Regeling vervallen per 02-03-2016

Beleidsregel geluidsnormen bij evenementen in de open lucht Coevorden

Geldend van 28-03-2012 t/m 01-03-2016

Intitulé

Beleidsregel geluidsnormen bij evenementen in de open lucht Coevorden

Beleidsregel geluidsnormen bij evenementen in de open lucht

1. Inleiding

De gemeente Coevorden wil zich profileren als een gemeente die in beweging is. In de gemeente Coevorden vinden jaarlijks dan ook diverse evenementen in de open lucht plaats. Van de zomeravondmarkten in Dalen, Schoonoord en Sleen tot de Horecadagen in Coevorden. Vanuit dit perspectief bezien wordt ruimte gegeven voor de organisatie van evenementen binnen de grenzen van de gemeente. Daarentegen kan plezier en entertainment voor de één een bron van ergernis en overlast vormen en voor de ander een bron van vermaak. Er is sprake van een spanningveld tussen de verschillende belangen die betrokken zijn bij evenementen in de open lucht. Dit betekent dat bij de verlening van een evenementenvergunning een afweging van alle belangen dient plaats te vinden.

Onduidelijkheid over gehanteerde geluidsnormen bij evenementen in de open lucht kan leiden tot klachten, het niet of niet voldoende kunnen optreden tegen geluidsoverlast, of het aanspannen van bestuursrechtelijke procedures. De Algemene plaatselijke verordening Coevorden 2008 (APV) biedt ons een grondslag voor het kunnen verbinden van voorschriften aan vergunningen voor collectieve respectievelijk incidentele festiviteiten. Vanwege het toenemend aantal geluidsklachten, voornamelijk naar aanleiding van evenementen die in het centrum van Coevorden hebben plaatsgevonden, is op 2 juni 2008, voor het eerst, een beleidsregel vastgesteld waarin objectieve meetbare geluidsnormen zijn vastgelegd. Deze beleidsregel is in 2009 geëvalueerd, door middel van een afstudeeropdracht met de titel ‘Een juridisch geluid’. De rapportage van de afstudeeropdracht is als bijlage bij deze beleidsregel gevoegd.

De uitkomsten van de afstudeeropdracht heeft er toe geleid om deze beleidsregel geluidsnormen bij evenementen in de open lucht vast te stellen.

2. Reikwijdte

De beleidsregel is van toepassing op alle gangbare evenementen in de gemeente Coevorden die plaatsvinden in de open lucht. De beleidsregel is niet van toepassing op geluid dat wordt geproduceerd door kermissen, binnen bedrijven en horeca-inrichtingen (inclusief terrassen), die vallen onder de Wet milieubeheer c.q. het op die wet gebaseerde Activiteitenbesluit of kleinschalige evenementen met een sterk lokaal gericht karakter[1].

[1] Kleinschalige evenementen met een sterk lokaal karakter betreffen kortdurende evenementen met een sterk lokaal gericht karakter, waar geen alcoholhoudende dranken worden verkocht en/of live of versterkte muziek aanwezig is (bv. een straatbarbecue; buurt- en/of straatfeest; optocht; rommelmarkt; sporttoernooi; oriëntatierit).

3. Doelstelling

Met deze beleidsregel wordt beoogd:

  • -

    te komen tot een betere beheersbaarheid van de geluidsproblematiek bij evenementen binnen de gemeente Coevorden en het zo nodig verminderen van de overlast die wordt ondervonden van evenementen;

  • -

    een eenvoudiger, eenduidiger en meer samenhangend geluidsbeleid voor evenementen te realiseren waardoor meer duidelijkheid voor alle betrokkenen ontstaat.

4. Wettelijk kader

Ingevolge artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid.

Voor wat betreft het verbinden van voorschriften aan een evenement is de APV van toepassing. Meer specifiek betreft het de volgende artikelen uit de APV:

  • -

    Artikel 2.2.2 Evenement

  • -

    Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • -

    Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten

  • -

    Artikel 4.1.6 Overige geluidhinder

Met andere woorden: de APV geeft via vergunningen ofwel ontheffingen voldoende juridische mogelijkheden om het geluidsbeleid voor evenementen in de open lucht te dragen.

Bij het opstellen van deze beleidsregel is verder gebruik gemaakt van de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter.”[2]. Deze nota is voor gemeenten bedoeld als handreiking bij de belangenafweging van geluidhinder bij evenementen. In deze nota staan grenswaarden opgenomen. Dit zijn de maximaal toelaatbare geluidsniveaus. Wanneer deze waarden worden overschreden kan dit worden aangemerkt als “onduldbare hinder”. Vaste lijn in de jurisprudentie is dat deze nota de status heeft van een landelijke richtlijn[3].

[2] Inspectie Milieuhygiëne Limburg d.d. januari 1996.

[3] Rb. Zwolle 20 mei 1999, LJN AA3615 en van meer recente datum Rb. Utrecht 9 december 2008, LJN BG6657.

5. Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Bebouwde kom: bebouwde kom, vastgesteld krachtens de Wegenverkeerswet 1994.

Begintijd: Begintijdstip van de geluidsbelasting voor de omgeving door het evenement per dagdeel.

Beoordelingslijn Zijn de meetpunten voor geluidmeting op een afstand van 29 meter gemeten van de geluidsboxen bij het hoofdpodium.

dB(A) Eenheid voor geluid waarbij op het signaal geen enkele weging is toegepast.

dB(C) Decibel gewogen met een C-filter.

Evenement: een voor het publiek, buiten de daartoe ingerichte

inrichtingen, toegankelijk verrichting van vermaak als bedoeld in artikel 2.2.1. lid 1 van de APV.

Geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen, kerken, ziekenhuizen en

verpleeghuizen;

Geluidsniveau gemeten of berekende geluidsniveau, uitgedrukt in dB(A) of dB(C), overeenkomstig de door de Internationale Electrotechnische Commissie terzake opgestelde regels.

Equivalent geluidsniveau: gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, gemeten volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.

Geluidsgevoelige objecten: woningen en geluidsgevoelige gebouwen.

Geluidsvermogen: hoeveelheid geluidsenergie die door een toestel of inrichting per tijdseenheid naar de omgevende lucht kan worden uitgestraald.

Gevel: bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.

Inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

Open lucht: elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak in de open lucht (inclusief tenten), waarbij geluid voor een publiek ten gehore wordt gebracht.

Versterkte muziek: muziek ten gehore gebracht, hetzij live- geproduceerd, hetzij afgespeeld van een geluidsdrager, waarvan de geluidssterkte

kan worden gevarieerd langs mechanische of elektronische weg.

Woning: gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe

bestemd is.

6. Inleiding normstelling

Geluid is objectief te meten, in decibels. Geluidhinder is echter veel moeilijker te registreren. Wat voor de één hinderlijk is, vindt de ander normaal. In de beleidsregel geluidsnormen evenementen Coevorden 2008 zijn voor het eerst concrete normen opgenomen om geluid afkomstig van evenementen in de open lucht te kunnen beheersen. Dit zegt nog niets over de mate waarin geluid als hinderlijk wordt ervaren. Dit blijft een subjectief gegeven. Echter, door het stellen van voorwaarden, ondermeer in de vorm van geluidsnormen, wordt geluidhinder voorkomen ofwel beperkt.

Eerdergenoemde evaluatie heeft uitgewezen dat de gemeente Coevorden, in de regio, de laagste grenswaarde voor geluid hanteert en een afbouwfase van de geluidsnorm hanteert die door andere gemeenten niet wordt toegepast. Daarentegen worden door de andere gemeenten soorten evenementen onderscheiden en per categorieën locaties aangewezen. Verder worden maxima gesteld aan het aantal en/of de duur van een evenement. Gelet op de grote verscheidenheid aan evenementen, naar aard en omvang, die ook onze gemeente kent, wordt in deze beleidsregel hierop geanticipeerd.

Teneinde alle betrokkenen rechtszekerheid te bieden zijn deze onderdelen opgenomen in deze beleidsregel.

6.1 Categorieën evenementen

Het onderscheiden van categorieën van evenementen is niet alleen van belang voor het reguleren van de organisatie, maar hierdoor weten omwonenden van de evenementenlocatie ook met welke geluids- en publieksbelasting zij te maken krijgen.

Voor de indeling van een evenement in een categorie, is niet alleen de omvang of de eindtijd van een evenement van belang, maar spelen meer factoren een rol. Afhankelijk van de gevraagde aandacht en inzet worden evenementen onderscheiden in een A-, B- of C-evenement. De A-evenementen zijn in ieder geval de evenementen die de burgemeester op grond van artikel 2.2.2 lid 2 APV heeft ontheven van de vergunningsplicht.

Nadere aanduiding A-, B-, C-evenementen:

  • A.

    Een A-evenement is veelal gering van omvang, vindt plaats op één dag en veroorzaakt een beperkte geluidsproductie, die gelijk is aan gangbare referentiewaarden voor het geluidsniveau in het landelijk en stedelijk gebied.

  • B.

    Een B-evenement is belastend voor haar omgeving en kan ook qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. De vooraf ingeschatte risico’s bij een B-evenement zijn echter lager. Het gaat bijvoorbeeld om activiteiten als op een Koninginnedag.

  • C.

    Een C-evenement is een risico-evenement en kan qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. In veel gevallen is er extra inzet van hulpverleningsdiensten nodig om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het betreft hier bijvoorbeeld Horecadagen of het PK-weekend.

6.2 Duur evenementen

  • 1.

    Het evenement vindt op maandag tot en met zaterdag niet voor 09.00 uur plaats en op zondag niet voor 13.00 uur (Zondagswet).

  • 2.

    Op dagen voorafgaand aan een werkdag wordt niet langer dan tot 24.00 uur een vergunning verstrekt voor het ten gehore brengen van (versterkte) muziek tijdens een evenement. Een eindtijd van 01.00 of vroeger is mogelijk indien de volgende dag een zaterdag, zondag of officieel erkende feestdag is.

  • 3.

    Meerdaagse B/C-evenementen kennen een maximale duur van drie aaneengesloten dagen waarop versterkte muziek ten gehore wordt gebracht.

  • 4.

    Bij een evenement is de aaneengesloten tijd voor de muziek maximaal 8 uur per etmaal. De periode tussen starttijd en eindtijd is de netto evenement tijdsduur exclusief op- en afbouw periode en/of soundcheckperiode(n).

  • 5.

    Tussen een B/C-evenement en een volgende B/C-evenement zit een rusttijd van ten minste 20 dagen en dit gekoppeld aan de locatie van het B/C-evenement.

  • 6.

    De locatie, als bedoeld in lid 5, van een B/C-evenement kent een straal van 2 kilometer.

Toelichting

Uit de evaluatie is gebleken dat met name van meerdaagse evenementen geluidhinder wordt ervaren. Om geluidhinder te beperken/voorkomen is er enerzijds voor gekozen een onderscheid te maken in eindtijd (6.2.2.) en anderzijds een limiet te stellen aan de duur van een evenement (6.2.3. e.v.). Hiermee beogen wij een balans aan te brengen tussen de belangen van omwonenden en die van de evenementenorganisator.

De rusttijd verondersteld dat omwonenden in ieder geval twee weekenden volgend op een B- of C-evenement geen geluidshinder ondervinden.

6.3 Geluidsnormen

B - evenement

Het equivalent geluidsniveau (LAeq) mag op de gevel van een geluidsgevoelig object niet meer bedragen dan: 65 dB(A)/ 78 dB(C).

C- evenement

Het equivalent geluidsniveau (LAeq) mag op de gevel van een geluidsgevoelig object niet meer bedragen dan 85 dB(A)/ 98 dB(C).

Er wordt gemeten volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999.

In deze beleidsregel wordt voor het meten van dB(A) ook de regel toegepast dat dit gelijk is aan +13 dB(C). Dus voor 10 dB(A) kan gelezen worden 23 dB(C).

Toelichting

De maximale ontheffingswaarde is 85 dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidsgevoelig object. Het bronvermogen kan dus veel hoger zijn dan 85 dB(A). Ten opzichte van de in 2008 vastgestelde beleidsregel is de ontheffingswaarde met 5 dB(A) opgehoogd Het lager stellen van de norm bij de muziekevenementen is niet realistisch omdat het achtergrondniveau van het aanwezige publiek al zo hoog is dat 85 dB(A) muziekgeluid nodig is om boven het geluidniveau van het publiek uit te komen.

De 85 dB(A) norm kan niet voorkomen dat lage tonen (Laag frequent geluid) overmatig aanwezig kunnen zijn. Hiervoor is de dB(C) norm. Tot een verschil van ca 13 dB tussen dB(A) en dB(C) wordt het gros van de muziekevenementen niet (verder) ingeperkt. Indien een verschil lager dan 13 dB wordt gehanteerd, zal ook een doorsnee popband door de dB(C) norm worden ingeperkt. Bij een verschil groter dan 13 dB wordt de bijdrage lage tonen als zeer hinderlijk ervaren. Dit levert in een grotere omgeving rondom het evenement geluidsoverlast op.

6.4 Geluidsmetingen

Bij een C-evenement is de vergunninghouder verplicht het geluid, voor eigen rekening, te (laten) monitoren in dB(A) en dB(C).

Toelichting.

Uit ervaringscijfers is gebleken dat bij een groot en luidruchtig evenement het muziekniveau op een afstand van 30 meter vanaf de geluidbronnen het geluidniveau door muziek ten minste 80 dB(A) bedraagt. Een dergelijk evenement is vaak dusdanig professioneel, zodat hierbij wordt verlangd dat het muziekgeluid tijdens het evenement wordt gemonitord.

Het monitoren van het geluid kan met behulp van een geluidmeter. De vergunninghouder, dan wel het bedrijf wat de geluidinstallatie levert en/of bedient, moet in het bezit zijn van een deugdelijke geluidmeter. Bij voorkeur kan de geluidmeter energetisch middelen (Leq) meten. De geluidsmeting dient te worden uitgevoerd door de vergunninghouder van het evenement.

Het -door de vergunninghouder- monitoren van het geluid met een eenvoudige geluidmeter met alleen een momentaan uitlezing (SLOW of FAST) wordt ontraden. Deze geven een hogere uitlezing.

7. Vergunningbehandeling

Bij de melding of aanvraag van het evenement wordt beoordeeld of de geluidsbelasting van het evenement blijft binnen de geluidsnormen van deze beleidsregel. Daarbij is de vraag aan de orde of zich in de onmiddellijke nabijheid[4]van het evenement geluidsgevoelige objecten bevinden. Dit is een factor van belang, die de gemeente moet meenemen in haar beslissingen.

Aanvragen voor een evenementenvergunning met versterkte muziek in de nabijheid van gevoelige gebouwen, waar op dat moment een dienst wordt verricht of les wordt gegeven, worden geweigerd.

Indien het evenement – ook na het opleggen van doel, middel of gedragsvoorschriften - niet kan voldoen aan de normstelling volgens deze beleidsregel, dient er gekozen te worden voor één van de volgende alternatieven:

  • a.

    een andere locatie waar minder sprake zal zijn van geluidsgevoelige objecten;

  • b.

    een ander orkest of band waardoor sprake zal zijn van minder geluidsoverlast;

  • c.

    een andere opzet van het evenement, waardoor de geluidsproductie op een ander tijdstip plaatsvindt.

  • d.

    het evenement kan geen doorgang vinden.

Toelichting.

Concreet heeft dit tot gevolg dat er geen medewerking aan een evenement zal worden verleend wanneer de nadelige effecten van het evenement onvoldoende kunnen worden ondervangen door het verbinden van voorschriften aan de vergunning (artikel ).

Indien wel voldaan kan worden aan de gestelde geluidsnormen:

  • -

    in nadere voorschriften de uitgangspunten en de maximaal toelaatbare geluidsniveaus vastleggen;

  • -

    de voorschriften zodanig redigeren dat zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk onmiddellijk kan worden opgetreden tegen overtreding van de nadere voorschriften. Bij bestuursrechtelijk optreden zal een afweging van alle belangen dienen plaats te vinden. Bij strafrechtelijk optreden zal gekeken moeten worden naar proportionaliteit en de subsidiariteit.

[4] Binnen een straal van 50 meter van de rand het evenemententerrein. De rand van het evenemententerrein wordt bepaald bij de aanvraag van de vergunning voor het evenement. Het is gebruikelijk dat een tekening met daarop de contouren van het evenemententerrein verstrekt wordt door de vergunningaanvrager. Deze tekening met aanduiding van grenzen van het evenemententerrein zal leidend zijn voor de bepaling van 50 meter voornoemd.

8. Vergunningvoorschrifiten

Er zijn 3 mogelijkheden om de overlast van evenementen te reguleren, te weten het verbinden van doelvoorschriften, middel- en gedragsvoorschriften en een combinatie van doel- middel- en gedragsvoorschriften aan de vergunning.

Bij doelvoorschriften moet worden gedacht aan objectief meetbare normen voor het geluid die niet mogen worden overschreden. Voor de gemeente Coevorden zijn deze normen opgenomen in artikel van deze beleidsregel.

Bij middel- en gedragsvoorschriften kan worden gedacht aan:

  • -

    publicatie van de vergunning met eindtijden van het evenement;

  • -

    plaatsen meerdere kleine boxen verspreid over het terrein in plaats van enkele grote geluidsboxen;

  • -

    opstelrichting van de boxen van de woningen af gericht;

  • -

    het aanbrengen van geluidsafschermende voorzieningen rond de boxen;

  • -

    de muziekinstallatie te voorzien van een geluidsbegrenzer;

  • -

    aanstelling eigen toezichthouders of ordedienst om orde te handhaven, met één contactpersoon voor politie en gemeente;

  • -

    het verrichten van een geluidsmetingen;

  • -

    vooraf bespreking met de organisatie om inzicht te krijgen in de omvang en aanpak - van het evenement;

  • -

    evaluatie met de organisatie na afloop van het evenement.

Combinatie van doel-, middel- en gedragsvoorschriften waarbij een keuze kan worden gemaakt om een doel of gedragsvoorschrift te combineren met een geluidsbegrenzer (middelvoorschrift). De begrenzer schakelt de versterking uit als een vooraf ingesteld geluidsniveau wordt overschreden. De begrenzer moet voorafgaand aan het evenement worden ingeregeld, ingesteld en verzegeld. Een begrenzer voor live muziek is afgestemd op een meetmicrofoon die boven het publiek hangt. De begrenzer voor mechanische muziek is afgestemd op de input voor die versterker.

9. Toezicht en handhaving

De eerste verantwoordelijkheid voor naleving van de aan de vergunning verbonden voorschriften ligt bij de organisator van het evenement. Het toezicht op naleving van de beleidsregel en wetgeving ligt (voor het grootste deel) bij de gemeente en de politie. De rol van de politie is het krijgen van een melding dan wel zelf constateren en dit melden aan de gemeente ten tijde van het evenement. De gemeente heeft bij het (integraal) toezicht de regie.

Naast onderscheid in verantwoordelijkheden kan er ook onderscheid worden gemaakt in vormen van toezicht. Enerzijds wordt er toezicht vooraf uitgeoefend; toetsen of de vergunningaanvraag gezien de aard en de locatie van het evenement wel mogelijk is aan de voorschriften te voldoen en eventueel vooroverleg voeren met de organisator en hulpverleningsdiensten. Anderzijds wordt er tijdens het evenement toezicht gehouden op onder andere geluidsniveau, begin- en eindtijd en het aantal aanwezige bezoekers.

Bij het constateren van een overschrijding van de gestelde voorschriften kan daartegen strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk worden opgetreden. De handhaving van evenementen gebeurt overeenkomstig het gemeentelijk handhavingsprogramma.

Bij geconstateerde overtreding van de geluidsniveaus opgenomen in de vergunning/ ontheffing wordt de vergunninghouder hiervan in kennis gesteld tijdens het evenement door middel van het geven van een waarschuwing. Indien de waarschuwing wordt genegeerd zijn de volgende maatregelen van toepassing:

  • -

    Onverlet blijft de bevoegdheid spoedeisende last onder bestuursdwang (art. 5:21 e.v. Awb) dan wel last onder dwangsom toe te kunnen passen (art. 5:31d e.v. Awb).

  • -

    Bij de eerstvolgende aanvraag van de vergunning voor hetzelfde evenement in de jaren na de overtreding wordt het geluidsniveau in de vergunning voor het evenement als gesteld in deze beleidsregel met 10 dB(A/C) naar beneden bijgesteld.

  • -

    Mocht bij dit evenement met de verlaagde toegestane geluidsnorm wederom het geluidsniveau worden overtreden dan wordt een vergunning voor dit evenement hierna geweigerd voor het eerst volgende jaar.

Bij tweejaarlijkse evenementen geldt een tweejaarlijkse cyclus.

10. Evaluatie

Deze beleidsregel wordt binnen twee jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

11. Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel geluidsnormen bij evenementen in de open lucht Coevorden;

  • 2.

    De beleidsregel geluidsnormen evenementen Coevorden 2008 hierbij komt te vervallen.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt in werking op eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Aldus vastgesteld op 21 februari 2012 door de burgemeester van Coevorden.

B.J. Bouwmeester

Aldus vastgesteld op 21 februari 2012 door het college van burgemeester en wethouders van Coevorden,

de secretaris, M.N.J. Broers

de burgemeester, B.J. Bouwmeester