Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015

De raad van de gemeente Castricum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 2014;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015

Artikel 1 Voor kwijtschelding komen in aanmerking

  • 1. Afvalstoffenheffing, alleen de eerste container.

  • 2. Rioolheffing.

  • 3. Hondenbelasting, alleen de eerste hond.

Artikel 2 Beperkte kwijtschelding

  • 1. Bij de afvalstoffenheffing wordt alleen voor de eerste container kwijtschelding verleend.

  • 2. Bij de hondenbelasting wordt alleen voor de eerste hond kwijtschelding verleend.

Artikel 3 Kosten van bestaan

1. Bij de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing, alleen de eerste container, de rioolheffing en de hondenbelasting, alleen de eerste hond, wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent.

2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 4 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 6 Indienen van een aanvraag

1.Een verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend middels het daarvoor

bestemde formulier;

2.Indien een aanvraagformulier onvolledig wordt terugontvangen of de gevraagde bescheiden niet door de aanvrager zijn bijgevoegd, wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld de stukken binnen veertien dagen te completeren. Wordt daar niet aan voldaan, kan het verzoek zonder verdere beoordeling worden afgewezen.

3.Een verzoek om kwijtschelding dient zo snel mogelijk na ontvangst van de aanslag te worden ingediend.

4.Als het aanvraagformulier voor kwijtschelding is ontvangen, dan wordt de invordering in beginsel opgeschort.

Artikel 7 Automatische kwijtschelding

1.Automatische kwijtschelding zal worden verleend naar aanleiding van onderzoek door bestandsvergelijkingen vóór volledig toegekende kwijtscheldingsverzoeken betreffende het voorgaande jaar.

2.De belastingplichtige die voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt, krijgt hiervan schriftelijk bericht.

3.De belastingplichtige dient bij het toetsen van een aanvraag om automatische kwijtschelding toestemming te geven voor bestandsvergelijking.

Artikel 8 Behandeling kwijtscheldingsaanvragen

Geen kwijtschelding wordt verleend indien:

  • 1.

    De aanvrager over voldoende betalingscapaciteit beschikt.

  • 2.

    De aanvrager het kwijtscheldingsformulier genoemd in artikel 6 niet volledig of juist heeft ingevuld.

  • 3.

    De aanvrager de aanvullende informatie en specificaties die bij het

    kwijtscheldingsformulier (zie artikel 6) worden gevraagd, niet heeft ingeleverd.

  • 4.

    De aanvrager de aanvraag om kwijtschelding niet via het in het artikel 2 genoemde formulier heeft gedaan.

  • 5.

    Het redelijke vermoeden bestaat dat er bij de aanvrager betalingsonwil voorop staat.

  • 6.

    Aanvrager onjuiste gegevens blijkt te hebben verstrekt.

  • 7.

    Het feit dat de aanvragen niet kan betalen aan zichzelf te wijten is.

  • 8.

    Er een wijziging in de financiële omstandigheden in positieve zin van de aanvrager is te verwachten.

9. De aanvrager over ‘positieve vermogensbestanddelen’ beschikt.

Artikel 9 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:

a. de afvalstoffenheffing zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1.2. en hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014’;

b. belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;

c. forensenbelasting;

d. leges;

e. lijkbezorgingsrechten;

f. marktgelden;

g. onroerende-zaakbelastingen;

h. precariobelasting;

i. reclamebelasting;

j. toeristenbelasting.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014’ van 14 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang is 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014.

de griffier,
Mr. V.H. Hornstra
de voorzitter,
Drs. A. Mans