Regeling vervallen per 18-01-2014

Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010

Geldend van 03-06-2010 t/m 17-01-2014

Intitulé

Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010

Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010

Inhoudsopgave

Inleiding pag 4

1 Begrippenkader pag 5

2 Financieringsbeleid pag 7

2.1 Doelstellingen van de financieringsfunctie pag 7

2.2 Richtlijnen en limieten pag 7

2.3 Risicobeheer pag 7

2.3.1 Renterisicobeheer pag 7

2.3.2 Kredietrisicobeheer pag 7

2.3.3 Valutarisicobeheer pag 7

2.4 Gemeentefinanciering pag 8

2.4.1 Financiering pag 8

2.4.2 Uitzetting pag 8

2.4.3 Relatiebeheer pag 8

2.5 Kasbeheer pag 9

2.5.1 Saldo- en liquiditeitenbeheer pag 9

2.5.2 Debiteuren- en crediteurenbeheer pag 9

3 Organisatie van de financieringsfunctie pag 10

3.1 Verantwoordelijkheden pag 10

3.2 Bevoegdheden pag 11

4 Informatievoorziening pag 12

4.1 Algemeen pag 12

4.2 Beleidsmatige informatie pag 12

4.3 Operationele informatie pag 12

4.4 Verantwoordingsinformatie pag 12

5 Administratieve organisatie en interne controle pag 13

5.1 Algemeen pag 13

5.2 Preventieve administratieve maatregelen pag 13

6 Inwerkingtreding en citeerregel pag 14

6.1 Inwerkingtreding pag 14

6.2 Citeertitel pag 14

Inleiding

Voor u ligt het Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010. In dit financieringsstatuut heeft het college van burgemeester en wethouders van Coevorden de bestuurlijke infrastructuur van de financieringsfunctie van de gemeente Coevorden vastgelegd.

In de Wet financiering lagere overheden (Wet fido), die in werking is getreden op 1 januari 2001, worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie door decentrale overheden. De Wet fido definieert de financieringsfunctie als:

het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

De gemeente Coevorden onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Zij probeert haar activiteiten op het gebied van financiering op een transparante en beheersbare wijze in te richten.

De wet- en regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie bij decentrale overheden is in 2009 gewijzigd. Het betreft hier wijzigingen van de Wet fido, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. Daarnaast is de gemeentelijke organisatie in 2009 ingrijpend gewijzigd. Het vorenstaande maakt een wijziging van het Financieringsstatuut van de gemeente Coevorden, vastgesteld in 2005, noodzakelijk.

Bij het opstellen van het Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010 hebben wij rekening gehouden met de bepalingen in de Gemeentewet, de genoemde wettelijke kaders en de gemeentelijke verordeningen. In de Financiële verordening gemeente Coevorden zijn in hoofdstuk 2, artikel 3 de kaders aangegeven met betrekking tot de financieringsfunctie. Uitgangspunt hierbij is een zorgvuldig financieringsbeheer, waarbij onnodige risico’s worden vermeden. Verder bepaalt dit artikel dat in het financieringsstatuut tenminste nadere regels worden opgenomen over de volgende onderwerpen:

  • -

    het aantrekken en uitzetten van financiële middelen;

  • -

    de duurzame toegang tot financiële markten;

  • -

    het beheersen van de financiële risico’s;

  • -

    de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • -

    rendementoptimalisatie van de beschikbare liquiditeiten.

1. Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Debiteuren- en crediteurenbeheer

    Alle activiteiten die worden verricht voor het registreren, beheren en bewaken van de debiteuren en crediteuren;

  • -

    Financiering

    Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als uit vreemd vermogen;

  • -

    Financieringsfunctie

    Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De functie bestaat uit de deelfuncties risicobeheer, kasbeheer en gemeente- financiering;

  • -

    Kasgeldlimiet

    Het maximum bedrag waarvoor de gemeente kortlopende middelen mag aantrekken op de geldmarkt. De kasgeldlimiet wordt berekend door het begrotingstotaal van de gemeente aan het begin van het dienstjaar te vermenigvuldigen met een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage;

  • -

    Koersrisico

    Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico Het risico dat een vordering in waarde daalt ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

  • -

    Lening

    Opgenomen of uitgezette vermogensbestanddelen;

  • -

    Liquiditeitsrisico

    Het risico van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsprognose en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Liquiditeitsprognose

    Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en

    uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • -

    Rating

    De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij

    toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • -

    Renterisico

    Het risico van ongewenste veranderingen van de (financiële)

    resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

  • -

    Renterisiconorm

    Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido

    gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de

    gemeente; het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overschrijden;

  • -

    Saldo- en liquiditeitenbeheer

    Het beheren, reguleren en besturen van de inkomende en uitgaande geldstromen in en de effecten daarvan op de rekening-courantsaldi;

  • -

    Uitzetting

    Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen

    vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende

    uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en

    langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van

    één jaar of langer.

  • -

    Valutarisico

    Het risico van ongewenste veranderingen van de (financiële)

    resultaten van de gemeente door schommelingen in wisselkoersen

2. Financieringsbeleid

2.1 Doelstellingen van de financieringsfunctie

De financieringsfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    het beschermen van het gemeentelijk vermogen en de vermogensresultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 2.

    het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 3.

    het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en de externe kosten bij het beheren van de geldstromen en de vermogensposities;

  • 4.

    het optimaliseren van vermogensresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de richtlijnen en de limieten van het financieringsstatuut.

De gemeente Coevorden gaat leningen aan, zet middelen uit of verleent garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de gemeentelijke taak.

2.2 Richtlijnen en limieten

Naast interne richtlijnen en limieten, vastgelegd in dit statuut, is de volgende wet- en regelgeving van toepassing:

  • -

    het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV);

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    de Financiële verordening gemeente Coevorden;

  • -

    de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido);

  • -

    de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden;

  • -

    de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo).

2.3 Risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende uitgangspunten:

2.3.1 Renterisicobeheer

  • -

    Bij het voor langere tijd uitzetten en aantrekken van gelden wordt gestreefd naar een stabiel rentelastniveau;

  • -

    Het risico van de vaste schuld bedraagt maximaal de renterisiconorm;

  • -

    Het renterisico op de vlottende schuld wordt beperkt door de netto vlottende schuld te beperken tot de kasgeldlimiet.

2.3.2 Kredietrisicobeheer

Liquiditeitsoverschotten mogen uitsluitend worden belegd bij:

  • -

    publiekrechtelijke lichamen (inclusief schatkistbankieren);

  • -

    financiële bedrijven en instellingen die beschikken over een goede kredietwaardigheid, tot uitdrukking komend in tenminste een creditrating AA (lange- termijnrating) of A-2 (korte-termijnrating) van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poors en Fitch IBCA.

Als de rating van één van de hierboven genoemde instellingen tijdens de looptijd van een uitzetting daalt onder het wettelijk minimumniveau (rating A), dan zullen indien mogelijk maatregelen worden genomen om het kredietrisico van de gemeente weer in overeenstemming te brengen met de vereisten van de Wet fido.

Voor financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) geldt tevens dat zij in Nederland op basis van geharmoniseerde wet- en regelgeving onder toezicht staan.

Bij afzonderlijk besluit kan de gemeenteraad andere partijen aanwijzen, waarbij een controle op de kredietwaardigheid van de tegenpartij heeft plaatsgevonden.

2.3.3 Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen aan te gaan, respectievelijk uitzettingen te doen of te garanderen in Euro’s.

2.4 Gemeentefinanciering

2.4.1 Financiering

Het aantrekken van financieringsmiddelen heeft uitsluitend als doel het uitvoeren van het beleid binnen de door de gemeenteraad aangegeven kaders van de begroting en begrotingswijzigingen. Bij het aantrekken van vreemd vermogen voor een periode van één jaar of langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    het voorzien in de vermogensbehoefte tegen zo laag mogelijke kosten;

  • -

    het aantrekken van vreemd vermogen tegen aanvaardbare risico’s;

  • -

    het aantrekken van gelden geschiedt op basis van ten minste twee offertes, tenzij het een verlenging of omzetting betreft; dit mag geschieden op basis van één offerte;

  • -

    beslissingen tot financiering worden genomen op basis van de totale financieringspositie (integrale financiering);

  • -

    het aantrekken van vreemd vermogen is alleen toegestaan indien:

    • -

      er sprake is van een structureel financieringstekort, vastgesteld op basis van een lange-termijnliquiditeitsprognose;

    • -

      er sprake is van concrete financiële voordelen door het converteren van bestaand vreemd vermogen;

  • -

    financieringstransacties worden gebaseerd op een lange-termijnliquiditeitsprognose; deze prognose is mede gebaseerd op door de budgethouders verstrekte informatie en wordt regelmatig geactualiseerd;

  • -

    alleen onderhandse leningen zijn als instrument toegestaan;

  • -

    garanties voor het aangaan van geldleningen en het verstrekken van geldleningen aan derden worden slechts verstrekt voor zover het past binnen het gemeentelijk beleid.

2.4.2 Uitzetting

Het uitzetten van overtollige middelen heeft uitsluitend als doel het uitvoeren van het beleid binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders van de begroting en begrotingswijzigingen. Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende richtlijnen:

  • -

    beleggingstransacties worden gebaseerd op een lange-termijnliquiditeitsprognose; deze prognose is mede gebaseerd op door de budgethouders verstrekte informatie en wordt regelmatig geactualiseerd;

  • -

    bij uitzettingen zijn onderhandse leningen en (staats)obligaties als instrumenten toegestaan.

2.4.3 Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten en het zorgdragen voor een permanente beschikbaarheid van bancaire en financiële diensten tegen vooraf overeengekomen condities.

2.5 Kasbeheer

2.5.1 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Bij het aantrekken en uitzetten van gelden voor een periode tot één jaar worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

  • -

    het voorzien in de huidige en de toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente tegen zo laag mogelijke kosten;

  • -

    het behalen van een optimaal renteresultaat tegen aanvaardbare condities bij het uitzetten van gelden;

  • -

    het aantrekken van vreemd vermogen tegen aanvaardbare condities;

  • -

    het dagelijks zorgdragen voor voldoende liquiditeiten om aan de kortetermijnverplichtingen te kunnen voldoen.

Bij het realiseren van deze doelstellingen gelden de volgende richtlijnen:

  • -

    voor een optimaal saldo- en liquiditeitenbeheer is een liquiditeitsprognose voor zowel de korte als de lange termijn noodzakelijk;

    • -

      De liquiditeitsprognose voor de korte termijn wordt maandelijks opgesteld en vormt de basis voor de vaststelling van korte-termijntransacties.

    • -

      De liquiditeitsprognose voor de lange termijn wordt éénmaal per jaar voor de

      komende jaren vastgesteld.

  • -

    de liquiditeiten en geldstromen worden zoveel mogelijk geconcentreerd binnen één hoofdrekening met nevenrekeningen bij één bank;

  • -

    indien meerdere rekeningen bij dezelfde bank worden aangehouden, worden deze rekeningen in een saldo- en rentecompensabel stelsel opgenomen;

  • -

    debetsaldi op de rekening-courant worden zoveel mogelijk voorkomen

2.5.2 Debiteuren- en crediteurenbeheer

Het debiteuren- en crediteurenbeheer richt zich op de verwachte inkomende geldstromen uit hoofde van vorderingen en de verwachte uitgaande geldstromen uit hoofde van verplichtingen. Doelstellingen van dit beheer zijn:

  • -

    het optimaliseren van de gemiddelde debiteuren- en crediteurentermijn;

  • -

    het doelmatig beheren van de debiteuren en de crediteuren;

  • -

    het minimaliseren van de kosten van het betalingsverkeer en de incassokosten.

Bij het realiseren van deze doelstellingen gelden de volgende richtlijnen:

  • -

    er bestaat een vaste debiteurenprocedure waarin tevens de incassoprocedure is geregeld;

  • -

    er bestaat een vaste crediteurenprocedure;

  • -

    periodiek vindt controle plaats op de toepassing van de debiteuren- en de crediteurenprocedure;

  • -

    bij het innen van vorderingen en het voldoen aan verplichtingen worden de meest efficiënte instrumenten gebruikt;

  • -

    het gebruik van automatische incasso voor het innen van vorderingen wordt gestimuleerd;

  • -

    het team Planning & Kwaliteit van de afdeling Bedrijfsvoering en Ondersteuning stuurt actief de betaal- en ontvangstmomenten van grotere geldstromen.

3. Organisatie van de financieringsfunctie

3.1 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de financieringsfunctie van de gemeente staan in de onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

stelt de financieringsdoelstellingen, het financieringsbeleid, de beleidskaders en de limieten alsmede de realisering daarvan vast door middel van de financieringsparagraaf in zowel de begroting als in het jaarverslag;

toetst de rechtmatigheid en doelmatigheid van de financieringsfunctie aan de hand van de Financiële verordening en het Financieringsstatuut.

College van burgemeester en wethouders

stelt de richtlijnen voor de uitvoering van de financieringsfunctie vast door middel van vaststelling van het Financieringsstatuut;

draagt de formele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het financieringsbeleid;

besluit over transacties die vallen buiten de gemandateerde bevoegdheden van medewerkers;

voert repressieve controle uit op de transacties;

rapporteert aan de gemeenteraad via het jaarverslag en tussentijdse rapportages over de uitvoering van het financieringsbeleid.

Wethouder van financiën

draagt de politieke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het financieringsbeleid.

Directie

draagt verantwoordelijkheid voor de vormgeving en de uitvoering van de planning en control op beleidsmatig, financieel en juridisch gebied;

draagt verantwoordelijkheid voor het opstellen en actualiseren van het financieringsbeleid dat ter goedkeuring aan het college van burgemeester en wethouders wordt voorgelegd;

ziet toe op de juiste uitvoering van het beleid.

Concerncontroller

bewaakt de juistheid, de volledigheid en de tijdigheid van de rapportages en doet voorstellen voor beleidswijzigingen.

Afdelingsmanager

Bedrijfsvoering en ondersteuning

draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het financieringsbeheer;

rapporteert aan de directie en aan het college van burgemeester en wethouders;

beslist, op advies van de financieringsmedewerker, over de aan hem gemandateerde financierings- en beleggingstransacties;

Afdelingsmanagers

dragen zorg voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdelingen aanleveren aan de financieringsmedewerker met betrekking tot toekomstige uitgaven en inkomsten

Teamleider Planning & Kwaliteit

beslist, op advies van de financieringsmedewerker, over de aan hem gemandateerde financierings- en beleggingstransacties;

treedt in overleg met budgethouders bij verschil tussen de liquiditeitsprognoses en de realisatie daarvan

Financierings-medewerker team Planning & Kwaliteit

maakt en actualiseert de liquiditeitsprognose voor zowel de korte als de lange termijn;

doet op basis van de liquiditeitsprognose voorstellen voor het nemen van financierings- en beleggingstransacties;

vergelijkt periodiek de liquiditeitsprognose met de realisatie;

verklaart de verschillen en bespreekt deze met de teamleider Planning & Kwaliteit;

voert het cashmanagement uit, beheert de dagelijkse saldi en de liquiditeiten en onderhoudt de daaruit voortvloeiende contacten met de bank(en);

draagt verantwoordelijkheid voor de administratieve vastlegging van de financiële contracten in de administratie;

controleert of de bevestiging van financiële transacties van externe partijen overeenkomen met de interne stukken;

rapporteert over de werkzaamheden aan de teamleider Planning & Kwaliteit.

Budgethouder

informeert actief aan de financieringsmedewerker met betrekking tot de liquiditeitsprognose;

informeert tijdig, volledig en betrouwbaar.

3.2 Bevoegdheden

De bevoegdheden met betrekking tot de financiering en het uitzetten van gelden zijn opgenomen in het Algemeen mandaatbesluit van de gemeente Coevorden.

4. Informatievoorziening

4.1 Algemeen

De kernelementen bij de financieringsfunctie zijn sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden. Bij de eerste twee elementen gaat het met name om operationele informatie en bij de laatste twee elementen om verantwoordingsinformatie. Aan de informatieplicht wordt op de volgende wijze invulling gegeven.

4.2 Beleidsmatige informatie

De beleidsmatige informatie bestaat uit de beleidskaders, zoals verwerkt in dit statuut en in de op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht in de begroting op te nemen financieringsparagraaf. In deze paragraaf kan de informatie worden gevonden met betrekking tot concrete beleidsplannen en de uitvoering ervan. Het doel van de beleidsmatige informatie is een transparant besluitvormingsproces.

4.3 Operationele informatie

De organisatieonderdelen stellen zowel de korte- als de lange-termijnliquiditeitsprognose op. In de korte-termijnprognose worden, voor zover daar aanleiding voor is, in ieder geval de volgende onderwerpen behandeld:

  • -

    investeringsuitgaven en te ontvangen investeringssubsidies;

  • -

    kosten van bouwrijp maken en te ontvangen koopsommen in het kader van de grondexploitatie;

  • -

    overige inkomsten en uitgaven;

  • -

    dagelijkse rekening-courantsaldi;

  • -

    geldmarktinformatie.

De lange-termijnprognose berust op:

  • -

    voorgenomen investeringen in het kader van het meerjareninvesteringsprogramma;

  • -

    renteverwachtingen;

  • -

    analyse van de leningenportefeuille;

  • -

    kapitaalmarktinformatie.

4.4 Verantwoordingsinformatie

Met deze informatie wordt ingegaan op de vraag in hoeverre de gestelde doelen met betrekking tot het financieringsbeleid zijn gerealiseerd en of de uitvoering van de financieringsfunctie heeft plaatsgevonden binnen de daarvoor gestelde kaders. Deze verantwoordingsinformatie wordt opgenomen in de verplicht in het jaarverslag op te nemen financieringsparagraaf.

Als verantwoordingsinformatie wordt onder meer aangemerkt:

  • -

    liquiditeitsprognose versus realisatie;

  • -

    geplande risicoprofiel versus realisatie;

  • -

    rapportage over de naleving van procedures, richtlijnen en limieten.

5. Administratieve organisatie en interne controle

5.1 Algemeen

De richtlijnen en limieten, de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de mandatering vinden hun vastlegging en neerslag in de administratieve organisatie. In relatie daarmee zal de administratieve organisatie ook de adequate beleids-, operationele- en verantwoordingsinformatie moeten kunnen leveren aan de betrokkenen. De administratie bevat daarnaast als kernonderdeel de maatregelen voor de interne controle om te bewerkstelligen dat de uitvoering van de financieringsfunctie conform de gestelde regels geschiedt.

5.2 Preventieve administratieve maatregelen

Procedures worden vastgesteld voor de volgende activiteiten:

  • -

    het aantrekken van call- en kasgeldleningen;

  • -

    het aantrekken van langlopende geldleningen;

  • -

    het verlenen van garanties;

  • -

    het opstellen van liquiditeitsprognoses.

6. Inwerkingtreding en citeerregel

6.1 Inwerkingtreding

Dit statuut treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan. Het Financieringsstatuut gemeente Coevorden, vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 1 april 2005, vervalt op de in de vorige zin genoemde dag.

6.2 Citeertitel

Dit statuut wordt aangehaald als ‘Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2010’.

Aldus vastgesteld op 4 mei 2010

Burgemeester en wethouders van Coevorden,

De secretaris, De burgemeester,

mr. M.N.J. Broers B.J. Bouwmeester