Regeling vervallen per 31-07-2014

Verordening gemeentelijke Rekenkamer

Geldend van 09-07-2008 t/m 30-07-2014

Intitulé

Verordening gemeentelijke Rekenkamer

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op artikel 81a en volgende van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van de griffier en de burgemeester;

besluit:

  • I.

    in te trekken de Verordening Gemeentelijke Rekenkamer, vastgesteld op 13 december 2004;

  • II.

    vast te stellen de navolgende verordening:

VERORDENING GEMEENTELIJKE REKENKAMER 2008.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    commissie: commissie Algemene en Bestuurszaken;

  • e.

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Capelle aan den IJssel.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit maximaal vijf leden.

Artikel 3 Commissie

  • 1. Als raadscommissie voor de rekenkamer functioneert de commissie Algemene en Bestuurzaken.

  • 2. De commissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap in de rekenkamer;

    • b.

      het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 9;

    • c.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer.

  • 3. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door de commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden en de voorzitter van de rekenkamer op aanbeveling van de commissie.

  • 2. De commissie doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als lid zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer pleegt de commissie overleg met de rekenkamer.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De commissie bericht de raad als één van de ontslaggronden of één van de gronden om een lid van de rekenkamer op non-activiteit te stellen, zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81 d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81 d, tweede lid, van de wet adviseert de commissie de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

  • 3. De commissie adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81 d, eerste of tweede lid.

Artikel 6 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken

  • 2. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid.

  • 3. De nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken worden door de raad beschikbaar gesteld.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen een door de raad vast te stellen maandelijkse

    vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op 30% van de vergoeding van de

    werkzaamheden van de raadsleden zoals vastgesteld in het rechtspositiebesluit raads- en

    commissieleden.

  • 3. De leden van de rekenkamer kunnen gemaakte reis- en verblijfskosten declareren conform

    de in de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, voor raadsleden

    geldende artikelen.

Artikel 8 Verzoek

De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9 Rapportage en terugkoppeling

  • 1. De rekenkamer stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven, kan de rekenkamer terzake conceptaanbevelingen aan de betrokken partij opnemen.

  • 2. De rekenkamer stelt de betrokken partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.

  • 3. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties die hierop zijn genomen.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke Rekenkamer.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking de dag na vaststelling ervan.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 juli 2008,

de griffier, de voorzitter, Toelichting

Artikelsgewijze toelichting op de Modelverordening op de rekenkamer.

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze modelverordening is gekozen om de begrippen doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat gemeente in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het vodoen van de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2

De raad kan op grond van de Gemeentewet een gemeentelijke rekenkamer instellen. De rekenkamer bestaat echter niet ex lege; de raad moet haar uitdrukkelijk instellen (artikel 81a). Daarin voorziet het eerste lid. Verder moet de raad bepalen hoeveel leden de kamer zal hebben (artikel 81b). De wet geeft geen regels voor het aantal, maar in de praktijk zal een gemeente doorgaans kiezen tussen een eenhoofdige rekenkamer, ook wel aangeduid als het 'directeursmodel', en een kamer van drie personen, zoals de Algemene Rekenkamer bij het Rijk. Voor het geval de raad kiest voor een eenhoofdige rekenkamer is in de voetnoten bij de desbetreffende artikelen van deze modelverordening een aantal afwijkende bepalingen opgenomen die speciaal op die situatie betrekking hebben.

Artikel 3

In deze modelverordening wordt er van uitgegaan dat beslissingen van de raad over de rekenkamer worden voorbereid door een commissie uit de raad, die hier wordt aangeduid als de commissie voor de rekenkamer (hierna: de commissie). De raad stelt de commissie in die het aanspreekpunt is voor de rekenkamer. De commissie treedt als 'ontvangerVan de rekenkameronderzoeken op en onderhoudt ook de overige contacten met de rekenkamer.

Artikel 4

Het eerste lid bevat, naast een herhaling van artikel 81c, eerste lid, van de wet, de bepaling dat de leden van de rekenkamer worden benoemd op de voordracht van de commissie. Een andere aanpak is ook mogelijk. De bevoegdheid tot benoeming van de leden van de rekenkamer zou ook kunnen worden overgedragen aan de commissie. Artikel 156 van de wet verzet zich daar niet tegen. Het is echter de vraag of dat verstandig is. Gezien het belang van de rekenkamer is het zaak dat dergelijke belangrijke beslissingen door de raad zelf worden genomen. Een punt van discussie kan nog zijn in hoeverre de voordracht van de commissie bindend moet zijn. Volgens de voorliggende tekst geschiedt de benoeming van de leden op aanbeveling van de commissie. Een alternatief kan zijn dat de voordracht van de commissie bindend is. De rol van de commissie bij benoeming en ontslag is facultatief. Een raad kan er ook voor kiezen deze zaken geheel zelf te regelen.

Op grond van artikel 81c, tweede lid, van de wet benoemt de raad de voorzitter van de rekenkamer in functie. Het derde lid geeft in aanvulling daarop een regeling voor de vervulling van het voorzitterschap als de voorzitter zelf tijdelijk niet in de gelegenheid is zijn functie te vervullen. De raad zou er voor kunnen kiezen daarvoor steeds ad hoc regeling te treffen, maar uit een oogpunt van snelheid en flexibiliteit, bijvoorbeeld als sprake is van ziekte, heeft het de voorkeur een algemene regel te stellen zoals hier is gedaan.

Artikel 7

Het artikel is een uitwerking van artikel 81 k Gemeentewet.

Vanaf 2001 ontvangen de leden van de Rekenkamer een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden. Deze vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd. Tot het moment van het aanpassen van deze verordening in 2008 heeft nooit een aanpassing van de vergoeding plaatsgevonden op basis van inflatie.

Om hier nu vorm aan te geven is gezocht naar een mogelijkheid om de vergoeding voor inflatie aan te passen.

Gekozen is om de vergoeding te koppelen aan de raadswedde. Van rijkswege wordt jaarlijks de raadswedde aangepast. Dit voorkomt een steeds terugkerende discussie over een te voeren percentage.

De huidige vergoeding van de leden van de Rekenkamer komt overeen met 29.89 % van de huidige raadswedde. Besloten is de vergoeding op 30 % vast te stellen.

Mocht, naar aanleiding van bijvoorbeeld de adviezen van de commissie Dijkstal, de raadsleden een boveninflatoire stijging laten zien, dan zal het percentage wat voor de leden van de Rekenkamer is vastgesteld opnieuw worden bezien.

Artikelen 10 en 11

Deze bepalingen behoeven geen toelichting.