Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs 2012

Geldend van 24-01-2013 t/m 31-12-2014

Het college van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op artikelen 117, 134 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikelen 115, 128 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

gezien het gevoerde op overeenstemming gericht overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs.

Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik

  • 1. De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het aantal groepen volgens het bepaalde in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van zes jaar en ouder. Voor een speciale school voor basisonderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het aantal groepen volgens respectievelijk het bepaalde in het vierde lid van artikel 136 WPO. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar, indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder.

  • 2. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 38, eerste lid van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door één of meer andere scholen voor basisonderwijs, wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 3. Per schooljaar bekostigt de gemeente de ingevolge het eerste lid toegekende klokuren voor het gymonderwijs aan de schoolbesturen. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling. De werkelijke afrekening van de afgenomen klokuren vindt plaats tussen schoolbesturen en de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen.

  • 4. Het college keert de ingevolge het derde lid vastgestelde vergoeding in twee termijnen als voorschot uit aan het bevoegd gezag; in januari 7/12 deel en in juli 5/12 deel.

  • 5. Na afloop van ieder kalenderjaar verantwoorden de schoolbesturen, vóór 1 maart, aan de gemeente op basis van de facturen van de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen. Niet-ingezette gelden voor gymonderwijs (minderuren) dienen vóór 1 mei van het jaar van verantwoording aan de gemeente terug te worden betaald. Meeruren komen voor rekening van de schoolbesturen en kunnen zonder tussenkomst van de gemeente worden ingekocht bij de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen.

Artikel 2 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze regeling betreffende, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 3 Indexering

Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze regeling gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding bij op basis van de in bijlage IV, deel A van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs opgenomen prijsindexen en systematiek van prijsbijstelling.

Artikel 4 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs Capelle aan den IJssel 2012.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

Capelle aan den IJssel, 28 februari 2012.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. J.F. Koen.

G. Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

G.Basisschool

G.Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed. Het aantal groepen is afhankelijk van het aantal formatieplaatsen. Bij de bepaling van het aantal formatieplaatsen en daarop gebaseerde aantal groepen wordt uitgegaan van de formule en bepalingen zoals vastgelegd in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 136 WPO.

G.Voor het bepalen van het aantal groepen 6-12-jarigen wordt aangesloten bij het normatieve overzicht 'splitsing aantal groepen leerlingen' zoals weergegeven in tabel 1.

G.Tabel 1 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

G.Speciale school voor basisonderwijs

G.Voor een speciale school voor basisonderwijs is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep met leerlingen jonger dan zes jaar wordt, indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal, maximaal 3,75 klokuur gymnastiek vergoed. Per groep met leerlingen van zes jaar en ouder wordt maximaal 2,25 klokuur gymnastiek vergoed.

G.Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de 'N-factor’ zoals bepaald in vierde lid van artikel 136 WPO. De 'N-factor' is bepalend voor de groepsgrootte. De N-factor voor een speciale school voor basisonderwijs is 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond indien het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

G.School voor (voortgezet) speciaal onderwijs

G.Het aantal groepen is bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep met leerlingen jonger dan zes jaar word maximaal 3,75 klokuur gymnastiek vergoed, indien de school of nevenvestiging niet de beschikking heeft over een speellokaal. Per groep met leerlingen van zes jaar en ouder wordt maximaal 2,25 klokuur gymnastiek vergoed. Bij de bepaling van het aantal groepen wordt uitgegaan van het bepaalde in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 130 WEC.

G.Vergoeding per klokuur

G.Ingevolge artikelen 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikelen 115 en 130 van de Wet op de Expertisecentra worden de volgende vergoedingsbedragen voor het gebruik van een gymnastiekzaal vastgesteld. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, de materiële instandhouding, alsmede een vergoeding voor vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van de gymnastiekaccommodatie en de oppervlakte van de oefenzaal.

G.De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur.

Stichtingsjaar en omvang

Vast bedrag

Variabel bedrag

Tot 1987

-< 90 m²

€ 2.781,54

€ 337,97

-90-130 m²

€ 3.569,18

€ 427,67

-130-170 m²

€ 3.902,62

€ 461,52

-170-190 m²

€ 3.724,34

€ 504,96

-190-230 m²

€ 3.566,93

€ 556,31

-> 230 m²

€ 4.036,92

€ 622,32

Vanaf 1987

->= 252 m²

€ 3.205,27

€ 565,91

G.De bovenstaande normbedragen zijn bijgesteld ten behoeve van de vergoedingen voor 2012.

G.De systematiek van prijsbijstelling en indexering is opgenomen in hoofdstuk 4 van Bijlage IV bij de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Capelle aan den IJssel.

G.Voor de bepaling van een vergoeding per klokuur per week wordt het vast bedrag gedeeld door het maximaal aantal klokuren bewegingsonderwijs per week (26) en wordt gerekend met een gebruik van 40 weken op jaarbasis. Voor 2012 bedraagt de vergoeding per klokuur per week € 17,23 met als basis de vergoedingen “Vanaf 1987” en een oefenzaal -> 252 m².

G.Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

G.Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymnastiekaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school/de gemeente/een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

  • ·

    indien de gymnastiekzaal van een andere school voor primair onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed;

  • ·

    indien de gymnastiekzaal van een school voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, wordt het vaste en het variabele deel van het klokuurbedrag vergoed.

G. TOELICHTING

G.Modelbeleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

G.In deze beleidsregel is de vergoeding voor gymnastiekruimten voor het primair onderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en artikel 136 WPO, artikel 115 en artikel 130 WEC). Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.

G.Artikel 1 Omvang en vergoeding gebruik

G.Lid 1

G.De capaciteit en het gebruik van gymnastiekaccommodaties wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik.

G.Hiertoe is in het eerste lid bepaald dat het college voor het basisonderwijs ten hoogste 1,5 klokuur gymnastiek per bovenbouwgroep bekostigt; voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is dit ten hoogste 2,25 klokuur per bovenbouwgroep. In een specifiek geval is het in het (voortgezet) speciaal onderwijs mogelijk om voor een groep leerlingen jonger dan zes jaar een vergoeding te verkrijgen voor het gebruik van een gymnastiekruimte voor ten hoogste 3,75 klokuren per week. Deze mogelijkheid was al verankerd in de bekostigingsregels zoals deze golden voor 1 januari 1997. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van de gymnastiekruimte onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt.

G.De wijze waarop het aantal groepen, waarvan de omvang van het gebruik wordt afgeleid, vastgesteld wordt, is voor wat betreft het reguliere basisonderwijs neergelegd in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO, voor het speciaal basisonderwijs in het vierde lid van artikel 136 WPO en voor wat betreft het speciaal onderwijs in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC.

G.Lid 2

G.Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor de gymnastiekruimten die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, dient in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur te worden verstrekt. Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als gymnastiekruimte krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in lid 1 zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie, dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.