Regeling vervallen per 14-03-2024

Verordening op de vertrouwenscommissie

Geldend van 08-04-2015 t/m 13-03-2024

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelezen het voorstel van het presidium;

gelet op;

Artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995

b e s l u i t :

Het vaststellen van de verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt, op de raadscommissies die functioneringsgesprekken met de

burgemeester houden en op de raadscommissie die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt.

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor tebereiden, en

  • b.

    een functioneringsgesprek te houden met de burgemeester.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit alle, op het moment van benoeming van de commissie zittinghebbende, fractievoorzitters uit de gemeenteraad, middels separaat besluit te benoemendoor en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    De plaatsvervangend raadsvoorzitter en de voorzitter van de grootste fractie in degemeenteraad vervullen de functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van decommissie. Indien de plaatsvervangend voorzitter tevens de voorzitter is van de grootstefractie in de raad, wordt een lid van de commissie aangewezen als plaatsvervangendvoorzitter van de commissie.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De gemeentesecretaris kan bij vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken alsplaatsvervangend secretaris aan de commissie worden toegevoegd.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4.

    De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, decommissie.

Artikel 4 Adviseur

  • 1.

    1.De gemeenteraad kan een of meer wethouders aan de commissie toevoegen als adviseurin verband met de vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3.

    Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 5 Geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijngeheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2.

    De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elkevergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van deGemeentewet.

  • 3.

    De commissie legt bij de herbenoemingsprocedure en bij functioneringsgesprekken in elkevergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet,geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens devergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de commissie ziet erop toe dathieraan wordt voldaan.

  • 4.

    De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting(meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatieomtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprekwordt verstrekt.

  • 5.

    De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van dezeverordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijftgewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij debepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6.

    De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet,respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van deze verordeningverplicht, niet opheffen.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 8.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend)secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 3 leden dit noodzakelijkachten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elkevergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van decommissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur en, indienhet gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal ledenaanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid vanuitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmenover de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot devolgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ookin die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar deverschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit.

  • 5.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7 Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk envertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter engezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment vanarchivering.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk envertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en desecretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

Artikel 8 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1.

    De Gemeentewet bepaalt in artikel 61, vierde lid, dat de commissie zich slechts doortussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatieover de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, isuitgesloten.

  • 2.

    De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprekmet de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waaropde privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en hettijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekkenis gewaarborgd.

Artikel 9 Bijzondere bepalingen over functioneringsgesprekken

  • 1.

    Een commissie houdt minimaal eens in de twee jaar een functioneringsgesprek met deburgemeester.

  • 2.

    Indien de fractievoorzitters dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maken,houdt een commissie tussentijds een functioneringsgesprek met de burgemeester.

  • 3.

    In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-dagengesprek plaats.

  • 4.

    De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zalinwinnen over het functioneren van de burgemeester. De commissie en de burgemeesterstellen in onderling overleg de agenda voor het functioneringsgesprek vast. De commissieen de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover vantoepassing, het verslag van het vorige functioneringsgesprek in te zien.

  • 5.

    Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als hetfunctioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst hetfunctioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke takenvan de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevenswordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige functioneringsgesprek.

  • 6.

    Drie van de functioneringsgesprekken worden gevoerd in ieder geval vier wekenvoorafgaand aan het klankbordgesprek dat de commissaris van de Koning met deburgemeester heeft.

  • 7.

    In het laatste functioneringsgesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeftde commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat momentnaar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

Artikel 10 Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeelvormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zijvooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van deKoning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprekwordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien terzake van het functioneren van de burgemeester in het in de vorige zin bedoeldeoverleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, wordendeze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ookaan de burgemeester.

Artikel 11 Verslag

  • 1.

    1.De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van deaanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en decommissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijkeen vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeftverricht,

    • b.

      b.een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie; bijbenoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsingvan de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd,

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie,

    En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

    • a.

      bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen,

    • b.

      bij herbenoemingen: het verslag van het gesprek met de burgemeester over hetconceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

  • 2.

    Van het functioneringsgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordtgemaakt. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij deraadsgriffier.

  • 3.

    Een afschrift van het verslag van het functioneringsgesprek wordt toegezonden aan deburgemeester en de commissaris van de Koning.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop:

  • -

    bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaaktdat in de vacature van burgemeester is voorzien;

  • -

    bij een functioneringsgesprek: het verslag van het functioneringsgesprek isvastgesteld;

  • -

    bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaaktdat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 14 Archivering

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- enherbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 13 allearchiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim"worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door degemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- enherbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging eenverklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordtopgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan deopenbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- enherbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de indit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 4.

    De raadsgriffier draagt bij functioneringsgesprekken zorg voor een afdoendevertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgesteldeverslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door deraadsgriffier vernietigd.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 maart 2015,
de griffier, de voorzitter