over de uitkomst van de klachtbehandeling, kan de klacht binnen zes weken na de afdoening van de klacht als bedoeld in artikel 10 eerste lid worden ingediend bij de Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Buren. Bij de afdoening van een klacht als bedoeld in het tweede lid, wordt klager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 4 Het bestuursorgaan kan de afdoening van een klacht voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Hoofdstuk 3 Rapportage

Artikel 11 Jaaroverzicht

De burgemeester brengt jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit, zo nodig voorzien van beleidsmatige aanbevelingen, van het aantal klachten, de aard van de klachten, de wijze van afdoening en de maatregelen die eventueel zijn getroffen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Onvoorzien

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 13 Overgangsrecht

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een klacht is ingediend, maar waarover nog niet door de klachtbehandelaar is geadviseerd, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. De oude verordening wordt bij vaststelling van deze verordening ingetrokken.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Klachtenregeling gemeente Buren 2003".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 oktober 2003.
De griffier, De burgemeester,
G. van Droffelaar drs. K.C. Tammes