Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden in de passantenhaven en in de bij de provincie in beheer zijnde vaarwateren in de gemeente Coevorden 2011

Geldend van 27-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden in de passantenhaven en in de bij de provincie in beheer zijnde vaarwateren in de gemeente Coevorden 2011

Nr. 2010/772

De raad der gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2010,

bijlagenr. 772;

gelet op de artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden in de passanten haven en in de bij de provincie in beheer zijnde vaarwa teren in de gemeente Coevorden 2011.

(Verordening liggelden passantenhaven 2011)

Artikel 1 Aard van de heffing

Ter zake van het door een pleziervaartuig in gebruik hebben van een ligplaats in de gemeentelijke passantenhaven en in de bij de provincie Drenthe in beheer zijnde vaarwateren wordt onder de naam liggelden een recht geheven.

Artikel 2 Algemene bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    pleziervaartuigen:

    vaartuigen bestemd of gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    dag:

    een dag of een gedeelte daarvan indien dit gepaard gaat met het gebruik van een ligplaats voor overnachten;

  • c.

    lengte van een vaartuig:

    de lengte van het vaartuig gemeten daar waar het vaartuig het langst is;

  • d.

    winterseizoen:

    tijdvak van 30 september tot en met 31 maart.

  • e.

    de bij de provincie Drenthe in beheer zijnde vaarwateren:

    de bij de provincie Drenthe in de gemeente Coevorden in beheer zijnde vaarwateren, zoals op bijgevoegde kaart in rood is aangegeven.

  • f.

    gemeentelijke passantenhaven:

    de passantenhaven van de gemeente Coevorden en de bij de provincie Drenthe in beheer zijnde vaarwateren.

Artikel 3 Belastinggrondslag

De grondslag voor de berekening van het recht is de lengte van het vaartuig, waarbij een gedeelte van een strekkende meter wordt gerekend voor een gehele.

Artikel 4 Tarief

Het recht, bedoeld in artikel 1, bedraagt per dag:

  • a.

    voor pleziervaartuigen met een lengte tot 6 meter € 4,10;

  • b.

    voor pleziervaartuigen met een lengte tot 10 meter € 5,65;

  • c.

    voor pleziervaartuigen met een lengte tot 14 meter € 7,30;

  • d.

    voor pleziervaartuigen met een lengte tot 16 meter € 8,90;

  • e.

    voor pleziervaartuigen met een lengte tot 20 meter € 10,05;

  • f.

    voor pleziervaartuigen met een lengte van 20 meter en meer € 0,60 per strekkende meter.

  • g.

    voor varende monumenten bedraagt het recht per maand € 87,50;

Per winterseizoen bedraagt het recht voor de verschillende groepen respectievelijk

€ 131,65; € 143,30; € 155,35; € 167,30; € 182,00 en € 193,95.

Artikel 5 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de schipper, de eigenaar of de gebruiker van het pleziervaartuig, dat een ligplaats heeft ingenomen in de gemeentelijke passantenhaven.

Artikel 5a Ontstaan van de belastingschuld

De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop de ligplaats wordt ingenomen.

Artikel 6 Vrijstellingen

Geen liggeld wordt geheven:

  • a.

    ter zake van pleziervaartuigen, welke alleen gedurende de dag gebruik maken van de passantenhaven en voor 18.00 uur vertrekken;

  • b.

    ter zake van zogenaamde bij- of volgboten tot een lengte van maximaal 4 meter, behorende bij pleziervaartuigen.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. Het liggeld wordt geheven bij wijze van een mondelinge kennisgeving dan wel een gedagtekende bon, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. De uit deze verordening voortvloeiende leges worden geheven zonder dat de verplichting daartoe bij beschikking is vastgesteld.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het liggeld worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in het eerste lid mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving: ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan; op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 4. De contante betaling wordt geïnd door medewerkers van de Stichting Veiligheidszorg.

  • 5. Teruggaaf van hetgeen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening is betaald, vindt in geen geval plaats.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van liggelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening liggelden passantenhaven 2010" van de gemeente Coevorden, vastgesteld bij besluit van 3 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening liggelden passantenhaven 2011".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 2010.

, voorzitter.

, griffier.