Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR391245
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR391245/3
Regeling vervallen per 01-01-2017
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2016
Geldend van 14-01-2016 t/m 31-12-2016
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting.De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven terzake van het houden vaneen hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
-
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft,
tenzij blijkt dat een ander de houder is.
-
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden
van een hond door een door de ambtenaar, belast met de heffing aan te wijzen lid van dat
huishouden.
Artikel 3 Vrijstelling
-
1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes
bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen,
dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is
aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
-
2. De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
- a.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te samen met de moederhond worden
gehouden;
- b.
die gehouden worden als hulp voor visueel of lichamelijk gehandicapte personen, voor zover
met succes opgeleid door een erkend instituut;
- c.
waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan dertig
dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;
- d.
die gehouden door politiefunctionarissen, zijn of worden afgericht als politiehonden ten
dienste van de politie;
- e.
waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofdcomité van het
Nederlandse Rode Kruis of van de Nederlandse Vereniging van Rode-Kruishonden;
- f.
die verblijven in een hondenasiel;
- g.
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting
als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
- a.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
-
1. De belasting bedraagt per belastingjaar:
- a.
voor een eerste hond € 75,50;
- b.
voor een tweede hond € 151,--;
- c.
voor iedere volgende hond boven het aantal van twee € 151,--.
- a.
-
2. In afwijking van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die
zijn geregistreerd bij de raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 377,50 per
kennel.
-
3. Het tweede lid blijft buiten toepassing als belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde
belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden, als blijkt dat dit bedrag lager is dan
het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang
van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop
van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van
het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht,
respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de
loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de
belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle
kalendermaanden overblijven,
tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-.
-
5. Voor belastingbedragen tot € 5,- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige
volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen
hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt
worden betaald:
- a.
uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld;
- b.
in afwijking in zoverre van a. geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan
meer is dan € 1,--, doch minder dan € 2.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door
middel van automatisch betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen
moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de
dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand
later;
- c.
in afwijking van het a. en b. moeten de aanslagen die worden gedagtekend in enig jaar
gelegen na het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft, worden betaald uiterlijk op
de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering wordt geen kwijtschelding verleend van de in artikel 5, eerste lid, letter b. en c.,
alsmede van de in artikel 5, tweede lid, genoemde belastingen.
Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en deinvordering van hondenbelasting.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening hondenbelasting 2016.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
De "Verordening hondenbelasting 2015" van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang
van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl