Verordening Burgerkracht Cranendonck

Geldend van 26-09-2018 t/m heden

Verordening BurgerkrachtCranendonck

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck

d.d. 31 mei 2016;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de Verordening Burgerkracht Cranendonck:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a)

    aanvrager: een rechtspersoon of een natuurlijk persoon die zich ten doel stelt om activiteiten zonder winstoogmerk te verrichten ten behoeve van de inwoners van de gemeente Cranendonck;

  • b)

    inwoner: persoon woonachtig in de gemeente Cranendonck.

  • c)

    het bestuur:

    • i.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck;

    • ii.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Cranendonck;

  • d)

    subsidie: het subsidiebegrip als bedoeld in art. 4: 21 Awb;

  • e)

    burgerinitiatief: een initiatief georganiseerd en uitgevoerd door één of meerdere inwoners, met als doel het inzetten van de krachten en talenten van inwoners, voor het realiseren van een maatschappelijk doel;

  • f)

    maatschappelijke doel:

  • i.

    het is bedoeld voor mensen

    • ·

      in een specifieke buurt, of

    • ·

      in een kern, of

    • ·

      in alle kernen van Cranendonck.

  • ii.

    het levert een structurele bijdrage aan het verbeteren van:

    • ·

      de zelfredzaamheid en/of het welbevinden van inwoners, of

    • ·

      de leefbaarheid en/of saamhorigheid in de wijk of dorpskern, of

    • ·

      het zorgaanbod in de wijk of dorpskern, of

    • ·

      de werkgelegenheid.

Daarbij is er geen sprake van overwegend privébelang en is het initiatief zo min mogelijk van subsidie afhankelijk.

  • g)

    zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen;

  • h)

    welbevinden: de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt;

  • i)

    leefbaarheid: het subjectieve gevoel over hoe aangenaam het is in een bepaalde omgeving te wonen en leven;

  • j)

    saamhorigheid: het gevoel en gedrag van zich één voelenden;

  • k)

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een subsidiejaar maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Een burgerinitiatief komt in aanmerking voor subsidie burgerkracht indien:

  • a) Het een maatschappelijk doel dient.

  • b) Het niet gaat om een reguliere activiteit van een vereniging.

  • c) Het beoogde resultaat in verhouding staat tot de kosten.

  • 2. Ten aanzien van aanvragen van professionele organisaties (niet commercieel) die al gesubsidieerd worden: Hierbij moet duidelijk zijn dat de nieuwe initiatieven niet binnen de bestaande budgetten (cq. herschikking binnen de budgetten) gerealiseerd kunnen worden.

  • 3. Europese, landelijke en provinciale subsidies zijn voorliggend aan de subsidie burgerkracht.

  • 4. De subsidie is een bijdrage in de projectkosten zonder maximum, met aftrek van eventuele bijdragen van derden (bijv. sponsoren, overige subsidies, eigen bijdrage).

Artikel 3. Bevoegdheden

Het college voert deze verordening uit.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij nadere regels de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen:

  • a) als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

  • b) als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

  • 4. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het subsidieplafond is bereikt. Bij meerdere aanvragen in dezelfde periode en een beperkt restbudget bepaalt het college welke aanvragen voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 5. Aanvullende weigeringsgronden

Subsidie kan, naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de ASV genoemde gevallen, in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • 1.

    een aanvraag te laat is ingediend (artikel 6).

  • 2.

    er meerdere subsidies burgerkracht worden aangevraagd waarbij de activiteiten eenzelfde doel nastreven en het totale aanbod teveel wordt.

Artikel 6. Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag tot verlening van subsidie voor een burgerinitiatief wordt ingediend vooraf of uiterlijk in het kalenderjaar waarin de activiteit plaatsvindt.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 7. Opvragen gegevens

1.Het college bepaalt op basis van de aanvraag welke gegevens voor het uitvoeren van de verordening van belang zijn.

Artikel 8. Advies

  • 1. Burgerinitiatieven worden voorgelegd aan een vertegenwoordiging van inwoners (afhankelijk van aard initiatief: de Zorgadviesraad Cranendonck, de cliëntenraad W&I en/of de dorpsraden) indien:

  • a) de aanvraag wordt afgewezen;

  • b) er twijfel bestaat over het te nemen besluit;

  • c) er sprake is van politieke gevoeligheid;

  • d) het om een subsidiebedrag gaat van meer dan € 2.000,- per jaar

  • 2. De betreffende adviesraad brengt uiterlijk binnen twee weken na aanvraag een advies uit. Het collegevoorstel wordt inclusief het advies aangeboden aan het college.

  • 3. In geval van (gedeeltelijke) toekenning wordt geen advies gevraagd.

Artikel 9. Eindverantwoording en vaststelling

  • 1. Subsidies burgerkracht worden door burgemeester en wethouders verleend en gelijktijdig vastgesteld.

  • 2. In geval van verlening van een subsidie wordt aanstonds een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

  • 3. De aanvrager moet kunnen aantonen dat de activiteiten hebben plaatsgevonden en welke kosten daarmee gemoeid zijn.

  • 4. Indien er sprake is van wijzigingen in de begroting (het verleende subsidiebedrag) dan stelt de aanvrager de gemeente hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte. Het college stelt het subsidiebedrag op basis van de nieuwe gegevens opnieuw vast.

Artikel 10. Terugvordering

Indien uit (steekproefsgewijze) controle blijkt dat:

  • 1.

    een toekenning is gebaseerd op onjuiste gegevens welke door de aanvrager verwijtbaar zijn verstrekt, of

  • 2.

    het verleende subsidiebedrag niet is besteed aan het maatschappelijk doel,

kan het college (een deel van) de subsidie terugvorderen.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze verordening.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

  • 2.

    Gelijktijdig wordt de verordening buurtinitiatieven 2010 ingetrokken.

  • 3.

    Op aanvragen die zijn binnengekomen voor inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Burgerkracht Cranendonck".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck

In de openbare vergadering d.d. 12 juli 2016.