Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren en proceskosten in belastingzaken

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren en proceskosten in belastingzaken.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Gelet op artikel 1:3, vierde lid, artikel 4:81 en artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede gelet op het Besluit proceskosten bestuursrecht en de hierbij behorende Bijlage.

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren en proceskosten in belastingzaken.

Artikel 1 Definities

Belastingbedrag

In deze beleidsregels wordt verstaan onder belastingbedrag:

  • a.

    het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of;

  • b.

    indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of;

  • c.

    het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan.

Belastingaanslag

Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in artikel 233a, lid 2, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

Artikel 2 Voor bezwaar/beroep vatbare beschikkingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder voor bezwaar/beroep vatbare beschikking:

  • a.

    de WOZ-beschikking (de artikelen 22, 25, 26, 27 en 28 van de Wet waardering onroerende zaken);

  • b.

    de beslissing op een verzoek om ontheffing, vermindering of teruggaaf (artikel 242, derde lid van de Gemeentewet);

  • c.

    de beschikking invorderingsrente (artikel 30 van de Invorderingswet 1990);

  • d.

    het besluit geen aanslag op te leggen (artikel 12 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen);

  • e.

    de verrekening van voorlopige aanslagen (artikel 15 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen);

  • f.

    de beslissing op een verzoek om kwijtschelding (artikel 24 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990).

Artikel 3 Toekennen van vergoeding van kosten

Het Besluit proceskosten bestuursrecht is van toepassing bij het toekennen van een vergoeding van kosten. Een vergoeding van kosten kan worden toegekend indien:

  • a.

    de beschikking herroepen wordt op grond van aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid, en;

  • b.

    het verzoek om vergoeding van kosten schriftelijk is ingediend voordat de heffingsambtenaar op het bezwaar heeft beslist, en;

  • c.

    de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs zijn gemaakt en de belanghebbende op verzoek van de heffingsambtenaar de juiste gegevens tijdig en volledig heeft ingediend;

  • d.

    de onjuistheid van het besluit niet te wijten is aan de belanghebbende.

Artikel 4 Kosten die voor vergoeding in de bezwaarfase in aanmerking komen

  • a.

    kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

  • b.

    kosten van een getuige, deskundige of tolk die door de belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel een deskundige die aan de belanghebbende verslag heeft uitgebracht;

  • c.

    reis- en verblijfkosten van de belanghebbende;

  • d.

    verletkosten van de belanghebbende;

  • e.

    kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken.

In alle gevallen dienen de geclaimde kosten redelijk en voldoende gespecificeerd te zijn.

Artikel 5 Geen vergoeding van kosten

Geen kostenvergoeding wordt toegekend indien het bestreden besluit wordt bevestigd of het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Artikel 6 Verwijtbare onrechtmatigheid

De Algemene wet bestuursrecht kent in artikel 7:15, tweede lid, een vergoedingsplicht in de gevallen waarin het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan de heffingsambtenaar is te wijten.

Artikel 7 Geen verwijtbare onrechtmatigheid

Van een verwijtbare onrechtmatigheid is geen sprake indien de beschikking herroepen wordt:

  • 1.

    wegens een fout in de tenaamstelling, mits:

    • a.

      de heffingsambtenaar zich gehouden heeft aan de meest recent gemuteerde brongegevens (onder andere Basisregistratie Kadaster, Basisregistratie Personen, Nieuwe Handelsregister, Rijksdienst voor het Wegverkeer);

    • b.

      de heffingsambtenaar zich, in afwijking van de meest recent gemuteerde brongegevens, gehouden heeft aan de opgave van informatie en gegevens van de belanghebbende zelf.

  • 2.

    wegens een fout aan de beschikking ten grondslag liggende feiten, mits:

    • a.

      de heffingsambtenaar zich gehouden heeft aan de meest recent gemuteerde brongegevens (onder andere Basisregistratie Kadaster, Basisregistratie Personen, Nieuwe Handelsregister, Rijksdienst voor het Wegverkeer);

    • b.

      de heffingsambtenaar ten gevolge van een rekenfout, invoerfout of een andere administratieve vergissing een inhoudelijk onjuist besluit heeft genomen. Louter vormfouten, formele fouten, motiveringsgebreken of indien er sprake is van een ook voor belanghebbende duidelijk herkenbare fout (verschrijving of rekenfout) komen niet voor vergoeding in aanmerking. Fouten van de rechtsbijstandverlener worden in beginsel aan de belanghebbende toegerekend.

Artikel 8 Kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Het bedrag van kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt vastgesteld door aan de hand van de in artikel 9 benoemde proceshandelingen punten toe te kennen. Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt, vermeld in artikel 10. Het aldus berekende bedrag wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor op basis van artikel 11.

Artikel 9 Punten proceshandelingen

Aan de hierna genoemde door een derde beroepsmatig verrichte proceshandelingen worden, overeenkomstig onderdeel A4 van de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, de volgende punten toegekend:

  • 1.

    Indienen van een bezwaarschrift: 1 punt

  • 2.

    Bijwonen van een hoorzitting bezwaarschrift: 1 punt

  • 3.

    Bijwonen van een nadere hoorzitting bezwaarschrift: 0,5 punt

Artikel 10 Waarde per punt

De waarde per punt bedraagt het tarief als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Artikel 11 Wegingsfactoren voor de berekening van de vergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Artikel 11 Wegingsfactoren voor de berekening van de vergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand

1. Het bedrag van de kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand moet worden vastgesteld aan de hand van het in de bijlage van het Besluit proceskosten bestuursrecht opgenomen forfaitaire tarief. De kosten voor het inroepen van rechtsbijstand moeten steeds in overeenstemming zijn met de gecompliceerdheid en bewerkelijkheid van de zaak en de daarmee verbandhoudende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener. Per individuele zaak moet worden beoordeeld welke wegingsfactor van toepassing is.

  • 2.

    Voor de toepassing van de wegingsfactoren, genoemd in onderdeel C1. van de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak in beginsel aangemerkt als: a. zeer licht (wegingsfactor 0,25) indien: - het bezwaar kennelijk gegrond is; - het om een foutieve tenaamstelling gaat;

    • -

      het om een foutieve adresaanduiding gaat;

    • -

      het om een foutieve belanghebbende gaat; - het om een verwijzing naar een eigen gerechtelijke procedure gaat; - het om een verwijzing naar een bezwaar uit een eerder belastingjaar gaat; - het alleen om een verwijzing naar een taxatieverslag gaat;

    • -

      er sprake is van een foutieve registratie van een bijgebouw; - een kenbare schrijffout in de beschikking/aanslag is gemaakt; - het om een pro forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat;

    • -

      het bezwaarschrift summier is gemotiveerd (bijvoorbeeld: “Ik maak bezwaar omdat de waarde te hoog is vastgesteld” of “In ben van mening dat de waarde minimaal 25% te hoog is vastgesteld”;

    • -

      het bezwaarschrift is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit. b. licht (wegingsfactor 0,5) indien: - er sprake is van een foutieve objectafbakening; - de waarde wordt verlaagd vanwege een eigen transactiecijfer; - een onjuist gestandaardiseerd voortgangspercentage bij een onroerende zaak in aanbouw is gehanteerd; - het bezwaar zich uitsluitend richt op de volledigheid van het taxatieverslag of het ontbreken van een deugdelijke motivering zonder nadere visie en onderbouwing van de waarde; - de waarde wordt verlaagd vanwege een buiten het bezwaarschrift gelegen grond; - het bezwaar tekstueel in hoofdzaak overeenkomt met andere zaken van de betreffende rechtsbijstandverlener;

    • -

      de inhoud enig onderzoek vergt, maar het niet om een (juridisch) vraagpunt gaat waarvoor een

      grotere (juridische) deskundigheid is vereist,

    • -

      de inhoud van het bezwaarschrift volledig of grotendeels is gebaseerd op een bijgevoegd

      taxatierapport. c. zwaar (wegingsfactor 1,5) indien het gaat om de waarde van een woning of niet-woning waarbij: - er sprake is van een zaak die inhoudelijk of juridisch als bijzonder ingewikkeld of omvangrijk moet worden aangemerkt, zoals bij onduidelijke of nieuwe regelgeving; - meerdere rechtsgebieden en/of regelgevingen een belangrijke rol spelen. d. zeer zwaar (wegingsfactor 2) indien het gaat om de waarde van een niet-woning waarbij: - de zaak inhoudelijk als zeer omvangrijk moet worden aangemerkt; - het gaat om een zaak met zeer complexe aspecten waarbij het bezwaarschrift blijk geeft van relevante specialistische kennis die op de juiste wijze is toegepast; - er evident en aantoonbaar sprake is van een zeer gecompliceerde en/of meer dan normaal- bewerkelijke zaak, zoals een zaak met Europeesrechtelijke en/of zeer complexe schadeaspecten.

      • e.

        gemiddeld (wegingsfactor 1):

    • -

      bij alle overige zaken, zoals bijvoorbeeld bij een volledig onderbouwd bezwaar tegen de vastgestelde waarde, bij een juiste vaststelling van de feiten of bij een opgeworpen rechtsvraag.

Artikel 12 Kosten van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht

1. De kosten voor het laten opmaken van een taxatierapport komen op grond van het bepaalde in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking indien het taxatierapport is opgesteld ten behoeve van de bezwaarfase, de kosten redelijk zijn en de kosten naar redelijkheid zijn gemaakt.

De toe te kennen vergoeding is afhankelijk van de mate waarin de uitgevoerde werkzaamheden van bijzondere aard zijn, wat wordt bepaald door de aard van de te taxeren onroerende zaak en de complexiteit van de taxatie.

  • 2.

    Het bedrag dat voor vergoeding in aanmerking komt wordt verhoogd met 21% BTW ingeval de omzetbelasting op de belanghebbende drukt. 3. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding van door een deskundige opgemaakt taxatierapport wordt uitgegaan van de volgende uurtarieven: a. voor een woning: € 50,00 (exclusief BTW) b. voor een courante niet-woning: € 65,00 (exclusief BTW) c. voor een incourante onroerende zaak: de gefactureerde kosten tot het in het Besluit proceskosten bestuursrecht vermelde maximum d. voor een gebouwd eigendom in € 50,00 (exclusief BTW) aanbouw gewaardeerd op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde:

  • 4.

    Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding van een door een deskundige opgemaakt taxatierapport wordt uitgegaan van de volgende maximale tijdsbesteding: a. een woning zonder inpandige opname: 2 uur b. een woning met inpandige opname: 4 uur c. een courante niet-woning zonder inpandige opname: 3 uur d. een courante niet-woning met inpandige opname: 5 uur e. een gebouwd eigendom in aanbouw: 4 uur e. een incourante onroerende zaak: in redelijkheid te bepalen aantal uren

Artikel 13 Kostenvergoeding belanghebbende op hoorzitting

Indien belanghebbende in persoon verschijnt op een (nadere) hoorzitting en deze hoorzitting draagt ertoe bij dat het besluit wordt herroepen, dan kan belanghebbende in aanmerking komen voor verletkosten indien belanghebbende vrij heeft moeten nemen van zijn werkzaamheden. De verletkosten waarvoor belanghebbende in aanmerking komt worden vastgesteld op basis van de daadwerkelijke tijd die belanghebbende bij de hoorzitting heeft doorgebracht, conform het tarief als bedoeld in artikel 1 onderdeel d. juncto artikel 2 onderdeel d. van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Artikel 14 Kostenvergoeding rechtsbijstandverlener (gemachtigde) op hoorzitting

  • 1. Indien door een derde beroepsmatig bijstand wordt verleend, gelden voor de toepassing van de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht de volgende punten per proceshandeling: - Indienen van een bezwaarschrift: 1 punt - Bijwonen van een hoorzitting van niet langer dan 2 uur: 1 punt - Bijwonen van een hoorzitting langer dan 2 uur: 2 punten - Bijwonen van een nadere hoorzitting: 0,5 punt

  • 2. In geval van een gecombineerde behandeling van verschillende zaken worden kosten voor het verschijnen ter (nadere) hoorzitting door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, berekend als ware er sprake van behandeling van één zaak. Onder gecombineerde behandeling wordt verstaan een hoorzitting waarin meerdere bezwaarschriften van dezelfde rechtsbijstand- verlener of dezelfde deskundige, gelijktijdig worden behandeld, en waarbij vergelijkbare gronden zijn aangevoerd.

  • 3. Het op grond van het in dit artikel berekend aantal punten wordt evenredig toegerekend aan alle zaken waarvoor de derde die rechtskundig bijstand verleent aanwezig was, en die tijdens de gecombineerde behandeling aan de orde zijn geweest. De aldus berekende kosten per zaak worden alleen vergoed indien en voor zover de partij of de belanghebbende in die zaak in aanmerking komt voor een kostenvergoeding.

  • 4. Bij de bepaling van de locatie van de hoorzitting worden door de heffingsambtenaar de betrokken belangen en overwegingen van efficiëntie en een doelmatige hoorzitting in redelijkheid afgewogen. De locatie van de hoorzitting is: - Het gemeentehuis van de gemeente Capelle aan den IJssel, gevestigd aan de Rivierweg 111, 2903 AR te Capelle aan den IJssel; - De onroerende zaak van belanghebbende, waarbij de hoorzitting wordt gecombineerd met een inpandige opname van de onroerende zaak van belanghebbende.

Artikel 15 Kostenvergoeding deskundige (taxateur) op hoorzitting

  • 1. Indien een deskundige (taxateur) verschijnt op een (nadere) hoorzitting en hieraan een wezenlijke bijdrage levert, dan kan belanghebbende in aanmerking komen voor een kostenvergoeding van deze deskundige op uurbasis van de daadwerkelijke tijd die de deskundige bij de hoorzitting heeft doorgebracht.

  • 2. Het bedrag van deze kosten wordt vastgesteld door de duur van de hoorzitting te vermenigvuldigen met het uurtarief genoemd in artikel 12, derde lid, met een minimum van een half uur per zaak en een maximum van acht uur per dag.

  • 3. In geval van een gecombineerde behandeling van verschillende zaken in aanwezigheid van dezelfde deskundige worden de kosten berekend als ware er sprake van één zaak. De aldus berekende kosten worden evenredig toegerekend aan alle zaken waarvoor de deskundige aanwezig was, en die tijdens de gecombineerde behandeling aan de orde zijn geweest. Onder gecombineerde behandeling wordt verstaan een hoorzitting waarin meerdere bezwaarschriften van dezelfde rechtsbijstandverlener of dezelfde deskundige, gelijktijdig worden behandeld, en waarbij vergelijkbare gronden zijn aangevoerd.

  • 4. Bij de bepaling van de locatie van de hoorzitting worden door de heffingsambtenaar de betrokken belangen en overwegingen van efficiëntie en een doelmatige hoorzitting in redelijkheid afgewogen. De locatie van de hoorzitting is: - Het gemeentehuis van de gemeente Capelle aan den IJssel, gevestigd aan de Rivierweg 111, 2903 AR te Capelle aan den IJssel; - De onroerende zaak van belanghebbende, waarbij de hoorzitting wordt gecombineerd met een inpandige opname van de onroerende zaak van belanghebbende.

Artikel 16 Deskundige

1. Als deskundige wordt aangemerkt en gecertificeerd taxateur die is ingeschreven in de landelijke registers.

2.Deskundigenkosten komen slechts voor vergoeding in aanmerking indien er geen sprake is van vermenging van functies van de rechtsbijstandverlener en deskundige.

Artikel 17 Kostenvergoeding telefonische (nadere) hoorzitting

Een telefonische (nadere) hoorzitting is uitsluitend mogelijk indien partijen hiermee uitdrukkelijk instemmen en wordt op één lijn gesteld met het fysiek verschijnen ter (nadere) hoorzitting. Een telefonische hoorzitting komt slechts voor kostenvergoeding in aanmerking, indien de telefonische (nadere) hoorzitting zodanig wordt ingericht dat deze gelijk is te stellen aan het horen in de zin van artikel 7:2 van de Awb.

Artikel 18 Gedeeltelijk in gelijkstelling

Indien een partij of een belanghebbende gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, kan het op grond van deze beleidsregel vastgestelde bedrag van de kostenvergoeding worden verminderd.

Artikel 19 Gemotiveerd afwijken

1. De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om, in afwijking van hetgeen is gesteld in artikel 11 van deze beleidsregels, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen indien de heffingsambtenaar van oordeel is dat toepassing van de in artikel 11 genoemde wegingsfactor niet in overeenstemming is met de bewerkelijkheid en gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener.

2.Het afwijken van hetgeen in artikel 11 is gesteld, wordt in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd.

Artikel 20 Samenhangende zaken

  • 1. Hangt de zaak samen met andere zaken, dan worden de samenhangende zaken voor wat betreft de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand als één zaak beschouwd.

  • 2. Samenhangende zaken zijn door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren die door het bestuursorgaan gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon dan wel een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.

  • 3. De uitkomst van de berekening van de kosten wordt met een wegingsfactor van 1 vermenigvuldigd wanneer het gaat om twee of drie samenhangende zaken. Bij vier of meer samenhangende zaken wordt wegingsfactor 1,5 toegepast.

Artikel 21 Uitbetaling proceskostenvergoeding

  • 1. De heffingsambtenaar kan de belanghebbende bij twijfel verzoeken aan te tonen dat daadwerkelijk kosten zijn gemaakt, bijvoorbeeld door het overleggen van de factuur.

  • 2. De kostenvergoeding wordt uitbetaald aan degene ten aanzien van wie de beschikking is genomen of aan degene die gemachtigd is de betaling in ontvangst te nemen.

Artikel 22 Beslissing op verzoek om kostenvergoeding

De beslissing op het verzoek om vergoeding van kosten wordt gelijktijdig en in hetzelfde geschrift genomen als de beslissing op het bezwaar.

Artikel 23 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inzake de wegingsfactoren en proceskosten in belastingzaken 2016.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Beleidsregels toepassing van wegingsfactoren kosten in bestuurlijke voorprocedure 2010" van 5 oktober 2010 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid bedoelde datum van inwerkingtreding van de beleidsregels van dit besluit. Zij blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2016.

Capelle aan den IJssel,

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting op de beleidsregels

De indiener van een bezwaarschrift kan de kosten die hij redelijkerwijs heeft moeten maken, vergoed krijgen indien het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Het zogenaamde Besluit proceskosten bestuursrecht is daarbij van toepassing. De belangrijkste kostenpost is de vergoeding van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Voor het verrichten van proceshandelingen worden punten toegekend: voor het indienen van een bezwaarschrift is dat 1 punt, voor het verschijnen op de hoorzitting eveneens 1 punt en voor een nadere hoorzitting 0,5 punt. Er geldt een forfaitair tarief van € 244,- (tarief 2015) in belastingzaken en van € 490,- in de overige gevallen per toegekend punt. Vervolgens wordt gekeken naar de zwaarte van de zaak, die wordt uitgedrukt in een wegingsfactor variërend van 0,25 tot 2. Bij het hanteren van met name de wegingsfactor wordt het bestuursorgaan een zekere beleidsvrijheid gelaten. Daarvoor kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen. Met de beleidsregels is aansluiting gezocht bij de bestaande wetgeving en de bestaande praktijk van de bestuursrechter.