Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormings-onderwijs 2006

Geldend van 21-08-2006 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormings-onderwijs 2006

De raad van de gemeente Cromstrijen;

overwegende dat de Verordening subsidiering godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs is vastgesteld op 17 september 1996;

dat in de verordening niet is vastgelegd dat aanvragen, op straffe van niet in behandeling nemen, voor een vaste datum ingediend moet zijn;

dat het wenselijk is hiervoor een fatale termijn in de verordening op te nemen;

dat in de vigerende verordening is vastgelegd dat indiening van een verzoek om subsidie na afloop van ieder kalenderkwartaal kan plaatsvinden;

dat ter beperking van de administratieve lasten, van zowel de subsidie aanvragende instelling, als van de gemeentelijke organisatie, de mogelijkheid om subsidie aan te vragen te beperken tot twee keer per jaar;

dat in artikel 10 van de verordening van 17 september 1996 is vastgelegd dat de subsidie vragende instantie na afloop van een schooljaar een jaarverslag moet indienen;

dat de subsidieaanvraag alle elementen in zich heeft welke ook in een jaarverslag worden opgenomen;

dat door het schrappen van artikel 10 de administratieve lasten verminderen zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan het verkrijgen van informatie over de omvang en frequentie van de lessen als bedoeld in deze verordening;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2006;

gelet op artikel 57 van de Wet op het primair onderwijs;

besluit:

Vast te stellen de Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs 2006

ARTIKEL 1

Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke gemeenten, verenigingen en organisaties als bedoeld in artikel 30 van de Wet op het basisonderwijs kan ten laste van de gemeente Cromstrijen een tegemoetkoming worden verleend in de kosten, voortvloeiende uit het doen geven van godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen in de gemeente Cromstrijen.

ARTIKEL 2

Het onderwijs wordt gegeven in de schoolgebouwen aan de leerlingen voor de daarvoor in aanmerking komende groepen, voor zover ouders, voogden of verzorgers dit wensen.

ARTIKEL 3

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienst- en levensbeschouwelijk vormings-onderwijs berust bij de instantie, welke dit onderricht doet geven.

ARTIKEL 4

De voor het geven van godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda voor het bijzonder onderwijs, enige kerk of organisatie of geestelijke grondslag.

ARTIKEL 5

De in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming wordt voor elk gegeven wekelijks lesuur van ten minste 45 minuten berekend met inachtneming van de rechtspositie voor groeps- c.q. vakleerkrachten bij her basisonderwijs, met dien verstande« dat voor de berekening wordt uitgegaan van de laagste categorie groeps- c.q. vakleerkrachten.

ARTIKEL 6

Om voor de in de artikelen 1 en 5 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet de les bezocht worden door ten minste 10 leerlingen. Hierbij kunnen leerlingen die wegens ziekte of om andere redenen verhinderd zijn de les bij te wonen, worden meegerekend, indien zij naar het oordeel van burgemeester en wethouders geacht kunnen worden regelmatig aan dit onderwijs deel te nemen.

ARTIKEL 7

  • 1.

    Voor het verkrijgen van de in artikel 5 bedoelde tegemoetkoming, zenden de in artikel 1 bedoelde instanties twee maal per jaar een declaratie in.

  • 2.

    Voor de periode 1 augustus tot en met 31 december moet de declaratie uiterlijk 31 januari volgend op de periode waarop de declaratie betrekking heeft zijn ingediend.

  • 3.

    Voor de periode 1 januari tot en met 31 juli moet de declaratie uiterlijk 30 september volgend op de periode waarop de declaratie betrekking heeft zijn ingediend.

  • 4.

    Door het niet tijdig indienen van de aanvraag tot het verkrijgen van subsidie verliezen de in artikel 1 bedoelde instanties hun aanspraak op subsidie.

  • 5.

    Het verzoek om subsidie omvat voor iedere school afzonderlijk:

    • a.

      de naam van de leerkracht die belast is geweest met het geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs;

    • b.

      de lesuren welke werden gegeven;

    • c.

      de dagen waarop en de uren gedurende welke de lessen werden gegeven;

    • d.

      de groepen waaraan les werd gegeven;

    • e.

      de aantallen leerlingen die elke les hebben bijgewoond.

  • 6.

    De declaratie moet voorzien zijn van een accoordverklaring van de directeur van de betreffende basisschool.

ARTIKEL 8

De leerkrachten gedragen zich haar aanwijzingen door de directeur van de school gegeven. Zij verstrekken de directeur de verlangde inlichtingen.

ARTIKEL 9

Elke leerling mag voor de berekening van de in artikel 5 bedoelde tegemoetkoming slechts eenmaal worden meegerekend.

ARTIKEL 10

In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

ARTIKEL 11

Deze verordening treedt in de plaats van de "Verordening subsidiëring godsdienst- en vormings-onderwijs" vastgesteld in de raadsvergadering van 17 september 1996, die hierbij wordt ingetrokken.

ARTIKEL 12

Deze verordening treedt in werking met ingang van het schooljaar 2006-2007 en wordt aangehaald als "Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormings-onderwijs 2006".

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Cromstrijen in zijn openbare vergadering gehouden op 7 februari 2006,
de griffier,
de voorzitter,