Regeling vervallen per 17-03-2015

Verordening winkeltijden

Geldend van 16-11-2015 t/m 16-03-2015

Intitulé

Verordening winkeltijden

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Winkeltijdenwet;

B e s l u i t :

Vast te stellen de volgende verordening tot (3e) wijziging van de Verordening winkeltijden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag;

  • c.

    wijk: het op grond van deze verordening door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte van de gemeente.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag binnen een termijn van zes weken.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgenden.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elke wijk van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

Artikel 7 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen, 4 mei en 24 december 1996

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste vier winkels ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 uur en 06.00 uur;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de Wet, voorzover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10 Openstelling van bepaalde winkels (snackbars, afhaalcentra, shoarmawinkels, niet zijnde horecabedrijven) op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

De in artikel 2, eerste lid, onder c van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, gelden niet voor winkels waar uitsluitend maaltijden voor directe consumptie geschikte etenswaren, alcoholvrije dranken en door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden versterkt. Voor deze winkels gelden de volgende toegestane openingstijden op werkdagen: van maandag tot en met zaterdag van 00.00 tot 24.00 uur.

Artikel 11 In werking treden

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juni 1996.

  • 2. De Verordening winkelsluiting zoals vastgesteld door de raad op 10 september 1994 wordt ingetrokken.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking

Artikel 12 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Ontheffingen en vrijstellingen die op grond van de Verordening winkelsluiting van 10 september 1994 zijn genomen en die betrekking hebben op de periode juni tot en met december 1996, worden geacht ontheffingen en vrijstellingen te zijn op grond van de Verordening winkeltijden.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden".

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen.

Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 8 Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden.

De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde.

De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 10 uur 's avonds en zes uur in de ochtend op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikelen 10 en 11

De wet kent geen overgangsregeling. Omdat onder de oude regeling voor 1996 al enkele zon- en feestdagen waren aangewezen als dagen waarop winkels voor het publiek geopend mogen zijn, is een overgangsregeling opgenomen waardoor deze ontheffingen geacht worden te zijn verleend onder het nieuwe regime. Dit houdt in dat geen nieuwe vrijstelling behoeft te worden aangevraagd.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening is gekoppeld aan de datum waarop de nieuwe wet van kracht is geworden. Dit is noodzakelijk om de bestaande ontheffingen en vrijstellingen soepel in de nieuwe regeling door te kunnen laten lopen.