Regeling vervallen per 05-01-2018

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Capelle aan den IJssel 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 04-01-2018

Intitulé

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Capelle aan den IJssel 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2017 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Capelle aan den IJssel 2017.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a. Gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling: gewicht conform het Besluit bekostiging WPO.

  • b. Schakelklas: een klas voor basisschoolleerlingen met en zonder migratieachtergrond, met een grote taalachterstand, waarin zij, in combinatie met of naast een reguliere groep, gedurende gemiddeld één schooljaar dusdanig worden bijgeschoold dat zij na dit schooljaar het gewone onderwijscurriculum kunnen vervolgen.

  • c. Schoolmaatschappelijk werker: iemand die professionele, kortdurende hulpverlening biedt aan en schoolondersteuning voor jeugdigen met ontwikkelings- en opvoedproblemen in het onderwijs.

  • d. Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid: uitkeringen conform het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

  • e. VVE: voorschoolse educatie, te weten een erkend educatief programma om de ontwikkeling van kinderen met een (kans op een) onderwijsachterstand in de leeftijd van 0 tot 4 jaar zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

    • a.

      Het organiseren van een schakelklas.

    • b.

      Uitvoering van VVE.

    • c.

      Activiteiten die de taalontwikkeling van kinderen tot en met 12 jaar bevorderen.

    • d.

      De inzet van een schoolmaatschappelijk werker.

  • 2. De activiteiten dienen aan te sluiten bij de voor deze subsidieregeling relevante doelstellingen van de Capelse Onderwijsnotitie 2016-2020.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvangers

  • 1. Subsidie voor een schakelklas wordt uitsluitend verstrekt aan de besturen van scholen in de gemeente Capelle aan den IJssel die een meer dan gemiddeld aantal leerlingen hebben met een gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling.

  • 2. Subsidie voor VVE wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

  • 3. Subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub c wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte gevestigde rechtspersoon.

  • 4. Subsidie voor de inzet van een schoolmaatschappelijk werker wordt uitsluitend verstrekt aan de besturen van scholen voor speciaal basisonderwijs en voor voortgezet onderwijs in de gemeente Capelle aan den IJssel.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3 lid 1, sub a tot en met c.

  • 2. Subsidie voor de inzet van een schoolmaatschappelijk werker op scholen uit het voortgezet onderwijs bedraagt maximaal 25% van de kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub d. Het betrokken schoolbestuur levert een bijdrage van 75% in de kosten.

  • 3. In het VMBO komt de inzet van 0,5 fte schoolmaatschappelijk werk op 600 leerlingen voor subsidie in aanmerking en in het HAVO/VWO de inzet van 0,5 fte schoolmaatschappelijk werk op 1000 leerlingen.

  • 4. Subsidie voor de inzet van een schoolmaatschappelijk werker op scholen uit het speciaal basisonderwijs bedraagt maximaal 50% van de kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub d. Het betrokken schoolbestuur levert een bijdrage van 50% in de kosten.

  • 5. Voor scholen uit het speciaal basisonderwijs met 100 tot 200 leerlingen komt de inzet van een schoolmaatschappelijk werker voor 3 uur per week voor subsidie in aanmerking. Voor scholen met minder dan 100 leerlingen komt de inzet van 2 uur per week voor subsidie in aanmerking en voor scholen met meer dan 200 leerlingen de inzet van 5 uur per week.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid van de ASV, ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid van de ASV, ingediend vanaf 1 november van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste en tweede lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Beslistermijn

  • 1. In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 november, is verstreken.

  • 2. Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per subsidieregeling. De aldus in de programmabegroting opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2. De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een verdeling naar rato over de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden de beschikbare middelen naar rato over de aanvragen verdeeld, tot het maximum van het subsidieplafond.

  • 3. De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 november van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 1. Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2. De uitvoering van VVE moet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 3. Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bestemd voor activiteiten bedoeld onder artikel 3, lid 1, sub a tot en met c, te voldoen aan de verantwoordingseisen die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden gesteld aan de verantwoording van de specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

  • 2. In afwijking van artikel 16, tweede lid, sub c van de ASV, hoeft de subsidieontvanger geen balans van het afgelopen subsidiejaar te overleggen bij zijn aanvraag tot vaststelling.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Capelle aan den IJssel 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2017.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De inzet van een schoolmaatschappelijk werker, zoals bedoeld onder artikel 1, lid c, richt zich enerzijds op het bieden van kortdurende zorg en hulp aan leerlingen met sociaal-emotionele problemen (individueel of groepsgewijs) en hun opvoeders. Anderzijds kan de inzet gericht zijn op de ondersteuning van leerkrachten.

De uitvoering van VVE , zoals bedoeld onder artikel 1, lid e, moet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

De activiteiten bedoeld onder artikel 3, lid 1, sub a tot en met c worden gesubsidieerd van uit de Rijksmiddelen die de gemeente ontvangt met de specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

De doelstellingen uit de Capelse Onderwijsnotitie 2016-2020 waarbij de activiteiten dienen aan te sluiten, zijn: “Er is voor elke leerling een passende onderwijsplek. Onderwijsachterstanden en uitval worden voorkomen en bestreden. Educatieve en sociaal-emotionele ondersteuning en zorg zijn beschikbaar en goed toegankelijk”.

De overige doelstellingen uit de Capelse Onderwijsnotitie 2016-2020 zijn in het kader van deze subsidieregeling niet van toepassing.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen en de wijze van verantwoording (zie ook artikel 10 en 11).

Artikel 5. Subsidieontvangers

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Onderwijsachterstanden vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie voor de inzet van een schoolmaatschappelijk werker is bestemd voor de ureninzet van een professioneel schoolmaatschappelijk werker. De subsidie is nadrukkelijk niet bedoeld voor eventuele kosten die een subsidieontvanger maakt in zijn rol als opdrachtgever aan deze schoolmaatschappelijk werker, zoals kosten voor de inrichting van een werkplek of overleguren.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Beslistermijn

Het eerste lid van dit artikel bevat een afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV. Deze afwijking houdt in dat het college pas beslist op een aanvraag om een subsidie voor de duur van een kalenderjaar, binnen 8 weken na 1 november, in plaats van binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Het tweede lid houdt in dat bovenstaande beslistermijn eenmaal met maximaal 8 weken kan worden verlengd.

De besluitvorming over andere aanvragen om subsidie vindt plaats conform ASV, dus binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend. Ook deze termijn kan eenmaal met maximaal acht weken worden verlengd.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies beschikbaar is. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, wordt ten aanzien van subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt dit bedrag naar rato verdeeld.

Om te bepalen of een aanvraag voor toewijzing in aanmerking komt, wordt eerst onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, wordt dit bedrag naar rato verdeeld.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag compleet is als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

De subsidieontvanger moet voldoen aan de voorwaarden van de specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Deze voorwaarden worden door de gemeente in de beschikking opgenomen.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

De verantwoordingseisen, voor zover die zijn opgegeven door het ministerie OCW, zijn opgenomen in de subsidiebeschikking. Het kan gedurende het kalenderjaar voorkomen dat er aanvullende eisen worden gesteld aan de wijze van verantwoording. Dit gebeurt wanneer het ministerie OCW aanvullende informatie nodig heeft van de gemeente.

Artikel 12. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.