Regeling vervallen per 01-01-2013

Handhavingsverordening Coevorden

Geldend van 22-02-2012 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Handhavingsverordening Coevorden

No. 2012/899

De raad van de gemeente Coevorden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 januari 2012, bijlagenr. 899;

gelet op de artikel en 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht:

overwegende dat bij verordening regels moeten worden gesteld voor verlaging van de bijstand als niet aan de uit de wet voortvloeiende verplichtingen wordt voldaan,

b e s l u i t :

vast te stellen: de “Handhavingsverordening Coevorden”.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden.

    • b.

      WWB: de Wet werk en bijstand

    • c.

      Abw: de Algemene bijstandswet

    • d.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

    • e.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

    • f.

      Uitkeringsgerechtigde: personen met een uitkering ingevolge de Wwb, de IOAW en IOAZ;

    • g.

      de wet: de Wwb, de IOAW of IOAZ;

    • h.

      Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

HOOFDSTUK 2. PREVENTIE

Artikel 2. Voorlichting en optimaliseren dienstverlening

Het college stelt een uitvoeringsplan vast. Hierin staat onder andere op welke wijze aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude door het vroegtijdig informeren en door een optimale dienstverlening.

Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college uitkeringsgerechtigden informatie geeft over rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

HOOFDSTUK 3. CONTROLE

Artikel 3. Informatieverzameling

  • 1. Het college voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren, alsmede onderzoeken naar de reden van beëindiging van de uitkering, en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 2. Het college maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 3. Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de IOAW of IOAZ uitkering.

Artikel 4. Systematiek en middelen

  • 1. In het uitvoeringspan beschrijft het college de in te zetten controlesystematiek en de middelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstand.

  • 2. Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de uitkeringsgerechtigde resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

HOOFDSTUK 4. GEVOLGEN BIJ FRAUDE

Artikel 5. Aangifte Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van uitkeringsgerechtigde leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid een maatregel op te leggen afgestemd op de hoogte van het bruto benadelingsbedrag en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2. Op deze datum vervalt de “Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Coevorden”. zoals vastgesteld op 2 februari 2010.

  • 3. Op gedragingen die hebben plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de “Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Coevorden” van toepassing.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening Coevorden.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 7 februari 2012

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.

TOELICHTING

Inleiding

De gemeenteraad dient bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (art. 8a Wwb).

In de verordening worden de hoofdlijnen rondom handhaving aangegeven. Nadere invulling wordt gegeven in het beleidsplan.

In deze toelichting wordt per hoofdstuk nader ingegaan op de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren.

Hoofdstuk 2. Preventie

Onze gemeente hanteert de werkwijze: Hoogwaardige Handhaving. Deze werkwijze verbindt in de uitvoeringspraktijk evenwichtig preventieve en repressieve activiteiten. Handhaving wordt daarmee naar een hoger vlak getild.

Hoofdstuk 3. Controle

In dit hoofdstuk wordt aangegeven (met verwijzing naar het beleidsplan) dat gewerkt wordt met een signaalgestuurde controlesystematiek.

Naar aanleiding van een signaal kan worden overgegaan naar een intensieve controle. Bij een intensieve controle kunnen allerlei bronnen worden genoemd die geraadpleegd kunnen worden. In principe mogen vele bronnen geraadpleegd worden (ook in het kader van privacy), als de klant daarvan maar op de hoogte wordt gesteld (vroegtijdig informeren). Dat kan soms ook achteraf: als er niets uit een onderzoek is gekomen, moet de klant toch op de hoogte gesteld worden dat er onderzoek is gedaan, welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens en resultaten is/wordt gedaan.

Hoofdstuk 4. Gevolgen bij fraude

Dit hoofdstuk regelt de verlaging van de uitkering conform de Afstemmingsverordening Wwb, als uitkeringsgerechtigde niet aan de verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zullen jaarlijks worden afgestemd met het Openbaar Ministerie en zullen worden vermeld in het uitvoeringsplan van de afdeling Publieksservice team Werk.