Regeling vervallen per 17-03-2015

Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2014

Geldend van 21-11-2013 t/m 16-03-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2014

De raad van de gemeente Castricum;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn en gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

c. verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

d. vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;

e. vaste seizoensplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd - en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten - voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;

f. seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;

g. toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;

h. verhuureenheden: vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens of verhuurde ruimten die door de eigenaar of exploitant worden verhuurd voor perioden korter dan een maand aan steeds wisselende personen;

i. kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie;

j. stacaravans: caravans die op een seizoens-, vaste seizoens- of jaarplaats op een kampeerterrein zijn neergezet om voor langere tijd als verblijfsplaats te dienen en die bestemd zijn voor en gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

k. strandhuisjes: bouwwerken op het Noordzeestrand, niet zijnde commercieel geëxploiteerde ruimten, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente/Wet basisregistratie personen (BRP).

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1 Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen, bepaald op 3;

    b. mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen, bepaald op 3;

    c. strandhuisjes met 3 of minder dan 3 slaapplaatsen, bepaald op 2;

    d. strandhuisjes met 4 slaapplaatsen, bepaald op 3.

    e. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op campings en kampeerterreinen met 30 seizoenplaatsen of minder dan 30, bepaald op 2.

  • 2 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op: 50;

    b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op: 50;

    c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op: 50;

    d. in geval van het eerste lid, sub d, bepaald op: 50;

    e. in geval van het eerste lid, sub e, bepaald op: 50.

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief per persoon per overnachting bedraagt:

1. Bij verblijf in hotels en hostels € 1,50.

2. Bij verblijf op campings € 1,25.

3. Bij verblijf in strandhuisjes € 1,25.

4. Bij verblijf in alle overige situaties € 1,25.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen moeten worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld

  • 2 Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede, en derde lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

  • 1 De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2 De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 13 Registratieplicht

  • 1 De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente voorgeschreven nachtverblijfregister.

  • 2 Het college van burgemeesters en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister op verzoek kosteloos beschikbaar.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 4 De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

  • 5 De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van een eigen registratiesysteem dat voldoet aan de door het college van burgemeester en wethouders gestelde eisen aan het nachtverblijfregister.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting 2013’ van 15 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2014’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 november 2013
 
de griffier,                     de voorzitter,
mr. V.H. Hornstra          drs A. Mans 

Uitvoeringsregeling 1

 

Uitvoeringsregeling toeristenbelasting

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricum;

Gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 237 van de Gemeentewet en het bepaalde in de verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting;

Besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Castricum 2014

Artikel 1 Reikwijdte

Daar waar in deze uitvoeringsregeling wordt gesproken van ‘verordening toeristenbelasting’, wordt de verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting van de gemeente Castricum bedoeld die bij raadsbesluit is vastgesteld.

Artikel 2 Aangifte

1. De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen 14 dagen na afloop van die periode bij de heffingsambtenaar van de gemeente Castricum een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

2. Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage A opgenomen model.

3. Het biljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden binnen 4 weken ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Voorlopige aanslagen kunnen worden opgelegd na de aanvang van het belastingjaar, doch niet voor 1 juni.

Artikel 4 Aanmeldingsplicht

1. In afwijking van de verordening toeristenbelasting heeft belastingplichtige aan de aanmeldingsplicht voldaan, indien belastingplichtige reeds als belastingplichtige voor de toeristenbelasting bekend is bij de gemeente en hiervan voor het betreffende belastingjaar een bevestiging heeft ontvangen.

2. Door de gemeente wordt kosteloos een aanmeldingsformulier ter beschikking gesteld om te voldoen aan de aanmeldingsplicht.

Artikel 5 Nachtverblijfregister

1. Voor de toepassing van de verordening toeristenbelasting en onderhavige uitvoeringsregeling wordt onder ‘nachtverblijfregister’ verstaan een gegevensverzameling, waarin met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt geboden, wordt bijgehouden:

a. naam en woonplaats;

b. aantal personen dat verblijf houdt,

c. datum van aankomst en datum van vertrek;

d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

2. Het nachtverblijfregister dient te worden bijgehouden conform de bijlagen bij deze uitvoeringsregeling.

3. Van de verplichting bedoeld in het vorige lid kan door het college van burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend.

4. Aan het verlenen van de ontheffing bedoeld in het vorige lid kunnen voorwaarden worden gesteld door het college van burgemeester en wethouders.

5. Voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in het derde lid geldt in ieder geval als voorwaarde, dat een eigen nachtverblijfregister wordt bijgehouden, aan de hand waarvan over dezelfde gegevens kan worden beschikt als bedoeld in het eerste lid.

6. Een bonnensysteem wordt niet aanvaard als eigen nachtverblijfregister als bedoeld in het eerste en vijfde lid.

7. Het nachtregister dient op verzoek van de heffingsambtenaar onmiddellijk te worden overgelegd.

8. Het nachtverblijfregister wordt niet met de aangifte meegezonden.

9. Het nachtverblijfregister wordt door de belastingplichtige zelf bewaard.

10. Voor zover op grond van andere wet- of regelgeving geen langere bewaartermijn geldt, geldt voor het nachtverblijfregister een bewaartermijn van 5 jaar.

Artikel 6 Overgangsrecht

De uitvoeringsregeling behorende bij de ‘verordening toeristenbelasting 2012’ wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 7, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding

1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van deze uitvoeringsregeling is 1 januari 2014.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Castricum 2014’.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricum van 29 oktober 2013

de secretaris                     de burgemeester

Mevr. mr. C.A. Peters          Drs. A. Mans

Deze regeling is bekend gemaakt op 20 november 2013

 

Aangiftebiljet toeristenbelasting 2

Behorende bij de Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Castricum

Aangiftebiljet toeristenbelasting 2014

Naam …………………………………………………………………………...

Adres ……………………………………………………………………………

Postcode + woonplaats ……………………………………………………………………………

Telefoonnummer ……………………………………………………………………………

Bedrijfsnaam ……………………………………………………………………………

Adres van het bedrijf ……………………………………………………………………………

Postcode + woonplaats ……………………………………………………………………………

Opgave werkelijk aantal gerealiseerde overnachtingen.

Bestemd voor: mobiele kampeeronderkomens en vakantieonderkomens op toeristische/passanten plaatsen, hotels, pensions, appartementen, kamerverhuur en alle overige vormen van verblijf tegen vergoeding in welke vorm dan ook.

U dient het werkelijk aantal overnachtingen in te vullen, dat gerealiseerd is door personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Castricum zijn ingeschreven.

Aantal overnachtingen: ……………………………………………………………………………..

 

Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend te ………………………………………………….

Datum: …………………………… Handtekening: …

 

Toelichting 1 op de verordening toeristenbelasting en het aangiftebiljet

Verordening toeristenbelasting:

De verordening toeristenbelasting is van kracht in de gemeente Castricum.

In deze verordening is geregeld dat een ieder die gelegenheid tot het houden van nachtverblijf biedt, tegen betaling, aan niet-inwoners van de gemeente, een belasting verschuldigd is. De belasting wordt berekend over het aantal overnachtingen door niet-inwoners van de gemeente. De belastingplichtige (de verblijfbieder) mag de belasting bij de verblijfhouder (gast) afzonderlijk in rekening brengen.

Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf campings, minicampings, kampeerterreinen en strandhuisjes:

Het aantal overnachtingen wordt bepaald aan de hand van het forfait genoemd in artikel 6 van de verordening. Hierbij wordt per verblijfsplaats (vakantieonderkomen, stacaravan etc.) of strandhuisje het aantal personen dat overnacht en het aantal maal dat wordt overnacht bepaald. Het aantal personen maal het aantal overnachtingen vormt vervolgens de heffingsmaatstaf. Deze heffingsmaatstaf wordt met het tarief vermenigvuldigd om het bedrag aan verschuldigde belasting te berekenen.

Voorbeeld campings/minicampings/kampeerterreinen:

Verblijfbieder X heeft een kampeerterrein met 25 seizoenplaatsen/vaste standplaatsen. De heffingsmaatstaf wordt als volgt bepaald. Het aantal personen dat per vaste of seizoenplaats overnacht wordt gesteld op 2 (artikel 6, lid 1, sub e). Het aantal maal dat per persoon op vaste of seizoenplaatsen wordt overnacht wordt gesteld op 50 (artikel 6, lid 2, sub e). De heffingsmaatstaf bedraagt 25 (aantal vaste jaarplaatsen) x 2 (aantal personen) x 50 (aantal overnachtingen) = 2.500 overnachtingen. .

Aangiftebiljet toeristenbelasting

Het aangiftebiljet maakt onderdeel uit van de regels rond de toeristenbelasting.

Met het aangiftebiljet wordt u als belastingplichtige in staat gesteld het aantal overnachtingen, gerealiseerd in het belastingjaar, aan de gemeente Castricum kenbaar te maken.

De gemeente Castricum zal vervolgens een aanslag toeristenbelasting opleggen gebaseerd op het ingevulde aangiftebiljet.

 

 

Het aangiftebiljet voor het registreren van het werkelijk aantal gerealiseerde overnachtingen is bestemd voor:

 Belastingplichtigen met een camping, minicamping of kampeerterrein, die toeristische plaatsen (kort kamperen), niet zijnde vaste jaarplaatsen, vaste seizoensplaatsen of seizoensplaatsen verhuren.

 Belastingplichtigen die een hotel, pension, of een vakantieboerderij exploiteren, kamers verhuren, vakantiewoningen verhuren en alle andere vormen van verblijf bieden.

Vermeld in de daartoe bestemde ruimte het aantal gerealiseerde overnachtingen door niet-inwoners van de gemeente Castricum.

Indien een door de gemeente Castricum voorgeschreven nachtverblijfregister wordt gevoerd dan kan het totaal aantal overnachtingen, met betrekking tot het betreffende belastingjaar, uit het register worden overgenomen.

Ondertekening

Door ondertekening verklaart u de gevraagde gegevens waarheidsgetrouw te hebben vermeld.

Aanslag toeristenbelasting

Ongeveer vier weken na ontvangst van de aangiftebiljetten zal de gemeente Castricum de definitieve aanslag toeristenbelasting over het betreffende belastingjaar opleggen.

Controle aangifte toeristenbelasting

De gemeente Castricum kan op elk moment gedurende het belastingjaar en na ontvangst van de aangiften besluiten een controle uit te voeren op naleving van de registratieverplichting en/of op de juistheid van de aangiften.