Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR490860
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR490860/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting budel-centrum 2018
Geldend van 29-12-2017 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting budel-centrum 2018DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 7 november 2017;
Gelet op artikel: 227 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
Vast te stellen de :
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg.
- b.
Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken.
- c.
WOZ-waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het betreffende kalenderjaar voor de onroerende zaak vastgestelde waarde.
- d.
vestiging: de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ die, of een deel daarvan dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt.
- e.
voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.
- f.
jaar: een kalenderjaar.
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Cranendonck, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1).
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging, waarop, waaraan en/of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- a.
De reclamebelasting wordt geheven per vestiging.
- b.
Indien de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ,
bedraagt de heffingsmaatstaf een vast bedrag, vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de WOZ-waarde.
- c.
In afwijking van het tweede lid, bedraagt de heffingsmaatstaf, indien de vestiging deel uitmaakt van één onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van het deel van de vastgestelde WOZ-waarde dat aan de vestiging kan worden toegerekend.
- d.
Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de vestiging die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
- e.
Indien met betrekking tot een vestiging geen WOZ-waarde is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van
die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ.
- f.
Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt € 256,50 per vestiging.
- g.
Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt vermeerderd met € 1,34 per € 1.000,- van de waarde van
de vestiging, zoals deze met het in achtnemen van het bepaalde in de voorgaande leden is bepaald,
voor zover de waarde meer bedraagt dan € 190.000,-, met een maximum van € 359,15 per vestiging.
- h.
Het totale tarief voor de reclamebelasting bedraagt maximaal € 615,65 per vestiging.
- i.
Indien de vastgestelde WOZ-waarde naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve
verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- a.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
- b.
Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij
de aanvang van de belastingplicht.
c.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschul-
digd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat
jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
d.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van
belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
a.die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht in een
voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, die
individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondi-
gingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
b.die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden
aangemerkt;
c.die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover
de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
d.die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met
ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultu-
reel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
e.aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement, waarbij het reclame-
object uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het
centrummanagement;
f.aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op
dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
- g.
die door politieke partijen zijn aangebracht;
- h.
die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een
etalage of in de winkel;
i.bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmid-
dellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;
j.aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend be-
trekking hebben op de functie van het gebouw.
Artikel 10 Termijnen van betaling
a.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald
in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
Indien de aanslag in één keer wordt betaald, moet dit vóór de eerste vervaldag.
b.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht
De “Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Budel-centrum 2017” van 13 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
- a.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.
- b.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
- c.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reclamebelasting Budel-centrum 2018".
Bijlage bij de “Verordening Reclamebelasting 2018:
Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 2 van de “Verordening reclamebelasting Budel-centrum 2018” geldt het op de bijgevoegde kaart afgebakende gebied binnen de blauwe lijn.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck
in de openbare vergadering d.d. 7 november 2017.
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier, |
De voorzitter, |
mr. P.J.F. Bemelmans |
mr. H.C.R.M. de Wijkerslooth |
Bijlage verordening reclamebelasting
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl